SchagerCourant K. Blaauboer Raad Hoogwoud. LORD KENDAL'S TWEEDE VROUW Derde Blad. V e c h t-t a r i e v e n. SCHAGEN. Zaterdag 15 Februari 1930. 73ste Jaargang. No. 8613 II. Het is de verdienste van Prof. Diepenhorst, dat hij er in zijn Telegraaf-artikel den nadruk op heeft ge legd, dat de vraag, of Nederland vecht- of onder- handelings-tarieven moet invoeren, van meer dan zuiver theoretisch belang is. Die kwestie is actueel wat duidelijk blijkt, dat c ijverig naar een antwoord op die vraag wordt ge zocht en dat er bij de tegenwoordige regeering wel eenige neiging schijnt te bestaan om straks tot deze conclusie te komen: V e c h t-t a r i e v e n z ij n n o o d z a k e 1 ij k. Professor Diepenhorst schetst den stand der kwes tie aldus: „Tijdens het ministerie-D e G e e r werd een com missie onder voorzitterschap van den heer Boden- hausen met de samenstelling van een ontwerp be last, dat bereids ger€ed kwam en aan verschillende organisaties om advies werd gezonden. Al bakende het tegenwoordige kabinet zijn houding nog niet met preciesheid af, toch wijzen verschillende omstandig heden op een sympathieke stemming tegenover het nieuwe instituut. Zeker, minister Ruys behield zich alle rechten voor in de voorzichtige verklaring, door hem bij het laatste algemeene begrootingsdebat afgelegd, toen hij zeide: „Welke richting zal Vorden gekozen of met name en in hoever het rapport der zoogenaamde commissie-Bodenhausen zal benut worden, moet de Regeering nader overwegen". Veelzeggend was echter de waarschuwing, welke hij tot de" hoogmogenden richtte: „Alleen zal het zaak zijn zich niet door eigen overtuiging omtrent hetgeen voor Europa en de geheele wereld het beste zou wezen, te laten verblinden en verschillende feiten, welke zich ten nadeele van ons land in de laatste jaren voordoen, niet te zien." Beslister nog liet minister Ver schuur zich uit in zijn oordeel over h*>t onbevre digende van onze positie in het inter ia,tipnaal han delsverkeer. De ministerieele verklaringen verstenen de hoop op de komst van een onderhandelingstarief, dat zal meewerken tot verbetering van den onnatuurlijken staat onzer handelspolitieke verhoudingen." Wat Prof. Diepenhorst hoopt, vreezen wij. Hij trok als het ware een parallel, een vergelijking met de bewapenings-actie. Welnu, laten we ons daar eens een oogenblilc bij aansluiten. Éénzijdige ontwapening wil Prof. Diepenhorst niet. Wie de ontwapenaars willen bestrijden zeggen alle maal: Wij zijn óók voor ontwapening, maar interna tionaal; allen tegelijk. Goed, dat is een standpunt,, maar een eerste voor waarde om tot die gelijktijdige ontwapening te ko men, is toch zeker deze ,dat niemand onderwijl zijn bewapening versterkt. Een hoongelach zou er op gaan, als aanstonds de Londensche Vl-»otconferentie tot, resultaat zou hebben, dat de vloten werden ver sterkt! Het doel is immers juist minder bewapening als voorbereiding van de ontwapening! Stappen we nu weer over naar economisch ter rein. Geen tarieven, geen economische oorlog dat is het ideaal. In Genève, onder de hoede van den Volkenbond wordt er krachtig voor gepleit, ook door Colijn, den leider van Prof. Diepenhorst's partij. Niettemin hoopt deze op hooger tarie*'en en strijdt er voor! Zulk een houding kunnen wij niet begrij pen. Zij komt hierop neer: Ontwapening door sterker bewapening; geen tarieven door hooger tarieven. Het gaat voeten en vamen boven ons verstand en de vrijhandelaars, de overtuigde vrijhandelaars die volgens Prof. Diepenhorst voor een onderhandelings tarief hebben gestreden, schatten wij even hoog als ontwapenaars, die propaganda maken voor meer soldaten, zwaarder kanonnen en een grooter vloot. We moeten Professor zelf maar even aan het woord laten. Daar gaat het los: „Onnatuurlijk wordt een onderhandelingstarief gehoeten, omdat het volgens zijn tegenstanders pro tectionistisch is. Dit beweren berust op misverstand. Overtuigde vrijhandelaren hebben voor een onder- liandelingstarief gestreden, omdat daarmee wordt terugegrepen naar het internationaal vrij ruilver- FEUILLETON door META SIMMINGS. 