AlitiiEi Nieivs- Mminiii- L Het Altaar der Eer Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Geen Vecht-tarieven. akkersABDU5IRQQf> Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Woensdag 26 Februari 1930. SCHAG 73ste Jaargang No. 8619 •COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- teritiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bowijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte herekond. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. II. Het vijfde argument, van Ir. A. Plate is, dat tarie ven prijsverhooging tot gevolg hebben. Dit is o.i. van zooveel belang, dat wij zijn argumentatie let terlijk overnemen. „Het gebruik van een systeem van dubbele tarie ven, ook indien dit wordt toegepast op goederen welke hier te lande ni.et Nvorden vervaardigd, brengt op den duur prijsverlioogingen teweeg, welke de loonen doen stijgen zonder dat de arbeiders voor hun geld iets meer krijgen Zulks loonsverhoogingen zijn zeer nadeelig voor onze exportbedrijven. Verhoogde tarieven op koffie, sinaasappelen en dergelijke niet inheemsche waren, waarmede Neder land volgens de verdedigers van actieve handelspo litiek meer speciaal zou moeten onderhandelen om een ander land, dat aan onzen uitvoer van eigen in dustrie- of landbouwproducten moeilijkheden in den ■weg legt, te dwingen tot toegevendheid, hebben het nadeel den prijs van eerste levensbenoodigdheden te verhoogen of een zeer gcwenschte prijsverlaging, daarvan tegen te houden. Alleen bij hoogst enkele artikelen, die geheel als luxe artikelen kun nen worden beschouwd, zou een verhoogd tarief dat als onderhandelings- of vechttarief wordt gebruikt, kunnen worden toegepast zonder dat daaruit een voor de samenleving schadelijke prijsverhooging voort vloeit. Het aantal dezer artikelen is echter uiterst gering. Vanzelf denkt men aan wijn, likeur, parfums en enkele dergelijke artikelen. Want automobielen, met welk artikel door de waarde van zijn invoer nog wat te doen zou zijn. zullen toch bezwaarlijk onder de rubriek zuiver luxe kunnen worden gerangschikt. De kans blijft bovendien bestaan, dat het gebruik van onderhandelings- of Vechttarieven ook in geval len als de zooeven genoemde, spelen met vuur wordt. I>e onderhandelingssfeer kan er zoodanig door wor den vertroebeld, dat ens land er meer kwaad dan goed van ondervindt. Want, al mag, zooals bij eiken ruil, ook bij het internationale ruilverkeer, het nuchtere eigenbelang den grootsten invloed hebben, zoo blijkt toch uit tal van uitlatingen van buiten landers in den allerjongsten tijd, dat de zuivere houding van Nederland in zaken van handelspoli tiek toch invloed heeft op de stemming van den tegen-onderhandelaar. Ook bij ruilverkeer heeft stemming ten slotte nog wel invloed. Even belangrijk is, wat gezegd wordt over de vergrooting der werkloosheid. 6e. Door actieve handelspolitiek wordt de werk loosheid niet verminderd, het geen de bedoeling is, maar wel vermeerderd. •Tegenover een plaatselijke en tijdelijke vermin dering van werkloosheid in het bedrijf, dat door middel van onderhandelingstarieven kan worden geholpen, ontstaat een algemeener en langer duren de vermeerdering van werkloosheid in andere tak ken van bedrijf Het bekende motto uit de klassieke economie: „wat men ziet en wat men met ziet", geldt ook hier. Het publiek ziet de vermindering van werkloosheid hij het bedrijf, welks export door buitenlandsche tariefpolitiek bemoeilijkt wordt, maar het publiek ziet niet de langzaamaan in tredende prijsverlioogingen, welke het gevolg zijn FEUILLETON door ET HEL M. DELL. 2. „Wat herinner je je?" vroeg zij. Hij aarzelde. „Kom, zeg het maar gerust!" hield zij met zachten aandrang aan. „Ik spreek graag over haar." Hij verkeerde nog in tweestrijd. „Och, als het er op aankomt ,weet ik er eigenlijk niet veel van. Ik zag haar een jaar geleden op de lange jacht even voor..." „Even voor zij het leven verloor," zei ze met gesmoor de stem. „Ze reed .