WAT DE LIJSTER ZOMS VAN TWEE KLEUTERS door Johan Meyer Ik vind het leven Heusch wel heerlyk, De menschen zijn mij Goed gezind, Zij noemen mij Haast alle dagen Een honneponnig Poezel-kind. Des morgens speel ik Op mijn kamer, Des middags Rijd ik altijd uit. Juf heeft dan koekjes In d'r taschje Die zijn voor mij. Haar kleine guit. Ik iach steeds Tegen alle menschen En ieder lacht Weer tegen mij. Ik hoor zoo menig Vriend'lijk woordje. Dat maakt mij Opgewekt en blij. Wat heb je aan Dit nare leven. Die booze menschen Groot en klein, 4 Zij mopperen Liefst alle dagen.' Zij snauwen En ze deen je pijn. Des morgens Moet ik binnen blijven Des middags Rijd ik in een kar Die hobbelt Over groote keien. Soms is het wel Wat al te bar. Dan stort ik Krokcdille-tranen, Dan huil ik Wat ik huilen kan, De juf wordt Als een spin zoo nijdig Dan noemt zy mij De booze man kwam ging er een gejuich op. Leve Nora Wit ter, hoera voor Nora. Hiep hiep hoera, riepen ze vroolijk. Nora stond op en bedankte lachend voor de hulde ep met de woorden als jelui mij maar niet opeet" ging ze weer zitten Bij het dessert verscheen een groote taart en nu stond meneer Holmann op en verzocht even het woord. „Meisjes," sprak hij. „jelui hebt nu allen va» cantie en overmorgen zijn we allemaal verdwe nen. De een gaat naar Engeland, de andere naar België, wij zelfs naar Zwitserland. We gaan genieten van de heerlijke zes weken, die voor ons liggen. Er is echter een onder ons. die het genot van uilgaan niet kent. Ik hoef jelui niet te zeggen wie dat is. Gelukkig zijn er nog lijs ters, die mooi zingen en d:or hun gezang meis jes als jelui op goede denkbeelden brengen Zoo heeft een lyster ook dit jaar weer gezongen en iemand die niet wil dat ik haar naam noem op een denkbeeld gebracht, dat door Jelui mede werking, waarvoor ik jelui hier hartelijk dank. schitterend geslaagd is. Nu kan dat meisje ook eens genieten van de heerlijke bui.enluchtDe meisjes waren stil geworden en toen ze naar Annie Bosma keken, zagen ze dat ze bleek was geworden. Ock meneer Holmann merkte dit op en hij vervolgde: „Ik wil de naam van dat meis je niet noemen, maar wanneer jelui die toch weten wilt. kijk dan hier." Tegelijk tilde meneer de deksel van de taartendoos en nu zagen de meisjes tot hun groote verwondering de taart waarop in het midden een groote lijster van suiker gebakken was. met de letters er om heen „Voor Annie Bosma's groote vacantle van haar schoolvriendinnen" Een kreet van verrassing ging er cp en een onderdrukt „Hoe mooi" en „wat leuk" weerklonk. Alleen Annie Bosma bleef stil zitten en was doodsbleek geworden Nog steeds begreep zij er niets van. Wat moest dat allemaal beteekenen Kreeg zy een taart van de meisjes cadeau? Gelukkig begon meneer weer te spreken. Annie Bosma. je ziet hier een lyster en je naam en zult er zeker niets van be- grypen. Maar laat ik je gauw uit den droom helpen. Je vriendinnetjes, die ook dit jaar weer allemaal op reis gaan, vonden het zoo naar. dat jy thuis zou moeten biyven. dat ze het aardig plannetje verzonnen hebben, om eens te zien of jy op de een of andere wijze ook niet zou kun nen genieten van een vacantie-relsje. Het is hun gelukt en nu ga Je deze vacantie met een van je vriendinnetjes heerlijk naar buiten. Ik spreek namens al je schoolvriendinnen de wensoh uit, dat Je heel veel plezier en een pret tige vacantle zal hebben. Tot groote verbazing der meisjes begon Annie plotseling te huilen. „Wat is dat nu, riepen ze verlegen uit dat is onze bedoeling niet." Nora ging naar haar toe en haar arm om Annie heen slaande zei ze harteiyk: „Kom Annie. nu moet je niet hullen, je moet