VERMAKELIJKE KRONIEK
VAN
Groot Gortbuikenburg,
door
DIRK
DUXVEL Junior.
Hoofdstad van Opper-Kafferstein
Sledhts 2 vergaderingen heeft dezo commissie behoe
ven te houden in 1029.
Verslag van den Keuringsdienst van vee en vleesc'.
in den kring Spanbroek over het 4e kwartaal 1929,
Voor kennisgeving aangenomen.
De postbestellingen.
Van den Directeur van het Post- en Telegraafkan
toor to Hoorn is oen schrijven ingekomen, d.d. 31 De
cember 1929, waarin medegedeeld wordt, dat op een
door B. en W. dezer gemeente gedaan verzoek om
uitbreiding van de bestelling, in verband met het ge
ringe aantal poststukken, niet kan worden ingegaan.
De Voorzitter zegt, dat ook de heer Glas zich nogal
heeft geïnteresseerd voor deze zaak door ingezonden
stukken in het Handelsblad, maar ook dat heeft geen
resultaat gehad. In het laatste antwoord werd erop
gewezen dat gemiddeld 7 postpakketten, verdeeid
over (3 transportdiensten, werden vervoerd. I-Iet is nu
wel aardig om dat te antwoorden, maar spr. wijst
er op dat juist omdat de post per fiets naar Übdam
wordt vervoerd, de pakketten kaas of naar het kan
toor Winkel of per vrachtauto naar het kantoor
Hoorn werden vervoerd.
Door den heer Glas wordt dit nader bevestigd.
Bij de bespreking wordt er verder op gewezen, dat
het gewenscht zou zijn dat de post per autobus werd
vervoerd. Reeds eerder werd daar bij de postadmi
nistratie op aangedrongen, maar het heette te duur
te zijn.
De heer Glas merkt op dat dit bezwaar dan zeker
niet geldt voor Winkel en Nieuwe Niedorp en de
Voorzitter voegt er aan toe: „zeker ook niet voor
Kolhorn."
De heer De Wit zou den toestand eens bij den Mi
nister uiteengezet willen zien, wc worden ontzetten!
achteruitgezet.
De Voorzitter hoeft cr niets op tegen, maar* .nen
wordt op audiëntiedag ontvangen, krijgt 5 minuten
om zijn zaak te bepleiten en dan wordt overweging
toegezegd.
De beer Glas acht het beter naar den Directeur-Gs-
raal van de Posterijen te gaan.
Goedgevonden wordt dat de burgemeester en den
heer Glas een nadere uiteenzetting zullen geven bij
den Directeur-Generaal der Posterijen.
Aansluiting waterleiding.
Ingekomen is een adres van E. List e.a., bewoners
van de Zeebuurt te Aartswoud, om aangesloten te
kunnen worden bij het Prov. Waterleidingbedrijf.
B. en W. hebben naar aanleiding van dit verzoek
aan den heer Van der Plas, hoofd van het Bijkan
toor Hoorn, de noodige inlichtingen gevraagd over
rentabiliteit van dit gedeelte. Een antwoord hierom
trent is nog niet ingekomen.
Bij een bespreking, aldus deelt do Voorzitter mede,
was toevallig ook aanwezig de heer Koster, burge
meester van Winkel, die zoo graag den Groetpolder
aangesloten wcnschte te zien en toen is besproken een
doorverbinding van Kolhorn naar Aartswoud. Door
den heer Bel uit Schagen wordt hiernaar een onder
zoek ingesteld. Wel zal het niet geheel rendabel zijr.
maar dan zouden we kunnen kijken of de Provincie
procenten zou willen bijdragen en of Gcestmeram-
bacht ook niet een bijdrage zou willen verleenen. De
rest zou dan pondspondsgewijze door Winkel en
Hoogwoud moeten worden bijgedragen.
Goedgevonden wordt de resultaten van het onder
zoek af te wachten.
Wat er meer verzocht werd.