éénig, niet waar? Dien dag dien dag nam zij den sprong over de klip men zei, dat ze éénig was..." „Jawel," zei Rory. Hij beproefde van het onderwerp af te stappen. „Doe jij ook aan jagen?" Ze onderdrukte een rilling. „Nu niet neen! Ze zeg gen dat ik het uit lafheid niet wil." „Welk een onzin!" zei Rory. „Ja, want het is eigenlijk geen lafheid," antwoordde zij. „Het is een soort afgrijzen. Mijn vader maakte zich op een dag boos en zette mij op zijn grootste jacht paard. En... en... ik viel in zwijm. Daarna werd ik ver schrikkelijk uitgelachen. Ik was er zeer bedroefd over, en zocht troost bij juffrouw Dicker. Zij is zeer vrien delijk." „Wat een wreedaard moet je vader zijn!" merkte Rory op. „Ja, nogal," erkende zij. „Hij hield in 't geheel niet van mijn moeder. En Sylvia en Griselda ook niet. En ze kun nen mij niet uitstaan, omdat ik zooveel op haar gelijk." „Stel je voor, iemand het land hebben aan jou!" riep Rory uit. „Hoe noemen ze je? Charlotte?" Zij knikte verdrietig. „Ja, maar moeder noemde mij anders." Hoe noemde zij je dan?" vroeg Rory. „Ze noemde mij Charmaine," luidde het antwoord. „Het is een samenvoeging van mijn beide namen. Mijn vader had bepaald dat ik Charlotte zou heeten en zij heette Maynard, vóór haar huwelijk. Vader placht mij een maal Charmaine te noemen, maar tegenwoordig doet van de naar bescherming voerende actieve handels politiek. Deze prijsverhoogingen voeren het loon peil omhoog, of zij verminderen de koopkracht. Het eerste beteekent: nadeeliger positie van de exportbedrijven, het iweede: Minder koop op de oinnenlandsche markt Beide invloeden scheppen werkloosheid". 7. „De continuïteit bij de handelsafspraken met andere landen is ^cn zaak van uiterst grjot ge wicht, voor den handel en de practijk heeft bewe zen, dat juist actieve handelspolitiek bevordering van continuïteit in den weg staat. Landen, die met dubbele tarieven werken, ci.w.z. die bij hun onder handelingen op een of andere wijze onderhandelings- larieven in het geding brengen, moeten meer dan wij voortdurend letten op de wijzigingen, welke de ta riefpolitiek in andere landen ondergaat cn durven zich daarom niet voor langen tijd binden. Nederland, dat bij de onderhandeling over zijn handelsverdragen geen vechttarief in het geding brengt, behoeft niet z^o angstvallig te zijn en kan van zijn kant gemakkelijker een verdrag voor lan gen tijd teekenen, omdat zijn positie tusschen de an dere landen veel eenvoudiger blijft. Zoo is de ter mijn van het handelsverdrag, dat Nederland met Duitschland afsloot, langer dan die van de verdragen welke België en Zwitserland ongeveer gelijktijdig met Duitschland sloten 8. „De toepassing van maatregelen van actieve handelspolitiek, zou, indien zij het minst schade zul len berokkenen, in handen moeten worden gesteld van personen, die geheel onpartijdig cn terzake vol komen deskundig zijn en omdat in de practijk de toepassing alleen kan plaats vinden door politieke personen, die ten aanzien van het onderwerp niet onpartijdig en meestal niet deskundig kunnen zijn. Dit behoeft geen nadere toelichting." 