20. „Als je bij je vrouw op uitleggingen wachten wilt, Kendal, ben lk bang. dat je op den dag zult moeten wachten waarop in geen hart geheimen meer mogelijk zijn! Maar het is net zooals je zegt, ze heeft niets te vreezen, van geen van ons beiden, niettegenstaande de paar booze woorden die. we gewisseld hebben! Ik kwam alleen hier om aan Lady Kendal terugbetaling te vragen o. op heel vriendschappelijke wijze van een kleine leening, die ze bjj mij gesloten had. Het klinkt niet erg mooi. maar :ie weet. ik ben een arme drommel en zij Is de vrouw van een rijk man!" „Is dat waar?" Kendal wendde zich tot Cecily, zijn ge zicht rood van woede. Zwijgend stond ze daar met de oogen van beide man nen op zich gericht. Het was Woodruffe. die de stilte het eerst verbrak. „Werkelijk, Kendal, je maakt dat ik me een beest voel! Je verandert een vriendschappelijke transactie in een misdaad." „Iris, is het waar? Heb je geld geleend van dezen man?" Met moeite sloeg Cecily haar oogen naar haar man op. Niet voor de eerste maal in dit dubbel-leven sprak ze woorden die nauwelijks de hare leken. „Nee. dat deed ik niet!" zei ze zacht „Je leende niets van dezen man? Hij liegt dus?" Zo deed geen poging om te antwoorden en hij wendde zich tot Woodruffe. ,U heeft gehoord, dat Lady Kendal ontkent wat u zegt!" „Ja, ik heb gehoord, wat ik verwachtte te hooren," antwoorddo Woodruffe gemeen lachend. Hij nam zijn hoed en stok ..Sinds Lady Kendal de schuld wenscht te verwerpen, blijft me niets anders over dan om te gaan, en de zaak op zijn beloop te al ten voor het oogenbllk. „Er blijft nog één ding te doen over," zei Kendal rus tig, „uw excuses tegenover mijn vrouw." keer, aangezien bet tarieT slechts verhooging onder gaat, voor zoover het buitenland niet van zijn bo venmatige heffing is terug te brengen. Een onder handelingstarief wordt niet begeerd om tariefsver- hooging door te zetten, maar juist om het vreemde land van zijn tariefsverhooging te weerhouden Het wordt begeerd om bewegingsvrijheid te schenken aan onze onderhandelaren, die bij het sluiten van handelstractaten moer dan marionetten dienen te zijn, moeten beschikken over hulpmiddelen, die bij na geen ander land aan zijn vertegenwoordigers onthoudt." Het is de oude, door de geschiedenis gelogenstrafte leer: Si vis pacem, para helium. Als gij den vrede wilt, bereidt u ton oorlog! Het veebttarief begeert de Professor niet om ta riefsverhooging door te zetten, maar om het vreem de land van zijn tariefsverhooging te weerhouden. Maar lieve Professor, als dat vreemde land in den regel veel grooter en economisch veel sterker dan ons dierbare landje als dat vreemde land nu maling heeft aan onze bedreiging en dus zijn ta riefsverhooging wel doorzet, wat dan? Van tweeën één: dan verhoogen wij ook, omdat we er al mee ge dreigd hebben, of we zetten ons veehttarief op stal en ondergaan, wat de economisch sterkere ons gelieft aan te doen. In het laatste geval slaan we een figuur als mod der en beklagen we ons te laat, dat we onzen grooten mond maar niet dichtgehouden hebben. In het eerste geval zijn we onvervalscht pro tectionistisch en het teruggrijpen naar het internationaal