Gesprongen Handen Ingezonden Stukken. Plaatselijk Nieuws. Ruwe Huid Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten Dooien 30-60en90ct.Tube80rt. Bi) Apoth.en Drogisten zich zal ontwikkelen, misschien moet de polder straks wel een eigen auto'tje aanschaffen en een eigen teer- machinetje. We moetc ns aanpassen en er voor waken, dat het verket aq vooruitloopt. Wat opge leverd is en nu een pa jaar ligt, houdt zich goed. De heer Laman Trip had liever gezien, dat het be stuur mot een voorstel was gekomen om die en die wogen te verbreeden van 2M op 4 meter. We hebben ongoveer 37 K.M. weg en de verbreeding zal dus heel wat kosten. Er zijn wegen, bijv. in het zuiden van den polder, langs de Scheidingsvliet, waar de ver breeding tot 4 meter niet noodig is, en zoo zijn er mis schien meer wegen. Spr vindt het gewenscht te we ten hoeveel de verbreeding zal kosten. De Voorzitter zegt, dat het juist de groote moei lijkheid is, om een raming te maken. Er zijn proef- dekjes op breedte gemaakt, die zich goed houden, maar om nu te zeggen, de verbreeding zal zooveel kosten, dat is niet mogelijk. Het bestuur zou dan ook willen dat het gerechtigd werd tot het af- en overschrijven van en op de verschillende posten. Het is en blijft altijd ramen en spr. wijst er op, dat een voorgenomen werk soms opgegeven meet worden door bijv. het in elkaar vallen van een duiker. Wel kan een raming v° - kosten voor de verbreeding worden gemaakt, ir als het bestuur een bedrag noemde, en het bestuur zou safe willen zijn, zou dat tot gevolg kunnen hebben, dat de vergadering achteruit krabbelde. Door wat is gedaan, hebben we in onzen polder eenig overzicht gekregen over de beharding, laat dan nu de vergadering besluiten aan het bestuur een blanco crediet te verleenen, op dat het de wegverbetering verder tot uitvoering kan brengen. De heer Laman Trip vindt het toch gewenscht dat de vergadering een uitspraak doet over de wegver- breeding. Is men voor verbreeding, dan moet er geld wezen en in dat geval is spr. niet tegen de posten. Spr. zou willen dat in de volgende vergadering werd medegedeeld, hoeveel wegen er zijn die op 4 meter gebracht dienen te worden en hoeveel de raming van kosten is. Op 't oogpnblik, nu we nog hebben een groene polder, acht spr. de verbreeding niet noodig, als we later hebben een bouwpolder, dan is het wat ander, maar dan kunnen de kosten er ook beter af. De heer Iloogschagen oordeelt, dat doorgegaan moet worden met teren, en dan worden de wegen successievelijk wel breeder. De heer Laman Trip concludeert, dat de heer Iloogschagen dus niet is voor het verbreeden van de wegen. De heer Dito daarentegen meent, dat de heer Hoogschagen wèl voor het verbreeden van de we gen is. De heer Iloogschagen zegt, wel voor de uitgetrok ken bedragort te zijn, maar is er niet voor, dat de wegen direct op 4 roeter breedte worden gebracht. De Voorzitter wijst er op, dat bij successievelijke verbreeding men steeds hetzelfde werk weer op nieuw krijgt en als nu de verbreeding direct wordt gemaakt, men alleen onmiddellijk meer materiaal zal behoeven. Niet overal zal de breedte 4 meter kunnen zijn, langs den Middenvliet bijv 3V* meter. Een successievelijke verbreeding acht spr. niet ver standig. De heer I-Ioogschagen zegt, dat de wegen op het oogenblik best zijn. De Voorzit'er zegt, dat daar ook voor moet wor den gezorgd, vroeger waren we in Koegras op ach ter, nu presenteeren we iets en dat is ook voor de ingelanden goed. Als de verbetering resultaat heeft afgeworpen, is dat ook in het belang van de inge landen. En laten we dan nu het aspect nog wat be ter maken, het verkeer is onnoemelijk veel grooter en laten we zorgen het vóór te blijven. De heer Hoogschagen herhaalt, niet tegen de voorgestelde posten te zijn. Do kwestie van vertrouwen in het be stuur. Het blanco crediet. De