9. „De buitenlandsche handel van Nederland blijft zich ten spijt van de door andere landen opge worpen handelsbelemmeringen, (welke trouwens door landen die een actieve handelspolitiek voeren in ten minste even sterke mate worden ondervon den), regelmatig in gunstigen zin ontwikkelen, zoo dat het onverantwoordelijk zou zijn om ter wille van bepaalde bedrijfsbelangen proefnemingen te gaan doen, waarmede in het gunstigste geval plaatselijke en tijdelijke voordeelen kunnen worden behaald, maar waarmede aan de handelsontwikkeling van Nederland als geheel bezien, zeker schade wordt be rokkend. Wie de in- en uitvoerstatistiek van Nederland in de laatste reeks jaren bestudeert, zal tot de verras sende slotsom komen, dat de buitenlandsche handel van Nederland, ten spijt van het in andere landen welig tierende protectionisme, zich gunstig ontwik keld heeft, gunstiger ook dan die van nagenoeg alle andere landen 10. „Het Nederlancische volk heeft tot dusver, eenerzijds door een natuurlijken aanleg, anderzijds door een eeuwenlange ondervinding, een financieel en commercieel inzicht verworven, dat het buitenland het benijden kan. Dientengevolge zou het averecht- sche politiek zijn. om zich af te wenden van het stelsel van den vrijhandel, waarin ons volk is ge schoold en waarmede het zich, ten spijt van de ge volgen van den oorlog en van een bevolkingsver meerdering, grooter dan die van eenig ander land, (in 20 jaar tijds meer dan 30 regelmatig uit de eco nomische moeilijkheden opwerkt." Tot zoover de heer Plate, wiens beschouwingen wij met groote instemming hebben gevolgd. Dat De Telegraaf deze kwestie aan de orde heeft gesteld, verdient oi. de volle waardeering van allen, die vóór slechting der tariofmuren zijn. Een beter verdediger dan de heer Plate had het bla<i, moeilijk kunnen vinden. hij het nooit meer. De anderen hebben het nooit gedaan." „Ik zal je Charmaine noemen," zei Rory. „O, dank je wel," zei ze. „Die naam is mij werkelijk llei." „Jawel." zei Rory. „Ze past je. Waarom gebruiken de anderen Griselda en zoo Hem niet?" „Omdat het haar naampje voor mij was. geloof ik," antwoordde Charmaine. ..En ze konden haar niet zien of luchten. En zij stookten mijn vader ook tegen haar op. Hij spreekt tegenwoordig nooit meer van haar. Maar ieder ander hield van haar," liet zij met teederen trots volgen. „Op een keer hoorde ik juffrouw Dicker zeggen dat zij „door een zeker volkje veel te veel op de handen gedragen werd," en ze zei het niet mij om mij te plezie ren. Neen, want ze schrikte, toen ze merkte dat ik de woorden gehoord had hoewel ik niet begrijp wat er was om van te schrikken." „Wie is juffrouw Dicker?" vroeg Rory. „Onze huishoudster op Malahide. Vader heeft haar laten blijven, omdat ze hem zoo weinig kost." „Jawel," zei Rory, „Je vader woont op Malahide, om dat hij niet rijk is, en ook je zusters..." „Mijn stiefzusters," verbeterde zij zachtjes. „Ze zijn veel ouder dan ik. Griselda is vierendertig, dat is nog ouder dan mijn moeder." „O!" zei Rory. „Zat de vork aldus in den steel? Arm kleintje! Maar dat mogen zij niet op jou wreken." „Ik geloof niet dat het hen daarom te doen is," zei Charmaine, ,Jk ben natuurlijk een groote last. Niemand had mij noodig, behalve mijn moeder, en zij zei altijd dat mijn grootste misdrijf daarin bestond dat ik geen jongen was. Ik wou dat ik het was, want dan zou ik ergens op school zijn ,in plaats van onderricht te krijgen van Griselda." „O, geeft zij je les ook?" zei Rory. „En is ze niet lief tegen je?" „Zij geeft mij dikwijls standjes," zei Charmaine. „En als ze vindt dat ik erg ondeugend geweest ben. zendt ze mij naar bed. en dan komt zo me met haar rijzweep af ranselen. Het is maar een kleine, maar ze doet erge pijn." „Bij Jupiter!" riep Rory verontwaardigd