VERMAKELIJKE KRONIEK VAN Groot Gortbuikenburg, door DIRK DUXVEL Junior. Hoofdstad van Opper-Kafferstein Sledhts 2 vergaderingen heeft dezo commissie behoe ven te houden in 1029. Verslag van den Keuringsdienst van vee en vleesc'. in den kring Spanbroek over het 4e kwartaal 1929, Voor kennisgeving aangenomen. De postbestellingen. Van den Directeur van het Post- en Telegraafkan toor to Hoorn is oen schrijven ingekomen, d.d. 31 De cember 1929, waarin medegedeeld wordt, dat op een door B. en W. dezer gemeente gedaan verzoek om uitbreiding van de bestelling, in verband met het ge ringe aantal poststukken, niet kan worden ingegaan. De Voorzitter zegt, dat ook de heer Glas zich nogal heeft geïnteresseerd voor deze zaak door ingezonden stukken in het Handelsblad, maar ook dat heeft geen resultaat gehad. In het laatste antwoord werd erop gewezen dat gemiddeld 7 postpakketten, verdeeid over (3 transportdiensten, werden vervoerd. I-Iet is nu wel aardig om dat te antwoorden, maar spr. wijst er op dat juist omdat de post per fiets naar Übdam wordt vervoerd, de pakketten kaas of naar het kan toor Winkel of per vrachtauto naar het kantoor Hoorn werden vervoerd. Door den heer Glas wordt dit nader bevestigd. Bij de bespreking wordt er verder op gewezen, dat het gewenscht zou zijn dat de post per autobus werd vervoerd. Reeds eerder werd daar bij de postadmi nistratie op aangedrongen, maar het heette te duur te zijn. De heer Glas merkt op dat dit bezwaar dan zeker niet geldt voor Winkel en Nieuwe Niedorp en de Voorzitter voegt er aan toe: „zeker ook niet voor Kolhorn." De heer De Wit zou den toestand eens bij den Mi nister uiteengezet willen zien, wc worden ontzetten! achteruitgezet. De Voorzitter hoeft cr niets op tegen, maar* .nen wordt op audiëntiedag ontvangen, krijgt 5 minuten om zijn zaak te bepleiten en dan wordt overweging toegezegd. De beer Glas acht het beter naar den Directeur-Gs- raal van de Posterijen te gaan. Goedgevonden wordt dat de burgemeester en den heer Glas een nadere uiteenzetting zullen geven bij den Directeur-Generaal der Posterijen. Aansluiting waterleiding. Ingekomen is een adres van E. List e.a., bewoners van de Zeebuurt te Aartswoud, om aangesloten te kunnen worden bij het Prov. Waterleidingbedrijf. B. en W. hebben naar aanleiding van dit verzoek aan den heer Van der Plas, hoofd van het Bijkan toor Hoorn, de noodige inlichtingen gevraagd over rentabiliteit van dit gedeelte. Een antwoord hierom trent is nog niet ingekomen. Bij een bespreking, aldus deelt do Voorzitter mede, was toevallig ook aanwezig de heer Koster, burge meester van Winkel, die zoo graag den Groetpolder aangesloten wcnschte te zien en toen is besproken een doorverbinding van Kolhorn naar Aartswoud. Door den heer Bel uit Schagen wordt hiernaar een onder zoek ingesteld. Wel zal het niet geheel rendabel zijr. maar dan zouden we kunnen kijken of de Provincie procenten zou willen bijdragen en of Gcestmeram- bacht ook niet een bijdrage zou willen verleenen. De rest zou dan pondspondsgewijze door Winkel en Hoogwoud moeten worden bijgedragen. Goedgevonden wordt de resultaten van het onder zoek af te wachten. Wat er meer verzocht werd. Adres van het bestuur der Gymnastiekvereeniging „O.K.K." te Aartswoud, om gezien de financieele toe stand der vereeniging, gebruik te mogen maken van een leegstaand schoollokaal te Aartswoud ten dienste van een repetitielokaal gedurende 1 avond per week met vrij.licht, na gepleegd overleg mot het hoofd dier school, den heer Van Bee. B. en W. stellen voor gunstig op dit verzoek te beschikken. Alleen zal een lichtpunt aangebracht moeten wor den. De heer Schilder zou willen dat O.K.K. de kosten van het aanbrengen van het lichtpunt betaalde. Goedgevonden wordt op die voorwaarde het ver zoek