Alltltll liilllS- EODRAIÏT. Mmitmit- Luiliiillil Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Uit de Zakenwereld. LORD KENDAL'S TWEEDE VROUW H u i s-a a n-h u i s bestelling van drukwerk. Verwisseling van kerkgenootschap. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Woensdag 19 Februari 1930. SCHAEE 73ste Jaargang No. 8615 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in hel eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVF.BTEN- TI6N van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bowijsno. inbegrepen) Grootere lettors worden nn.ir plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT ÜIT TWEE BLADEN. NED. FORD-AUTOMOBIELFABRIEK. Het eerste boekjaar van deze fabriek, dat over 1923 —1929 is direct een goed jaar. Naar de bladen melden, ls het dividend bepaald op 10 pet., doch ter jaarvergade ring zette een der aandeelhouders een niet-weersproken redeneering op, dat de feitelijke winst bedroeg 60 pet, d.w.z. f 60 winst op elk aandeeltje van nominaal f 100. Op de vraag; waar de boven 10 pet. gemaakte winst zou' blijven, kwam het antwoord, dat die aangewend zou worden voor fabrieksbouw. Hiermee werd genoegen ge nomen en wie niet onmiddellijk verlegen zit om contan ten, kan er ook zonder bezwaar vrede mee hebben. Zoo oordeelt men er ter beurze blijkbaar ook over. De koers der aandeelen is n.1. veel hooger dan met een di- vident van 10 pet. zou kloppen. Deze ultkeering is im mers niet eens 4 pet. van de beurswaarde, waarin als er geen zwendel in het spel is de werkelijke waarde tot uitdrukking komt. Ford maakt het dus ook in zijn Nederlandsche fabriek goed en er was weer eens reden om zijn lof te zingen. Het valt ons niet in, om aan zijn verdienste te tornen. Onder de zakenmenschen behoort Ford zeker tot de eerste, tot de ongekroonde koningen. Met hoofd en schouders steekt hij uit boven bijna allen en in het Rijk van den Auto blijft hij voorloopig wel Nummer Een. Maar daarom is hij geen Wonderdoener, wiens voor beeld slechts gevolgd behoeft te worden om de mensch- heid van alle ellende te verlossen. Hij is een groot werkgever en in lage loonen van zijn arbeiders hooge en lage ziet hij geen heil om goede winsten te maken. Hij betaalt royaal, maar eischt ook veel. Wie in het razende tempo van zijn productie niet mee kan ligt nog gauwer buiten de fabriekspoort dan hij er in kwam. Hooge loonen beteekenen heel wat, maar niet alles en als Ford, nu het slecht begint te gaan in de zakenwe reld, die loonen nog verder omhoog voert, dan slaat hij de wereld wel eenige oogenblikken met verbazing, doch de sociale kwestie lost hij niet op. Het is ongewoon, wat hij doet Daalt de conjunctuur, hokt het in de bedrijven, door dat de koopers zich laten wachten, dan zijn we gewend aan daling van de loonen. Ford gaat tegen den draad in. Voor hem schijnt het niet op te gaan, dat het of uit de lengte of uit de breedte moet komen. Die loonsverhooging moet toch betaald worden. Past Ford ze bij uit zijn particuliere vermogen? Het is niet waarschijnlijk en op den duur ook niet mogelijk: aan alles komt een eind, zelfs aan Fords ka pitaal. Vraagt hij voor het verhoogde loon een nog verhoogde productie? Niet onmogelijk. De transportbanden kunnen nog wel een tikje sneller loopen en met de stijgende werkloos heid ls er keus te over om de uitvallers te vervangen. Sentimenteel kan men in het grootbedrijf nu eenmaal niet zijn! Wie niet onder de voet geloopen wil worden, moet zijn hart verharden en het gebod