RAAD VAN SCHAGEN.
Vergadering op Vrijdag 14 Februari 1930, des avonds
7 uur.
Afwezig de heer Gorter.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
•eerctaris do hoer A. C. Roggeveen.
Na opening der vergadering volgt de mededeeling
dat de notulen nog niet gereed zijn.
Voorzitter doet de volgende mededeelingen:
Mededeelingen.
De heer Meurs heeft aan den gemeente-opzichter
meegedeeld, dat hij de heg bij zijn fabriek wenscht
te behouden, doch dat deze van gemeentewege zoo
laag gesnoeid mag worden als voor het verkeer nood
zakelijk is.
B. en W. hebben besloten de straatlantaarn in de
Landbouwstraat bij de Landbouwdwarsstraat te ver
plaatsen naar het perceel van den heer Van Ketel.
B. en W. hebben bij aanschrijving van 23 Januari
j.1. gelast:
le. don eigenaren van honden, wonende in de wij
ken G, II. J en K hunne honden gedurende de maan
den Februari en Maart 1930 vast te leggen en vast
te houden;
2e. de eigenaren of geleiders van honden, zoodra
deze gedurende genoemde maanden met hunne hon
den buiten de kom der gemeente komen, deze al
daar niet los te laten loopen.
Wat een commissie voor de toepassing van de ver
ordening op do aardappelwratziekte betreft, B. en
W. hebben besloten deze in te stellen, zoodra Ged.
Staten bericht van ontvangst van de betreffende ver
ordening hebben gezonden. Alsdan zal ook een adver
tentie worden geplaatst op dit ontwerp betrekking
li ebben de.
Voorzitter deelt mee, dat van Ged. Staten nu de
goedkeuring der verordening is afgekomen. De com
missie is benoemd, maar spr. heeft geen vrijheid die
mee te deelen, zoolang de heeren nog niet hebben
aangenomen.
De heer Bakker: maar er komt toch een publica-
tie
Voorzitter: Zoodra de commissie er is, anders heeft
de publicatie geen zin.
De heer Lookman informeert of degenen die reeds
verboden aardappelen hebben aangekocht, vergoe
ding krijgen van de gemeente, anders hebben de men-
schen een strop. In Anna Paulowna gebeurd dat.
Voorzitter zegt, dat de commissie dit aan B. en W.
kan voorstellen.
Ingekomen stukken.
Ingekomen zijn dankbetuigingen van: Hoofdbestuur
Witte Kruis, Bestuur Schager Leesbibliotheek, Be
stuur Sehager IJsclub, Bestuur Harmoniekapel, Be
stuur Biljartverccniging H. N., R.K. Kerkbestuur en
Mej: J. de Vries.
Bij de laatstgehouden kasverificatie van het Gas-
en Electriciteitsbedrijf, was in kas f 15.427.95waar
van f 12000 gestort bij den gemeenteontvanger,
f 1.354.65» bij de giro en f661.43 bij de Rotterdamsche
Bankverecniging. Bij de Eierveiling was in kas
f 170,46.
Van alle bedrijven was in kas wat moest zijn.
De heer De Vries vraagt inlichtingen over de hoogo
bedragen die steeds in kas zijn, of die niet rente-
gevend zijn te maken.
Voorzitter licht in, dat B. en W. besloten hebben
om reserve- en vernieuwingsfonds te deponeeren bij
dc Rotterdamsche Bankvereeniging, de rest bij den ge-
incpnto-ontyanger en daarvoor ontvangt het Bedrijf
4 rente.
De heer Schoorl wijst er op, dat nog een flink be
drag moet worden betaald voor nieuwe woning di
recteur.
De heer De Vries wijst er op hoe bij de Eierveiling
wel, bij het Gas- en Electriciteitsbedrijf niet staat
vermeld dat de administratie in orde was. Spr. vindt
dat eigenaardig.
Voorzitter denkt dat het vergeten is, de verifica
teur heeft spr. vroeger reeds meegedeeld, dat de ad
ministratie goed gevoerd werd.
De heer Schoorl veronderstelt, dat deze 3 maan
den wel dc kas is nagezien en niet de boeken.