in te willigen. Adres van bewoners van de Gouwe en een adres van bewoners van de Langereis, om straatverlichting in hun wijken aan te leggen. Alvorens hiertoe een beslissing te nemen, wensdhen B. en W. het oordeel van den Raad te vernemen of in beginsel voor straatverlichting in die beide wijkon gevoeld wordt. Do Voorzitter zegt, dat met Mei a.s. het straatver- lichtingscontract vervalt en de Baad dus zal hebben te beslissen of hij contract wcnscht te vernieuwen. De kosten bedragen thans voor de 8586 lantaarns f 1800 en wanneer nu Gouw en Langereis er bij ko men. zal het aantal lantaarns met 50 worden uitge breid en dan zullen de kosten pl.m. f3000 worden, plus dan nog de aanlegkosten voor de nieuw aan te sluiten wijken. De Raad zou dus eerst in beginsel dienen te besluiten of de straatverlichting gehand haafd moet worden en zoo ja, dan de gevraagde uit breiding bespreken. De heer Vijn zegt dat de straatverlichting wel duur is, maar als ze werd opgeheven, zouden de ingeze tenen dat niet aangenaam vinden. De heer De Wit informeert of er een contract inet de ingezetenen bestaat weet je wat ik je zou kunnen doen voor het geluk van die dagen? Ik zou je kunnen dooden, bij de gedachte dat je nog de macht hebt om me weer tot een dwaas te maken. Als Ik geweten had, hoe vulsch en gemeen je was op den dag dat je brief me van Parijs naar huis deed vliegen..." „O. Tony," riep ze, „ik ben niet wat Je denkt dat ik ben... Je begrijpt het niet..." „Laat me dien papègaaienschreeuw niet meer hooren! Ik begrijp Je volkomen, laat ik je dat vertellen. Je schoon heid verblindt me niet langer. Ik zie je zooals je Maker je ziet een bedriegster, een valschspeelster, een vrouw die voor het altaar een valschen eed aflegt, een leuge naarster." Cocily wrong haar handen. Het was alsof ze haar be kentenis gedaan had. In leder geval was haar veroordee ling uitgesproken. „Ja," zei ze deemoedig, „ik ben dat alles. Het Is heele- maal waar en toch begrijp je het niet!" Vóór hij kon antwoorden was ze aan zijn zijde neerge knield. ,Is er geen plaats in je hart voor vergeving? Hoe het ook zij, ik ben toch je vrouw!" „Mijn vrouw!" riep hij uit en de stembuiging was on miskenbaar. „Ja, dat had ik vergeten, maar dat ia een fout die goddank niet onherstelbaar is..." Plotseling begon Cecily te lachen. „En dat Is wat jul lie mannen liefde noemen! De liefde die alle dingen ver- draagt! De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde handelt niet lichtvaardig, zij wordt niet verbit terd, zij denkt geen kwaad..." zij wankelde, terwijl ze deze woorden aanhaalde. „Liefde!? Praat me niet van liefde; het woord maakt me ziek. Mijn eenige wensch is, de keten te verbreken, die ons bindt, de herinnering te vernietigen aan wat je van mij gemaakt hebt..." Hij wendde zich af zijn ge zicht verwrongen van emotie. Een seconde keek Cecily hem aan, toen met wankelende schreden wendde ze zich naar dc deur. HOOFDSTUK XXIX. DE STERREN VERDUISTEREN...- La gare du Nord was er vol, dat was 06011/8 eerste en overheerschende gedachte. Ze vluchtte, ze vluchtte voor den man, dien ze liefhad. De zonde van de doode vrouw en haar eigen vrees waren haar te machtir ge weest De Voorzitter licht toe, dat het stichtingskapitaal door de burgerij is opgebracht en later de zaak aan de gemeente is overgegaan. De heer De Wit meent, dat het dan ook niet con sequent zou zijn de straatverlichting op te heffen. De heer Groen wijst er op, dat de straatverlichting geen algemeen belang is en wijst op de hooge kosten als Gouw en Langereis er bij komen. En spr. wijst dan verder op het feit dat iemand als Bijvoet, die graag stroom voor licht en kracht wil betrekken, voor een stukje lijn alleen voor lichtstroom een garantie- som van f 1550 moet storten. De Voorzitter: Ja, ze zijn wel civiel. De heer Glas zou willen dat B. en W. hun best deden bij het P.E.N. om zoo geschikt mogelijk klaar te komen. Voor de verlichting van de Gouw werd f 100 voor elke lantaarn gevraagd, maar dat is niet te doen. De heer De Wit deelt mede, dat een uitbreiding door het P.E.N. moest kosten f1200, terwijl een particulier de uitbreiding wildo maken voor f450.en als spr. goed is ingelicht onder toezicht van het P.E.N. De heer Groen deelt mede, dat de kosten van aan leg naar Bijvoet door een particulier uitgevoerd f250 zouden bedragen, terwijl het P.E.N. een garantie vraagt van f 1550. De Voorzitter vreest ook dat de uitbreiding veel zal kosten. Als besloten wordt tot handhaving der straat verlichting, wil de burgemeester van Spanbroek dat a-' 3 gemeenten Wognum, Spanbroek en Hoogwoud ge zamenlijk een bespreking houden en trachten van het P.E.N. goedkoopere voorwaarden to krijgen. De heer Glas wijst ook op het feit, dat nu de ge meente de straat verbreed heeft, de palen in den weg staan. De heer Schilder wil eerst de bespreking met het P.E.N. en daarna beslissen over de ingekomen verzoe ken. De heer De Wit wil, als de straatverlichting worlt gehandhaafd, ook Gouw en Langereis straatverlich ting geven. De heer Vijn zegt dat aan de Gouw nog een com plex van gebouwen is, maar voor de Langereis zou spr. nog niet direct op het verzoek willen ingaan. De heer De Wit wijst op het gevaar aan de Lan gereis en wil, als het goed donker is, den heer Vijn wel eens halen. De heer Vijn zegt wel eens meer in 't donker te hebben geloopen. De heer Do Wit zegt, dat die menschen ook steeds hebben moeten betalen aan de kosten der straatver lichting in de andere deelen der gemeente en laten wij allen dan iets meer betalen. De heer Vijn geeft dat toe, maar er zijn wel anders plekken. De heer De Wit oordeelt, dat waar verlichting be hoort te wezen, zij als het eenigszins mogelijk is, be hoort te worden aangebracht De Voorzitter noemt de Noorder Paad. De heer Bossen herinnert er aan, hoe 10 jaar ge- loden de straatverlichting in eigen behoor door par ticulieren tot stand is gekomen en zij nu bij het P.E,N. is ondergebracht. Het P.E.N. heeft zijn voorwaarden en nu het contract is afgeloopen, zou het groote op positie verwekken indien tot opheffing der straatver lichting werd besloten. We zijn gekomen van da duisternis in 't licht, maar nu gaat het niet om van 't licht in de duisternis te komen. Tien jaren lang hebben de ingezetenen aan de Gouw en Langereis meebetaald aan de verlichting, maar om nu voor !e gehoele Langereis straatverlichting aan te brengen, gaat spr. te ver. Spr. zou het aantal lantaarns van 8485 op 100 willen brengen en waar er aan de Langereis reeds 5 brugverlichtingen zijn, daar nog 3 lantaarns bijplaatsen, n.1. bij A. Maijer, Lak en Ruiter. De overige 12 over de Gouw te verdeelen. De Voorzitter zegt dat we daar over kunnen den ken. De Raad is dus wel voor handhaving van de straatverlichting en wanneer met de burgemeesters van Wognum en Spanbroek een bespreking heeit plaats gehad, zal een conferentie met de directie van het P.E.N. worden aangevraagd. Goedgevonden. Volgt het voorstel van B. en W. om de geldlecnïng ad f 12.000.voor den verbouw der O. L. school in de Kerkelaan te verhoogen tot f 14.000.