der naastenliefde hoogstens op Zondag indachtig zijn, als de fabriek toch stilstaat. Hooger loonen zouden uit hooger prijzen te betalen zijn, maar deze belemmeren den verkoop, terwijl die juist FEUILLETON door META SIMM1NGS. „Woodruffe, de intimus van mijn vrouw, vertelde mij dit alles waar ze bij was. Ze had geen woord ter harer verdediging in te brengen. Bovendien had Woodruffe bewijzen in den vorm van haar eigen brieven." „Woodruffe?" herhaalde Heriot werktuigelijk. „Paul Woodruffe?" De man had dus zijn plannen verhinderd op het mo ment, dat hij zich dicht aan de zegepraal was. Woodruffe dien naam zou hij niet licht vergeten! Kendal nam zijn hoed en stok en begaf zich naar de deur.. „Mijn tegenwoordigheid is hier niet langer noodig, Dr. Heriot! Ik zal u nu ongestoord aan uw eigen overpein zingen overlaten! U hoort nog wel van me, door bemid deling van mijn zaakwaarnemers. Ik ben heusch niet knap genoeg om het persoonlijk tegen u op te nemen; dat beken ik ruiterlijk!" „Och, je bent kwaad, omdat ik gelachen heb," riep Heriot uit. „Maar werkelijk, wanneer je wist wat ik weet zou je ook lachen. Je bent niet knap, met vreugde hoor ik je dat bekennen. Daarom. Sir Anthony, is het moge lijk, dat u zoolang met uw tegenwoordige vrouw samen geleefd heeft, zonder eenige verandering in haar opge merkt te hebben, niet waar?" „Uw tegenwoordige vrouw!" Bevreemd staarde Kendal hem aan. „Wat beteekent dat?" vroeg hij grof. „En wat zou u er aan doen, Indien ik u ten antwoord gaf, dat dat mijn geheim was? Maar ik zal zoo wreed niet zijn, beste kerel. Heb je Iris .wel eens over haar nicht Cecily Gerard hooren praten? Een allerliefst meis je, dat sprekend op haar leek?" Hij zweeg en keek Kendal valsch aan. „Cecily?" heesch fluisterend herhaalde hij dien naam. Ruw-weg slingerde Heriot hem nu de waarheid in het gezicht Duizelig tastte Kendal om zich heen. De vrouw, die hij in het kleine kerkje voor de tweede maal meende te huwen, was Iris Challoner niet geweest, in tijden van slapen en teruggang aangewakkerd moet worden. Ford heeft dan ook de prijzen verlaagd en de wereld met nieuwe verbazing geslagen. Hij moet toch wel een toovenaar zijn, die auto-duivel, die een nacht merrie is voor al zijn concurrentie. Toch schijnt, naar nu verluidt, de verklaring geen bo- ven-natuurlijke te wezen. Ford heeft om te beginnen de provisie van zijn agen ten aanmerkelijk verlaagd, met 2% pet beweren de kran ten: van 20 pet. op 17pet. Dat maakt voor hem op een wagentje van f 2000 al een voordeelig verschil van f 50. Bovendien verhaalt hij de prijsverlaging van ten minste 15 dollar voornamelijk op dezelfde agenten. Hij deelt als de leeuw. Van de 15 dollar betalen de agenten er 13 en Ford zelf 2. Hij kent het Nederlandsche spreekwoord: Het is goed riemen snijden van andersmans leer! Zoo levert een goedkooper karretje hem zelfs netto nog meer op dan vroeger het duurdere en wat de eene groep van zijn ondergeschikten de arbeiders aan hooger loon ontvangen, wordt onthouden aan een an dere groep van zijn dienstknechten, de agenten. Het is knap gevonden. Uit een zakenoogpunt gezien, mankeert er niets aan. Maar dat Ford een Messias zou zijn, in staat om de menschheid te voeren op een hooger plan, daar lijkt het niets op. Misschien zal Ford de eerste zijn om dit toe te zeg gen. Stellig is hij er pienter genoeg voor. De vorige week hebben we een verslagje gepubli ceerd van een vergadering van een federatie van den Bond voor Staatspensionneering, waarin werd