AlitiiEi Nieivs-
Mminiii- L
Het Altaar der Eer
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Geen Vecht-tarieven.
akkersABDU5IRQQf>
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Woensdag 26 Februari 1930.
SCHAG
73ste Jaargang No. 8619
•COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bowijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte herekond.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
II.
Het vijfde argument, van Ir. A. Plate is, dat tarie
ven prijsverhooging tot gevolg hebben. Dit is
o.i. van zooveel belang, dat wij zijn argumentatie let
terlijk overnemen.
„Het gebruik van een systeem van dubbele tarie
ven, ook indien dit wordt toegepast op goederen
welke hier te lande ni.et Nvorden vervaardigd, brengt
op den duur prijsverlioogingen teweeg, welke de
loonen doen stijgen zonder dat de arbeiders voor hun
geld iets meer krijgen Zulks loonsverhoogingen zijn
zeer nadeelig voor onze exportbedrijven.
Verhoogde tarieven op koffie, sinaasappelen en
dergelijke niet inheemsche waren, waarmede Neder
land volgens de verdedigers van actieve handelspo
litiek meer speciaal zou moeten onderhandelen om
een ander land, dat aan onzen uitvoer van eigen in
dustrie- of landbouwproducten moeilijkheden in den
■weg legt, te dwingen tot toegevendheid, hebben het
nadeel den prijs van eerste levensbenoodigdheden te
verhoogen of een zeer gcwenschte prijsverlaging,
daarvan tegen te houden. Alleen bij hoogst
enkele artikelen, die geheel als luxe artikelen kun
nen worden beschouwd, zou een verhoogd tarief dat
als onderhandelings- of vechttarief wordt gebruikt,
kunnen worden toegepast zonder dat daaruit een voor
de samenleving schadelijke prijsverhooging voort
vloeit. Het aantal dezer artikelen is echter uiterst
gering. Vanzelf denkt men aan wijn, likeur, parfums
en enkele dergelijke artikelen. Want automobielen,
met welk artikel door de waarde van zijn invoer nog
wat te doen zou zijn. zullen toch bezwaarlijk onder
de rubriek zuiver luxe kunnen worden gerangschikt.
De kans blijft bovendien bestaan, dat het gebruik
van onderhandelings- of Vechttarieven ook in geval
len als de zooeven genoemde, spelen met vuur wordt.
I>e onderhandelingssfeer kan er zoodanig door wor
den vertroebeld, dat ens land er meer kwaad dan
goed van ondervindt. Want, al mag, zooals bij eiken
ruil, ook bij het internationale ruilverkeer, het
nuchtere eigenbelang den grootsten invloed hebben,
zoo blijkt toch uit tal van uitlatingen van buiten
landers in den allerjongsten tijd, dat de zuivere
houding van Nederland in zaken van handelspoli
tiek toch invloed heeft op de stemming van den
tegen-onderhandelaar. Ook bij ruilverkeer heeft
stemming ten slotte nog wel invloed.
Even belangrijk is, wat gezegd wordt over de
vergrooting der werkloosheid.
6e. Door actieve handelspolitiek wordt de werk
loosheid niet verminderd, het geen de bedoeling is,
maar wel vermeerderd.
•Tegenover een plaatselijke en tijdelijke vermin
dering van werkloosheid in het bedrijf, dat door
middel van onderhandelingstarieven kan worden
geholpen, ontstaat een algemeener en langer duren
de vermeerdering van werkloosheid in andere tak
ken van bedrijf Het bekende motto uit de klassieke
economie: „wat men ziet en wat men met ziet",
geldt ook hier. Het publiek ziet de vermindering
van werkloosheid hij het bedrijf, welks export door
buitenlandsche tariefpolitiek bemoeilijkt wordt,
maar het publiek ziet niet de langzaamaan in
tredende prijsverlioogingen, welke het gevolg zijn
FEUILLETON
door
ET HEL M. DELL.
2.
„Wat herinner je je?" vroeg zij.
Hij aarzelde.
„Kom, zeg het maar gerust!" hield zij met zachten
aandrang aan. „Ik spreek graag over haar."
Hij verkeerde nog in tweestrijd. „Och, als het er op
aankomt ,weet ik er eigenlijk niet veel van. Ik zag haar
een jaar geleden op de lange jacht even voor..."