vrij ruilverkeer is een misgreep zoo erg als maar denkbaar is. Natuurlijk profiteeren daar enkelen van. Dat is juist het ongeluk van protectie, dat de groote massa wordt geplukt, ten bate van enkelen. Een voorbeeld kan dat duidelijk maken. Een bepaald soort schoenen in goede kwaliteit en nette, degelijke uitvoering kost bij het verlaten der fabriek f 10. Wat er voor den grossier en den kleinen winkelier wordt opgelegd, laten we buiten beschou wing. Van buitenlandsch schoenwerk wordt nu 8 ge heven aan de grens, zoodat. zoo'n paar schoenen aan dezen kant van de grens f 10.80 kost. Het verschil is niet groot, doch is toch reeds een bevoorrechting van den binnenlandschen fabrikant, die, als hij zijn prijs op f 10.50 stelt, een extra winst van 50 cents maakt, en nog een voorsprong heeft op den buitenlandschen concurrent. Stel nu echter het geval, dat Professor Diepen horst het tarief omhoog heeft onderhandeld of ge vochten tot 25 Het buitenlandsch fabrikaat moet hier dan f 12.50 opbrengen en onze landgenoot-fabrikant kan per paar zeker f2 extra winst boeken en nog gemakke lijk concurreeren. Ipder die schoenen draagt, arm en rijk, het beele volk, wordt op ext.ra kosten gejaagd en het profijt is aan het kleine groepje schoenfabrikanten. Volop genieten zij van de protectie, en die bescherming kan zóó sterk zijn, dat de buitenlandsche concurrentie geheel wordt uitgeschakeld, zoodat de koopers clan eerst recht gesneden en gekorven kunnen worden naar believen. Professor Diepenhorst schrijft: „Aanvaard dient te worden de werkelijkheid, dat, aan den internationalen vrijhandel veel, ja vrijwel alles ontbreekt. Wij hebben ons te hoeden voor het groote economische bedrog, dat internationale vrij handel een eenzijdige vrije invoer in Nederland al leen, gelijke begrippen zouden zijn. Wij verwerpen den eisch om, wanneer beel de wereld rondom ons strijdt* tegen ons strijdt., toch lijdelijkheid als het hoogste goed te betrachten". Dit laatste klinkt heel fier, doch wie geen hand heeft, kan geen vuist zetten. Wij meenen aangetoond MEUBELREPARATIES. MEUBELSTOFFEERDERIJ. MARKIESREPARATIES. Laat dit werk doen voor de Jt seizoendrukte daar is. J» „Dat denk ik. toch niet!" Een valsche glans kwam in Woodruffe's oogen, terwijl hij naar Cecily keek. „Ik ben Lady Kendal veel verschuldigd, dat durf Ik openlijk te bekennen, maar excuses veronderstellen dat er iets ver keerds gebeurd is, en dat weiger ik te erkennen." „Jou minderwaardige ellendeling!" Kendal was zijn zelfbeheersching nu absoluut kwijt De smeulende woe de van lange maanden en zijn innerlijke overtuiging, dat de man de waarheid sprak, dat zijn eigen vrouw loog, dat alles deed zijn haat groeien. „Denk je dat ik niet weet, waarom je hier gekomen bent op dit uur van den dag? Denk je dat ik niet weet, wat deze onbe schaamde geschiedenis verbergen moet? En dat ik mijn vrouw's ontkenning noodig heb, om te begrijpen, dat het niets den leugens zijn? Waarom zou mijn vrouw geld van je leenen en juist van jou?" Woodruffe haalde zijn schouders op. „Het schijnt vreemd, dat geef ik toe. Maar waarom doen de menschen zoo'n boel onbegrijpelijke en onnoo- dige dingen? Wedden en spelen, bijvoorbeeld? En kaart spelen in het bijzonder?" Kendal deed een stap naar voren. „Maak je excuus of, bij den hemel, ik zal Je dwin gen!" „Dwingen?" lachte Woodruffe. „Bij mijn ziel, Kendal, wanneer jullie verhouding niet van zoo algemeene be kendheid was, dan zou jullie houding me op het oogen- blik aan een complot doen denken! Ik zeg je nogmaals, dat ik niet over verontschuldigingen denk, om de bij zondere reden, dat er niet de minste