Voorzitter daarentegen betoogt opnieuw, dat het voor het bestuur moeilijk is om langs het padje der begrooting te loopen. We weten niet, wat ons in de toekomst te wachten staat. Het is mogelijk, dat er een K.M. weg bij zal komen en al zal dan de polder niet direct voor dien weg moeten zorgen, het kan toch zijn, dat we het gewenscht oordeelcn, het on derhoud over te nemen. De heer Laman Trip wil dat het bestuur nagaat welke wegen op 4 meter gebracht dienen te worden. De Voorzitter zegt, dat het bestuur vraagt, tot verbreeding van de wegen over te gaan, niet be paald tot 4 meter, maar naar gelang van de plaat selijke toestanden. De verbreeding kost niet veel, al geeft spr. toe, dat men aan het „niet veel kosten" verschillenden uitleg kan geven. De heer Hoogschagen erkent, dat het bestuur zich de laatste paar jaren goed van zijn taak heeft ge kweten. De Voorzitter vraagt, of iemand bezwaar heeft te gen de verbreeding der wegen. De heer Blankman meent, dat de wegen reeds ver breed zijn en de wegen zijn goed. De Voorzitter zou het verstandig van de vergade ring vinden wanneer zij goed vond dat het bestuur zoo geforceerd mogelijk met de verbetering der we gen doorging. De wegen zijn het bestuur nog niet goed genoeg. De heer Sluis wijst op het goede werk dat het. be stuur in de laatste jfcren ten aanzien van het. wegen- ondorhoud heeft verricht en spr. meent dan ook dat de vergadering vertrouwen in het bestuur kan heb ben. Als de vobreeding stuksgewijze komt, blijkt dat meer te kosten en daarom ligt het voor de hand dat de verbrecding in een vasteren vorm dient te worden aangepakt. Of nu alle wegen op 4 meter gebracht moeten worden, durft spr. niet advisceren, maar spr. geeft de vergadering in overweging geef het bestuur vrij mandaat om in de eerste plaats die wegen te verbreeden, die 't meest gebruikt worden. Spr. heeft vertrouwen in het bestuur, dat gedaan zal wordn wat het verkeer eischt. Het is een zaak die wel over ja ren zal gaan. De Voorzitter zegt dat de verbrecding al naar om standigheden reeds plaats vindt van Blauwe Keet naar Julianadorp langs Langevliet, van Doggersvaart naar Kortevfiet en de weg van Strooweg naar de Donkere Duinen en verder de Middenvliet tot de plaats van Biankman met een kleinere verbrecding. De heer Laman Trip meent te moeten concludeeren uit het gesprokene en het niet gesprokene, dat men met de verbreeding accoord gaat, maar spr. wijst nog eens op de consequentie dat er gelden voor noo dig zijn ook de volgende jaren; spr. acht de verbree- ding niet noodig, maar zal zichJbij 't besluit neerleg gen. Spr. vindt dat de bollen telera later de kosten veel beter kunnen betalen maar 't blijkt dat de hier aanwe zige landbouwers geen bezwaar tegen de hoogere lasten hebben. De heer Dito denkt dat de heer Laman Trip abuis .is. Onder de landbouwers zijn ook autonjders en on der de ingelanden zijn vrachtrijders die bij het elkaar passeeren op de bermen tercht moeten komen, wat af brokkeling van de wegbehardiing tot gevolg heeft. De heer Biankman meent, dat als de wegen 4 M. breed worden, men met het passeeren toch op den berm zal moeten komen. Geoordeeld wordt dat als voldoende wordt uitge weken, dit niet noodig is. Den Voorzitter doet het leed dat de heer Laman Trip meent, dat die tegenwoordige eigenaren de uit gaven niet zullen kunnen bekostigen. Spr. meent dat het verkeerd is een wissel op de toekomst te trekken. We kunnen niet zeggen dat zij die na ons komen, be ter zullen kunnen betalen. Spr. zou het willen be schouwen als gemeen goed, waarvoor het onderhoud zoowel kost. Laten we niet doen als anderen diie fondsen vormen ten bate van te maken wegen maar laten we wel trachten bijdragen te krijgen. Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de verga dering zich met het voorstel van het bestuur, om de wegen te verbreeden. En nn de dubbeltjes! De Voorzitter zegt dat nu de verbreeding is aange nomen er nog wat aan vast zit. Het bestuur zou het aangenaam vinden, wanneer vanuit de vergadering een voorstel kwam om het bestuur een bepaald cre diet te geven. De heer Grin voelt dit wel aankomen, dat we wel kunnen afzien van de verlaging der lasten met twee kwartjes, zooals vorig maal is opgenoemd. De Voorzitter zegt dat dit ook onder de noodige reserve is meegedeeld. De heer Vries heeft geen bezwaar tegen handha ving van den tegenwoordigen omslag, maar vraagt zich af of als zoo wordt doorgegaan, de lasten niet hooger dan f 7.— zullen worden. De Voorzitter zegt dat als de toestand van thans zoo blijft, hot bestuur niet verwacht dat de lasten hooger zullen worden. Maar het bestuur weet niet wat er kan gebeuren, met bruggen, duikers, enz. De heer Vries zegt, dat die zaken altijd hebben bestaan. Als de hoofdingelanden de zekerheid hadden dat de lasten f7blijven, dan was er geen bezwaar, maar er zijn hier menschen, die denken dat de lasten hooger zullen worden. Spr. vindt, waar 2 jaar geleden een leening van f 10.000 werd aangegaan, die in 2 jaar werd afgelost, dat dit wat snel gaat. We moeten het rijzon van de lasten zien te voorkomen. Is dat het geval, dan is spr. niet tegen het toestaan van een crediet. De heer Sluis wijst er op dat in die 2 jaar de lee ning is afgelost, zonder dat de lasten hooger werden dan f 7.Als dus zoo wordt doorgegaan, zal het goed zijn. Gewezen wordt op andere waterschappen, die hoogere lasten heffen. De Voorzitter beaamt dat bijv de polder Zijpe hoo gere lasten heeft zonder dat tot wegverbetering nog is overgegaan en zoodra dat wel het geval zal zijn, de lasten met f 1.zullen moeten worden verhoogd. En dan is daar de zaak zóó, dat als men dan dien gulden versnoept heeft, dan houdt men met de ver betering op. Dat is hier niet het geval. I-Iier gebeurt het met oen geforceerd tempo, maar daardoor zal men spoediger aan een vermindering van onderhouds kosten zijn. Wij schaffen oude wegen af en maken nieuwe. Wol is het onaangenaam dat een ander die wegen ook gebruikt, maar daar is niets aan te doen. Het is niet de bedoeling van het bestuur tot hoogere lasten te komen. De heeren Laman Trip en Mann moeten met het oog op het vertrek van den trein de vergadering ver laten. De Voorzitter deelt, mede, dat voor grint cn basalt in 1929 is uitbetaald f6500,terwijl de raming was f3600, voor den overweg is f700 meer besteed dan was geraamd, voor los personeel f 1000 meer, aan teer is verbruikt 212000 Kg., de vervoerkosten bedroe gen naar rato meer. Maar tegenover dit alles staat dat we er wat goeds voor hebben gekregen De heer Grin vraagt den Voorzitter, of deze denkt meer dan f7 aan lasten noodig te hebben. De Voorzitter wijst er op, dat de verbetering vorig jaar in sneller tempo is gegaan, dan oorspronkelijk de bedoeling was. Een toezegging da de lasten f7 zullen blijven, kan het bestuur met geven; wel is het de bedoeling, maar het bestuur kan zich niet vast leggen. Spr. wijst er nog eens op, dat a1 zouden de lasten bijv. f3 hooger worden men er wat voor krijgt wat misschien wel meer waard is dan f3. Het is een kwestie van koopmanschap. Do heer Jimmink denkt dat we allemaal wel voor de wegverbetering zijn, maar de Voorzitter spreekt zich niet duidelijk uit. Spr. dacht dat de verbetering wel uit de lasten van f 7 geput kon worden. Voor een groot ge deelte zijn de wogen reeds verbreed. Do Voorzitter zegt dat het voor het bestuur gevaarlijk is te beloven. Er doet zich zooveel voor, wat men te voren niet kan voorzien. Het ligt wel In de bedoeling zooveel mogelijk aan die tegenwoordige lasten te houden Want het is ook een aanbeveling voor den polder te kunnen zeggen: we hebben dit en dat en de lasten zijn zóó. De heer Jimmink: U spreekt u niet