Alles voor kennisgeving aangenomen.
Classificatie.
Van Ged. Staten was bericht ingekomen dat Je
minister van Binnenlandscho Zaken en Landbouw ge
meld had, dat er geen termen aanwezig waren om
eenigerlei voorstellen te doen ten aanzien van een
herziening der classificatie der gemeente Schagen.
In den betrokken brief van den Minister lezen wij
o.a.:
Het bezwaar dat voorziening in vacatures onder
wijzend personeel moeilijkheden met zich brengt, be
staat niet Alleen in Schagen, maar doet zich in vele
gemeenten van de 3e klasse voor.
Eveneens bestaat reeds vanaf den beginne de klacht
dat ambtenaren die in de 2e en 3e klasse standplaats
waren, verplicht zijn hun kinderen voor het genieten
van onderwijs dat gegeven wordt op de lagere scho
len, naar een nabijgelegen hooger geclasseerde ge
meente te zenden en dat voor het doen van inkoopen
ook steeds naar een duurdere gemeente moet wor
den gereisd.
Deze klachten kunnen bescihouwd worden als in
't algemeen gericht tegen het classificatiestelsel cn
niet de classificatie van de gemeente Schagen in het
bijzonder.
Op grond van die bezwaren kan m.i. dan ook nim
mer tot wijziging in de classificatie voor een bepaalde
gemeente worden overgegaan.
In Augustus 1927 is opnieuw aan de hand van oen
daarvoor vastgesteld systeem aan iedere gemeente
oen duurteeijfer toegekend en zijn de gemeenten naar
dezen maatstaf in klassen'ingedeeld. Het duurteeijfer
der gemeente Schagen wettigt geen opname in de
2e klasse, zoodat hij de vaststelling Schagen onder
de gemeenten der 3e klasse werd gerangschikt.
Waar voorts door de regeling bij do Augustus 1927
plaats gehad hebbende hernieuwde klasse-indeeling
der gemeenten is bepaald dat met deze classificatie
herziening voor afzienharen tijd de kwestie der
klasse-indeeling als geregeld moet worden beschouwd,
achtte Ziju Excellentie geencrlei reden aanwezig om
oen voorstel te doen inzake de klasse-indeelingher-
zioning van Schagen.
Van Ged. Staten is bericht ontvangen dat hun be
slissing inzake overname Stille Laan is verdaagd.
Ged. Staten hebben de kasgeldleening goedgekeurl.
Eveneens do verkoop van een stuk bouwterrein aan
den heer K. de Moor.
Alles voor kennisgeving aangenomen.
Weigering bijdrage Vereeniging Burge
meesters en Secretarissen.
Van de Vereeniging van Burgemeesters en Secre
tarissen in het kanton Schagen, is de volgendo brief
ontvangen:
Naar aanleiding van het verslag in de Scha
ger Courant van de beraadslaging in eene
laatst gehouden vergadering over het vcrlee-
nen van een bijdrage aan onze vereeniging,
deelen wij U mede, dat wij vermits het bijdra
gen in het kanton Schagen een uiting is van
samenwerking van die gemeenten onderling
door middel van hun Burgemeesters cn Secrc
tarissen, geen vrijheid vinden de bijdrage uwer
gemeente voortaan aan tc nemen.
C. HARINGHUIZEN, Voorzitter.
B. en W. deelen den Raad mede, dat zij zich
eenigszins hebben verwonderd over den inhoud van
dezen brief, omdat zij van meening zijn, dat de uit
lating van slechts één raadslid een dergelijke hou
ding niet motiveert. Ofschoon B. en W., zooals reeds
vroeger door hen is medegedeeld, gaarne een ande
ren vorm aan de Vereeniging zouden zien gegeven,
betreuren zij het, dat bovengenoemde uitlating oor
zaak zou kunnen zijn, dat een dergelijke onaange
name verhouding geschapen zou worden;
De heer De Vries heeft met groot leedwezen kennis
ervan genomen, dat de zaak zulk een wending heeft
genomen cn meent dat dit voor Schagen groote on
aangenaamheden met zich zal moeten meebrengen
cn tevens groote nadeelen voor de gemeente. In dezen
raad wordt telkens gesproken van Schagen, dat het
is een centrumgemeente en dat is ook zóó, maar
dan moet men ook alles in het werk stellen dat
Schagen die bevoorrechte positie behoudt. Want het
is voor Schagen een bevoorrechte positie, omdat wij
in alle opzichten van onze omgeving profiteeren. Spr.