medege deeld, dat de Post geen geschriften van politieken aard aannam om die ongeadresseerd huis-aan-huis te be stellen. Het ls toen aan onze aandacht ontsnapt en daarom komen we er nu op terug. Die mededeeling is n.1. onjuist. Verleden jaar tijdens de verkiezingsactie voor de Tweede Kamer heeft die bepaling eenigen tijd gegolden. De kwestie is toen bij den betrokken Minister aan hangig gemaakt en het gevolg is geweest, dat het verbod van die huis-aan-huis-bestelling weer werd in getrokken. Politieke partijen, welke dus vlugschriften, brochu res enz. willen doen bezorgen aan elk huis binnen een bepaalde postbestelling, kunnen dat gedaan krijgen a drie kwart cent per stuk, vooruit te betalen. Omtrent het benoodigde aantal kan elk postkantoor Inlichtingen verschaffen. De Bond voor Staatspensionneering kan dus zeker gebruik maken van deze manier van verspreiden, indien hij er slechts het noodige geld voor over heeft. HEDEN 5 pond Rundvet voor f 2.75 5 pond Reuzel voor f2.75 Gebr. KWELDAM Schagen. Telef. 64. de vrouw, die hem de ware beteekenls van liefde ge leerd had in het stille Italiaansche dorpje, was niet Iris, de vrouw die ieder traditie, die hij hoog hield, met voe ten getreden had ze was Cecily Gerard haar nicht. HOOFDSTUK XXXII HET GORDIJN VALT. Met een zucht van verlichting liet Felix Heriot zich in een van de groote leeren fauteuils vallen, die in de ka mer stonden. Hij was do:dmoe en hevig geschokt. Zelfs zijn zelf vertrouwen was hij voor het oogenblik kwijt. Had hij verkeerd gedaan met Kendal de waarheid te vertellen? Het scheen daarnet het verstandigst en tevens de snelste manier om de boosheid van den man van Cecily af te wenden. Nu hij echter alleen was, gevoelde hij zich heeie- maal niet zoo zeker van zijn wijsheid. „Een geval, dat revanche eischt, Heriot, mijn jongen!" eindigde hij zijn zelfbeschouwing. Hij liet zijn gebalde vuist op de armleuning van zijn stoel vallen, terwijl hij binnensmonds vloekte. Daarbij werd hij zich eensklaps bewust, dat die hand hem erg veel pijn deed. Hij legde zijn sigaar neer en onderzocht de pijnlijke plek nauwkeurig. Ja, net als hij gedacht had. Hij had de snee, die hij zichzelf den vorigen avond gegeven ha,d, opengeslagen. Het was een kleine driehoe kige wond, die re onschuldig genoeg uitzag; maar de omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder hij haar opgeloopen had, was er alle reden om voorzichtig te zijn. Hij ging zijn studeerkamer uit, om nog even een ontsmettingsmiddel uit zijn spreekkamer te halen. Door de hall gaande, zag hij de deur van de eetkamer open staan en hij ging er binnen om zich een glas whisky in te schenken. Hij merkte daarbij op, hoe zijn hand beefde en dat feit ergerde hem onuitsprekelijk. Waarom zou zijn hand beven? De beleedigingen en groote woor den van een praatjesmaker ais Kendal hadden toch geen vat op zijn zenuwen? Die gedachte maakte hem zoo boos, dat hij opnieuw een groot glas whisky inschonk en het in één teug leegdronk. Voor hij er erg in had, was zijn glas alweer gevuld. Hij verbaasde zich over zichzelf, dat hij zooveel whisky dronk, hij, een man, die haast nooit van alcohol gebruik maakte. Maar hij was zich ook be wust hoe'n heerlijk gevoel van warmte en comfort het hem gaf. Hij kreeg er zelfs een anderen kijk door op den stand van zaken. Cecily was veilig getrouwd met Kendal en Kendal was veel te verstandig om ten slotte niet in te zien, dat het veel prettiger voor hem was op vriendschap- pelijken voet met