SchagerCourant De Opium in haar fabrikatie en verbruik III 1 1 Ixl Tweede Blad. Ingezonden Stukken. De nieuwe Ziektewet. Waar en hoe het gewonnen wordt. Woensdag 19 Februari 1930 73ste Jaargang. No. 8615 Warmenhuizen 15 Febr. 1930. Geachte Redactie. Aan den Raad der Gemeente Warmenhuizen werd door mij een verzoek ingediend tot: le annuleering van een door niets gemotiveerde huishuurverhooging, 2e. be taling door de Gemeente van de in de schoolwoning aan gelegde lichtleiding. Door den heer Slot werd wat punt le betreft, in de zitting van 30 Dec. j.1. een kwestie aangeboord, die dag- teekent van eenigen tijd terug. Deze opmerking van den heer Slot verraste mij en deed mij tevens aangenaam aan. Immers, nu werd eindelijk in de Gemeente-verga derzaal zelve gewezen op het mij indertijd aangedane onrecht. Wat toch is het geval. Bij mijn sollicitatiebezoek op 11 Jan. 1924 werd ik ont vangen door 't volledige college van B. en W. Men stelde mij verschillende vragen in het belang der gemeente noo- dig. Daarna verzocht ik de voor mijn belang gewenschte vragen te mogen doen. Mijn vorige betrekking was een zeer goede, ik had o.a. twee voor sollicitatie belangrijke bijacten en kon rekenen op krachtigen steun, moest dus goed weten of de verandering een verbetering zou kun nen zijn. Op mijn uitvoerige vragen volgde uitvoerig ant woord. De splitsing, aantal leerlingen, tuinbouwonder- wijs (er werden twee by-acten gevraagd), de woning, tuin, huishuur enz., kwamen ter sprake. Nauwkeurig werd berekend men was zeer welwillend welk be drag ik aan gemeentelijke inkomstenbelasting zou moe ten betalen en er aan toegevoegd, dat de belasting zich bewoog in dalende lijn; land- of tuinbouwcursus vrij vei lig. De gemeente subsidieert thans zonder wettelijke ver plichting een speciaal Katholieken cursus, die de mijne er wel onder zal werken: uitsluiting van iemand, die, het zij met gerustheid gezegd, als leider van die cursus- Ben goed beviel, doch geen katholiek is, immers, er was èn door den Rijkstuinbouwconsulent èn door de vereeni- ging „De Noord" èn door mij zelf op samenleving aan gestuurd. De belasting is bij verminderd salaris, thans drie maal zoo hoog. Verder laat ik deze punten rusten. De woning echter, het tweede en laatste compensatie object. Verklaring van het volledige college va»v B- en W.: üw woninghuur is f 250.U krijgt na de splitsing een prachtig nieuw huis, villa-trant, kamers- en suite, los van de school, een mooie brug er vóór." In verband met den door mij gewenschten tuin werd de nauwkeurige oppervlakte van 't gekochte bouwterrein genoemd. Dit alles stemde tot tevredenheid. Men vroeg mij, of ik een eventueele benoeming zou aanvaarden. Ik kon niet besluiten. We spraken af: zeven dagen be denktijd. Thuisgekomen, werd gewikt en gewogen. De voordeelen (huis, belasting), konden de nadeelen even tjes compenseeren, meenden we. We wilden wel eens naar Holland. Aan de betrouwbaarheid van de aan mij verstrekte gegevens, w.o. pertinente beloften, werd niet getwijfeld. Helaas De sollicitant neemt de benoeming aan. Ten aanzien van 't beloofde wordt hét snoeimes ter hand genomèn. Het bouwplan van de woning wordt veranderd, het huis wordt een huisje, dat, hoewel bewoonbaar, niet beant woordt aan de voorgespiegelde beschrijving, en in Mei, ik was toen reeds hier, volgde vaststelling van dit ge wijzigde plan. Dit werd mij toendertijd niet door 't ge meentebestuur meegedeeld, doch blijkt uit de mij door den architect op mijn verzoek verstrekte gegevens, en wordt thans in de raadszitting van 10 Febr. j.1. erkend. (Zie Schager Courant). Dit is nog niet ge noeg. Een paar maanden na mijn infunctietreden, wórdt tot mijn verwondering over den huurprijs van de nieuwe woning gesproken. De heer De Groot, wethouder, wil zelfs f 400, de andere leden van het college is dit te bar. 