Adres van het bestuur der Gymnastiekvereeniging
„O.K.K." te Aartswoud, om gezien de financieele toe
stand der vereeniging, gebruik te mogen maken van
een leegstaand schoollokaal te Aartswoud ten dienste
van een repetitielokaal gedurende 1 avond per week
met vrij.licht, na gepleegd overleg mot het hoofd dier
school, den heer Van Bee.
B. en W. stellen voor gunstig op dit verzoek te
beschikken.
Alleen zal een lichtpunt aangebracht moeten wor
den.
De heer Schilder zou willen dat O.K.K. de kosten
van het aanbrengen van het lichtpunt betaalde.
Goedgevonden wordt op die voorwaarde het ver
zoek in te willigen.
Adres van bewoners van de Gouwe en een adres
van bewoners van de Langereis, om straatverlichting
in hun wijken aan te leggen.
Alvorens hiertoe een beslissing te nemen, wensdhen
B. en W. het oordeel van den Raad te vernemen of
in beginsel voor straatverlichting in die beide wijkon
gevoeld wordt.
Do Voorzitter zegt, dat met Mei a.s. het straatver-
lichtingscontract vervalt en de Baad dus zal hebben
te beslissen of hij contract wcnscht te vernieuwen.
De kosten bedragen thans voor de 8586 lantaarns
f 1800 en wanneer nu Gouw en Langereis er bij ko
men. zal het aantal lantaarns met 50 worden uitge
breid en dan zullen de kosten pl.m. f3000 worden,
plus dan nog de aanlegkosten voor de nieuw aan te
sluiten wijken. De Raad zou dus eerst in beginsel
dienen te besluiten of de straatverlichting gehand
haafd moet worden en zoo ja, dan de gevraagde uit
breiding bespreken.
De heer Vijn zegt dat de straatverlichting wel duur
is, maar als ze werd opgeheven, zouden de ingeze
tenen dat niet aangenaam vinden.
De heer De Wit informeert of er een contract inet
de ingezetenen bestaat
weet je wat ik je zou kunnen doen voor het geluk van
die dagen? Ik zou je kunnen dooden, bij de gedachte
dat je nog de macht hebt om me weer tot een dwaas
te maken. Als Ik geweten had, hoe vulsch en gemeen
je was op den dag dat je brief me van Parijs naar huis
deed vliegen..."
„O. Tony," riep ze, „ik ben niet wat Je denkt dat ik
ben... Je begrijpt het niet..."
„Laat me dien papègaaienschreeuw niet meer hooren!
Ik begrijp Je volkomen, laat ik je dat vertellen. Je schoon
heid verblindt me niet langer. Ik zie je zooals je Maker
je ziet een bedriegster, een valschspeelster, een vrouw
die voor het altaar een valschen eed aflegt, een leuge
naarster."
Cocily wrong haar handen. Het was alsof ze haar be
kentenis gedaan had. In leder geval was haar veroordee
ling uitgesproken.
„Ja," zei ze deemoedig, „ik ben dat alles. Het Is heele-
maal waar en toch begrijp je het niet!"
Vóór hij kon antwoorden was ze aan zijn zijde neerge
knield. ,Is er geen plaats in je hart voor vergeving? Hoe
het ook zij, ik ben toch je vrouw!"
„Mijn vrouw!" riep hij uit en de stembuiging was on
miskenbaar. „Ja, dat had ik vergeten, maar dat ia een
fout die goddank niet onherstelbaar is..."
Plotseling begon Cecily te lachen. „En dat Is wat jul
lie mannen liefde noemen! De liefde die alle dingen ver-
draagt! De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de
liefde handelt niet lichtvaardig, zij wordt niet verbit
terd, zij denkt geen kwaad..." zij wankelde, terwijl ze
deze woorden aanhaalde.
„Liefde!? Praat me niet van liefde; het woord maakt
me ziek. Mijn eenige wensch is, de keten te verbreken,
die ons bindt, de herinnering te vernietigen aan wat je
van mij gemaakt hebt..." Hij wendde zich af zijn ge
zicht verwrongen van emotie. Een seconde keek Cecily
hem aan, toen met wankelende schreden wendde ze
zich naar dc deur.