zijn vrouw's oom te staan met den Onlangs gaf het Handelsblad merkwaardige cijfers over leden-winst en leden-verlies van een aantal kerk genootschappen in Duitschland. Het ontleende die ge gevens aan „Die Wartburg", naar we meenen te weten het orgaan van de Luthersche kerk. Het eerste staatje geeft aan hoeveel Katholieken Protestant werden en hoeveel Protestanten overgingen naar de R.K. Roomsehen Protestanten Winst voor die Protestant die R.K. de Jaar werden: werden: Protestanten 1910 8270 4779 3491 1920 11017 8565 2452 1921 11454 8030 3424 1922 10176 7185 2991 1923 9547 7245 2302 1924 10880 6953 3927 1925 13591 6938 6653 1926 14874 6957 7917 1927 15328 7407 7921 Zooals men ziet loopt het bij die „verwisseling" over niet onaanzienlijke getallen. Toch vallen deze in het niet bij die, welke aangeven, hoeveel personen zich van elk kerkgenootschap los maakten, wat natuurlijk nog niet wil zeggen, dat zij „ongeloovigen" werden. Dit staate ziet er aldus uit: Aantal van hen, Uitgetredenen dat zich weer bij een Jaar: uit de kerken: kerkgenootschap aansloot 1919 229.778 695 1920 305.584 7.211 1921 246 025 24.428 1922 149.709 19.066 1923 111.866 17.236 1924 68.347 22.218 1925 131.739 22.168 1926 180.722 18.464 1927 165.219 16.776 Samen 1.589.039 148.262 Over de beteekenis van deze getallen en van het verschijnsel op zich zelf, willen we het niet hebben. Het oordeel daarover zal wel sterk uiteenloopen, al zal nie mand de belangrijkheid ontkennen. Voor zoover ons bekend is, bestaan soortgelijke gege vens voor ons land niet Kan'iemand ze ons bezorgen, dan willen wij ze gaarne publlceeren. Zitting van Maandag 17 Februari. AANGENAME AFWISSELING IN HET EENTOONIGE LEVEN DER EILANDBEWONERS. Gedurende een der laatste Noordwestelijke stormen die Hollands duinen beukten, strandde in de nabijheid van Texel een kiel met hout bela&n, zoo de dichter zegt, en een aantal sportlievenden Tesselaars bevonden zich alzoo op het zeestrand, ten einde deelachtig te worden man die vooveel wist. Maar stel, dat Kendal onredelijk zou blijken te zijn? Wel, dan bleef er toch immers maar één ding te doen over: dan moest Kendal uit den weg geruimd worden! Hij liep de kamer op en neer, terwijl hij ernstig na dacht Ongetwijfeld bestond het testament, dat Kendal ter ge legenheid van zijn huwelijk had laten maken, nog on veranderd. Hij had nu nog geen tijd gehad het te herroe pen en wilde dat misschien ook niet Ja, Kendal moest uit den weg geruimd worden, maar hoe? Langzaam hief hij zijn hoofd op, dat hij in diep ge peins verzonken op zijn borst had laten hangen. Hè, wat was het zwaar! De tijdelijk opwekkende invloed van do whisky was verdwenen en nu voelde hij zich duizelig en onvast. Weer ging hij de kamer uit. Achter in het huis was een uitbouw in den tuin. Heriot gebruikte hem als laboratorium. Daarheen begaf hij zich nu. Hij opende de deur met een sleutel, die alleen in zijn bezit was, en ging binnen. Hetgeen hij hier was komen zoeken, stond op de plank aan het andere eind van de kamer. Het scheen hem te wenken, dat kleine fleschje, half-vol met een kleurlooze vloeistof. Hij bleef staan on der het glazen dak en bekeek zijn gewonde hand op nieuw. Het wondje zag heelemaal wit, maar de randen weken af, zoodat hij ze naar elkaar toe moest knijpen. Dat moest verbonden worden. Maar eerst moest hij het fleschje hebben. Hè, wat -voelde hij zich beroerd! Hij nam het in de hand. Hij nam het in de hand. „Eén druppel." zei hij. terwijl hij het tegen het licht