wijst op ons marktwezen, op onze winkeliers, op on
ze inrichtingen van onderwijs, harddraverij, Paasch-
tentoonstelling, wat zou dat alles zijn zonder de me
dewerking van onze omgeving? En Schagen moet
daarom zorgen om in alle opzichten, zoover als dat
met onze waardigheid is overeen te brengen, goede
vrienden te blijven met onze buren. De vereeniging
van Burgemeesters en Secretarissen in het kanton
Schagen behoort daarbij en de naam wijst het reeds
aan. Schagen is daarvan de hoofdplaats. Schagen
moet ook in deze vereeniging een vooraanstaande
positie innemen en de Burgemeester moest daarvan
zijn een der stuwende en leidende personen en tot
zijn groot leedwezen, zegt spr., is dat niet het geval
en wordt de verhouding tusschen die vereeniging en
Schagen steeds losser.
U, mijnheer de Voorzitter, hebt het hier onomwon
den verklaart, dat U niet ging naar de vergaderin
gen van die vereeniging van Burgemeesters en Se
cretarissen en dat betreur ik in hooge mate, dat is
verkeerd, en kan een goede verstandhouding met
onze buren onmogelijk bevorderen
En wat nu die uitlating van een onzer raadsleden
betreft, kan ik mij begrijpen, dat de Vereeniging van
Burgemeesters en Secretarissen op deze wijze onze
samenwerking niet wenscht. En het is Schagen die
daarvan in de eerste plaats de nadeelen ondervinden
zal. De vereeniging van B. en S. heeft in onzé om
geving een taak te vervullen en spr. meent dat dit
duidelijk is gebleken toen pogingen zijn aangewend
om de opheffing van het Kantongerecht tegen te
gaan. Toen ook heeft die vereeniging ernstig werk
gedaan.
Voorzitter: Pardon, dat is niet die vereeniging ge
weest.
De heer De Vries: Hoe het dan ook in dit speciale
geval is geweest, er is hier voor die vereeniging een
groot arbeidsveld en ik hoop dat de band tusschen
de Vereeniging cn Schagen zoo nauw mogelijk wordt
aangehaald. Men zal mij moeten toegeven, dat als
die samenwerking met onze omgeving is verbroken,
het Schagen zal zijn dat er de groote schade van zal
hebben te dragen. Spr. wil daarom voorstellen om
de band met de Vereen, van B. en S. weer aan te
knoopen en pogingen te doen tot toenadering. Laat
ons een brief schrijven, waarin wij er uiting aan
geven dat wij wat gebeurd is, betreuren en het ge
sprokene door een der raadsleden afkeuren, en wij
gaarne de samenwerking weer zagen hersteld.
Voorzitter licht in, dat de pogingen tot het behoud
van het Kantongerecht niet zijn uitgegaan van de
Vereen, van B. en S., maar van een apart comité, ge
vormd uit Burgemeesters en Notarissen uit onze om
geving. Een drietal heeren, n.1. notaris'Van Leersum,
burgemeester Haringhuizen en spr. zelf, zijn daar
voor naar Den Haag geweest.
De heer De Vries meent dat dit niet afdoet aan zijn
betoog, een rijk arbeidsveld als er voor de Vereen,
van B. en S. is, en het werk van die Vereen, kan
Schagen ten goede komen en daar moet Schagen aan
meehelpen.
De heer Van Erp spreekt zijn genoegen uit over
het advies van B. en W en dat zij hun verwonde
ring uitspreken over dén ontvangen brief. Spr. heeft
zich ook verwonderd. Het is niet de eerste maal dat
spr. zijn meening heeft gezegd over de heeren, ook
ter gelegenheid dat ze hooger salaris wilden hebben.