HOOFDSTUK XXIX.
DE STERREN VERDUISTEREN...-
La gare du Nord was er vol, dat was 06011/8 eerste
en overheerschende gedachte. Ze vluchtte, ze vluchtte
voor den man, dien ze liefhad. De zonde van de doode
vrouw en haar eigen vrees waren haar te machtir ge
weest
De Voorzitter licht toe, dat het stichtingskapitaal
door de burgerij is opgebracht en later de zaak aan
de gemeente is overgegaan.
De heer De Wit meent, dat het dan ook niet con
sequent zou zijn de straatverlichting op te heffen.
De heer Groen wijst er op, dat de straatverlichting
geen algemeen belang is en wijst op de hooge kosten
als Gouw en Langereis er bij komen. En spr. wijst
dan verder op het feit dat iemand als Bijvoet, die
graag stroom voor licht en kracht wil betrekken, voor
een stukje lijn alleen voor lichtstroom een garantie-
som van f 1550 moet storten.
De Voorzitter: Ja, ze zijn wel civiel.
De heer Glas zou willen dat B. en W. hun best
deden bij het P.E.N. om zoo geschikt mogelijk klaar
te komen. Voor de verlichting van de Gouw werd
f 100 voor elke lantaarn gevraagd, maar dat is niet
te doen.
De heer De Wit deelt mede, dat een uitbreiding door
het P.E.N. moest kosten f1200, terwijl een particulier
de uitbreiding wildo maken voor f450.en als spr.
goed is ingelicht onder toezicht van het P.E.N.
De heer Groen deelt mede, dat de kosten van aan
leg naar Bijvoet door een particulier uitgevoerd f250
zouden bedragen, terwijl het P.E.N. een garantie
vraagt van f 1550.
De Voorzitter vreest ook dat de uitbreiding veel zal
kosten. Als besloten wordt tot handhaving der straat
verlichting, wil de burgemeester van Spanbroek dat a-'
3 gemeenten Wognum, Spanbroek en Hoogwoud ge
zamenlijk een bespreking houden en trachten van
het P.E.N. goedkoopere voorwaarden to krijgen.
De heer Glas wijst ook op het feit, dat nu de ge
meente de straat verbreed heeft, de palen in den weg
staan.
De heer Schilder wil eerst de bespreking met het
P.E.N. en daarna beslissen over de ingekomen verzoe
ken.
De heer De Wit wil, als de straatverlichting worlt
gehandhaafd, ook Gouw en Langereis straatverlich
ting geven.
De heer Vijn zegt dat aan de Gouw nog een com
plex van gebouwen is, maar voor de Langereis zou
spr. nog niet direct op het verzoek willen ingaan.
De heer De Wit wijst op het gevaar aan de Lan
gereis en wil, als het goed donker is, den heer Vijn
wel eens halen.
De heer Vijn zegt wel eens meer in 't donker te
hebben geloopen.
De heer Do Wit zegt, dat die menschen ook steeds
hebben moeten betalen aan de kosten der straatver
lichting in de andere deelen der gemeente en laten
wij allen dan iets meer betalen.
De heer Vijn geeft dat toe, maar er zijn wel anders
plekken.
De heer De Wit oordeelt, dat waar verlichting be
hoort te wezen, zij als het eenigszins mogelijk is, be
hoort te worden aangebracht
De Voorzitter noemt de Noorder Paad.