hield. „Eén druppel uit jou. vriend, en de man die jou binnen gekregen heeft, is in het bezit van den sleutel die het raadsel van het Hiernamaals oplossen kan." Maar terwijl hij zoo stond, leek eenklaps de vloer on der hem heen en weer te zwaaien. Hij voelde zich als het ware naar beneden getrokken. Angstig afwerend strekte hij zijn handen uit. Met een zware bons viel hij op den grond. Een scherp gerinkel van gebroken glas, daarna stilte Anthony Kendal kwam de bibliotheek van zijn huis binnen, met het gevoel van een man, die afgedaan heeft met het leven. Uren achter elkaar liep hij de groote ruimte op en neer, zonder eigenlijk te weten wat hij dacht en wat hij nu verder doen moest. Er werd geklopt en de butler bracht een telegram binnen. Met bevende vingers greep hij er naar. „Lady Kendal hier! Kom onmiddellijk. PAGET," aan de gratis houtbedeeling, die de zee hen aanbracht. Weliswaar is men verplicht aangifte te doen en wordt alsdan voor den eersten vinder 10 procent van de op brengst, met een maximum van i 100 uitgekeerd, doch ftlemand schijnt iets voor die wettelijke regeling en eer lijke verdiensten te voelen. Strandjutten geeft meer emo tie en de prikkeling van het verbodene, waardoor reeds Adam in het paradijs leelijk op de koffie kwam. Het aangespoelde fonkelnieuwe hout, voornamelijk latten, werd dus met grooten ijver verzameld en huiswaarts ge- s'eept. Tot eensklaps de heer Daalder. Tessels enormen strandvonder ten tooneele verscheen, de verschillende strandjutters betrapte en op den bon slingerde. Maandag hield de politierechter eens flinke opruiming onder die houtknerpers en werd ieder gestraft naar de mate zijner ongerechtigheden. Mijnheer Bram B. werd opgeknapt met f 20 boete of 20 dagen. De heeren K. de R.. M. J. Br. en .Tan B ieder met f 25 boete of 25 dagen en Rijer K. tot f 35 boete of 35 dagen en zijn compagnon Jan M. ten slotte kwam er met f 30 boete of 30 dagen af. De verschillende delinquenten stelden zonder twijfel zeer veel vertrouwen in de eerlijkheid van Daalder en den politierechter, daar geen hunner zijn intelligenten postzegel voor de rechtbank vertoonde. Hun afwezigheid kwam echter de snelheid van de rechtspleging meer ten goede. DE BERG WAS IN BARENSNOOD EN SLECHTS EEN BESPOTTELIJK MUTSJE WERD TER WERELD GEBRACHT. De dagvaarding zag er voor den Helderschen visscher Jan B.. die heden in een witten regenjas met een dikke actentasch gewapend voor den politierechter verscheen en meer leek op een notaris dan op een scharretjesmep per, tamelijk gevaarlijk uit. Hem toch werd ten laste gelegd dat hij op 26 Mei 1929, 't is te hopen dat de visch die Jan vangt, verscher is. zijn buurvrouw, de winke lierster Anna Naber, mejuffrouw Walrecht in de keel zou hebben geknepen en op den grond gegooi, wat lang geen kleinigheid is. Deze ongelijke vechtpartij zou zijn. ontstaan door eenige minder vriendelijke uitlatingen van Jan B. tegen een telg van mej. Walrecht, die daarop had gerepliceerd door Jan een tuchthuisboef te noemen. Deze oudbakken, doch breed opgezette strafzaak, waar in 4 vrouwelijke getuigen werden gehoerd, had echter voor Jan een niet onvoordeelig verloop. De gehoorde da mes, waarvan de een meer en de ander veel minder te gen Jan bleek te zijn geposteerd, gaven zulke tegen strijdige verklaringen ten beste, dat. de officier er geen touw aan vast dorst te knoopen en uit bezqpgdheid voor een herhaling in zakformaat van de beruchte zaak Klun- der en Theunissen, voorzichtigheidshalve