't Wordt f 300. De Raad neemt het aan, terwijl ditzelfde college in 1921, volgens de notulen van de desbetreffende raadszitting de huur van mijn voorganger stelde op f 150, en deze toen aan salaris f 1260, meer ontving dan ik bij 't begin van mijn komst alhier (officieele gege vens). De stemming daarover geschiedde met één stem tegen. De zittende raadsleden waren op 1 na dezelfde. Het snoeimes werkte. De sollicitant werd ontnuchterd... en... het snoeimes zou nog een dienst doen (electrische leiding). Nu heb ik begrijpelijkerwijs niet geheel stil gezeten. Ik heb geadresseerd en in 1925 aan alle raadsleden de zaak trachten duidelijk te maken, door een persoonlijk onderhoud. De heer Nannis zei onder meer: Ik heb uw nieuwe woning bezichtigd. Uw voorganger zou er onmo gelijk in hebben kunnen wonen. Ik voel er alles voor het geschil tusschen U en het gemeentebestuur ui den weg te ruimen,"; de heer Molenaar keek langs mij heen; de heer Hof voelde ook voor bijleggen. De op zijn zachtst gesproken onjuiste houding jegens mij van Warmenhui- zens Gemeentebestuur had veel kans in een meer tege moetkomende te veranderen. Doch ziet. Duistere mach ten werkten. De katholieke fractie werd eensgezind, zelfs de heer Nannes, die zich 't meest positief had uit gelaten, stemde tegen. Nieuwe ontnuchtering, 't Behaalde voordeel op den ambtenaar moest gefixeerd worden. „Van des adressanten salaris kan 't wel af," is thans de sympathieke opmerking van den heer De Groot. (Alk- maarsche Courant). De heer Molenaar maakt den in druk met de ellebogen alles ter zijde te werken, 't zij recht of onrecht, het doel in *t oog: 2% cent belasting voordeel per hoofd. Theatrale opmerkingen van hen die geen getuigenissen meer afleggen." (er vlak naast trou wens: zie hierboven) worden gebezigd. De opmerkingen over het huis, zegt de heer Molenaar, gelden niet. Wat geldt dan voor den heer Molenaar wel?! Zelfs de Voorzitter, die volgens eigen getuigenis niet met de voorgeschiedenis op de hoogte is, en zich dus minstens op neutraal standpunt had moeten plaatsen, lanceert een opmerking over de waarde van het perceel, een punt, dat met de zaak in kwestie geen verband houdt. De lichtleiding. Welk een ontevredenheid toch! Slechts f 125.en... adressant is geheel gelijk gesteld met an dere ambtenaren! Toch niet, lezer. In twee der grootste ambtenaarswoningen legde de gemeente zelf de leiding aan (directeurswoning gasfabriek en woning gemeente secretaris). Bovendien voegde ik toe aan mijn verzoek schrift een lijst van corporatiewoningen, een tiental, soortgelijk aan de mijne woning-annex zaak of in richting waaruit blijkt, dat aanleg vanwege de cor poratie usance was. En van verschillende dier corpora- tiën zijn raadsleden, bestuurslid. Evenwel, dit punt is, volgens informatie ter gemeentesecretarie en bij een der raadsleden niet behandeld en komt dus opnieuw aan de orde. Sommige raadsleden verklaarden mij, gezien de er mee samenhangende bovenbedoelde feiten, deze zaak onbillijk te vinden. De heer Molenaar raadde mij te adresseeren over dit punt. Hoofdzaak is (en blijft nog verder), inlossing van ge dane voorspiegelingen, pertinente beloften: herstel, voor zoover mogelijk, (het huis staat als een rots) van on recht Tenslotte Mijnheer de Redacteur, nog dit: In mijn verzoekschrift werd vooral ook gewezen op gelijkstelling Dit betrof de woninghuur voor de ambtswoning bij de R.K. Jongensschool, vroeger door mij bewoond. Dit ar gument werd door den heer Slot nader belicht. De huur is volgens mededeeling Van den tegenwoordigen bewoner aan mij persoonlijk: f 250.Door een der raadsleden, zelf lid van het R.K. schoolbestuur, meen ik, werd het vermoeden uitgesproken, dat dit f 300 was. Dit vermoe den is dus niet juist Evenwel, moge ik hier nogmaals wijzen op DE hoofdzaak. T. DONIA. Lettergreep voor