De heer Bossen herinnert er aan, hoe 10 jaar ge-
loden de straatverlichting in eigen behoor door par
ticulieren tot stand is gekomen en zij nu bij het P.E,N.
is ondergebracht. Het P.E.N. heeft zijn voorwaarden
en nu het contract is afgeloopen, zou het groote op
positie verwekken indien tot opheffing der straatver
lichting werd besloten. We zijn gekomen van da
duisternis in 't licht, maar nu gaat het niet om van
't licht in de duisternis te komen. Tien jaren lang
hebben de ingezetenen aan de Gouw en Langereis
meebetaald aan de verlichting, maar om nu voor !e
gehoele Langereis straatverlichting aan te brengen,
gaat spr. te ver. Spr. zou het aantal lantaarns van
8485 op 100 willen brengen en waar er aan de
Langereis reeds 5 brugverlichtingen zijn, daar nog
3 lantaarns bijplaatsen, n.1. bij A. Maijer, Lak en
Ruiter. De overige 12 over de Gouw te verdeelen.
De Voorzitter zegt dat we daar over kunnen den
ken. De Raad is dus wel voor handhaving van de
straatverlichting en wanneer met de burgemeesters
van Wognum en Spanbroek een bespreking heeit
plaats gehad, zal een conferentie met de directie van
het P.E.N. worden aangevraagd.
Goedgevonden.
Volgt het voorstel van B. en W. om de geldlecnïng
ad f 12.000.voor den verbouw der O. L. school in
de Kerkelaan te verhoogen tot f 14.000.— in verband
mot alsnog aangebrachte wijzigingen in het bestek,
t.w. douche-inrichting en rijwielbergplaats.
Af te lossen in 30 jaren.
Wordt goedgevonden.
Ingekomen is een:
Dankbetuiging van de wed Jb. Koeman-Vetter
voor den toegekenden toeslag op haar pensioen en
verzoek om voor 1930 wederom voor dezen toeslag
in aanmerking te mogen komen.
B. en W. stellen voor, hierop gunstig te beschik
ken. Aldus wordt besloten.
Premlevri] pensioen voor de lagere amb
tenaren.
Aan de orde wordt gesteld het voorstel van B. en
W. om aan de ambtennresse ter secretarie, dèn bode,
den gemeente veldwachter en den gemeente-genees
heer vrijstelling van betaling van de pensioensbij
drage te verleenen.
De kosten bedragen per jaar resp. f30, f66, f64 en
f108, in totaal f268.
B. en W. stellen voor, uit billijkheidsoogpunt hier
toe over te gaan, nu de burgemeester, de secreta
ris en de ontvanger in het genot van premievrij pen
sioen zullen worden gesteld.
De heer Bossen fegt, dat ook nu van bovenaf de
verplichting daartoe maar moet worden opgelegd.
Spr. sympathiseert niet met hel voorstel van B. en
W., de andere menschen, wier inkomen op het oogen-
blik nihil is, moeten de kosten eivan betalen.
De Voorzitter merkt op, dal het hier de zaken be
treft van den raad en dat Ged Staten dus niet met
een voorstel zullen komen. Nu de hoofdambtenaren
premievrij pensioen hebben, eischt de billijkheid dat
ook de andere ambtenaren het krijgen.
De heer Bossen zegt, dat 2 jaar geleden er ook niet
over werd gesproken voor de hoofdambtenaren
De heer Vijn staat er ook niet sympathiek tegen
over, maar het andere wordt ons opgelegd en nu
brengt de consequentie her mee dat ook de andere
ambtenaren premievrij pensioen zullen krijgen. Spr.
staat overigens op het standpunt dat een ieder voor
zijn eigen pensioen moet zorgen, ook de anderen moe
ten voor den ouaerdom zorgen Maar de moreele zij
de brengt mee, dat de overige ambtenaren ook premie
vrij pensioen genieten
De heer Bossen zegt. dat h«t oneerlijk is tegenover
de andere ingezetenen.
De heer Vijn vraagt, of er nog eerlijkheid bestaat.
We worden van alle kanten „gemaszregelt".
Het voorstel van B. en W wordt aangenomen, te
gen stemde de heer Bosen; de heer Vijn zeide, nood
gedwongen voor te stemmen.
De verhaalsverordening wordt ingetrokken, in
gaande 1 Januari 1930.