„Even voor zij het leven verloor," zei ze met gesmoor
de stem. „Ze reed .éénig, niet waar? Dien dag dien
dag nam zij den sprong over de klip men zei, dat ze
éénig was..."
„Jawel," zei Rory. Hij beproefde van het onderwerp
af te stappen. „Doe jij ook aan jagen?"
Ze onderdrukte een rilling. „Nu niet neen! Ze zeg
gen dat ik het uit lafheid niet wil."
„Welk een onzin!" zei Rory.
„Ja, want het is eigenlijk geen lafheid," antwoordde
zij. „Het is een soort afgrijzen. Mijn vader maakte
zich op een dag boos en zette mij op zijn grootste jacht
paard. En... en... ik viel in zwijm. Daarna werd ik ver
schrikkelijk uitgelachen. Ik was er zeer bedroefd over,
en zocht troost bij juffrouw Dicker. Zij is zeer vrien
delijk."
„Wat een wreedaard moet je vader zijn!" merkte Rory
op.
„Ja, nogal," erkende zij. „Hij hield in 't geheel niet van
mijn moeder. En Sylvia en Griselda ook niet. En ze kun
nen mij niet uitstaan, omdat ik zooveel op haar gelijk."
„Stel je voor, iemand het land hebben aan jou!" riep
Rory uit. „Hoe noemen ze je? Charlotte?"
Zij knikte verdrietig. „Ja, maar moeder noemde mij
anders."
Hoe noemde zij je dan?" vroeg Rory.
„Ze noemde mij Charmaine," luidde het antwoord. „Het
is een samenvoeging van mijn beide namen. Mijn vader
had bepaald dat ik Charlotte zou heeten en zij heette
Maynard, vóór haar huwelijk. Vader placht mij een
maal Charmaine te noemen, maar tegenwoordig doet
van de naar bescherming voerende actieve handels
politiek. Deze prijsverhoogingen voeren het loon
peil omhoog, of zij verminderen de koopkracht.
Het eerste beteekent: nadeeliger positie van de
exportbedrijven, het iweede: Minder koop op de
oinnenlandsche markt
Beide invloeden scheppen werkloosheid".
7. „De continuïteit bij de handelsafspraken met
andere landen is ^cn zaak van uiterst grjot ge
wicht, voor den handel en de practijk heeft bewe
zen, dat juist actieve handelspolitiek bevordering
van continuïteit in den weg staat. Landen, die met
dubbele tarieven werken, ci.w.z. die bij hun onder
handelingen op een of andere wijze onderhandelings-
larieven in het geding brengen, moeten meer dan wij
voortdurend letten op de wijzigingen, welke de ta
riefpolitiek in andere landen ondergaat cn durven
zich daarom niet voor langen tijd binden.
Nederland, dat bij de onderhandeling over zijn
handelsverdragen geen vechttarief in het geding
brengt, behoeft niet z^o angstvallig te zijn en kan
van zijn kant gemakkelijker een verdrag voor lan
gen tijd teekenen, omdat zijn positie tusschen de an
dere landen veel eenvoudiger blijft. Zoo is de ter
mijn van het handelsverdrag, dat Nederland met
Duitschland afsloot, langer dan die van de verdragen
welke België en Zwitserland ongeveer gelijktijdig
met Duitschland sloten
8. „De toepassing van maatregelen van actieve
handelspolitiek, zou, indien zij het minst schade zul
len berokkenen, in handen moeten worden gesteld
van personen, die geheel onpartijdig cn terzake vol
komen deskundig zijn en omdat in de practijk de
toepassing alleen kan plaats vinden door politieke
personen, die ten aanzien van het onderwerp niet
onpartijdig en meestal niet deskundig kunnen zijn.
Dit behoeft geen nadere toelichting."
9. „De buitenlandsche handel van Nederland
blijft zich ten spijt van de door andere landen opge
worpen handelsbelemmeringen, (welke trouwens
door landen die een actieve handelspolitiek voeren
in ten minste even sterke mate worden ondervon
den), regelmatig in gunstigen zin ontwikkelen, zoo
dat het onverantwoordelijk zou zijn om ter wille van
bepaalde bedrijfsbelangen proefnemingen te gaan
doen, waarmede in het gunstigste geval plaatselijke
en tijdelijke voordeelen kunnen worden behaald,
maar waarmede aan de handelsontwikkeling van
Nederland als geheel bezien, zeker schade wordt be
rokkend.