Dat vond spr. goed als ze het maar verdienden. Spr.
bedankt er voor dat de heeren maar steeds lessen
uitdeelen aan 't adres onzer gemeente en komt tot de
aanleiding van het door hem gesprokene Dat ligt in
de wijze waarop een der Burgemeesters uit onze om
geving zich heeft uitgelaten op een vergadering in
.vmsterdam der afd. N.-H. van de Vereeniging van
Ned. Gemeenten, toen daar sprake was van de
schoolartsen. Wat daar over Schagen is gezegd, was
lang niet in de haak en daartegen heeft spr. meenen
te moeten protesteeren. Spr. heeft niet het oog op
alle heeren, maar hij meent toch het volste recht te
hebben om zijn meennig te zeggen als verweer. Dat
is een recht dat spr. zich niet laat ontnemen. Het
heeft spr. gefrappeerd dat alle heeren van de Ver.
van Burgemeesters en Secretarissen zich <faebben
vereenigd met dezen brief. Spr. wijst op den heer
Koster van Winkel, die ook lid is van Pr. St. en als
zoodanig de belangen ook van Schagen heeft te behar
tigen. Hoe deze mijnheer dat nu meent te kunnen
rijmen met zijn optreden m deze kwestie, door zijn
samenwerking met ons op te zeggen, begrijpt spr.
niet te best.
Spr. is niet genegen om één enkel woord terug te
nemen van hetgeen hij heeft gezegd. Hij is niet be-
leedigend opgetreden maar heeft alleen de waar
heid gezegd en het is zijn goed recht om af te keu
ren wat in Amsterdam is gesproken, tegen zulk op
treden zal spr. zich steeds verzotten En dat het juist
gezien is geweest dat de afd. N.H der Vereeniging
van Ned. Gemeenten die z»ak van de schoolartsen
zou op zich nemen, blijkt wel hieruit, dat Ged. Sta
ten zich op hetzelfde standpunt hebben geplaatst,
met te vekrlaren, dat deze vereeniging deze zaak
moest ter harte nemen.
De heer Do Vries zegt, dat er wellicht op de ver
gadering van de afd. N.-H. der Vereen, van Ned. Ge
meenten iets mag zijn gezegd dat beter gezwegen had
kunnen worden, maar dat mag geen reden zijn voor
onzen voorzitter, om zich met de Vereen, niet meer te
willen inlaten. Het is in het belang der gemeente
Schagen, en haar burgers, als er met onze omgeving
een goede verstandhouding bestaat.
Voorzitter licht toe dat de heer De Vries niet moet
verwarren de afd. N.-H. der Vereen, van Ned. Gom.
en de Vereen, van B. en S. Die vergaderingen dezer
vereeniging bezoekt spr niet Spr. is bijzonder gesteld
op een goede samenwerking met onze omgeving en
als bewijs noemt spr. het idee om met St. Maarten op
tc zeggen de samenwerking wat betreft de pleegzuster,
die ook een deel van St. Maarten bezoekt. Ik ben het
geweest, zegt spr., die cr warm voor heeft gepleit dat
die samenwerking bleef bestaan.
De heer De Vries zegt, dat de burgemeester daar
goed aan heeft gedaan en wijst er op dat als men
zijn ooren te luisteren legt, men zal merken dat
dc sympathie voor Schagen niet bijster groot is.
Waarom, daar zal spr. het niet over hebben, maar
spr. zal het toejuichen als het misverstand uit den
weg kon worden geruimd en dat de Vereeniging werd
medegedeeld, dat we prijs stellen op samenwerking.
I)e Voorzitter zegt dat hot waarschijnlijk niet om de
uitdrukking van den heer Van Erp gaat, maar waar
schijnlijk komt het voort uit de weinige sympathie
die sómmige heeren voor spr. hebben. Waarom weet
spr. niet. en namen wil spr. niet noemen, maar er
zijn een paar burgemeesters die spr. om zijn persoon
zeer ongenegen zijn. Spr. noemt als voorbeeld hoe in
dertijd met den Vleeschkeuringsdienst Schagen erg is
aangeblaft, en spr. vond het daarom voor spr. zelf en
ook voor Schagen beter, geen zitting te nemen in Je
commissie voor den Vleeschkeuringsdienst. Spr. wil
ook wel weer eens een vergadering bijwonen, maar
niet op die manier. Als er op een dergelijke manier
over Schagen wordt gesproken, kan spr. dat niet
t.olereeren, dat wordt nergens door gerechtvaardigd.