De pensioensgrondslagen voor den burgemeester,
secretaris en ontvangei worden vastgesteld, respec
tievelijk op f3000. f1900 cn f 1200
Voorgesteld wordt door B. en Wom een suppl.
begrootitig, lienst 1929 ten bedrage van f126.50 en
een af- en overschrijving, dienst 1929, ten bedrage
van f 1895, vast te stellen. Goedgevonden.
Tenslotte is aan de orde het voorstel van B. en W.
tot het aangaan ecner geldleening tot een maximum
van f2500, voor herstellingen aan de gemeenscha ppe-
iijke O. L. school aan de Langereis, wegens aan te
brengen gasinstallatie ad f837, aanleg waterleiding
enz. en herstelling betegeling ad f996, en verbete
ring speelplaats ad f537.
Voorgelezen wordt een schrijven van den Inspec
teur van het L. O. in de Inspectie Den Helder, waar
in toestemming gegeven wordt de voorgestelde ver
beteringen te doen uitvoeren. Wel gaf de Inspecteur
nog andere verbeteringen in overweging, maar hier
over zal eerst met het gemeentebestuur van Nieuwe
Niedorp worden gesproken.
Het voorstel van B en W. wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De rondvraag levert mets op, zoodat sluiting volgt.
Ze voelde zich ontzettend verlicht toen ze eindelijk
in de coupé zat, die gelukkig leeg was. Werktuigelijk
liet ze zich voortgaan en even werktuigelijk stapte ze
ten slotte uit en aan boord. Ze had niet het minste idee
wat ze doen zou, wanneer ze Engeland bereikt had. Na
tuurlijk naar Londen dat was de eenige plek ter we
reld waar ze zich tenminste thuis durfde te voelen. Als
in een droom handelde ze naar wat haar voorgeschreven
werd door den wensch, diep in haar hart verborgen, om
goed te maken, wat Iris misdreven had, om den armen
Jongen Paget zijn goeden naam weer terug te geven,
alvorens ze in het duister der absolute onbekendheid
verdween. Betty Lumsden, ja, dat moest de middelaar
ster tusschen hen zijn. Zoodra ze aan het' Victoriasta-
tlon gekomen was, nam ze een taxi en liet zich naar
Grosvenor Square rijden, waar Betty heerschte met de
almacht van een tyran.
„Miss Lumsden was nog niet op", vertelde de bediende
haar. Maar toen Cecily een paar woorden op haar
kaartje krabbelde en dat naar boven liet brengen, kwam
spoedig de boodschap, dat de juffrouw Lady Kendal ont
vangen zou, hoewel zo nog in bed lag.
„O, wat ziet u er slecht uit!" riep Betty uit, terwijl ze
zich gemakkelijk in de kussens vleide. „Wat scheelt cr
aan? Maar als u oververmoeid is, hebt u eigenlijk uw
verdiende loon! Is dat een manier van doen. om in het
midden van het seizoen naar het Vasteland te vertrek
ken, al je vrienden in den steek te laten en hun plan
nen in de war te brengen?"
,Ik voel me doodongelukkig en daarom kom ik bij
Jou!" antwoordde Cecily bevend. Jo moet me helpen!"
„Helpen? Wel met het grootste plezier van de wereld!
Maar het is zooiets als het geval van den leeuw en de
muis, hè?"
Het was nu geen tijd tot praatjes maken, vond Cecily
en ze kwam maar dadelijk met haar geval voor den dag.
„Ik ben bij je gekomen, omdat het over Jocelyn Pa
get gaat!"
„Jocelyn Paget! Maar mijn beste Lady Kendal, hoe
kan Ik u daarin helpen? Het is nog niet zoo lang gele
den, dat ik In dat geval juist hulp van u verlangde."
,Betty," zei Cecily eensklaps, „hoeveel weet je er eigen
lijk van! Dat cr een schandaal geweest is en meer niet?
Hoeveel vertelde Jocelyn er je van en wat heb je er
voor de rest van geraden?"
„De waarheid." Koud als ijs vielen de woorden van
Betty's lippen.
RIDENDO DICERE VERUM!