aanleiding voor mij is om het te doen! Ik heb me bij meer dan één ge legenheid een zeer goeden vriend voor Lady Kendal be toond en enkel en alleen omdat lk weiger als een uit geknepen citroen behandeld te worden, zooals ze den jongen Paget gedaan heet, vergeet ze dit alles en be leed igt me openlijk ln een restaurant. De excuses, In dien noodig, zouden toch wel niet van mijn kant moe ten komen, wel? Maar de toestand is bespottelijk; man, heb je geen gevoel voor humor? Omdat lk kalm en vol komen gewettigd het geld van een var. mijn tallooze leeningen terug vraag, eisch jij, haar echtgenoot, dat ik mijn excuses maak! Je bent gek!" Cecily duizelde, en net op dat oogenblik rustten Ken- dal's oogen op haar. In haar wankele gestalte, ln haar grauw-bleek gezicht las hij de waarheid van alles wat deze man gezegd had en oneindig meer. „Een uitgekne pen citroen, zooals de Jonge Paget"... Woodruffe's woor den klonken als een echo in zijn ooren. Wat beteekende dat? Wat voor verhouding bestond er tusschen zijn te hebhen, dat van vechttarieven geen heil is te verwachten. Zelfs wie geweld wil gebruiken, moet er van. afzien, omdat ons de macht ontbreekt. Wij hebben het buitenland meer noodig, dan het buiten land ons en het wapen, dat Prof. Diepenhorst aan beveelt, zou snijden in ons eigen vleesch Wij kunnen het met hem eens zijn, als hij lichte lijk den draak steekt met die vrijhandelaars, die vol gens hem meenen, dat het buitenland ons zacht moedig zal behandelen, omdat wij geen hooge rech ten heffen. Nog altijd zijn ethische overwegingen geen gangbare munt in bet nationale en internatio-' nale verkeer en wat Professor aanhaalt van Stre- semann on een Fransch ambtenaar is zeker juist. Hier is die passage uit zijn artikel: „In de practijk klonk en klinkt de stem van Streseman n: „Het al oi niet sluiten van gun stige verdragen met het buitenland hangt niet af van de vriendschappelijke sfeei. maar van de vraag, wat men te bieden heeft tegenover de voordeelen, die men hoopt te verwerven." In de practijk klonk en klinkt de stem van den hooggeplaatsten Franschen ambtenaar, die onzen onderhandelaren toevoegde: „Gij volgt uw opendeur politiek niet om het buiten land te gerieven, maar omdat gij zelf dit voor u het voordeeligst acht."" Professor Diepenhorst vergist zich o i. echter 100 als hij besluit: „Door de invoering van een onderhandelingstarief zal met onze lijdelijkheid worden gebroken. Het mag als een deugdelijk middel tot verweer worden aanvaard. Het is niet een hulpmiddel van aanval lende politiek, geen geweldmiddel. Het is niet de toepassing yan de wraakgedachte, van het begin sel: oog om oog, tand om tand, in den zin van on gebreidelde wraak. Het is niets meer en niets min der dan de huldiging van het oud-Hollandsche, loyale zakenstandpunt: voor wat hoort wat!" Nogmaals: het buitenland kent onze positie even goed als wij zelf. Kan het ons missen, dan is geen macht ter wereld en zekre ook geen veehttarief in staat het gunstig voor ns te stemmen. En waar het ons nodig heeft, werkelijk noodig, daar dwingt zijn eigenbelang het reeds om ons te ontzien niet om onzen wil, doch zijn zelfswil. Onze conclusie is dus: geen onderhandelingstarie ven, omdat wij ze toch niet met succes kunnen han- teeren en omdat ze onvermijdelijk voeren tot hooger tarieven, tot. protectie, welke zware lasten legt op de massa ten bate van enkelen. De Telegraaf heeft de goede gedachte gehad nm na den voorstander der vechttarieven ook een te genstander het woord te geven. In een volgend nummer zullen we een samenvat ting geven van de tien nadeelen, welke deze tegen stander, Ir. A. Plate. voorzitter