De vraag is ook nog of deze vereeniging nu zoon
groote taak heeft te vervullen en voor spr. is het ook
do vraag nog of de burgerij der omliggende gemeen
ten nu inverband met de beslissing van de vereeni
ging, vijandig tegenover de centrumplaats zal staan.
De heer De Vries is overtuigd dat Schagen er
schade van zal hebben.
De Voorzitter deelt nog mede, dat hem nooit ge
vraagd is lid te worden van de Vereeniging en fei
telijk moest het zijn eon vereeniging van gemeenten,
want nu heeft het eenigszins het karakter van oen
onderonsje. Naar spr.'s oordeel is de vereeniging op
een onjuiste manier van grondslag tot stand' geko
men. Spr. vraagt zich af waarom hij, en niet de secre
taris wordt aangevallen.
De heer De Vries zegt, dat de raad daar niet mee
heeft te maken. Het is in het belang der gemeente
dat de burgemeester er heen gaat. En waar de bur
gemeester zegt, dat het jegens zijn persoon is, vraagt
de heer De Vries, of de burgemeester daar niet mede
de oorzaak van is, doordat hij met zijn collega's te
weinig contact heeft. Spr. bejammert dat en oor
deelt dat dit schade is voor de gemeente.
De Voorzitter zegt nog een bezwaar te hebben. Hij
vindt het heel verkeerd dat de Vereeniging van
Burgemeesters en Secretarissen hem nooit gevraagd
heeft lid te wouden en dat zou toch eigenlijk moe
ten, Als het een vereeniging van gemeenten was, zou
het in den raad behooren te komen. Maar spr. wijst
er dan op, dat de Vereeniging zich meermalen het
recht aanmatigt zich op te werpen voor zaken die
meerdere gemeenten met Schagen gemeen hebben,
terwijl Schagen dat toch behoort te doen. O.a. was
dat het geval met de schoolartsen, voordat die kwes
tie in de Vereeniging van Ned Gemeenten kwam.
Dat is niet de manier. Schagen behoort in die geval
len de leiding te geven, daarvoor is ze centrumge
meente.
De heer De Vries oordeelt, dat bij elkaar gemeen
schappelijk de belangen behooren te worden bespro
ken. Spr. treedt niet op ais pleitbezorger voor de
vereeniging, maar vindt het alleen maar jammer als
er voor Schagen schade uit voortvloeit.
De Voorzitter zegt in besloten vergadering wel
meer te kunnen zeggen, nu laat spr. het erbij. Maar
als de heer De Vries meent, dat het spr.'s schuld is,
dan zegt hij dat dit absoluut niet het geval is.
De heer De Vries zegt dat nooit te hebben gezegd,
maar voor Schagen is het te wenschen dat het con
tact weer hersteld wordt.
De heer Van Erp zegt dat de heer De Vries zeer
pessimistisch is, spr. daarentegen optimistisch. Ook
spr. wil graag volle medewerking aan de heeren en
aan de Vereeniging verleenen, als dat in het belang
van Schagen is en als de heeren in Schagen nog eens
een verwerkingsinrichting willen stichten, dan is spr.
daar voor, en kan daaruit blijken dat de samenwer
king heel gezond is. Spr. juicht het toe dat het college
het initiatief nam inzake de schoolartsen en spr. ziet
niet de noodzakelijkheid in dat aan de heeren over te
laten. Spr. zal het ook een volgend maal niet goed
vinden als Schagen in zijn eer wordt aangetast.
De Voorzitter zegt dat a.s. Woensdag in Den Hel
der een vergadering is over de schoolartsen. Daar
gaat spr. naar toe en zal dan zien hoe de houding der
heeren is.