Waar gij de rauwe waarheid biedt;
Zoo doet het schertsend,
Want... dan kwetst ge niet!
XXV.
Dirk richt zich bij voorkeur tot die ge
meenteleden, waaronder hij zich het beste
thuis gevoelt. - Vriendelijke dreigbrieven ont
vangen van uitgetilelde oudgemeentedien-
ders. - Piel Sodejajius was 'een held, zij 't
dan ook 'n natte. - Piet's reuze-slagzwaard
bijgezet in hel 'politiemuseum. - Flinke knok
ker, maar slecht schrijver. - Reuze sjans als
rechercheur. - De polltioneele hondenneus
van Piet. - Hij rook de misdaad, het bloed
en de jenever. - Gestolen bankbriefjes ach
ter het behangsel. - PieVs onfeilbare metho-
de op herrievergaderingen. - Alle oproerlin
gen door Piet alleen de zaal uit gebulderd. -
De reuk van Piet was zonder concurrentie.
- Hij rook een verdronken dronken drenke
ling op 10 kilometer afstand. - Officieele
badplaats voor gesjochten Grootgorlbuiken-
burgers. - De gondelvaart van mageren Hein
- 'n Klein traktement'n groot gezin, 'n hol
le maag en 'n dorstig keelgat geven geen
harmonisch kwartet, 'n Pond bief met 'n
zure saggioon, of 'n velte eend prima ont
nuchtering smiddel en. - De rekening was: 3
maal sluiten. - 3 Neutjes. - De stand van
Jan's armen gaf aanwijzing van Jan's gra
dueels positie. - Dienaren van het gezag be
last met arrangement van boeredisselwa-
gens. - Nieuwjaarwenschen en venten met
Enkhuizer almanakken. - Dirk moet zich
onverwijld absent eer en en mist zelfs den tijd
voor den gebruikelijken afscheidskus.
Beminde medeleden van de
natte en smalle gemeente.
Het is, geliefde luistersnippen, in hoofdzaak dat ik tot
u ditmaal mijn herderlijk woord richt, zulks in verband
met de in deze Kroniek te behandelen leerstof.
Ik had het onschatbare genoegen deze week talrijke
brieven te mogen ontvangen van oude gepensioneerde
politiemannen, die mij hun instemming betuigden over
de delicate wijze, waarop ik het Intieme drankleven van
onzen onvergetelijken Piet Sodejanus had gememoreerd
en mij smeekten dit belangwekkende onderwerp nog
niet los te laten, doch voort te zetten in het belang der
„Dat hij zich voor mij opgeofferd heeft? Wel, dat weet
mijn man nu ook..."
„En u is naar mij toegekomen om mij te vragen om
u te helpen?" riep Betty wild uit. „Naar mtj? Wel, ik
zou er mijn k'.elne vinger nog niet voor uitsteken al wist
ik dat u dat voor ontdekking sparen kon. Ik zou bloots
voets van hier naar 's land eind loopen, als ik ook maar
het flauwste vermoeden had, dat lk u aan het eind van
mijn tocht in het boetekleed mocht zien staan..."
Haar woorden vielen op Cecll/s hart als kokend lood;
hun venijn was zoo plotseling en zoo onverwacht.
„Ik ben hier niet gekomen omdat lk hulp van Jou voor
mezelf verwachtte," zei ze trotsch, „ik kwam hier om
je te vragen me te helpen, te doen wat lk kan voor den
man, dien jij" Uefhebt!"
„Wat kan er voor hem gedaan worden?" vroeg Betty
minachtend. „Je hebt hem naar lichaam en ziel te gron
de gericht. Hij heeft om Jouwentwil zijn plaats in de
wereld verloren. Hoe kom je zoo kinderlijk om te ver
onderstellen, dat, omdat Jij betrapt bent, Je daardoor het
onvermijdelijke ongedaan kunt maken door een woord
of een wensch?"
„Ik dacht tenminste dat Jij mijn vriendin was. Maar
als je dat niet bent, dan ben Je toch de zijne."