maar vrij spraak vroeg. De politierechter was minder scrupuleus en meende bewijs genoeg te hebben verzameld om Jan te veroordeolen. maar dan tot een zoo minimale straf, als maar zelden voor vrouwenmishandeling wordt opgelegd, namelijk 2 pop of 2 dagen Jan keek nog niet eens blij, omdat hij onschuldig meende te zijn. Hij wilde wel in het vonnis berusten, maar die edelmoedigheid verdroeg de politierechter niet en raadde deze hem aan maar in hooger beroep te gaan, waarvoor hij 14 dagen tijd kreeg. Maar Jan zal wel wijzer zijn geen soesah te maken voor die armzalige twee piek! DAT MANNETJE GEEFT HEEL WAT WERK AAN DE HEEREN. In den loop van 't vorige jaar had zekere Joh. G. uit Heerhugowaard 'n rywielbelastingplaatje achteroverge drukt, welk feit was gepleegd op 4 Augustus te Kalver- dijk op 21 October en 11 November had deze zaak reeds op de rol gepronkt, doch was ten slotte weer aangehou den tot 17 Febr. Nu waren we eindelijk weer zoo ver, doch nu was Jan weer absent en kon de zaak. daar do politierechter blijkbaar bijzonder op zijn tegenwoordig heid was gesteld, weer niet door gaan. Besloten werd „Is er een antwoord op, mijnheer?" „Een antwoord?" herhaalde hij, zijn oogen als gena geld aan het verlichtjngbrengende papier. „Ja." Trillend schreef hij op: „Kom vanavond. Kendal." Toch verliet hij Londen dien avond niet. Tien minuten later kwam er een boodschapper uit Norfolk Street, Pall Mali. Felix Heriot was dood. Toen Kendal het nieuws hoorde, voelde hij zich als verdoofd. Hij haatte den man zoo intens, dat hij er een oogenblik v^n overtuigd was, dat zijn wensch alleen al voldoende geweest was om hem te laten sterven. Hij pro beerde dit denkbeeld zoo veel mogelijk van zich af te zetten. Alles wees op zelfmoord en als dat zoo was, dan vond Kendal, kwam een deel van die bloedschuld ook op hem neer. Maar tegen Jocelyn Paget, die hem den volgenden mor gen van het station af kwam halen, zei hij niets over zelfmoord. Hij vertelde hem slechts dat hij in de stad had moeten blijven voor den plotsellngen dood van zijn vrouw's oom, ten gevolge van een ongeluk. ..Hoe het precies gebeurd is. weten we natuurlijk niet... Maar laten we daar nu niet over prateiv En mijn vrouw mag er niets van weten. Vertel me alles van jezelf en waarom zij hier is. Zie je. beste jongen, ik weet alles...s ik bedoel van verwisseling en zoo..." Terwijl ze door de beschaduwde lanen reden, deelde Jocelyn Kendal mede wat hij wist. Onder de boomen. terzijde van de oprijlaan, zagen ze een wit kleed schemeren. Paget stootte Kendal aan. „Daar is ze. ga naar haar toe," zei hij zacht. „Maar neem haar bij verrassing, geef haar geen tijd om bang te worden!" Toen hij alleen het grasveld naar zijn huis overstak, lachte Paget in zichzelf over den raad, dien hij gegeven had. Er lag humor in de heele situatie tragische hu mor. En plotseling was hij zich bewust dat zijn oogen nat waren. „Cecily!" Kendal gebruikte nu den naam, dien hij wist, dat de hare was. Met een kreet van schrik keerde z® zich om. op die bekende stem. Hij was dadelijk naast haar, haar handen in de zijne, zijn arm om haar middel, vóór ze den tijd had haar moed bijeen te rapen. „Mijn vrouw! Dierbare Paradijskoningin!" fluisterde hU. En zoo bij verrassing nam hij de vesting in. Later sprak hij over de noodzakelijkheid van vergeving, maar ze lachte. Een lach, die zich met den zijnen vermengde. Van vergeving is immers in het Paradijs geen sprake!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1