De heer De Vries handhaaft zijn voorstel om aan
de Vereeniging mede te deelen dat de Raad betreurt
de uiting van den heer Van Erp en samenwerking
\ycnscht.
De Voorzitter ontraadt dit voorstel, het is niet de
aanleiding geweest.
De heer Leguit oordeelt ook, dat de heer De Vries
te ver gaat. Bovendien de Vereeniging snijdt ons den
weg af. Of de Vereeniging zonder meer het recht
heeft de contributie te weigeren, spr. weet het niet,
volgens den burgemeester is het feitelijk geen ver
eeniging. B. en W. hebben de quaestie meermalen be
sproken, de burgemeester is wel bereid naar de ver
gaderingen te gaan, als de toon maar niet krenkend
is.
De heer Lookman zou geen namen willen noemen,
dan wordt het een persoonlijke kwestie.
De heer De Vries dacht dat zijn voorstel onschul
dig was.
De Voorzitter wijst er op dat er uit zou blijken, dat
een raadslid niet meer het recht heeft zijn meening
te uiten. Wat de heer Van Erp over de salarisregeling
van burgemeesters, secretarissen en ontvangers zei,
werd hem ook al kwalijk genomen.
De heer Van Erp vraagt wat de consequentie van
het voorstelDe Vries is. Als het werd aangenomen
zou dat beteekenen dat een raadslid moet tolereeren
als er over Schagen op minderwaardige wijze wordt
gesproken? Dan heeft het met samenwerking niets
te maken.
De heer De Vries trekt zijn voorstel in.
De heer Van Rijswijk vóelt er alles voor om de
verwijdering te overbruggen, niet in den vorm van
een voetval, maar toch pleit spr. er voor, omdat hot
niet anders dan tot heil en bloei der gemeente Scha
gen kan zijn.
De Voorzitter zegt. dat B. en W. zouden kunnen
schrijven dat zij het op prijs zullen stellen als de
betrekking niet wordt afgebroken.
De heer Bakker zegt dat de vereeniging is een
vereeniging van ambtenaren en de ambtenaren
onzer gemeente dienen stilzwijgend te zorgen dat er
een goede nabuurschap bestaat. Als de waardigheid
der gemeente in het gedrang komt, hebben de leden
der vereeniging de vrijheid hun afkeuring er over uit
te spreken en de Raad heeft dus feitelijk niet het
recht bemiddelend op te treden. Het ligt bij de ambte
naren zelf.
De Voorzitter noemt deze redenecring juist
De heer Van Nuland betreurt eveneens deze ver
houding en stelt prijs op goede verstandhouding.
Maar spr. is het niet eens met den heer Rakker, al
mag dan de naam der vereeniging niet juist zijn.
Spr. wijst er op dat in de vergadering ook wethouders
komen.
De Voorzitter ontkent dat, misschien in een be
paald geval.
De heer De Vries vraagt of het juist is dat een
wethouder den burgemeester in die vergadering kan
vervangen.
De Voorzitter zegt dat de heer Leguit dit hooft ge
zegd, maar het is spr. niet bekend. Spr. stelt ten
slotte voor de beantwoording van het schrijven aan
B. en W. over te laten.
Dit wordt goedgevonden.
Waterleiding Ligedijk.
Van den hoer M. G. Bosch en 17 anderen is ee:i
adres ingekomen om den Lagcdijk aan te sluiten bij
de waterleiding.
Naar aanleiding van dit adres deelen B. en W.
den Raad mede, dat uit een brief van don Hoofdinge
nieur-Directeur van den Provincinlen Waterstaat js
gebleken, dat de aan tc leggen primaire weg, niet
den Lagedijker weg zal volgen, zoodat dit geen be
zwaar is, tot aansluiting over te gaan.
In verband hiermede vragen B. en W. de mach
tiging van den Raad om in overleg te treden met
de Directie van het Waterleidingbedrijf, ten einde
met nadere voorstellen bij den Raad te komen oc
treffende de garantie.
De heer Van Nuland vraagt wat dc Hoofdingenieur
Directeur van den Prov. Waterstaat met deze zaak
heeft te maken.