juist blij zyn omdat je ook uitgaat." IkIkben ook biy," snikte Annie door haar tranen heen Maar het is zoo plotseling en zoo mooi dat ik het nog niet gelooven kan Ik droom toch niet?" „Nee hoor." riepen allen nu opstaande en naar Annie toekomende drukte zy haar harteiyk de hand. „Je beit heusch echt wakker en gaat fyn met Marietje Dekkers mee uit Hoe vind je dat nu?" „O. ik dank Jelui al lemaal. wie heeft aat toch zoo mooi klaar ge maakt. dat ik er niets van gemerkt heb „Hier de lijster riepen de meisjes uit. Gelukkig kwam Annie nu wat tot bedaren en ze dankt haar vriendinnetjes en ook Meneer en Mevrouw Hol mann Hoe groot was haar verbazing, toen ze na het eten by Mevrouw Holmann moest ko men en de groote koffe. met kleeren zag. die voor haar klaar stond We hebben nu niets an ders te doen dan hem naar het station toe te brengen Annie, en dat zullen we nu maar gauw doen Juffrouw Bosma die Annie kwam halen dankte de meisjes narteiyk voor wat ze voor haar Annie gedaar hadden „Ik ben biy dat Annie zulke goede vriendinnen heeft, zei ze met het naar huis gaan De meisjes dankbaar dat alles zoo goed gegaan was. namen afscheid van meneer en mevrouw Holmann en Nora dankte hen met een stevlgen handdruk. Toen Annie weer beneden kwam zongen ze allemaal: „Onze Prof. gaat nooit verloren Het. was een recht feestelijke avond Iedereen ging vergenoegd naar huis. Zoo werd Annie Bosma's wensch vervuld. Het was voor het kind een ongelcofelijk iets om ook eens in een trein te zitten, naar buiten te gaan en mogen stoeien en ravotten, heerlijk in de zon te liggen blakeren Fn op den ochtend toen Lies Holmann Nora Witter en al de an dere vriendinnen in den trein stapten, stond daar ook Annie Bcsma. nu voor goed „de Prof." met Marietje Dekkers om heerlijk te gaan ge nieten op de boerderij. Toen de trein zich in beweging zette klonk het uit alle wagens: „Dag Prof. veel pleizier hoor." Langzaam schoof de heele rij wagens uit het station Nog even liepen Annie en Marietje mee. „Dag", veel plezier hoor! een kort gewuif Toen verdween de trein langzaam uit het station, van verre hoorde de achterblijvende Lies Hol- man's stem: „Dag!!!" „Ziezoo Annie en nu wy." De beide meisjes namen hun koffer op en stapte in de gereedstaande trein op het 2de per ron. „We zullen een boel plezier hebben, dat beloof ik je zei Marietje. haar koffertje in het bagagenet tillend O ja, ik kan je niet zeggen hoe dankbaar ik jelui ben en hoe zalig ik het vind mee te gaan zei Annie. Zij dacht er aan hoe de meisjes een zonnestraal cp haar weg ge worpen hadden en begreep beter dan ooit het versje, dat zy eens ergens gelezen had: Strooi vandaag een enkle bloem Op Uw naaste's pad. Strijk hem van 't bezorgd gelaat Enkle rimpels glad Lenig smart en droog een traan. Breng een enkle zegen aan, Doe een woord van liefde hooren, En Uw dag Ls niet verloren. NESTEN. We zullen het nu eens hebben over ver schillende nesten, en als Ik dit zeg. denken jullie natuurlijk dadelijk aan vogelnestjes, die maar al te dikwijls nog worden leegge haald! Neen, vandaag neem ik jullie mee om wat te zien en te hooren van de woningen en het leven van heel andere beestjes. We zul len beginnen met de mol. met de mol, omdat zijn nest wel het gemak kelijkst te vinden en te zien is. Velen van jullie zullen wel de kleine aardhoopjes ken nen, die je in het veld kunt vinden en die er als een vesting uitzien. Onder die kleine hoopjes ligt het nest evenwel niet Wanneer je echter een hoopje ziet, dat wel zes, of zevenmaal zoo groot is als de andere, en je er voorzichtig de handen in steekt' om het om te graven. zul Je er zoo goed als zeker