Wie de in- en uitvoerstatistiek van Nederland in
de laatste reeks jaren bestudeert, zal tot de verras
sende slotsom komen, dat de buitenlandsche handel
van Nederland, ten spijt van het in andere landen
welig tierende protectionisme, zich gunstig ontwik
keld heeft, gunstiger ook dan die van nagenoeg alle
andere landen
10. „Het Nederlancische volk heeft tot dusver,
eenerzijds door een natuurlijken aanleg, anderzijds
door een eeuwenlange ondervinding, een financieel
en commercieel inzicht verworven, dat het buitenland
het benijden kan. Dientengevolge zou het averecht-
sche politiek zijn. om zich af te wenden van het
stelsel van den vrijhandel, waarin ons volk is ge
schoold en waarmede het zich, ten spijt van de ge
volgen van den oorlog en van een bevolkingsver
meerdering, grooter dan die van eenig ander land, (in
20 jaar tijds meer dan 30 regelmatig uit de eco
nomische moeilijkheden opwerkt."
Tot zoover de heer Plate, wiens beschouwingen wij
met groote instemming hebben gevolgd.
Dat De Telegraaf deze kwestie aan de orde heeft
gesteld, verdient oi. de volle waardeering van allen,
die vóór slechting der tariofmuren zijn.
Een beter verdediger dan de heer Plate had het
bla<i, moeilijk kunnen vinden.
hij het nooit meer. De anderen hebben het nooit gedaan."
„Ik zal je Charmaine noemen," zei Rory.
„O, dank je wel," zei ze. „Die naam is mij werkelijk
llei."
„Jawel." zei Rory. „Ze past je. Waarom gebruiken de
anderen Griselda en zoo Hem niet?"
„Omdat het haar naampje voor mij was. geloof ik,"
antwoordde Charmaine. ..En ze konden haar niet zien
of luchten. En zij stookten mijn vader ook tegen haar op.
Hij spreekt tegenwoordig nooit meer van haar. Maar
ieder ander hield van haar," liet zij met teederen trots
volgen. „Op een keer hoorde ik juffrouw Dicker zeggen
dat zij „door een zeker volkje veel te veel op de handen
gedragen werd," en ze zei het niet mij om mij te plezie
ren. Neen, want ze schrikte, toen ze merkte dat ik de
woorden gehoord had hoewel ik niet begrijp wat er
was om van te schrikken."
„Wie is juffrouw Dicker?" vroeg Rory.
„Onze huishoudster op Malahide. Vader heeft haar
laten blijven, omdat ze hem zoo weinig kost."
„Jawel," zei Rory, „Je vader woont op Malahide, om
dat hij niet rijk is, en ook je zusters..."
„Mijn stiefzusters," verbeterde zij zachtjes. „Ze zijn
veel ouder dan ik. Griselda is vierendertig, dat is nog
ouder dan mijn moeder."
„O!" zei Rory. „Zat de vork aldus in den steel? Arm
kleintje! Maar dat mogen zij niet op jou wreken."
„Ik geloof niet dat het hen daarom te doen is," zei
Charmaine, ,Jk ben natuurlijk een groote last. Niemand
had mij noodig, behalve mijn moeder, en zij zei altijd
dat mijn grootste misdrijf daarin bestond dat ik geen
jongen was. Ik wou dat ik het was, want dan zou ik
ergens op school zijn ,in plaats van onderricht te krijgen
van Griselda."
„O, geeft zij je les ook?" zei Rory. „En is ze niet lief
tegen je?"
„Zij geeft mij dikwijls standjes," zei Charmaine. „En
als ze vindt dat ik erg ondeugend geweest ben. zendt ze
mij naar bed. en dan komt zo me met haar rijzweep af
ranselen. Het is maar een kleine, maar ze doet erge pijn."
„Bij Jupiter!" riep Rory verontwaardigd uit*. „Waarom
sla je haar niet terug, of bijt je haar niet?"
„Ik ben er te bang voor," antwoordde Charmaine.
„Dan sloeg ze me dood, geloof ik."
„Maar waarom laten ze je niet schoolgaan?"