duidelijk uit. De Voorzitter zegt dat het bestuur niet meer zal doen dan noodzakelijk is. Als we het werk laten uitvoeren, kunnen we zeggen dat kost het, maar wij voeren het zelf uit en dan hangt het van de omstandigheden af. We hebben dan het materiaal, het weer en de menschen en de kwestie van het geld komt dan 't laatst. De heer Jimmink zegt dat we dit jaar met f 7 lasten volstaan. Volgend jaar kunnen we dan als het noodig is een andere beslissing nemen. De Voorzitter meent dat dit niet een goede beoordee ling Inhoudt. De heer Sluis zegt dat we hier hebben ordentelijke lasten en om die zoo laag mogelijk te houden, brengt zijn mandaat mee. Maar we moeten gemeenschappelijk den goeden toestand weten te verkrijgen en spr. meent dan dat Koegras in zeer gunstige conditie verkeert, ver geleken bij andere polders. Spr. kent ze, die het heel anders maken en waar men dan alleen nog maar sloo- ten heeft. Het geheele college Is over de geste van het bestuur wel tevreden en daarom zou spr. de zaait in handen van het bestuur willen geven. De heer Dito, tot den heer Sluis: Noemt u een blanco crediet. De heer Sluis zou daar wel voor zijn, maar waar spr. den lepel aanstonds neerlegt, acht spr. zich niet de aan gewezen persoon om een dergelijk voorstel te doen. Wel zal hij een dergelfjlt voorstel steunen. En waar niemand van de hoofdingelanden een voorstel inzake het toestaan van een crediet aan het bestuur doet, zegt de Voor zitter tenslotte dat het Bestuur dan het volgende In overweging geeft: De polder heeft bij de ralffelsenbank een loopende rekening van f 15.000, waarvan f 5000 ls opgenomen en aanstonds weer f 5000 zal worden opgenomen. Als de vergadering dit nu kan goedvinden, zou het bestuur die loopende rekening tot f 50000 willen verhoogen en dan binnen bepaalden tijd aflossen. Het is niet de bedoe ling die nieuwe f 85000 maar direct aan te spreken. In het afgeloopen jaar hadden we aan het geraamde be drag van f 5000 tekort, doordat we meer gedaan heb ben dat bij de toezegging was gedacht, doch dat hield verband met het mooie weer enz. Dit Jaar evenwel kan het weer wel minder gunstig wezen en misschien gebrui ken we niet eens f 5000. De heer Grin vindt de verhooging van f 15000 op f 50000 zoo groot, en noemt een verhooging ter 10 mille. De Voorzitter zegt er een bepaald oogmerk voor te hebben. De heer Jimmink meent dat de polder grootscheepsch wordt De Voorzitter zegt dat dit ook moet, dat klinkt naar bulten. De heer Grin zegt dat het maar rente kost. doch de Voorzitter licht nader toe, dat het niet de bedoeling ls het bedrag maar op te nemen. De heer Grin zegt het idee ook wel goed te vinden en zal er dan ook voor stemmen. De hoer Blankman ls er niet tegen als de lasten maar niet hooger dan f 7 worden. De Voorzitter vraagt of de heer Blankman die zeker heid wel zou hebben, als we deze uitgaven van wegver betering niet hadden. De heer Vries zegt dat als deze f 50.000 wordt be steed, en de wegen in besten toestand verkeeren, we toch weer een 8-tal jaar aan deze leening vast zullen zitten. Zou het dan niet in verhooging van lasten ge zocht moeten worden. De Voorzitter zegt dat als de toestand blijft als hij ls, de lasten gehandhaafd zullen kunnen blijven. Maar de vergadering vraagt te dien aanzien van het bestuur een garantie en die kan het bestuur niet geven. De heer De Beurs wil stemming om een eind aan de zaak te maken. De heer Visser dacht dat we het Bestuur wel dit ver trouwen konden geven. Spr. wijst op hetgeen het Bestuur tot nu toe heeft gedaan en als nu niet aan het verzoek van het Bestuur wordt voldaan, heeft het bestuur ons vertrouwen niet De heer Sluis meent ook dat dit vertrouwen geschon ken kan worden, zoolang het bestuur blijk geeft dat vertrouwen waard te zijn. Met slechts 2 stemmen tegen, die van de heeren Blank man en Tromp, wordt