het mollennest vinden en op de hoogte, waar anders het gras zou groeien op den beeanen grond. In Mei of Juni worden de kleintjes geboren. Als écht, geld! Goeie help! Van m'n ieven ben je ze ooit mocht vinden, neem ze dan niet njet geweest. Tien heele centen! mee, maar zet ze weer terug, je zoudt ze toch wat zal ik daar nu eens mee doen? niet in leven kunnen houden, en moeder Mol j Lekkere boontjes koopen, zei Sam. zou ze heel erg missen en zoeken als je watertandend. weg bent gegaan, vóór dien tijd zal ze zichi Ne6i die zijn in een wip op en Jij kan zeker niet vertoonen. nou toch niet sabbelen. Ik weet iets veel Een ander nest, dat niet zoo gemakkelijk beters, we zullen bananen koopen en dan te vinden is, is dat van den eekhoorn, en vragen we andere kinderen bij ons op visite, natuurlijk moet je dit slechts zoeken In bosch 1 vin-je dat leuk, Sam? streken, waar ze tegen de boomen opklaute- j Hy schudde instemmend met zijn dikke hoofd, terwijl zijn oogen van genoegen glansden. Kom, vooruit, dan gaan we naar het wagentje van Brommer en kijken wat hij heeft. Als we er eens drie voor vijf cent kun nen krijgen, dan krijgen welaat eens zienhoeveel drie maal twee is?" j Drie, vier, vijf, zei Sam. Maar htj kon niet tellen en zei zoo maar wat. Nee, zes, domoor! Nou, als we er zes krijgen kunnen we een echt feest hebben en vragen we Geertje en Emma en ook haar kleine zus. O, is dat niet echt? Kom, loopen broer, zoo hard je kan of anders zijn al de bananen al weg! Een paar minuten later kwamen zij adem loos bij baas Brommer's wagen en Liesje zuchtte van verlichting, toen zij een kolos sale tros bananen zag liggen. Wat kosten de bananen baas? vroeg Liesje parmantig. Bedoel Je die daar liggen? antwoordde de koopman, naar voren komend. Een stuiver het stuk. Fen stuiver per stuk! Tranen kwamen In 't ai me kind 'r oogen bij het hooren van dien prijs. Maar u had ze gister van drie voor een stuiver, zei ze bedeesd. O, bedoel Je dat, nou die waren zacht geworden. Maar wij houden Juist van erge zachte! Zoo, lieve kind, nou ik heb hier nog wat van die zachte in een mandje en daar kan lk nog wel eenlge goeie voor Je uitpikken, die je kunt krijgen voor drie om een stuiver. O, graag, alstublieft, baas! Ik heb een dubbeltje. Hou Je schortje maar op. Vind Je dat geen mooie en déze, en die twee, en nu nog zoo'n paar, dat's precies zes. Asjeblieft zus, nog eentje toe voor je broertje! Oh!dank u baas! U is wel erg goed. Zeg ook eens: dank u baas, Sam. Maar die was veel te verlegen en daarom deed z'n zusje het maar voor hem. Ziezoo Sam, zei Liesje, toen ze bij het karretje vandaan gingen. Laten we nu ons lekkers uit gaan stallen, net zooals we op ons schoolfeest gezien hebben en dan hol lk gauw naar Geertje en Emma. Wat zullen die verwonderd staan kijken! Ik zeg je, Sam, dat de Koningin trotsch zou wezen als ze bij ons aan tafel mocht zitten! Sam knikte van ja. Nou, zei Liesje, toen ze met alles klaar was, jij blijft er bij zitten en je legt je sjaal over de bananen, dan kan vast niemand ze stelen, terwijl ik de visite ga halen. En denk er om, ging ze ernstig verder, als je er van één het kopje afgebeten hebt of er aan ge liktnou, dan ben je nog niet gelukkig, hoor je! Nee, nee, zei Sam en hij perste zijn lippen zoo stevig op elkaar, dat z'n zusje wel begreep hoe ze hem kon vertrouwen. Toch scheen het Sam toe, dat z'n zus erg lang wegbleef met haar vriendinnetjes, en om wat te doen te hebben, nam hij een van de bananen en hield die in zijn arm of het een schootkindje was. Tommie, noemde hij het denkbeeldig wicht Maar hij zag al gauw wanneer hij Tommie liefkoosde, dat er