lettergreep! Aldus, zoo nauwkeurig en duidelijk mogelijk moet U Aspirin vragen. Het is niet voldoende "een tabletje" of "een middel tegen hoofdpijn" enz. te verlangen, want dit leidt vaak tot onaan gename vergissingen. Natuurlijk moet U dan ook letten op de onbedriegelijke kenmerken der echte Aspirin-Tabletten: origineele ver pakking met het ÖAYER-kruis en den oranje band. Alleen dan heeft U de volle zekerheid, de echte Aspirin- Tahlelien te ontvangen, welke bij alle verkoudheidsziekten, rheumatiek, hoofd-en kiespijn^ enz. onmisbaar zijn. eenig op de wereld K. d. B. to Gr. stelt de volgende vraag, die inder- laad van minder alledaagschen omvang is: Valt iemand, die op 1 Maart a.s. ziek is, direct onder de wet, dus reeds vóórdat er premie is betaald, en zoo ja, is er dan een grens voor den duur der ziekte vóór 1 Maart? Hoe als hij invalide is? Antwoord: In de wet is geen bepaling, waaruit valt af te leiden, dat iemand, die reeds ziek is, wanneer de wet in werking treedt, er automatisch onder valt. In dien dus een arbeider op 1 Maart ziek is, en hij is verzekerd, ontstaat zijn recht op uitkeering eerst op 1 Maart. Hij heeft dan dus geen recht, maar krijgt het pas op 1 Maart. De administratieve organen zul len dan hebben uit te maken, of hij onder de wet valt en zoo ja, hoe lang hij uitkeering kan.genieten. Ik vermoed, dat deze gevallen wel weinig zullen voorkomen, daar immers een arbeider, die op 1 Maart al eenigen tijd ziek is, wel niet in dienstbetrekking zal zijn, en er dus voor hem wel geen verzekering volgens deze wet zal zijn. Mogelijk blijft, dat een ar beider b.v. op 28 Febr. ziek wordt, en wel is opgege ven door zijn patroon. Naar mijn meening zal men aan dezen arbeider,wel uitkeering kunnen geven van af 4 Maart. Het door U gestelde geval is anders dan ik hierbo ven vermeld heb. In Uw vraag is de betrokkene geen arbeider, maar zelfstandig werkend. In mijn artikel is, naar ik meen, voldoende duidelijk tot uiting ge komen, dat men arbeider moet zijn. Uw vraag had dus wel achterwege kunnen blijven, maar ik beant woord haar niettemin uitvoerig, omdat er gevallen kunnen zijn, waarin de betrokkene wel arbeider is. Wie niet in loondienst is, valt niet onder de Ziekte wet. Hij kan dus nooit uitkeering krijgen, ook niet al was hij tot voor kort wel arbeider. Beslissend voor het al of niet zijn van arbeider is de dag van 1 Maart a.s. Bovendien valt Uw man niet onder de wet, om dat hij reeds invaliditeitsrente geniet, en hij dus niet ziek, maar invalide is. Hij valt dus reeds onder een andere sociale verzekeringswet. In het artikel is dit ook wel te lezen. Uw betrokkene is werkgever, al thans ondernemer zelf, en valt er dus beslist buiten, Men moet onbetwist arbeider zijn, dus bij een onder neming in loondienst. Dat over langen duur vóór 1 Maart toch uitkeering zal worden gegeven, betwijfel ik. Volgens de wet wordt maximum 6 maanden uitkeering betaald. In dien men dus vanaf 1 Maart met terugwerkende kracht ging betalen, zou men hoogstens 6 maanden terug kunnen gaan. Deze heeie methode acht ik in strijd met de wet. De wet gaat in op 1 Maart, cn men moet dus op 1 Maart beginnen en niet terug rekenen. Ik twijfel dan ook niet, of een eventueele overgangsbepaling zal hoogstens een paar dagen, al thans zeer korten tijd, kunnen betreffen, en alleen diegenen ten goede kunnen komen, die door hun pa troon reeds verzekerd zijn en op 1 Maart nog in zijn dienst zijn. Dit kan ik ook wel billijk achten. Mr. BUISKOOL. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Waar komt ons reukwerk vandaan? Als wij in den winkel een fleschje parfum koopen, denken wij er gewoonlijk niet aan, welken arbeid er noodig is geweest, om het geurige vocht tot ons te brengen. En evenmin geven wij er ons zelf rekenschap van, hoe en waar het goed eigenlijk gemaakt wordt. In Bulgarije worden rozen op groote schaal gekweekt, hoofdzakelijk met het doel om de geur te bewaren en deze te vermengen met andere bestanddeelen, waar door men de modegeurtjes verkrijgt. Maar welke geur er in de mode mag zijn, de roos levert hiervoor toch steeds het hoofdbestanddeel. De rozenolie-fabrieken hebben voor hun product knoppen noodig, welke nau welijks zijn opengesprongen. De boerenmeisjes gaan eiken morgen de uitgestrekte rozenvelden door, om de knoppen, welke overdag zullen opengaan, af te pluk ken. De knoppen mogen tijdens het plukken ook niet opengaan, want door de felle zon zou er te veel van de geur verloren gaan en deze moet juist bewaard blijven. De roos, welke voor dit doel gekweekt wordt, is klein en onaanzienlijk; zij is bijzonder geurig en brengt veel bloemen voort Deze roos, Damasciner genaamd, wordt uit Perzië ingevoerd. Jaren geleden is dezelfde soort ook in Turkije en Griekenland aangeplant, maar Bulgarije is toch steeds aan de spits blijven staan, wat betreft de fabricatie van rozen-olie. Griekenland levext aan de fabrikanten van reukwerk ongeveer 10 K.G. rozenolie tegen Bulgarije 2500 K,G. Met het plukken wordt steeds vroeg in den morgen begonnen, en voor den middag trekken de muildieren, beladen met zakken vol rozeknoppen, naar de fabrieken. Bij de fabrieken De vernietigende uitwerking op het men- schelijk lichaam. Wat is opium eigenlijk? Opium is het gedroogde sap van de halfrijpe zaaddoozen van den maan kop, ook wel papaver genaamd. In Hindostan, Perzië, Klein-Azië en Egypte wordt de papaver ge kweekt om het sap te verkrijgen, waarvan dan opium wordt gemaakt; ook in Europa wordt de plant ge teeld: Het verrimelen van opium uit de halfrijpe zaad doozen geschiedt op de volgende wijze: Eenige dagen, nadat de bloembladeren zijn afge vallen, worden er in de zaaddoozen insnijdingen ge maakt, waarbij nauwlettend wordt toegezien, dat het mes niet tot in de holte der zaaddoos doordringt. Uit deze insnijdingen vloeit dan een witte vloeistof, wel ke eerst melkachtig is, en zich weldra aan de randen der insnijdingen verdikt. Gedurende vierentwintig uur laat men de planten in dien toestand en dgn volgenden dag wordt het opium verzameld door mid del van groote stompe messen. Elke doosvrucht geeft slechts eens opium, en dan niet meer dan eenige grammen. Het opium komt echter niet zoo zuiver in den handel als de plant het voortbrengt. De eerste vervalsching geschiedt reeds bij het inzamelen als bij het afschrappen een wei nig van de opperhuid van de vrucht wordt meegenomen om het gewicht te verhoogen. Als het opium is ingezameld, is het een kleverige wasach tige bruine massa, welke een zoetachtigen bitteren smaak heeft. Er zijn verschillende soor ten van opium in den han del, de voornaamste zijn wel: Smyrnaasch, Constantino- pelsch, Egyptisch, Perzisch, cn Indisch opium. Opium be staat uit verschillende be standdeelen, zooals: houtve zels, planteneiwit, caout chouc, hars, vette olie en een aantal loogzouten, waarvan de voornaamste zijn morphine, narcotine, codoïne, enz. De uitwerkingen van het opium op den mensch verschillen naarmate de hoeveelheid, welke gebruikt wordt en den persoon, die het gebruikt. Een kleine dosis opium kan als geneesmiddel een heilzame uit werking hebben, maar bij geregeld verbruik, en waarbij de hoeveelheid niet zelden stee.ds wordt op gevoerd, lijdt opium tot algeheelen ondergang. In een kleine dosis, bijvoorbeeld van een vierde of een halve grein (medicijn-gewicht 0.65 gram), werkt opium over het algemeen prikkelend; de pols wordt eenigszins versneld., de gemoedsgesteldheid gewoon lijk meer opgewekt en er bestaat een gevoel van wel behagen en een geschiktheid voor lichamelijke en geestelijke inspanning Doch weldra worden deze verschijnselen gevolgd door vermindering van spierkracht, ongevoeligheid voor