— in verband mot alsnog aangebrachte wijzigingen in het bestek, t.w. douche-inrichting en rijwielbergplaats. Af te lossen in 30 jaren. Wordt goedgevonden. Ingekomen is een: Dankbetuiging van de wed Jb. Koeman-Vetter voor den toegekenden toeslag op haar pensioen en verzoek om voor 1930 wederom voor dezen toeslag in aanmerking te mogen komen. B. en W. stellen voor, hierop gunstig te beschik ken. Aldus wordt besloten. Premlevri] pensioen voor de lagere amb tenaren. Aan de orde wordt gesteld het voorstel van B. en W. om aan de ambtennresse ter secretarie, dèn bode, den gemeente veldwachter en den gemeente-genees heer vrijstelling van betaling van de pensioensbij drage te verleenen. De kosten bedragen per jaar resp. f30, f66, f64 en f108, in totaal f268. B. en W. stellen voor, uit billijkheidsoogpunt hier toe over te gaan, nu de burgemeester, de secreta ris en de ontvanger in het genot van premievrij pen sioen zullen worden gesteld. De heer Bossen fegt, dat ook nu van bovenaf de verplichting daartoe maar moet worden opgelegd. Spr. sympathiseert niet met hel voorstel van B. en W., de andere menschen, wier inkomen op het oogen- blik nihil is, moeten de kosten eivan betalen. De Voorzitter merkt op, dal het hier de zaken be treft van den raad en dat Ged Staten dus niet met een voorstel zullen komen. Nu de hoofdambtenaren premievrij pensioen hebben, eischt de billijkheid dat ook de andere ambtenaren het krijgen. De heer Bossen zegt, dat 2 jaar geleden er ook niet over werd gesproken voor de hoofdambtenaren De heer Vijn staat er ook niet sympathiek tegen over, maar het andere wordt ons opgelegd en nu brengt de consequentie her mee dat ook de andere ambtenaren premievrij pensioen zullen krijgen. Spr. staat overigens op het standpunt dat een ieder voor zijn eigen pensioen moet zorgen, ook de anderen moe ten voor den ouaerdom zorgen Maar de moreele zij de brengt mee, dat de overige ambtenaren ook premie vrij pensioen genieten De heer Bossen zegt. dat h«t oneerlijk is tegenover de andere ingezetenen. De heer Vijn vraagt, of er nog eerlijkheid bestaat. We worden van alle kanten „gemaszregelt". Het voorstel van B. en W wordt aangenomen, te gen stemde de heer Bosen; de heer Vijn zeide, nood gedwongen voor te stemmen. De verhaalsverordening wordt ingetrokken, in gaande 1 Januari 1930. De pensioensgrondslagen voor den burgemeester, secretaris en ontvangei worden vastgesteld, respec tievelijk op f3000. f1900 cn f 1200 Voorgesteld wordt door B. en Wom een suppl. begrootitig, lienst 1929 ten bedrage van f126.50 en een af- en overschrijving, dienst 1929, ten bedrage van f 1895, vast te stellen. Goedgevonden. Tenslotte is aan de orde het voorstel van B. en W. tot het aangaan ecner geldleening tot een maximum van f2500, voor herstellingen aan de gemeenscha ppe- iijke O. L. school aan de Langereis, wegens aan te brengen gasinstallatie ad f837, aanleg waterleiding enz. en herstelling betegeling ad f996, en verbete ring speelplaats ad f537. Voorgelezen wordt een schrijven van den Inspec teur van het L. O. in de Inspectie Den Helder, waar in toestemming gegeven wordt de voorgestelde ver beteringen te doen uitvoeren. Wel gaf de Inspecteur nog andere verbeteringen in overweging, maar hier over zal eerst met het gemeentebestuur van Nieuwe Niedorp worden gesproken. Het voorstel van B en W. wordt zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De rondvraag levert mets op, zoodat sluiting volgt. Ze voelde zich ontzettend verlicht toen ze eindelijk in de coupé zat, die gelukkig leeg was. Werktuigelijk liet ze zich voortgaan en even werktuigelijk stapte ze ten slotte uit en aan boord. Ze had niet het minste idee wat ze doen zou, wanneer ze Engeland bereikt had. Na tuurlijk naar Londen dat was de eenige plek ter we reld waar ze zich tenminste thuis durfde te voelen. Als in een droom handelde ze naar wat haar voorgeschreven werd door den wensch, diep in haar hart verborgen, om goed te maken, wat Iris misdreven had, om den armen Jongen Paget zijn goeden naam weer terug te geven, alvorens ze in het duister der absolute onbekendheid verdween. Betty Lumsden, ja, dat moest de middelaar ster tusschen hen zijn. Zoodra ze aan het' Victoriasta- tlon gekomen was, nam ze een taxi en liet zich naar Grosvenor