„Och", zei Charmaine, „mijn vader kan mij niet naar
een school zenden en tegelijkertijd jachtpaarden houden.
Maar, in ieder geval, tot mijn zestiende jaar valt er
niet aan te deillcen. Dan zal ik efgens heen moeten gaan
tot voltooiing van mijn opvoeding."
,Dus tot je zestien bent moet je maar geplaagd en
BRONCHITIS U overvalt,
de prikkelende hoestbuien U zoo
benauwd maken en het slapen be
letten, grijp dan naar de slijmop-
lossende, hoeststillende Akker's
Abcfijsiroop, welke Uw adem
haling weer diep en vrij maakt.
nieuws' Het is gelukt Abdijsiroop te
i stollen' tut gemakkelijk mede te nemeu J
\a
VOOR DEN POLITIERECHTER
Openbare strafzitting van Maandag 24 Februari 1980.
DE WAARSCHUWING IN DEN WIND GESLAGEN.
Een plattelandovertreder van de strafwet des lands,
genaamd Hendrik R., die bereids een ernstige verma
ning tot deugdzaamheid had ontvangen, ln den vorm
van een voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij hem
onder meer als bijzondere voorwaarde was opgelegd ont
houding van alcoholische dranken, had zich aan deze
verplichting gedurende zijn proeftijd onttrokken en
plukte nu de wrange vruchten van zijn ongehoorzaam
heid, aangezien de voorw. straf volgens uitspraak van
den politierechter, onverbiddelijk zal worden ten uit
voer gelegd.
TWEE LANGE LOUTERINGSJAREN IN
'T VERSCHIET.
De jeugdige boerenarbeider Joh. G., indertijd te Heer-
hugowaard vertoevende, en die op 4 Augustus te Kal-
verdijk 'n rijwielplaatje had ingepikt met het doel er
een handelszaakje mee te openen, was te dier zake reeds
eenlge malen voor den politierechter verschenen, doch
telkens werd de zaak tot nader onderzoek opnieuw
uitgesteld, tot heden voor Jan het uur sloeg der ver
lossing en hij voorw. werd veroordeeld tot 2 maanden
met 2 proefjaren. Voorts wordt hij gesteld onder de
vaderlijke hoede der R.K. reclasseering, die er ondr-r
meer streng op zal moeten toezien, dat hun pupil zich
zorgvuldig onthoudt van alcohol in slappe of sterke sa
menstelling, daar duidelijk is gebleken de ongunstige
uitwerking van deze lavenis op de gedragingen van dezen
geslagen worden?" vroeg Rory met een stem, die van
verontwaardiging bijna oversloeg.
„Ik vrees van wel," zei Charmaine.
„Is Griselda erg leelijk?" vroeg Rory onverwacht.
„O, vreeselijk," antwoordde Charmaine.
„Daar zit dus de kneep!" verklaarde hij, woedend. „Ze
is een jaloersche oude feeks."
„O, maar zoo oud is ze niet!" kwam Charmaine daar
tegen ojJ. „Ze is nog niet eens van middelbaren leeftijd.
Ze kan onmogelijk jaloersch op mij zijn. En waarom?"
„Waarom?" zei Rory. „Omdat je mooi en lief en jong
bent. Dat is het. En het is een schandaal, en ik zal het
haar zeggen, zoodra ik er gelegenheid toe krijg."
„O, dat moet je niet doen!" zei Charmaine. „Dat moet
je heusch niet doen. Beloof me asjeblieft dat je nooit
iets van dien aard doen zult."
Bij deze woorden was ze opgestaan en stond met in
eengestrengelde handen voor hem.
.Ik wil alles doen. wat je me vraagt, Charmaine," zei
hij. „Je bent het liefste meisje dat ik ooit gezien heb.'
„Zoo, vindt je?" lispelde zij. verwonderd, en van wel
behagen een kleur krijgende. „Dat is erg aardig van je.
Ik zou wel eens willen weten waarom je dat denkt."
„Denken?" zei Rory. „Ik ben er van overtuigd." Hij
was ook plotseling opgestaan en stonds eenigszïns links
tegenover haar. „Ik zal je vriend zijn als ik mag," zei
hij. „Ik zal je bijstaan, door dik en dun."
„O. ja?" vroeg zij. „WH je dat? Moe aardig! Maar ja
je zult het aan niemand vertellen, niet waar?"