der Scheepvaartver- een iging Zuid te Rotterdam, weet aan te voeren. Vergadering van den Raad op Donderdag 13 Fe bruari 1930, des morgens half tien. Afwezig is de heer Klaver. Voorzitter de heer J. Breebaart Dz., burgemeester, tevens secretaris. Na opening volgt lezing der notulen, die onveran derd worden vastgesteld. Mededeelingen. Naar aanleiding der notulen deelt Voorzitter mede: le. dat aansluiting van het noordelijk gedeelte van de Langereis tot de woning van P. Pijper Az., aan het waterleidingnet is aangesloten. Dit gedeelte kan zich zelf bedruipen, wat de kosten betreft. 2e. dat de nachtverbinding met Alkmaar is tot stand gekomen. 3e. Dat de aanbesteding van de school in de Ker^ kelaan heeft plaats gehad en dat het werk aan den laagsten inschrijver, den heer Balder uit Alkmaar, is gegund. Met het sloopen van de oude school is deze week een aanvang gemaakt. Het aannemingsbedrag Was f10995, de raming f12026. 4o. Dat met de belegging der gelden voor gedane aflossingen, verkoop school Weere enz., ten bedrage van f8010— is gewacht wegens te hooge koers. 5e. Bericht van verhindering van C. Kramer Pz„ wegens ziekte. Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aan genomen. Verdere mededeelingen. Van den Directeur van den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling een schrijven, d.d. 17 Jan. 1.1., waarin met leedwezen ken nis genomen is, dat de Raad dezer gemeente niet wenscht toe te treden tot de regeling, bedoeld in het Werkloosheidsbesluit 1917. Van denzelfden een schrijven d.d. 20 Jan. 1.1., waarin kennis genomen is van het besluit van den Raad vrouw en den jongen, die dezen winter zoo'n fatalen misstap gemaakt had. Hij wendde zich opnieuw tot Woodruffe. „Wanneer ik dan geen recht heb op een verontschul diging. dan kan ik toch zeker wel een verklaring eischen..." „Wend je tot die vrouw om verklaringen!" schreeuw de Woodruffe woedend, „vraag haar, wat er aan haar gedrag van de laatste acht maanden ten grondslag lag. Ze heeft je voor den gek gehouden, zooals ze de heele wereld voor den gek gehouden heeft Een vampier is ze, die medelijden noch toegeeflijkheid verdient! Hart en geest van eiken man, die zich in haar nabijheid waagt, buit ze uit Ik vraag je niet om me te gelooven ik spreek niet van mezelf. Ik verwacht en zoek geen mede lijden: ik neem alles aan, het zijn voor mij de kansen van den oorlog. Ik spreek van den jongen Paget die nu ergens van gebrek omkomt ln de een of andere steeg in Londen, omdat hij dwaas genoeg was te gelooven, dat een mooi gezicht een even mooie ziel weergeeft. Ze heeft zijn hart gebroken, even grondig als zijn goeden naam. Hij waagde zijn reputatie omdat hij meende, dat je vrouw, gedreven door jouw gierigheid, aan de kaartta fel het geld verdienen moest, noodig voor haar uitgaven Tenslotte dwong haar dat tot valsch spelen." Kendal hief zijn handen op als een man, die een doo- delijken slag ontvangt „Dat Is een leugen!" riep hij heftig uit „Een leugen!" Hij voegde er met gesmoorde stem eenige woorden aan- toe, die de kleur van Woodruffe's gezicht voor een oogenblik als wegvaagden. Doodsbleek keek hij Kendal aan, dan greep hij in zijn binnenzak naar een porte feuille, zocht er met bevende vingers een paar brieven uit en hield die Kendal voor. „Dit zijn leugens?" vroeg hij. „Lees en begrijp en... maak je excuus!" voegde hij er spottend achter. Werktuigelijk omklemden Kendal's vingers de brieven die Woodruffe hem glimlachend voorhield. HOOFDSTUK XX VIII. EN* DE DAG KWAM... De deur was gerulschloos achter Woodruffe dicht ge gaan. In de gezellige zonnige kamer, achter die geslo