wat van het zachte fruit te voorschijn kwam uit de punt van de banaan. Noudat hapte hij maar voorzichtigjes weg met zijn twee eenigste tandjes! Ik ben bang, dat de arme Tommie zoo op den duur erg slap zou wor den; doch Sam nam hem tusschen z'n dikke knuistjes, rolde hem een beetje uit en schoof de banaan tusschen de anderen. - Sta op, Sam, zei Liesje, een beetje voor naam en geef de dames ren hand; dit is mevrouw Geertje Molenaar en haar baby, en dit is Juffrouw Emmy Molenaar. Na deze kennismaking, die Sam heelemaal niet noo- dig scheen te vinden, ging het groepje kin deren vlug zitten en het feest begon. Ge lukkig voor kleine S?m, werd de dunne banaan aan de baby gegeven. Mevrouw Molenaar kreeg een heele banaan, en Lies nam er zelf ook een en onderwijl verdeelde zij een banaan onder Sam en Juffrouw Emma Om geen ruzie onder de gasten te krijgen. ren en dan zoo snugger van boven af, waar ze zich veilig voelen, zitten rond te kijken. Hen vangen, gaat niet zoo gemakkelijk. Het spreekwoord zegt niet voor niet: zoo vlug als een eekhoorntje! en bij een wedloop zou je het zeker wel moeten afleggen. Hun nest ls een holletje of een vertakking een vork van den boom, en bijna altijd bui ten bereik. Als het in zoo'n vork ligt, ziet het er uit als een slordig vogelnest, dat van grootere takken gemaakt is. Maar van bin nen is het warm en zacht en in Juni kun je, als je in de nesten kijkt, de jonge eekhoorn tjes vinden. Als ze al hun bontvelletje hebben zou je ze kunnen meenemen, want dan zijn ze gemakkelijk groot te krijgen en tam te maken tenminste, als er gelegenheid is ze te laten klauteren in de boom! Maar pleizieriger zullen ze het in het groote, vrije bosch hebben, denk Je ook niet? Nu gaan we een kijkje nemen bij de muizen van het veld en hier is een afbeel ding van een nest in het korenveld, waar ze heel graag hun woning opslaan. Is het niet prachtig? EEN BANANEN-TRACTATIE. Het was een zonnige Meidag, en Liesje met haar kleinen broer Sam waren erg druk geweest met maken van zandtaarten In oen hoek van het plein waar zij dicht bij hteld Lies de vrucht vast en wees met haar In tegenstelling met veel andere diertjes bouwt hij zijn nest niet op den grond, maai ons baasje met het „fluweelen jasje", zooal; hij vaak wordt aangeduid, hoopt de grond op boven het nest We beginnen het eerst woonden. Liesje had tien taarten gemaakt en Sam .wee en een halve, toen zus opeens een gilletje gaf en vlug opsprong bij haar gebak. j O Sam!" riep ze luid, „kijk eens wat ik gevonden heb.een echt dubbeltje! Bijt en het laatste stukje opgegeten was, er eens op en kijk eens! Maar er op bijten waren zij het er allemaal mee eens, nog nooit wou Sam niet. omdat z'n tandvleesch nog «x>'n verrukkelijke tractatie gehad te hebben. duim aan hoe ver Sam en Emma een hap mochten nemen. Zoo hadden de kinderen een feest naar hun zin en waren er gelukkig bij. Toen de zon zich achter de oude loods verschuilen zeer deed van een nieuwe tand. Is het geld? vroeg-iê. Natuurlijk is het dat, domoor! Echt, GILLES VAN HEES. (Vrij naar 't Eng. van Edith Farmiloe) VOOR ONZE JEUGD ïl£ LUCHTBALLON I Liep je ook wel in den regen, Net als op de plaat, die twee? Och Jiet was gewoon verschrikk'lijk En de sloot leek wel een zee! Kletsnat werden al hun kleeren, Stralen dropen van hun haar, Zoo, net als verdronken katjes, Liepen ze toen naast elkaar. En Fidel, hun trouwe vriendje, (Want zijn naam beteekent: trouw,) Keek er met betraande oogen, Naar zijn baasje en de vrouw Toen begon de wind te blazen, 't Leek warempel een orkaan, Janneman en kleine Geurtje, Konden haast niet blijven staan! Floep! daar sloeg