goedgevonden, dat de loopende rekening bij de boerenleenbank tot f 50000 wordt ver hoogd. Door dit besluit is het aangaan van een kasgeldleening niet noodig. Van de verdere behandeling der begrooting vermelden we, dat ook nu weer aan particulieren grint zal wor den verkocht De neer Grin informeert of de boeten, die worden ge heven betrekking hebben op het kroozen, of op het sloo- ten. Medegedeeld wordt van op het kroozen en op de we gen. •j&De lasten worden vastgesteld op f 7 per H.A., evenals vorig jaar. Met een post onvoorzien van f 127.03'sluit de begroo ting tot een bedrag van f 33481.41, ze wordt met al- gemeene stemmen vastgesteld. Wanneer de lasten moeten worden betaald. Volgt de vaststelling van het kohier der polderlasten over 1930. Het betreft een oppervlakte van 3898.00.90 H.A. en de data van betaling worden bepaald op 3 Mei en 27 September a.s. Tot leden van de commissie, belast met het nazien der rekening over 1929 worden door den Voorzitter aan gewezen de heeren Tromp en De Beurs. Benoeming Heemraden. Aan de orde ls de verkiezing van 2 heemraden, ter voorziening In de vacatures ontstaan door het overlij den van den heer P. Glas en doordat de heer P. Zeeman de bevoegdheid heeft verloren, door verkoop van zijn landerijen. Bfj de verkiezing vacature Glas ls de uitslag: le stemming: G. W. Jirnmnk 4. D. Vries 6, De Beurs 1; A. Grin 1, C. Hoogschagen 1 stem; tweede stemming: G. W. Jimmink 6, D. Vries 6, A. Grin 1 stem. Herstemming tusschen de heeren Jimmink en Vries. De heer Jimmink verkrijgt nu 5 stemmen, de heer Vries 6 stemmen, op den heer Grin worden 2 stemmen uit gebracht, die dus van onwaarde zijn en dus is de heer Vries gekozen. De heer Vries neemt de benoeming aan en de Voor zitter wenscht hem geluk en de vergadering met haar keus. Voor de vacature-Zeeman is de uitslag: lste stemming: De Beurs 1; G. W. Jimmink 5; J. Blankman 1, A. Grin 6 stemmen. 2de vrije stemming: G. W. Jimmink 6, A. Grin 7 stem men, zoodat de heer Grin ls gekozen. Ook deze neemt de benoeming aan en de Voorzitter wenscht den heer Grin geluk en hoopt dat de heer Grin pIs tot nu toe in het belang van den polder zal werkzaam willen zijn. Een afscheid, dat voorloopig nog niet wordt geaccepteerd. De heer Sluis zegt bij de rondvraag dat er door den verkoop van landerijen verandering is getreden in zijn positie jegens dit bestuur en hij zich daarom had voor gesteld dat dit de laatste vergadering was, die hij als hoofdingeland bijwoonde. Hem ls gebleken dat die ver andering nog niet in het register voorkomt, maar spr. oordeelt dat hij- feitelijk vanaf 1 Januari niet meer tot dit college behoorde. Hij heeft nog geen berouw van de verandering die heeft plaats gevonden, maar herinnert aan de prettige harmonie die hier steeds heerscht en meent den Voorzitter en zijn overige bestuursleden dank te moeten brengen voor de goede wijze waarop de belan gen van den polder worden behartigd. Spr. hoopt dat de heeren In den loop der jaren nog veel goeds tot stand zullen brengen. Spr. roemt de doortastendheid van den Voorzitter, die de koe steeds bij de horens pakte en waarbij hij den een wel eens te hard zag loopen, den ander weer niet hard genoeg. Tenslotte spreekt de heer Sluis den wensch uit, dat de samenwerking zal blijven en dat, al3 hy nog eens in Koegras komt, hy zal kunnen consta- teeren, dat steeds meer wegen zyn hersteld en verbreed, waarby hy zich dan zal kunnen herinneren, ook hier aan te hebben medegewerkt De Voorzitter dankt mede namens de heemraden en ook de hoofdingelanden want ook zy zyn het tot het aanbrengen der verbeteringen meewerken voor de waardeerende woorden door den heer Sluis gesproken, die ons allen prettig hebben aangedaan. Het doet ons leed, dat de heer Sluis, die In alle hoeken van de aarde bekend ls, ons gaat verlaten, maar spr. moet hem