Square rijden, waar Betty heerschte met de almacht van een tyran. „Miss Lumsden was nog niet op", vertelde de bediende haar. Maar toen Cecily een paar woorden op haar kaartje krabbelde en dat naar boven liet brengen, kwam spoedig de boodschap, dat de juffrouw Lady Kendal ont vangen zou, hoewel zo nog in bed lag. „O, wat ziet u er slecht uit!" riep Betty uit, terwijl ze zich gemakkelijk in de kussens vleide. „Wat scheelt cr aan? Maar als u oververmoeid is, hebt u eigenlijk uw verdiende loon! Is dat een manier van doen. om in het midden van het seizoen naar het Vasteland te vertrek ken, al je vrienden in den steek te laten en hun plan nen in de war te brengen?" ,Ik voel me doodongelukkig en daarom kom ik bij Jou!" antwoordde Cecily bevend. Jo moet me helpen!" „Helpen? Wel met het grootste plezier van de wereld! Maar het is zooiets als het geval van den leeuw en de muis, hè?" Het was nu geen tijd tot praatjes maken, vond Cecily en ze kwam maar dadelijk met haar geval voor den dag. „Ik ben bij je gekomen, omdat het over Jocelyn Pa get gaat!" „Jocelyn Paget! Maar mijn beste Lady Kendal, hoe kan Ik u daarin helpen? Het is nog niet zoo lang gele den, dat ik In dat geval juist hulp van u verlangde." ,Betty," zei Cecily eensklaps, „hoeveel weet je er eigen lijk van! Dat cr een schandaal geweest is en meer niet? Hoeveel vertelde Jocelyn er je van en wat heb je er voor de rest van geraden?" „De waarheid." Koud als ijs vielen de woorden van Betty's lippen. RIDENDO DICERE VERUM! Waar gij de rauwe waarheid biedt; Zoo doet het schertsend, Want... dan kwetst ge niet! XXV. Dirk richt zich bij voorkeur tot die ge meenteleden, waaronder hij zich het beste thuis gevoelt. - Vriendelijke dreigbrieven ont vangen van uitgetilelde oudgemeentedien- ders. - Piel Sodejajius was 'een held, zij 't dan ook 'n natte. - Piet's reuze-slagzwaard bijgezet in hel 'politiemuseum. - Flinke knok ker, maar slecht schrijver. - Reuze sjans als rechercheur. - De polltioneele hondenneus van Piet. - Hij rook de misdaad, het bloed en de jenever. - Gestolen bankbriefjes ach ter het behangsel. - PieVs onfeilbare metho- de op herrievergaderingen. - Alle oproerlin gen door Piet alleen de zaal uit gebulderd. - De reuk van Piet was zonder concurrentie. - Hij rook een verdronken dronken drenke ling op 10 kilometer afstand. - Officieele badplaats voor gesjochten Grootgorlbuiken- burgers. - De gondelvaart van mageren Hein - 'n Klein traktement'n groot gezin, 'n hol le maag en 'n dorstig keelgat geven geen harmonisch kwartet, 'n Pond bief met 'n zure saggioon, of 'n velte eend prima ont nuchtering smiddel en. - De rekening was: 3 maal sluiten. - 3 Neutjes. - De stand van Jan's armen gaf aanwijzing van Jan's gra dueels positie. - Dienaren van het gezag be last met arrangement van boeredisselwa- gens. - Nieuwjaarwenschen en venten met Enkhuizer almanakken. - Dirk moet zich onverwijld absent eer en en mist zelfs den tijd voor den gebruikelijken afscheidskus. Beminde medeleden van de natte en smalle gemeente. Het is, geliefde luistersnippen, in hoofdzaak dat ik tot u ditmaal mijn herderlijk woord richt, zulks in verband met de in deze Kroniek te behandelen leerstof. Ik had het onschatbare genoegen deze week talrijke brieven te mogen ontvangen van oude gepensioneerde politiemannen, die mij hun instemming betuigden over de delicate wijze, waarop ik het Intieme drankleven van onzen onvergetelijken Piet Sodejanus had gememoreerd en mij smeekten dit belangwekkende onderwerp nog niet los te laten, doch voort te zetten in het belang der „Dat hij zich voor mij opgeofferd heeft? Wel, dat weet mijn man nu ook..." „En u is naar mij toegekomen om mij te vragen om u te helpen?" riep Betty wild uit. „Naar mtj? Wel, ik zou er mijn k'.elne vinger nog niet voor