uit*. „Waarom sla je haar niet terug, of bijt je haar niet?" „Ik ben er te bang voor," antwoordde Charmaine. „Dan sloeg ze me dood, geloof ik." „Maar waarom laten ze je niet schoolgaan?" „Och", zei Charmaine, „mijn vader kan mij niet naar een school zenden en tegelijkertijd jachtpaarden houden. Maar, in ieder geval, tot mijn zestiende jaar valt er niet aan te deillcen. Dan zal ik efgens heen moeten gaan tot voltooiing van mijn opvoeding." ,Dus tot je zestien bent moet je maar geplaagd en BRONCHITIS U overvalt, de prikkelende hoestbuien U zoo benauwd maken en het slapen be letten, grijp dan naar de slijmop- lossende, hoeststillende Akker's Abcfijsiroop, welke Uw adem haling weer diep en vrij maakt. nieuws' Het is gelukt Abdijsiroop te i stollen' tut gemakkelijk mede te nemeu J \a VOOR DEN POLITIERECHTER Openbare strafzitting van Maandag 24 Februari 1980. DE WAARSCHUWING IN DEN WIND GESLAGEN. Een plattelandovertreder van de strafwet des lands, genaamd Hendrik R., die bereids een ernstige verma ning tot deugdzaamheid had ontvangen, ln den vorm van een voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij hem onder meer als bijzondere voorwaarde was opgelegd ont houding van alcoholische dranken, had zich aan deze verplichting gedurende zijn proeftijd onttrokken en plukte nu de wrange vruchten van zijn ongehoorzaam heid, aangezien de voorw. straf volgens uitspraak van den politierechter, onverbiddelijk zal worden ten uit voer gelegd. TWEE LANGE LOUTERINGSJAREN IN 'T VERSCHIET. De jeugdige boerenarbeider Joh. G., indertijd te Heer- hugowaard vertoevende, en die op 4 Augustus te Kal- verdijk 'n rijwielplaatje had ingepikt met het doel er een handelszaakje mee te openen, was te dier zake reeds eenlge malen voor den politierechter verschenen, doch telkens werd de zaak tot nader onderzoek opnieuw uitgesteld, tot heden voor Jan het uur sloeg der ver lossing en hij voorw. werd veroordeeld tot 2 maanden met 2 proefjaren. Voorts wordt hij gesteld onder de vaderlijke hoede der R.K. reclasseering, die er ondr-r meer streng op zal moeten toezien, dat hun pupil zich zorgvuldig onthoudt van alcohol in slappe of sterke sa menstelling, daar duidelijk is gebleken de ongunstige uitwerking van deze lavenis op de gedragingen van dezen geslagen worden?" vroeg Rory met een stem, die van verontwaardiging bijna oversloeg. „Ik vrees van wel," zei Charmaine. „Is Griselda erg leelijk?" vroeg Rory onverwacht. „O, vreeselijk," antwoordde Charmaine. „Daar zit dus de kneep!" verklaarde hij, woedend. „Ze is een jaloersche oude feeks." „O, maar zoo oud is ze niet!" kwam Charmaine daar tegen ojJ. „Ze is nog niet eens van middelbaren leeftijd. Ze kan onmogelijk jaloersch op mij zijn. En waarom?" „Waarom?" zei Rory. „Omdat je mooi en lief en jong bent. Dat is het. En het is een schandaal, en ik zal het haar zeggen, zoodra ik er gelegenheid toe krijg." „O, dat moet je niet doen!" zei Charmaine. „Dat moet je heusch niet doen. Beloof me asjeblieft dat je nooit iets van dien aard doen zult." Bij deze woorden was ze opgestaan en stond met in eengestrengelde handen voor hem. .Ik wil alles doen. wat je me vraagt, Charmaine," zei hij. „Je bent het liefste meisje dat ik ooit gezien heb.' „Zoo, vindt je?" lispelde zij. verwonderd, en van wel behagen een kleur krijgende. „Dat is erg aardig van je. Ik zou wel eens willen weten waarom je dat denkt." „Denken?" zei Rory. „Ik ben er van overtuigd." Hij was ook plotseling opgestaan en stonds eenigszïns links tegenover haar. „Ik zal je vriend zijn als ik mag," zei hij. „Ik zal je bijstaan, door dik en dun." „O. ja?" vroeg