inwendige indrukken, lusteloosheid en neiging tot slapen. Dit zijn de gewone uitwerkselen bij men schen, die niet aan gebruik van opium gewoon zijn; doch door herhaald gebruik neemt de invloed sterk af, cn bij gevolg zijn zij, die opium nemen om een De opinm mag zich den laatsten tijd in een groote belangstelling ver heugen, gelukkig minder van de zijde der verbruikers, dan van die der bestrijders Wel is de opiumbestrijding niet van vandaag of gisteren, maar sinds de Volkenbond bestaat heeft deze zijn bemoeiingen elk jaar van van de vorderingen, die de bestrij ding maakt en van de groote hin derpalen, die haar nog steeds in den weg worden gelegd. Het Is naar aan leiding van deze internationale conferentie van de opium-commis sie van den Volkenbond, dat wij hiermede een serie artikelen ope nen, welke dit vraagstuk van ver schillende zijden zullen belichten. Dit alles zijn de gevolgen bjj menschen, die aan het gebruik van opium niet zijn gewend. De z.g. opiuni eters en -rookers reageeren hierop geheel anders. De opiumeiers nemen het vergif gewoonlijk in den vorm van pillen, of ook wel als een papje. De werking van opium openbaart zich gewoonlijk een of twee uren, nadat het is ingenomen cn duurt vijf tot zes uur en OPtun li «"IM* mimi Hllllf <V :angename opgewektheid te verwekken, genoodzaakt telkens een grootere hoeveelheid te nemen In groo- tere hoeveelheden, bijvoorbeeld van meer dan twee tot vier grein, zijn de verschijnselen geheel anders. Meestal treedt er dan terstond duizeligheid en dof heid op, zonder dat er eerst opgewektheid heeft be staan. De gevoelloosheid neemt steeds toe: de lijder wordt bewegingsloos en ongevoelig voor uitwendige indrukken; de ademhaling is zeer langzaam; de lij der ligt roerloos met gesloten oogen en samengetrok ken pupillen. Naarmate het vergif sterker werkt, wordt de pols steeds zwakker en verslappen de spie ren en als er geen spoedige hulp wordt aangebracht, treedt de dood in. Herstelt de patiënt, dan gaat die gevaarlijke toestand over in een langdurigen slaap, welke wel zesendertig uur kan duren. veroorzaakt dan een hoogen graad van opgewekt heid, welken de opium-eters als het toppunt van ge luk beschrijven. De opium-eter is terstond aan zijn uiterlijk te kennen. Zij zijn zeer mager, hebben een bleek gele gelaatskleur en een slependen gang; de oogen liggen diep in hun kassen en hebben een eigenaardigen gloed De geestvermogens en li chaamskrachten van een opium-eter zijn totaal uit geput; hij is voor niets meer geschikt en toch voelt hij zich gedrongen telkens grootere hoeveelheden te nemen. Opium-eters worden zelden ouder dan veertig jaar, daar zij ten laatste aan hevige zenuwpijnen gaan lij den, waartegen zelfs het verdoovingsmiddel niet helpt. De opiumrookers blazen den rook nooit uit door den mond, maar steeds door de neusgaten. Het eerste uitwerksel van het opiumschuiven is, dat de rookers spraakzamer en levendiger worden. Doch weldra bedaren zij en treedt er een soort verdooving in, daarna vallen zij in een diepen slaap, welke soms wel vier uur duurt. Het rooken van opium leidt niet alleen tot physiek, maar ook tot moreel verderf van den gebruiker. De invloed van het vergif op het gehecle gestel uit zich voornamelijk door dofheid, verbijstering der verstande lijke vermogens, zwakte, vuil gele kleur van de lippen en oogen. Krijgen deze men schen niet op hun gewonen tijd opium, dan worden zij duizelig en beginnen de oogen te tranen en, zou het opium hun plotseling geheel onthouden worden, dan wor den de ongelukkigen meestal krankzinnig. Uit de geschiedenis blijkt, dat het gebruik van opium reeds in de oudheid bekend was; vooral in de geneeskun de werd er een druk ge bruik van gemaakt. De Grieksche wijsgeer Hippocra- tes verklaarde, dat men zon der opium onmogelijk de ge neeskunde kon uitoefenen. v+"kjK fl *n 0U(*e Egypte was het opium dan ook alleen maar voor medische doeleinden toegelaten. Maar ondanks dezen maatregel werd er in het geheim door de Egyptenaren veel opium ge bruikt. De Egyptische toovenaars bereidden uit heulzaad on nachtschadebladeren een drank, welke een die pen slaap veroorzaakte en de menschen dikwijls voor eenige dagen van het verstand beroofde. In de Oostersche landen, en vooral in China, is het ge bruik van opium zeer sterk. In de groote steden be staan er speciale gelegenheden, z.g opiumkitten, waar de inboorlingen zich gaan bedwelmen. Zelfs in Londen, Parijs en Weenen, vindt men opiumkitten. Dat het opiumgebruik niet van de laatste jaren da teert, blijkt wel uit het feit, dat er reeds in 1870 vier- honderdmillioen menschen waren, die aan opium wa ren verslaafd. wordt de inhoud van elke zak nauwkeurig gewogen en de meisjes kijken scherp toe, dat het gewicht van hun oogst ook nauwkeurig wordt aangeteekend. Dit werk wordt niet al te best betaald en er moet iederen dag worden afgerekend. De roosjes, welke kort tevoren nog het zonlicht zagen, worden nu in groote koperen ketels gegooid en met kokend water overgoten, zoodat de massa spoedig kookt. De damp, welke zich dan ont wikkeld, wordt opgevangen en na eenigen tijd wordt van het water, de rozenolie afgeschept Dit proces van koken en olie-afscheppen, wordt nog verscheidene malen herhaald, voordat de olie geschikt is voor het gebruik. Van een zak, welke met ongeveer duizend knoppen is gevuld, blijven slechts enkele grammen olie over. Vroe ger werd met de vervaardiging van de kostbare olie dikwijls geknoeid, en probeerden de fabrikanten met behulp van glycerine hun voorraad grooter te maken. Tegenwoordig is het bedrijf der 20 fabrieken, we'ke de wereld van rozenolie voorzien, kosteloos te bezichti gen. Het gebeurt dikwijls, dat groote afnemers uit Pa rijs op kosten van de fabriek enkele weken in Bulgarije doorbrengen, om het geheele proces nauwkeurig te vol gen. In den bloeitijd van de rozen wordt er hard ge werkt; het bedrijf gaat dan dag en nacht door, want de oogst is zoo groot, dat dit niet in één dag kan worden afgewerkt en de rozen moeten minstens 24 uur na het plukken worden bewerkt, anders gaat er te veel van de geur verloren. De rezenkweekers zijn veelal Tur ken, die in Bulgarije worden toegelaten. Door de rozen- kweekerij hebben zij een eenvoudig bestaan, mits de arbeid door al de gezinsleden wordt verricht; betaalde hulp kan er niet op overschieten. Frankrijk is de grootste afnemer van rozenolie met 1570 K.G. per jaar; daarna volgen Amerika met 228 K.G.; Duitschland met 205 K.G.; Engeland, Zwitserland en de overige landen zijn maar kleine afnemers. Als nevenbedrijf leggen de boeren zich tegenwoordig ook toe op het kweeken van een bepaald soort malva, welke bij de vervaardi ging van toiletzeep wordt gebruikt. Het voordeel van deze plant is, dat zoowel de bloemen als de bladeren kunnen gebruikt worden. Beide worden eerst fijn ge hakt en dan op dezelfde manier behandeld als de roze knoppen. Kindervoeding. Een plakkaat op de tentoonstelling „Die Ernahrung" luidde, volgens Voeding en Hygiëne: Voeding m«* melkmengsels. Met eenvoudige mengsels van mellt^ gort- of rijstwater en suiker kunnen gezonde kinderen bij goede verzorging groeien. Een voor alle kinderen geldend voedings-dieët bestaat niet. Ook de voeding van een gezond kind behoort onder voortdurend toezicht van den arts te worden geregeld. Met de vijfde maand te beginnen moet men den zuigeling aan bijvoeding wennen; hij heeft behoeft aan plantaardige stoffen, zouten en vitaminen. De bijvoeding moet zooveel moge lijk uit vaste stoffen bestaan; brood, biscuits, suiker, rijst, haver, gerst, tarwemeel cn havervlokken. Het laten zuigen op een dot is streng verboden!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5