„Ik zal nooit iets doen. wat jij liever niet' hebt," be
loofde hij, en deed onder het spreken met een lichte ver
legenheid een stap nader en kuste haar op de wang.
„Ziezoo, dat drukt het zegel erop," zei hij. „Nu zijn we
kameraden. En ik zal je zeggen wat we doen zullen. We
ontmoeten elkaar morgen op het strand, bij de kreek
van Malahide. Bij vloed Is het daar verrukkelijk."
In de oogen van Charmaine verscheen een lichte glans.
„Dat zou ik heerlijk vinden." zei ze.
HOOFDSTUK IL
Gesprekken.
„En, jeugdige Rory! Hoe voel je je vanmorgen na den
dag van gisteren?"
Pat Deloraine keek vergenoegd van zijn rijkelijk met
ham en eieren gevuld bord op, toen zijn logeergast de
kamer binnentrad. Zijn eigen welgemoed uiterlijk ver
toonde geen teekenen van afsloven en vermoeienis. Pat
was een geboren leeglooper en even roerend onschadelijk
en goedig als een hommel.
„Ik voel me best," antwoordde Rory. Hy keerde zich
goedwillenden doch gemakkelijk te verleiden jon^n
blauwe-reigerpolderiaan.
ZIJN WOEDE OP DE ÖfeUR GEKOELD.
Een van de rumoerige afgevaardigden van St.-Pan-
cras en environs, die op Zondagavond de gemeente Alk
maar wat meerder leven trachtten bij te brengen en
de Inspiratie voornamelijk verzamelen in de diverse
rommelcafé's, was in den avond van 22 December ten
zeerste gebelgd over de weinige waardeering dat zyn
bezoek genoot in het café van den heer Anth. Mole
naar, welke ontstemming hij na zijn verwijdering uit
die inrichting demonstreerde door het intrappen van de
voordeur. Hij wi^t het zoover te „schoppen", dat de café
houder f 9 had te voldoen aan herstellingskosten, doch
hij werd heden bij vonnis van den politierechter ver
plicht deze schade aan den heer Molenaar te vergoeden,
terwijl hij bovendien werJl veroordeeld tot f 25 boete
of 25 dagen hechtenis.
ZET EEN WACHTER BIJ UW LIPPEN. OPDAT
GEEN KWAAD WOORD U ONTGLIPPE...
Indien de heer J. E. van T., hotelhouder te Alkmaar,
zich tijdig dit „onbenullige" versje had herinnerd, zou
hij nu niet verplicht zijn geweest f 15 te betalen voor een
feit, waarvan hij absoluut geen andere satisfactie ge
noot, dan dat hij zijn voormaligen kelner en huisknecht
de Bruin eens flink wat naar zyn meening de waarheid
had kunnen zeggen. Er was tusschen hen onaange
name verstandhouding ontstaan en onder de hieruit
voortvloeiende heftige discussie, was de heer v. T. zoo
onvoorzichtig zijn bediende te beduiden, dat hij hem
voor een dief hield. Hij had dan ook te dier zake een
klacht Ingediend, doch het bleek heden, toen de heer
v. T. als gevolg van een door den kelner ingediende
klacht, terecht moest staan, dat deze zaak door gebrek
aan voldoend bewijs niet ter terechtzitting behandeld
zou kunnen worden. Het klachtdelict liep echter beter
rond en werd de niet aanwezige hotelhouder veroordeeld
tot f 15 boete of 15 dagen hechtenis.
DE PLECHTIGE STEMMING VERSTOORD.
Op den meest opgewekten stonde van het geheele jaar
en wel op den eersten Januari, als ieder vol is gestampt
met zorg voor het heil zijner medemenschen en opge
wekt door veelvuldige heildronken zijn jubellied „schept
vreugde in 't leven" uitgalmt, was de goede harmonie
van de caféhouder van Riel te Hoorn met een zijqer
bezoekers. Klaas M., in niet geringe m3te verstoord en
klonken den caféhouder ver van vriendelijke benamingen
ln de ooren. Ten zeerste gekrenkt over deze bejegening,
werd een klacht Ingediend en de heer M„ ondanks zijn
ontkentenis en poging om zijn optreden te motlveeren,
heden veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen.