„Jouw vriendin?" vroeg Betty woest, „wat onnoozel
moet je wel zijn! Ik heb een poos gedacht dat er niets
dan slechts aan je was, maar sinds lk je beter heb Iee-
ren kennen, heb ik moeten erkennen, dat je voor drie
kwart gek bent Je zult me toch toe moeten geven, dat
ik, tegenover jou, engelachtige eigenschappen ontplooid
heb... Je hebt me van mijn minnaar beroofd en hem te
gronde gericht jij, die alles had, wat de wereld maar
geven kon, geld, een aanbiddend echtgenoot en die
koude koele schoonheid van Je. Ik je vriendin!! Ik. die
dag en nacht gebeden heb om Je ondergang. Zooals de
zaken nu staan, heb lk het elk uur van den dag ge
wenscht En het zal komen..."
„Het ls gekomen." zei Cecily.
Betty gaf een schreeuw van geluk. „Weet Anthony
Kendal dus dat je 'zijn vrouw niet bent, dat je niets voor
hem bent en minder dan niets? Dat ls goed!"
Ze sprak als iemand die in zichzelf spreekt, en haar
groene oogen glommen.
Er ls dus toch rechtvaardigheid in het lot En na die
ontdekking kreeg hij nog deze verdere inlichtingen
omtrent je karakter..."
„Betty," Cecily boog zich voorover om haar recht in
cultureele ontwikkeling van de orde bewaard erl ij ka
macht in ona Vaderland. Natuurlijk kan ik aan derge
lijke zoo kennelijk oprecht gemeende verzoeken geen
weerstand bieden.
Ik zal u dan, gerookte poonepicuristen, nog het een
en ander mededeelen uit 't ambtelijk leven van Plet So
dejanus en Jan Kraantjelek in rijstebrijvaste overtuiging,
dat zulks u tot blijvende stichting en leering moge strek
ken. Ik heb reeds de vorige week doen uitkomen, dat
Piet Sodejanus ondanks zijn door een reeks van opvol
gende droogtegolven aangetaste en gekwelde lever een
politieman was die het gevaar niet vreesde. Hij droeg
dan ook als bijzondere onderscheiding een slakkeplkker
oftewel sabel, die aanmerkelijk langer was dan die zij
ner minder eerzuchtige collega's. Men heeft mij verze
kerd, als concurrent van het reuze slagzwaard van wij
len Lange Pi§&. dat door geen twee oudste Inwoners van
de Plusstlch^HÉkon getild worden, Piet's enorm rapier,
thans beruslS ln[ het politiemuseum te Amsterdam en
daar met rechtmatigen trots aan de bezoekers, voorna
melijk eervol gepasporteerde pensiongasten uit de Haar-
lemsche parapluie en de ajour bewerkte strafgevangenis
te Schevenlngen, met rechtmatigen trots wordt getoond.
Het is echter een fait accompli, (laat ik, overeen
komstig mijn nette opvoeding weer eens deftig zijn) dat
Piet Sodejanus met meer succes de gummistok en de
sabel hanteerde dan de schrijfpen. Zijn schrift kon zon
der overdrijving 'n keukemeldenpootje genoemd worden,
en zijn stijl, uitkomende in de opgemaakte processen-
verbaal, zou een leerling van de school voor achterlijke
kinderen op zijn rapport 'n drie hebben bezorgd, méér
niet in geen geval.
Maar Piet had een ongelimiteerd geluk, waar het de
opsporing betrof van nog onbekende misdadigere. Als
men met Piet op recherche ging, kon je zoo goed als
zeker zijn, dat de gezochte goser als door magnetische
kracht voortgetrokken, op 'n gegeven moment tegen
Piet's dikken jandoedelbuik caramboleerde en Han was
het direct: kip, ik heb je!