ten deur, keken de man en de vrouw, alléén ten slotte elkander aan. De sluier der Illusie verscheurd ten laat ste, voor het eerst sinds hun huwelijk waren de maskers afgelegd. dezer gemeente tot het niet instellen van oen cor- re'spondent der arbeidsbemiddeling. Van Ged. Staten bericht, dat de bijdrage in de kosten van de Keuringsdienst vopr Waren te Alkmaar over 1930 voor deze gemeente is vastgesteld op f349.4o. Van het bestuur der R.K. Bijzondere School ie Hoogwoud: a. bericht, dat de school nog steeds als onderwij *- instelling wordt gebruikt; b. een verzoek om vrijgesteld te worden van twee borgen, daar genoemd bestuur is aangesloten bij de Borgstellingsorganisatie van den Ned. R.K. School raad c. een aanvrage, niodel K, om gemeentelijke ver goeding ten behoeve van de bijzondere lagere schoot ad f 2800.—, welk bedrag reeds door B. en W. is goed gekeurd. Ook deze mededeelingen geven geen aanleiding tot bespreking en worden voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen stukken. Van Ged. Staten: a. bericht inzake verdaging van hunne beslissing ten aanzien van de begrooting voor 1930; b. goedkeuring op de begrooting voor het dienst jaar 1930; c. goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging van den datum van aflossing van de aan te gane geldleening ad f 12000.— voor den verbouw van de school in de Kerkelaan; d. de goedkeuring der raadsbesluiten, d.d. 24 De cember 1929, inzake wijziging der begrooting, dienst 1929 en af- en overschrijving voor het dienstjaar 1929. Van den Commissaris der Koningin bericht d.d. 50 Doe. 1929, dat bij Kon. Besluit van 21 December 1929, no. 38, met ingang van 9 Januari 1930 opnieuw tot burgemeester dezer gemeente is benoemd de heer J. Breebaart. Dz., secretaris dezer gemeente. Van denzelfden een schrijven, d.d. 3 Januari 1930, vermeldende, dat de herbenoemde functionaris de vereischte eeden heeft afgelegd. Van het gemeentebestuur van Sijbekarspel en staat van leerlingen uit deze gemeente, die de R.K. school in de Weere, gem. Sijbecarspol, bezoeken, ais- mede de berekening van een uitkeering over 1929 ad f 1643.49. De Voorzitter zegt, dat de heeren zeker wel gelezen hebben, dat er 2 lokalen aangebouwd zullen worden en de stichtingskosten daardoor wel f 80.000 zullen worden. De gemeente zal van een gedeelte van lat bedrag de 6 rente moeten betalen. De heer Vijn vraagt of die rente nog altijd 6 bedraagt.. De Voorzitter antwoordt in bevestigenden zin cn de heer Vijn vindt dat dan niet aardig. Verslagen. Verslag van den Ned. Bond tot Bescherming van Zuigelingen, welk verslag ter visie voor do leden ligt. Verslag van de gedane pogingen tot behoud van de stoomtram SchagenWognum. Gelezen wordt het rapport der commissie over de eind-conferentie met de Directie der Ned. Spoorwegen op 20 Januari 1.1. on komt aan de orde de vraag of het goed is dat de commissie van de 5 burgemeesters zal blijven bestaan voor de verdere afwikkeling. De heer Bossen dacht dat dit weinig zin heeft waar reeds de telefoonpalen worden verwijderd en de dra den opgehaspeld. De Voorzitter zegt, dat de afwikkeling meer betreft, het geven van een bestemming aan den weg en het zoo spoedig mogelijk terug ontvangen van de voor schotten. Spr. wijst op de eigenaardigheid dat rijk en provincie de voorschotten terug zouden ontvangen zoodra de exploitatie werd stopgezet; de gemeenten en waterschappen na vervreemding. De heer Glas vindt het eigenaardig dat burgemees ter Visser blijkens het rapport in die conferentie mededeelt, dat de Vier Noorder Koggen vasthouden aan de voorwaarde dat de exploitatie 20 jaren wordt voortgezet. Daar is