uitsteken al wist ik dat u dat voor ontdekking sparen kon. Ik zou bloots voets van hier naar 's land eind loopen, als ik ook maar het flauwste vermoeden had, dat lk u aan het eind van mijn tocht in het boetekleed mocht zien staan..." Haar woorden vielen op Cecll/s hart als kokend lood; hun venijn was zoo plotseling en zoo onverwacht. „Ik ben hier niet gekomen omdat lk hulp van Jou voor mezelf verwachtte," zei ze trotsch, „ik kwam hier om je te vragen me te helpen, te doen wat lk kan voor den man, dien jij" Uefhebt!" „Wat kan er voor hem gedaan worden?" vroeg Betty minachtend. „Je hebt hem naar lichaam en ziel te gron de gericht. Hij heeft om Jouwentwil zijn plaats in de wereld verloren. Hoe kom je zoo kinderlijk om te ver onderstellen, dat, omdat Jij betrapt bent, Je daardoor het onvermijdelijke ongedaan kunt maken door een woord of een wensch?" „Ik dacht tenminste dat Jij mijn vriendin was. Maar als je dat niet bent, dan ben Je toch de zijne." „Jouw vriendin?" vroeg Betty woest, „wat onnoozel moet je wel zijn! Ik heb een poos gedacht dat er niets dan slechts aan je was, maar sinds lk je beter heb Iee- ren kennen, heb ik moeten erkennen, dat je voor drie kwart gek bent Je zult me toch toe moeten geven, dat ik, tegenover jou, engelachtige eigenschappen ontplooid heb... Je hebt me van mijn minnaar beroofd en hem te gronde gericht jij, die alles had, wat de wereld maar geven kon, geld, een aanbiddend echtgenoot en die koude koele schoonheid van Je. Ik je vriendin!! Ik. die dag en nacht gebeden heb om Je ondergang. Zooals de zaken nu staan, heb lk het elk uur van den dag ge wenscht En het zal komen..." „Het ls gekomen." zei Cecily. Betty gaf een schreeuw van geluk. „Weet Anthony Kendal dus dat je 'zijn vrouw niet bent, dat je niets voor hem bent en minder dan niets? Dat ls goed!" Ze sprak als iemand die in zichzelf spreekt, en haar groene oogen glommen. Er ls dus toch rechtvaardigheid in het lot En na die ontdekking kreeg hij nog deze verdere inlichtingen omtrent je karakter..." „Betty," Cecily boog zich voorover om haar recht in cultureele ontwikkeling van de orde bewaard erl ij ka macht in ona Vaderland. Natuurlijk kan ik aan derge lijke zoo kennelijk oprecht gemeende verzoeken geen weerstand bieden. Ik zal u dan, gerookte poonepicuristen, nog het een en ander mededeelen uit 't ambtelijk leven van Plet So dejanus en Jan Kraantjelek in rijstebrijvaste overtuiging, dat zulks u tot blijvende stichting en leering moge strek ken. Ik heb reeds de vorige week doen uitkomen, dat Piet Sodejanus ondanks zijn door een reeks van opvol gende droogtegolven aangetaste en gekwelde lever een politieman was die het gevaar niet vreesde. Hij droeg dan ook als bijzondere onderscheiding een slakkeplkker oftewel sabel, die aanmerkelijk langer was dan die zij ner minder eerzuchtige collega's. Men heeft mij verze kerd, als concurrent van het reuze slagzwaard van wij len Lange Pi§&. dat door geen twee oudste Inwoners van de Plusstlch^HÉkon getild worden, Piet's enorm rapier, thans beruslS ln[ het politiemuseum te Amsterdam en daar met rechtmatigen trots aan de bezoekers, voorna melijk eervol gepasporteerde pensiongasten uit de Haar- lemsche parapluie en de ajour bewerkte strafgevangenis te Schevenlngen, met rechtmatigen trots wordt getoond. Het is echter een fait accompli, (laat ik, overeen komstig mijn nette opvoeding weer eens deftig zijn) dat Piet Sodejanus met meer succes de gummistok en de sabel hanteerde dan de schrijfpen. Zijn schrift kon zon der overdrijving 'n keukemeldenpootje genoemd worden, en zijn stijl, uitkomende in de opgemaakte processen- verbaal, zou een leerling van de school voor achterlijke kinderen op zijn rapport 'n drie hebben bezorgd, méér niet in geen geval. Maar Piet had een ongelimiteerd