De Voorzitter zegt, dat als de primaire weg er zou
komen, de buizen weer omgelegd zouden moeten wor
den. Daarom wacht de waterleiding en de gasaanleg
op Grootewal ook.
De gevraagde machtiging wordt verleend.
Teerbchandeiing Spoorlaan.
Is ingekomen van den hr. D. Waiboer en 8 anderen
een adres om ook de Spoorlaan met teer te behan
delen ter bestrijding van het stof.
Naar aanleiding van 'dit adres stellen B. en W.
den Raad voor, aan het verlangen van adressanten te
voldoen.
Weliswaar is op de begrooting 1930 een bedrag uit
getrokken voor behandeling van den Stationsweg en
het Stationsplein, doch de wetenschap dat de hoornen
langs dien weg door de teerhehandeling dood zul
len gaan, gesteund door het advies van de Neder-
landsche Heidemaatschappij, brengt het college cr
toe, de behandeling van den Stationsweg na te la
ten en het uitgetrokken bedrag te besteden aan do
Spoorlaan en het Stationsplein. Ten aanzien van da
stofbest rij ding van den Stationsweg, wordt de toe
zegging gedaan, dat meermalen dan tot heden ge
schiedde, de sproeiwagen aldaar zal worden ge
bruikt.
Van de Heidemaatschappij is bericht ingekomen
dat iepenboomen, die in een beharding komen tó
staan, zeer veel hebben te lijden en meestal afsterven.
Houdt men aan weerskanten een strook van 1 y2 M.
open en wordt die geregeld losgemaakt, dan wordt
het gevaar minder.
De heer Kooij zegt dat dit adres voor de bewoners
van den Stationsweg erg teleurstellend was en spr.
vraagt of het ook niet wat forsch was uitgedrukt.
Spr. begrijpt niet dat de weg zoo poreus is dat de t )er
zoo doordringt.
De Voorzitter zegt, dat dit de kwestie niet is. Man*
de lucht wordt afgesloten. Spr. heeft vorig maal al
op het geval gewezen in de provincie Utrecht, waar
een mooie laan boomen dood is gegaan. En daarom
hebben B. en W. aan de Ned. Heide-Mij. geschreven.
De heer De Vries zegt dat hetzelfde bezwaar be
staat aan den anderen kant van het station.
De heer Leguit merkt op, dat die op een grasrand
staan. Ook spr. vindt het jammer voor de bewoners
van den Stationsweg, maar hij zou het ook jammer
vinden als we daar geen boomen hadden
De heer Kooij vraagt, of het niet beter is iemand
van de Ned. Heide Mij. ter plaatse een onderzoek
te doen instellen
De Voorzitter merkt op. dat het een erkend feit
is, zekerheidshalve hebben B. en W. nog geinformeerd
De heer Kooij merkt op, aat we toch niet met den
stofweg kunnen blijven zit'en. Spr. wijst er op, hoe
in naburige dorpen stofvrije (klinker) wegen zijn.
Meermalen sproeien kost ook geld.
De heer Van Nuland is het met clen heer Kooij
eens, dat het geen prettig idéé is en spr. wijst er op,
dat het zijstraatje noodig herziening behoeft. Als dat
nu wordt opgehoogd en men brengt een laag fijne
split op den weg, geen teer er op, dan zal niet zoo
veel stof worden opgejaagd.
De Voorzitter wist dit niet, een proef is te nemen.
De heer v. Erp betwijfelt of met split de weg in
voldoenden staat van onderhoud is te houden, 't is
niet afdoende. Hij geeft in overweging een deskun
dige in den arm te nemen
De heer v. Nuland gelooft wel dat f900 niet vol
doende is voor een afdoende voorziening, maar wel
zullen we er een paar jaar van af wezen.
De heer Bakker wijst er op, dat als het straatje op
gehaald wordt, en dan een laag split op- den weg,
het water zal blijven staan De boomen zullen dan
nog gauwer weg zijn
De heer v. Rijswijk is van meening, dat we allen
tamelijke leeken zijn op het gebied van wegbedek-
king Een deskundig onderzoek beveelt hij aan, om
dan aan de hand van diens advies en kostenbegroo-
ting een besluit te nemen. s
De heer Overtoom beveelt aan, zich om advies tot
de Provincie te wenden.