zij. „WH je dat? Moe aardig! Maar ja je zult het aan niemand vertellen, niet waar?" „Ik zal nooit iets doen. wat jij liever niet' hebt," be loofde hij, en deed onder het spreken met een lichte ver legenheid een stap nader en kuste haar op de wang. „Ziezoo, dat drukt het zegel erop," zei hij. „Nu zijn we kameraden. En ik zal je zeggen wat we doen zullen. We ontmoeten elkaar morgen op het strand, bij de kreek van Malahide. Bij vloed Is het daar verrukkelijk." In de oogen van Charmaine verscheen een lichte glans. „Dat zou ik heerlijk vinden." zei ze. HOOFDSTUK IL Gesprekken. „En, jeugdige Rory! Hoe voel je je vanmorgen na den dag van gisteren?" Pat Deloraine keek vergenoegd van zijn rijkelijk met ham en eieren gevuld bord op, toen zijn logeergast de kamer binnentrad. Zijn eigen welgemoed uiterlijk ver toonde geen teekenen van afsloven en vermoeienis. Pat was een geboren leeglooper en even roerend onschadelijk en goedig als een hommel. „Ik voel me best," antwoordde Rory. Hy keerde zich goedwillenden doch gemakkelijk te verleiden jon^n blauwe-reigerpolderiaan. ZIJN WOEDE OP DE ÖfeUR GEKOELD. Een van de rumoerige afgevaardigden van St.-Pan- cras en environs, die op Zondagavond de gemeente Alk maar wat meerder leven trachtten bij te brengen en de Inspiratie voornamelijk verzamelen in de diverse rommelcafé's, was in den avond van 22 December ten zeerste gebelgd over de weinige waardeering dat zyn bezoek genoot in het café van den heer Anth. Mole naar, welke ontstemming hij na zijn verwijdering uit die inrichting demonstreerde door het intrappen van de voordeur. Hij wi^t het zoover te „schoppen", dat de café houder f 9 had te voldoen aan herstellingskosten, doch hij werd heden bij vonnis van den politierechter ver plicht deze schade aan den heer Molenaar te vergoeden, terwijl hij bovendien werJl veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen hechtenis. ZET EEN WACHTER BIJ UW LIPPEN. OPDAT GEEN KWAAD WOORD U ONTGLIPPE... Indien de heer J. E. van T., hotelhouder te Alkmaar, zich tijdig dit „onbenullige" versje had herinnerd, zou hij nu niet verplicht zijn geweest f 15 te betalen voor een feit, waarvan hij absoluut geen andere satisfactie ge noot, dan dat hij zijn voormaligen kelner en huisknecht de Bruin eens flink wat naar zyn meening de waarheid had kunnen zeggen. Er was tusschen hen onaange name verstandhouding ontstaan en onder de hieruit voortvloeiende heftige discussie, was de heer v. T. zoo onvoorzichtig zijn bediende te beduiden, dat hij hem voor een dief hield. Hij had dan ook te dier zake een klacht Ingediend, doch het bleek heden, toen de heer v. T. als gevolg van een door den kelner ingediende klacht, terecht moest staan, dat deze zaak door gebrek aan voldoend bewijs niet ter terechtzitting behandeld zou kunnen worden. Het klachtdelict liep echter beter rond en werd de niet aanwezige hotelhouder veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen hechtenis. DE PLECHTIGE STEMMING VERSTOORD. Op den meest opgewekten stonde van het geheele jaar en wel op den eersten Januari, als ieder vol is gestampt met zorg voor het heil zijner medemenschen en opge wekt door veelvuldige heildronken zijn jubellied „schept vreugde in 't leven" uitgalmt, was de goede harmonie van de caféhouder van Riel te Hoorn met een zijqer bezoekers. Klaas M., in niet geringe m3te verstoord en klonken den caféhouder ver van vriendelijke benamingen ln de ooren. Ten zeerste gekrenkt over deze bejegening, werd een klacht Ingediend en de heer M„ ondanks zijn ontkentenis en poging om zijn optreden te motlveeren, heden veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen. BETRACHT MIJNE WOORDEN. DOCH MIJDT MIJNE DADEN. In een der Christelijke schoollokalen van het geluk zalige eiland Urk. werd den tweeden Kerstdag van het voorgaande jaar een opvoering gegeven, waarbij ver schillende genoodigden zich echter zoo onheusch gedroe gen, dat de aanwezige rijksveldwachter v. Zutpfaen krachtig ingreep en verschillende onrustverwekkers ta melijk onzacht de feestzaal uitwerkte. Een van deze balsturige ballonbroekers, de ongehuwde visscher Okko W„ gaf daarover zijn ontevredenheid te kennen, door van Zutphen een minderwaardig scheldwoord toe te voe gen. Deze ambtenaar, overtuigd zijn plicht te hebben gedaan, liet zich deze beleediging niet aanleunen en maakte proces-verbaal op, welke zaak heden ook weer was uitgekozen voor behandeling. De scheldende vis scher was thans echter onzichtbaar. De officier was weinig gesticht over de rechtzinnige Urkers, wiens handelingen dikwerf absoluut niet over eenstemmen met hun strenge leer, zooals nu weer was gebleken. De burgemeester houdt zijn minder olrbaar van het buffet af, een bord in iedere hand, een gezicht, dat Pat deed lachen. „Je zorgt vanmorgen wel dat je niets te kort komt." merkte hij op. „Evenals gisterenavond. Ik zag je het laat ste gedeelte van het bal steeds dansen met het aardigste nufjo dat er bij was." Rory liet geen verlegenheid blijken. „Het was een Engelsch meisje," zei hij. ..De jongste dochter van den ouden Audley van Malahide." „Ze is een aardig ding." zei Pat, „het evenbeeld van haar moeder, helaas voor haar!" „Waarom zegt ge dat?" vroeg Rory. „Dat weet ik zelf niet. De moeder was een beetje aan den overijlden kant. Een jaar geleden sprong ze over de klip, weet je, bij Ballybeg. Er waren menschen die zeiden dat het niet geheel en al zoo'n ongeval was als het leek want ze was een uitmuntend paardrijdster." „Genadige Hemel!" zei Rory. „Als ik je was. zou ik er met het kind niet over spre ken," ried Pat aan. „Niet dat het waarschijnlijk is dat je haar terug zult zien. Ze werd gisterenavond alleen ge vraagd omdat je Tante Eileen haar tegenover haar bei de zusters Asschepoetster noemde. Zij kunnen geen gek heid verdragen." „Het is een schande," riep Rory met warmte uit. „Wat heeft zij gedaan om zoo behandeld te worden?" „Zij? Niets, behalve van geboren te worden terwijl nie mand haar noodig had," zei Pat. „en daarbij nog de bru taliteit tc hebben van mooi te zyn. De oude Audley is zoo arm als een kerkrat en opgescheept te zijn met een dochter zooals Griselda is ook geen pretje. De tweede, Sylvia, heeft tenminste nog eenlge kans. Die kan er mee door. Maar Griselda genadige goden!" „Maar, hoe ziet die Griseldaf er dan uit." vroeg Rory, den aanval op zijn ontbijt met graagte openende. „Je zou haar voor een soort vrouwelijke draak houden." Pat zat te grinniken. „Ze is een vrouw van ijzer, mijn jongen, die, ik geloof het waarachtig, er geen been in zou zien een kerel, die gelaarsd cn gespoord het huis binnenliep, eigenhandig de deur uit te werpen. Ik wed dat de tweede Mevrouw Audley haar nog nooit gezien had, toen zij toestemde den ouden heer te trouwen." Pat keek op naar zijn vrouw, die juist binnentrad, ge kleed in een peignor, die zwaar over den grond sleepte. „Goeden morgen, allemaal," zei zij, lusteloos langzaam. „Zeg geen woord tegen me. Ik kan niet zien van de hoofdpijn. O. Rory, ik wou dat je een eitje voor me kookte. En jij, Pat, leg als een brave man je krant weg, en schenk me de zwartste koffie in die je kunt!" Ze Het zich in een stoel bij den haard neerzinken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1