geluk, waar het de opsporing betrof van nog onbekende misdadigere. Als men met Piet op recherche ging, kon je zoo goed als zeker zijn, dat de gezochte goser als door magnetische kracht voortgetrokken, op 'n gegeven moment tegen Piet's dikken jandoedelbuik caramboleerde en Han was het direct: kip, ik heb je! Het is gebeurd dat ze 'n Inferieuren kouwen bakker uit Hoorn te grazen hadden als verdacht van diefstal met braak bij 'n paar alleenlijk wonende ouwe boere- menschen. Nu, de vent had het niet gedaan, dus kon hij het ook niet bekennen, maar onder het verhoor sprong Plet op eens voor hem en brulde hem met oogen als vurige koolrapen en 'n stem gelijk de voorlooper van den Mexicaanschen hond woedend toe: Maar als je dat niet heb gedaan, SImon, dan ben jij toch den inbreker bij den ouwen paardedrollenboer op het Singel, en waar achtig, de kerel schrok zoo miserabel van dien onver- wachten stormloop, dat hij direct door de mand zakte. De gestolen flappies vonden ze later achter het behang sel en de woonkamer van den kouwen en thans ook verkouwen kugglesbezorger. Is dat sjans of niet? Bij staking of relletjes was Plet met geen goud te betalen. Hij opende het offensief met 'n uitgelezen niet gealphabetiseerde serie allerverschrikkelijkste vloeken, trok dan met een geweldigen armzwaai zijn ellenlang rapier en het effect was enorm. Nooit kwam het succes van deze methode beter tot zijn recht dan op 'n avond ln „Harmonie" waar 'n anar chistische pro testmeeting was belegd. De zaal was stampvol boemans-bakkesen, maar toen er eindelijk heibel kwam, bracht Piet zijn zwaar geschut In stelling en binnen de 5 minuten vlogen de opposanten holder de bolder de zaal uit en konden ze beginnen de sigaren peukjes bij mekaar te veegen. En de fijne reuk die Piet bezat, daar was gewoonweg het eind van weg: vooral wanneer het jenever betrof. het slechte boosaardige geziebt te zien. „Jij hebt mijn man dien anonymen brief gezonden!" Betty knikte. „Ja, ik was niet zoo blind als je dacht. Ik was wijs genoeg om de beteokenis van die scène met den veronderstelden ..gek in „het Einde der Wereld" te begrijpen. Ik geloof dat ik mijn wraak nu wel gehad heb. Lady Kendal, hij en lk. Het duurde erg lang voor die kwam en ze zal me Jocelyn's liefde niet terug ge ven. noch hem zijn eer; maar het heeft Jou tenminste op één lijn met on3 gesteld." Cecily wrong haar handen. „En hoe vergis je je toch! Als je maar woet, dat juist door jouw brief ik zes we ken als koningin in het Paradijs geregeerd heb." HOOFDSTUK XXX. DE TERUGKEER VAN DEN VERLOREN ZOON Jocylyn Pnget had Londen niet verlaten. Niettegen staande zijn vaders ultimatum en zijn eigen besluit, hing hij nog op zijn kamers in Fonton Streot om. Hij maakte schuld op schuld: zijn reserve-kapitaaltje was reeds lang versmolten en hij verbrokkelde zijn sterkte, naar lichaam en ziel, in een leven van ellendig nietsdoen. Hij zou zelfs niet hebben kunnen vertellen, waarom h»j eigen lijk bleef. Paget had een van de groote fauteuils naar het raam getrokken en nam een detective-roman in zijn hand. Hij sloeg er echter geen oog in. Met zijn elleboog op zijn knie. zijn hoofd in zijn hand. zat hij in gedachten ver diept, voor zich uit te staren. Hij schrok op, toen zijn hospita aandiende: „Een dame voor u, mijnheer!" In de deuropening stond de vrouw, aan wie hij had zitten denken. „Iris! Lady Kendal!" hij sprong op, om haar te begroe ten. „Je bent ziek!" riep hij uit, ernstig verontrust door de grauwe kleur, die zich plotseling over haar gelaat ulU spreldda „Ik ben een beetje duizelig," zei Cecily met een stern, die klonk alsof hij van heel ver kwam. „Heb je mis schien een kopje thee voor me, ik wilde graag gaan zit ten... ik..." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 10