dtxir Vier Noorder Koggen nooit een woord over gesproken; U zelf. zegt spr. tot Ion Voorzitter, is hoofdingeland en ik ben heemraad, maar wij hebben daar nooit een besluit over genomen. De Voorzitter denkt dat de heer Visser is afgegaan op den dijkgraaf. De heer Glas: Maar dat is één van de 27. De Voorzitter zegt dat in de vergadering te Winkel in dien geest is gesproken door Zijp en den Dijk graaf en die zal zeker wel meerderen gesproken heb ben. Op dat gezegde is zeker de heer Visser afgegaan. Het is waar, een definitieve uitspraak is nooit ge daan. De heer Glas noemt dat toch onvoorzichtig als men voor behoud van den tram werkt De heer Bossen vraagt wat er gebeurt als een zij stuk van de lijn blijft, hetzij hij Wognum of bij Scha ffen. De Voorzitter zegt, dat dc heer Bossen zeker be doelt. dat dan geen vervreemding plaats vindt.. Juist daarom is 't goed. dat de commissie blijft, opdat we niet aan 't lijntje worden gehouden. Spr. heeft ge hoord dat als de tram werd opgeheven, het contract ten aanzien van de lijn SchagenVan Ewijcksluis zou vervallen en dan een nieuw contract zou worden af gesloten. Het spijt spr. dat het zoo geloopen is, maar de commissie kon er niets aan doen. Dan is ingekomen het jaarverslag van de Com missie tot wering van schoolverzuim te Hoogwou-l. „Waarom loog je tegen me, waar die man bij was?" was het eerste wat Kendal zei-, en dan alsof de angst van zijn hart hem tot doorvragen noopte, „en waarom heb je tegen mij gelogen en me bedrogen deze laatste weken?" Cecüy bleef rwijgen. Ze had niets te zeggen. Ze had tegen hem gelogen, dat viel niet te ontkennen. Kendal was aan de tafel neergevallen, zijn hoofd in zijn handen verborgen. Zijn vrouw was een Jeungenaar- ster en een bedriegster een vrouw die den goeden naam van een jongen opgeofferd had, om haar zonde te bemantelen en te verbergen. Het was ongeloofelyk, maar het was waar. Cecily sloeg hem gade. Ze voelde zich geheel en al hulpeloos en hopeloos. „En dit is nu het einde, wat ik dacht dat het begin was." „O, wees toch niet zoo verdrietig! Afschuwelijk en leelijk als het Is, zijn er toch dingen, die je niet begrijpt. Laat ik je nu eindelijk de waarheid vertellen!" „De waarheid?" Kendal keek haar aan en lachte ver achtelijk. „O, Tony, hoor me aan. draag het met me!" met uit gestrekte handen naderde ze hem. Hij stond vlug op van zijn stoel bij de tafel. „Kom niet dichter bij! Raak me niet aan!" „Wil je me dan ongehoord veroordeelen? Je weigerde de bekentenis te lezen, die je dit bespaard zou hebben, weiger Je nu me aan te hooren?" „Ja!" Zijn stem was hard en onverbiddelijk. „Toen d^e man hier stond, die spottende ellendeling, kon je geen mond open doen tot Je zelfverdediging. Wat kun je nu te zeggen hebben? Donk je me als was in je handen te hebben als we maar alleen zijn? Ik weiger om jezelf nog zwarter in mijn oogen te maken. Welke ontkenning kan de proef doorstaan van je eigen brieven. Paget, Jo- celyn Paget! God, je hadt hem toch wel kunnen sparen En als lk je nu ooit iets onthouden had, geen gril hoe extravagant ook. zelfs geen blik..." Met een wanhoopsgebaar naderde ze hem weer. „Zeg dat toch niet." snikte ze met half verstikte stem. „Verwijt me niets... ik kan het niet dragen..." „Ja, Je bent overgevoelig." „Tony! Ik bedoelde geen kwaad, integendeel, ik hoopte zoo het verleden goed te maken! Ik verlaagde er zoo naar alles te zijn wat je me geloofde te zijn. We waren toch gelukkig, totdat hij kwam..." „Gelukkig!?" lachte Kendal. „Ja, we hebben een dag of wat in het paradijs van een gek doorgebracht, maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 9