de Illusie ontnemen, dat deze vergadering de. laatste zal zijn die door hem wordt bygewoond. Wij laten u niet los, voordat de veranderingen ln den legger hebben paats gehad en zullen U tot zoolang de oproeping tot de vergadering zenden. Laten we dus het afscheid op schorten en zeggen: tot weerziens In de volgende ver gadering. Maar wij zyn U zeer erkentelqk voor uw toe spraak. De heer Sluis heeft er geen bezwaar tegen, dat de Voorzitter er zoo over denkt. Uit bescheidenheid heeft spr. geoordeeld dat het de laatste vergadering was. De Voorzitter zegt zich te houden aan het reglement. Nog een afscheid. Tenslotte zegt de Voorzitter, dat op hem de oilaan- gename taak rust afscheid te moeten nemen van den heemraad, den heer Zeeman. In die betrekking, zoo wel als ln die van hoofdingeland, heeft de heer Zee man zeer veel werk in het belang van den polder ver richt In den korten tyd, dat de heer Zeeman deel uitmaakte van het college van dijkgraaf en heemraden, heeft hij ons aller sympathie verworven door de wyze waarop hy dé zaken, na ze grondig te hebben onder zocht behandelde. Dacht spr. aanvankeiyk, dat hy ln den heer Zeeman een tegenstander had t.a.v. de door spr. gewenschte verbeteringen, tenslotte ls gebleken, dat de heer Zeeman een actief medestander was en met de noodige liefde zich van zyn taak kweet Het spyt spr. dan ook, dat de heer Zeeman ons gaat verlaten, al heb ben we de reden daarvan te eerbiedigen. Spr. hoopt dat het den heer Zeeman en de zynen ln hun nieuwe woon- plaats goed moge gaan. De heer Zeeman dankt voor deze vriendelijke woor den. Het ls hem zeer aangenaam geweest, deel van dit bestuur te mogen uitmaken. Spr. hoopt dat het 't bestuur goed moge gaan en dat het den polder verder vooruit moge brengen en dat dit het Bestuur zal geluk ken, daar twyfelt spr. niet aan. Hierna volgt sluiting. Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik U eenige plaatsruimte voor het volgende. In den Raad van Schagen werd ook be sproken de behandeling met teer van de Spoorlaan. Zeer terecht is opgemerkt, dat de iepenboomen zul len sterven, wanneer een teerlaag zal worden aan gebracht. Maar elke ondoorlatende laag zal sterfte tot gevolg hebben. Boomen als hier bedoeld, met zoo n wortelgestel, moeten in absoluut doorlatenden grond staan. Wanneer een weghedekking zal worden aan gebracht, waardoor de boomen gaan kwijnen, dan zijn de gevolgen niet te overzien. Immers in doode of kwijnende iepen treedt direct de beruchte Iepen- spintkever (Eccoptugaster scolyius) op welke weer de schimmel (Graphium Ulmi) veroorzaakt Wan neer deze maar in één iep voorkomt, zullen binnen afzionbaren tijd alle boomen sterven. Een vaste be dekking kan wel, maar dan moet de lucht door roos ters, welke bij voorkeur vlak bij de boomen zijn aan gebracht, kunnen toetreden Dit is echter een kost bare geschiedenis en een groo' on moeilijk karwei. De heer Bakker is bang, dat de iepen last van het water zullen ondervinden. Een iep kan veel ^water verdragen en er sterven meer iepen aan waterge- rek dan aan een te veel aan water. liet is wel ge wenscht, wil men de iepen behouden, een zoodanige bedekking aan te brengen, dat de lucht vrij in den bodem kan doordringen. Wanneer de iepen gaan kwijnen, is de ziekte er al en deze is niet te bestrij den! U, geachte Redactie, dankend voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, E. BUISKOOL, Frederiksoord. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten. OP DE VOORDRACHT. De heer S. Prins, die geruimen tijd werkzaam was aan het Deurwaarderskantoor van den heer Van Huit, alhier, staat op het drietal voor Deurwaarder te Texel. WIE SPANT ER ZICH VOOR? Wij spraken deze week een vooraanstaand bouwer van tuinbouwproducten in den polder Schagen. Al pratende vroegen wij hem of Schagen na het kanaal Schagen-Stolpe nog kans zou maken op een tuinbouw markt. Hij meende dat de kansen zeker veel verbe terden met dit kanaal. Al de landerijen zouden dan gemakkelijk met een groot vaarwater in verbinding gebracht kunnen worden, met inbegrip vin een deel van Geestmerambacht. Maar voor men plannen in bespreking bracht, moest er eerst eene flinke Tuin- bouwvereeniging in Schagen worden opgericht. UITVOER VEE. In de 4 weken van half Januari tol half Februari werden na goedkeuring naar het buitenland 3844 run deren verzonden, waarvan het meerend^el ging naar België, 3128 stuks en naar Italië 595. Naar België voornamelijk melkkoeien en zware kalfkoeien, Ita lië betrok voornamelijk jong vee. Nog altijd wordt het vee voornamelijk aangekocht op de Leeuwarder markt. Er werd een goede prijs betaald, maar van luxe prijzen was geen sprake. Merkwaardig is de handel met België; onafgebroken gaan daar week op week van 250 tot 1250 melkkoeien, liefst wat vleezig, naar toe. THEATER ROYAL. Deze week brengt de Directie van het Theater Royal de bekende film „De vallei der Rpuzen", met Milton Sills en Doris Kenyon in de hoofdrollen. De korte inhoud vertelt er ons het volgende van: Frank Cardigan is de zoon van John Cardigan, een boschbezitter in het Noord-Westen van Amerika. Frank's moeder stierf toen hij nog jong was en ligt begraven in de vallei der Reuzen, ondei de duizend jarige roode boomen Na jarenlange afwezigheid keert Frank weer naar zijn vaderland terug. In den trein maakt hij kennis met Shirley, Pennington's nicht en John Cardigan's zwaarste concurrent. Hij voelt zich sterk tot het jon ge knappe meisje aangetrokken. Hij weet haar zoo te bepraten, dat ze in zijn auto den reis verder ver volgt. Onderweg stopt Bryce, om het graf van zijn moe der te bezoeken. Hij ziet, dat een der duizendjarige boomen op het graf van zijn moeder is gtveld. Op zichter Rondeau, die in dienst is bij Pennington, moet dat gedaan hebben. Dadelijk verlaat Bryce het graf om Rondeau rekenschap te vragen. In het gevecht dat zich tusschen hem en den flinken opzichter ont wikkelt, is de door het langdurige stadsleven ver zwakte jonge man niet tegen Rondeau opgewassen en moet hij het onderspit delven.- Van zijn vader verneemt Bryce, dat deze in het vervolg geen gebruik meer mag maken van Penning- ton s spoorlijn, om zijn hout naar de molens te ver voeren. Het contract tusschen beiden is afgeloopen en Pennington wenscht het niet meer te verlengen. John Cardigan kan zijn hout niet meei ervoeren, hetgeen zijn ondergang beteekent. Bruce stelt voor een eigen spoorlijn aan te leggen, die dwars over de spoorlijn van Pennington moet loopen. Het geld leent hij van een vriend van zijn vader en de vergunning wordt hem toegewezen. De aanleg is begonnen Als Bryce, op weg naar de Vallei de> Reuzen, ge bruik maakt van de trein, waaraan de wagen van Pennington is gekoppeld, komt hij plotseling tot de ontdekking, dat de remmen weigeren te werken. In een duizelingwekkende vaart vliegen de wagens voort.— Bryce gelukt het, na ongehoorde staaltjes van moed en behendigheid, de achterste wagen te berei ken, waarin zijn vijand en Shirley zijn, deze wagen af te koppelen en te doen stoppen. De spoorlijn is bijna gereed noodzakelijk is het des nachts ongemerkt de baan van Pennington te overkruisen. Het beste tijdstip is daarvoor aangebro ken. Pennington komt achter het plan, besluit de ge heele spoorbaan te vernielenShirley waarschuwt nog net bijtijds Bryce voor het duivelsche plan Na een hevigen strijd gelukt het Bryce tenslotte Pen nington en diens mannen te overwinnen de spoor- kruising kan plaats vinden- John Cardigan is overgelukkig, dat zijn zwaar pionierswerk niet voor niets is geweest. Blij, na den gewonnen strijd, legt hij de handen voor Shirley in die van zijn zoon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 10