Het is gebeurd dat ze 'n Inferieuren kouwen bakker
uit Hoorn te grazen hadden als verdacht van diefstal
met braak bij 'n paar alleenlijk wonende ouwe boere-
menschen. Nu, de vent had het niet gedaan, dus kon hij
het ook niet bekennen, maar onder het verhoor sprong
Plet op eens voor hem en brulde hem met oogen als
vurige koolrapen en 'n stem gelijk de voorlooper van
den Mexicaanschen hond woedend toe: Maar als je dat
niet heb gedaan, SImon, dan ben jij toch den inbreker
bij den ouwen paardedrollenboer op het Singel, en waar
achtig, de kerel schrok zoo miserabel van dien onver-
wachten stormloop, dat hij direct door de mand zakte.
De gestolen flappies vonden ze later achter het behang
sel en de woonkamer van den kouwen en thans ook
verkouwen kugglesbezorger. Is dat sjans of niet?
Bij staking of relletjes was Plet met geen goud te
betalen. Hij opende het offensief met 'n uitgelezen niet
gealphabetiseerde serie allerverschrikkelijkste vloeken,
trok dan met een geweldigen armzwaai zijn ellenlang
rapier en het effect was enorm.
Nooit kwam het succes van deze methode beter tot
zijn recht dan op 'n avond ln „Harmonie" waar 'n anar
chistische pro testmeeting was belegd. De zaal was
stampvol boemans-bakkesen, maar toen er eindelijk
heibel kwam, bracht Piet zijn zwaar geschut In stelling
en binnen de 5 minuten vlogen de opposanten holder
de bolder de zaal uit en konden ze beginnen de sigaren
peukjes bij mekaar te veegen.
En de fijne reuk die Piet bezat, daar was gewoonweg
het eind van weg: vooral wanneer het jenever betrof.
het slechte boosaardige geziebt te zien. „Jij hebt mijn
man dien anonymen brief gezonden!"
Betty knikte. „Ja, ik was niet zoo blind als je dacht.
Ik was wijs genoeg om de beteokenis van die scène met
den veronderstelden ..gek in „het Einde der Wereld"
te begrijpen. Ik geloof dat ik mijn wraak nu wel gehad
heb. Lady Kendal, hij en lk. Het duurde erg lang voor
die kwam en ze zal me Jocelyn's liefde niet terug ge
ven. noch hem zijn eer; maar het heeft Jou tenminste
op één lijn met on3 gesteld."
Cecily wrong haar handen. „En hoe vergis je je toch!
Als je maar woet, dat juist door jouw brief ik zes we
ken als koningin in het Paradijs geregeerd heb."
HOOFDSTUK XXX.
DE TERUGKEER VAN DEN VERLOREN ZOON
Jocylyn Pnget had Londen niet verlaten. Niettegen
staande zijn vaders ultimatum en zijn eigen besluit, hing
hij nog op zijn kamers in Fonton Streot om. Hij maakte
schuld op schuld: zijn reserve-kapitaaltje was reeds lang
versmolten en hij verbrokkelde zijn sterkte, naar lichaam
en ziel, in een leven van ellendig nietsdoen. Hij zou
zelfs niet hebben kunnen vertellen, waarom h»j eigen
lijk bleef.
Paget had een van de groote fauteuils naar het raam
getrokken en nam een detective-roman in zijn hand.
Hij sloeg er echter geen oog in. Met zijn elleboog op zijn
knie. zijn hoofd in zijn hand. zat hij in gedachten ver
diept, voor zich uit te staren. Hij schrok op, toen zijn
hospita aandiende: „Een dame voor u, mijnheer!"
In de deuropening stond de vrouw, aan wie hij had
zitten denken.
„Iris! Lady Kendal!" hij sprong op, om haar te begroe
ten.
„Je bent ziek!" riep hij uit, ernstig verontrust door de
grauwe kleur, die zich plotseling over haar gelaat ulU
spreldda
„Ik ben een beetje duizelig," zei Cecily met een stern,
die klonk alsof hij van heel ver kwam. „Heb je mis
schien een kopje thee voor me, ik wilde graag gaan zit
ten... ik..."
Wordt vervolgd.