de paraplu om, Die hij niet meer houden kon, En ik g'loof, de beide kind'ren Kwamen thuis - per luchtballon! H. H. DE BRUIN—LEÓN. door MARCEL J A. ARTZ (Slot). Schik maar om den tafel en nu zeker eerst een kopje thee, is 't riet." „Hemeltje, lachte Nora, dat lijkt wel voor een weeshuis," zal ik eens helpen, mevrouw?" Graag Noor! „Ha, daar is Lies, waar ben je toch zoo lang geweest zeg, we zaten met smart op je te wachten." „Dag! hier ben ik eindelijk, ik was in de keu ken, de pudding deed zoo raar, hy bibberde aan alle kanten, ik moest hem een beetje kalmee- ren", en Lies manoeuvreerde handig een blad vol kopjes over de hoofden heen. „Nou, hoe doe ik dat?" liet ze er trots op volgen. Nora, die hetzelfde wilde probeeren, kwam er minder ge lukkig af, eensklaps klonk een gil: „Help! gauw. hy glijdt." Gelukkig dat de meid binnen kwam en door het blad te grijpen Nora uit de netelige positie bevrijdde. „Dat is nu de wet van de zwaartekracht, zooals de Knor zou zeggen, lach te Rie. „Ze bibbert ook, merkte Jeanne op, wat by de meisjes deeo uitroepen, Nora is precies de pudding.' „Ja, lacn er maar om, knikte de ongelukkige Nora, die gauw haar plaatsje weer opzocht. „Je bent toch niet zoo handig als ik wel dacht," merkte Marietje op. „Zeg Lies je hebt andere koekjes dezen keer" en Dina Boetz bestudeerde het trommeltje.. „Ze was natuurlijk bang, dat er anders niets van overbleef, lachte Jeanne. O, maar voor my is dat geen bezwaar en Dina werkte er handig "n paar naar binnen Deze zyn lekkerder dan an ders. ,,'t Kan er mee door", was haar meening. Eindelyk hadden ze allen zonder ongelukken thee en mevrouw Holmann schikte tusschen de anderen in. Wai een mooie jurk heb je daar aan. Annie? „Heeft moeder voor my gemaakt, 't Is popeline. niet? vrceg Nora. de jurk bestu- deerende Hy zit keurig Prof. 't ls makkeiyk als Je moeder naaister is Ik zou zooiets nooit voor mekaar kunnen fianzen, „Ja, een liefhebber van de naald ben je niet, merkte Dina lachend op. Wat had je op je rapport? Dat hoe fik niet te zeggen Dal alleen zegt genoeg, lachte Tilde, terwyi ze haar kopje neerzette. Die jurk van jou is cok mooi Jeanne. Jelui zyn zekei wel biy, dat je vacantie hebt, gaan Jelui allemaal uit?" „Ja, mevrouw, gelukkig wel. riepen ze te- geiyk. „Nu, dat zal 'dan een prettige vacantle worden." Ja mevrouw, dat zal het zeker" en dadeiyk waren ze druk bezig over waar ze dezen keer naar toe zouden gaan." „Wat kyk Jy sip. Annie. is er Iets." De meis jes knipoogden even tegen elkaar „Nee me vrouw heelemaal niet," hield ze zich groot Maar Annie Bosma was niets vrooiyk Eigeniyk bad ze maar gewild, dat ze haar niet gevraagd hadden Wa' had ze er nu aan om te hooren waar anderer, naar toe gingen, als zy dat ge weten had was ze thuis gebleven En met moei te drong ze haar tranen terug Ze konden toch wel begrypen dat het voor haar niet prettig was. Eensklaps schrikte ze op uit haar ge- droom door mevrouw die voorstelde naar be neden te gaan daar het eten klaar was Vroo lijk volgden allen Lies en een kreet van verba zing ging op toen ze tn de eetkamer kwamen „O, mevrouw wai dol gezellig wie heeft dat allemaal gedaan Wat prachtig riepen de meis jes opgetogen uit. toen ze de versiering zagen De heele eetkamer was in een bloementuin her schapen Zelfs Annie was weer vroolijk. kleu rige lampions, de talei versierd met bloemen bet zag er echt feestelijk uit De meisjes schikten om de tafel en onder vrooiyk gekout verliep de maaltijd Geen on geluk gebeurde, geen glaasje water viel er om. gaec bord werd er gebroken Toen de pudding ONS HOEKJE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 23