BETRACHT MIJNE WOORDEN. DOCH MIJDT
MIJNE DADEN.
In een der Christelijke schoollokalen van het geluk
zalige eiland Urk. werd den tweeden Kerstdag van het
voorgaande jaar een opvoering gegeven, waarbij ver
schillende genoodigden zich echter zoo onheusch gedroe
gen, dat de aanwezige rijksveldwachter v. Zutpfaen
krachtig ingreep en verschillende onrustverwekkers ta
melijk onzacht de feestzaal uitwerkte. Een van deze
balsturige ballonbroekers, de ongehuwde visscher Okko
W„ gaf daarover zijn ontevredenheid te kennen, door
van Zutphen een minderwaardig scheldwoord toe te voe
gen. Deze ambtenaar, overtuigd zijn plicht te hebben
gedaan, liet zich deze beleediging niet aanleunen en
maakte proces-verbaal op, welke zaak heden ook weer
was uitgekozen voor behandeling. De scheldende vis
scher was thans echter onzichtbaar.
De officier was weinig gesticht over de rechtzinnige
Urkers, wiens handelingen dikwerf absoluut niet over
eenstemmen met hun strenge leer, zooals nu weer was
gebleken. De burgemeester houdt zijn minder olrbaar
van het buffet af, een bord in iedere hand, een gezicht,
dat Pat deed lachen.
„Je zorgt vanmorgen wel dat je niets te kort komt."
merkte hij op. „Evenals gisterenavond. Ik zag je het laat
ste gedeelte van het bal steeds dansen met het aardigste
nufjo dat er bij was."
Rory liet geen verlegenheid blijken.
„Het was een Engelsch meisje," zei hij. ..De jongste
dochter van den ouden Audley van Malahide."
„Ze is een aardig ding." zei Pat, „het evenbeeld van
haar moeder, helaas voor haar!"
„Waarom zegt ge dat?" vroeg Rory.
„Dat weet ik zelf niet. De moeder was een beetje aan
den overijlden kant. Een jaar geleden sprong ze over de
klip, weet je, bij Ballybeg. Er waren menschen die zeiden
dat het niet geheel en al zoo'n ongeval was als het leek
want ze was een uitmuntend paardrijdster."
„Genadige Hemel!" zei Rory.
„Als ik je was. zou ik er met het kind niet over spre
ken," ried Pat aan. „Niet dat het waarschijnlijk is dat je
haar terug zult zien. Ze werd gisterenavond alleen ge
vraagd omdat je Tante Eileen haar tegenover haar bei
de zusters Asschepoetster noemde. Zij kunnen geen gek
heid verdragen."
„Het is een schande," riep Rory met warmte uit.
„Wat heeft zij gedaan om zoo behandeld te worden?"
„Zij? Niets, behalve van geboren te worden terwijl nie
mand haar noodig had," zei Pat. „en daarbij nog de bru
taliteit tc hebben van mooi te zyn. De oude Audley is zoo
arm als een kerkrat en opgescheept te zijn met een
dochter zooals Griselda is ook geen pretje. De tweede,
Sylvia, heeft tenminste nog eenlge kans. Die kan er
mee door. Maar Griselda genadige goden!"
„Maar, hoe ziet die Griseldaf er dan uit." vroeg Rory,
den aanval op zijn ontbijt met graagte openende. „Je
zou haar voor een soort vrouwelijke draak houden."
Pat zat te grinniken. „Ze is een vrouw van ijzer, mijn
jongen, die, ik geloof het waarachtig, er geen been in
zou zien een kerel, die gelaarsd cn gespoord het huis
binnenliep, eigenhandig de deur uit te werpen. Ik wed
dat de tweede Mevrouw Audley haar nog nooit gezien
had, toen zij toestemde den ouden heer te trouwen."
Pat keek op naar zijn vrouw, die juist binnentrad, ge
kleed in een peignor, die zwaar over den grond sleepte.
„Goeden morgen, allemaal," zei zij, lusteloos langzaam.
„Zeg geen woord tegen me. Ik kan niet zien van de
hoofdpijn. O. Rory, ik wou dat je een eitje voor me
kookte. En jij, Pat, leg als een brave man je krant weg,
en schenk me de zwartste koffie in die je kunt!"
Ze Het zich in een stoel bij den haard neerzinken.
Wordt vervolgd.