Dit idéé vindt bijval bij den Voorzitter.
De heer v. Erp wijst ei op, dat dan tevens wel
eens een begrooting opgemaakt kan worden van be
strating van den Stationsweg, Stationsplein en
Spoorlaan. Dat is afdoende.
Voorzitter zegt, dat we de zaak zullen opschorten
tot het inwinnen van advies,
De heer Lookman dringt aan op spoed, het is nu
al eenige keeren uitgesteld, dat kan zoo niet blijven.
Adres Bestuurdersbond.
Van den Schager Bestuurdersbond is een adres in
gekomen, om het terrein bij de nieuwo school noo
dig voor lichamelijke oefening, zulk een afmeting te
geven, dat het tevens geschikt is voor een gemeente
lijk sportterrein.
B. en W. verwijzen naar hun verder op de agenda
voorkomend voorstel.
Voorschot R.K. School.
Naaraanleiding van een verzoek van het R.K.
Schoolbestuur om voorschot en vergoeding krachtens
de L. O.-wet, stellen B. en W. voor dit te bepalen op
f9.53 per leerling, dus op f1666.75 en hiervan 80
dus f 1334.20 als voorschot uit te betalen.
Goedgekeurd.
Consultatiebureau.
Naar aanleiding van de onderhandelingen gevoerd
met het Bestuur der Noordhollandsche Vereeniging
tot bestrijding van de Tuberculose, inzake het con
sultatiebureau alhier, stellen B. en W. den Raad
voor, het huis in de C. Bokstraat, waarin het bureau
tot heden was gevestigd, voor den tijd van 5 jaar
van de Middenstandsvereeniging te huren en de re
geling aan te nemen zooals door den Penning
meester der Vereeniging, den heer A. W. Michels,
in zijn brief d.d. 9 Januari j.1. is neergelegd.
Wordt deze regeling aangenomen, dan betaalt de
gemeente eene bijdrage in de kosten van het consul
tatiebureau groot f 100.per jaar, volgens onder
staande berekening:
De huurprijs bedraagt f432.
Kosten waterleiding f 31.—
f463.—
Bijdrage Zuster Boks, huur f216.
Waterleiding f 17.— f233.—
Blijft f230.—
In dit bedrag draagt de vereniging tot bestrijding
van tuberculose bij per kwartaal f 32.50 of f 130.
per jaar, zoodat de bijdrage der gemeente bedraagt
f 100.—.
Door de Middenstandsvereeniging is goedgevonden,
dat de gemeente geen aandeel in de obli^atieleening
neemt.
Zonder bespreking goedgevonden.
Aankoop gronden.
Naar aanleiding van het gesprokene in de comité-
zitting van 17 Januari j.1., hebben B. en W. zich in
verbinding gesteld met den heer H. Raven, ten ein
de van dezen te vernemen of hij het achter zijn per
ceel aan de Loet gelegen weiland aan de gemecnie
zou willen verkoopen, en zoo ja voor welken prijs.
Hicrby bleek, dat bedoeld terrein, groot 2.70.10 H.A.,
voor de gemeente in eigendom is te verkrijgen voor
de som van f28000.—.
Met het oog op den schoolbouw en het daarbij noo-
digo terrein voor lichamelijke oefening, achten B. cn
W. het bezit van dit onmiddellijk aan de Heeren-
boschgrondcn grenzende terrein voor de gemeente van
groot belang, terwijl het bovendien nog zou kunnen
worden verhuurd aan sportverenigingen.
Wordt het voorstel aangenomen, dan stellen B. en
W. voor, deze gronden in te brengen in het Grond
bedrijf en. voor zoover dat bedrijf niet over voldoen
de middelen zal beschikken, een gcldleening can te
gaan, tegen een rente van ten hoogsto 5 af te
lossen in- 50 jaar.
De Raad gaat onmiddellijk !n comité, dat van langen
duur blijkt te zijn.
Na heropening wordt zonder eenige discussie het voor
stel van B. en W. met algemeene stemmen aangenomei