SchagerCourant De strijd tegen het Opium. De volmaakte dag. Ondragelijke smarten Aspirin-tabletten Spirosal - oplossing, Stoomerij en Ververij van S. KROM, Alkmaar. STOPPAGE, AJOUREN EN PLISSEEREN. Waarnaar men luistert Woensdag 26 Februari 1930. 73ste Jaargang. No. 8619 Tweede Blad. LIED VAN DEN DAG. M u z i e k-M i s r e. Het beroep van bioscoop-musicus wordt door da musiceerende film ernstig be dreigd. Gij, musicus, die nu Uw nobel vak Door klank bedreigd ziet, Gij voelt U nu vast niet op Uw gemak Uw credit stijgt niet. Men is Uw toekomst grondig aan 't bederven. Nu men muziek kan koopen als conserven. Nu, als bij een sigaar, een glaasje port, Muziek er gratis bij geleverd wordt. Niet enkel voor Uw brood maakt gij muziek, Slechts om te eten. Neen, gij verhit 't gemoed van het publiek En zit te zweeten. Gij, violist, wat gij ook mocht verlangen Niets blijft er nu meer aan Uw strijkstok hangen, Ach, binnenkort is het met U gedaan, Dan moet ge bij een waschbaas strijken gaan. Gij gaaft muziek reeds voor een schamel loon, Wie deed het beter? Gij speeldet met gevoel en goed van toon, Drieduizend meier. Als 't over liefde ging gij wist te klagen, Gij wist t' ontroeren, en ook te behagen. Als in de film, het' lukte nog maar net, Op 't nippertje het meisje werd gered. Dan gingt. gij plots'ling over in galop, Gelijk de beste, Als de bandiet een klap kreeg op zijn kop In 't wilde Westen. Wij hoorden dan revolverschoten knallen, En zaten onbewust de vuist te ballen, Als Uw muziek ons zeide, zonder woord, Dat gij gered was, de bandiet vermoord. Ik zie voor U geen uitkomst ln den nood Bij dat gekochte En ingemaakte spul, dat U verstoot. Gij zijt gesjochten. De schrale troost, die ik U slechts kan geven, Is dat gij in ons hart zult blijven leven. Al gaat gij dus ook van den honger dood, Aan eerbied geen gebrek. Alleen aan brood. TROUBADOUR. Naar verre landen. Rannah schrijft in 't Verloren Hceksken yan „Het Laatste Nieuws": Een vriend van mij gaat op reis. Jaloerschen beweren dat hij naar Sint-Anneken stevent Ik weet het beter. Hij vaart naar verre landen. De lengten en de breedten zijn er met andere cijfers. De steden en de stroomen hebben er lange, melodieuze namen: ge zegt ze, en ge smaakt appelsien en olijf. In mijn schoolatlas stonden ze geschilderd met zeer schoone, gele kleuren; en de oceaan lag er vlak naast en zoo blauw, zoo effen, en zoo tam, dat de brooste droom er veilig kon onder zeil gaan. En ging. Doet ge ooit een verre reis naar het Zuiden, dan zult gij allicht ook die landen zien, welke die vriend van mij zal zien. Goei reis Ik zie den oceaanstoomer al vertrekken te Antwer pen, zijn schoorsteen een beetje schuin, als van de winden zoo gelegd, en met gedaver in zijn lenden, die roepen naar meeuw en zee en vuurtoren. Die vriend van mij staat op het dek, een beetje bul ten de getroppelde passagiers. Waar zou hij anders staan? Hij ziet er heldhaftig uit en ontdekkingsreizigerach tig. Hij heeft een zeekostuum en een zeepet. Zijn Zakken staan bol van Baedekers, van atlassen, zeekijkers, kompassen, plattegronden en andere gewel dige instrumenten. Mij dunkt, hij is gewapend, tegen haal, zeewolf of verre landserpent. In zijn borstzak steekt zijn portefeuille. In zijn por tefeuille steekt een portret van zijn vrouw, profiel links, een, profiel rechts, en vier portretten van zijn kleuter. Door de moederlijke zorgen van zijn vrouw staat hij daar" kompleet En zij staat onder 't volk, op den over. Misschien staat zij ergens elders, en kijkt Zij heeft haar besten mantel aan. Hij is een beetje bleek. Zij is een beetje bleek. Bei den hebben een afscheidsgezicht. Het schip schuift Tusschen den vriend van mij en zijn vrouw is nu de oever, is de steiger ,is de reeling van het schip, en is het water, dat schuimt en rimpelt en breeder wordt en dieper. Ginder buigt de Schelde. Dan is de zee, de oceaan, de gewijzigde vierkantjes van breedte en lengte, en zijn er de verre landen. Over de geheele wereld wordt een geweldige strijd gevoerd orn het gebruik van opium, hetwelk zooveel kwaad met zich medebrengt, tegen te gaan. Immers het aantal slachtoffers, dat jaarlijks aan opium ten gronde gaat is onnoemelijk; de regeeringen der ver schillende landen hebben dit ingezien en èr worden reeds sedert jaren maatregelen getroffen en onder linge overeenkomsten gesloten, waarbij de uit- en in voer van opium ten zeerste wordt beperkt Reeds in 1840 vaardigden de Verecnigde Staten een wet uit, waarbij de verkoop van opium werd gere geld. In 1842 werd een verdrag gesloten met Siam; in 1844 met China en in 1S47 met Japan. Bij deze ver dragen werd bepaald, dat de uitvoer van opium al leen voor medische doeleinden was toegelaten; de apothekers werden verplicht om van de personen, aan wie opium was verkocht, nauwkeurige aanteeke- ning te houden. De eerste groote opium conferentie werd te Shan ghai gehouden in 1906, an de bezetting der Philippijncn door de Verecnigde Staten. Op deze conferentie bleek, dat niet alleen de Oosterlin gen, maar ook de meer „be schaafde" Westerlingen aan opium waren verslaafd, en dat de vrije verkoop van opium, morphine en andere verdoovende middelen een dreigend gevaar was gewor den. ln de jaren 1911 en 1912 werd er te Den Haag een nieuwe groote opium-confe rentie gehouden, waaraan twaalf landen deelnamen, en waarbij de teelt en de ver koop van het rook-opium werden beperkt. In 1913 wer den de hesluiten, welke op de conferentie te Den Haag wa ren genomen, in de wetge- ving toegepast. In 1920 en 1923 werd door de Engelsche regeering een wet op de ver- doovingsmiddelen uitgevaar- digd (Dangerous Drugs Act), waarbij strenge maatregelen werden getroffen. In 1924 werd door liet „Harrison's Narcotic Act" de verkoop van morphine en cocaïne binnen de grenzen van Engeland ge-, regeld en in 1925 werd de uit voer en verkoop van verdoo- vingsmiddelen bepaald in de Engelsche bezittingen. Ook de permanente opium-com missie van den Volkenbond verricht veel goed werk op dit gebied. In 1928 werd door deze commissie een comité afgevaardigd om een bezoek te brengen aan de verschil lende Oostersche landen, ten einde aldaar een onderzoek naar het opium-gebruik in te stellen. Dit gezelschap ver trok in September jl.'en be gaf zich het eerst naar liritsch Inriic. In Singapore, een belangrijke smok- kelhaven in den opiumhandel, werd een uitgebreid onderzoek ingesteld. De commissie bezocht dt re- geerings-opium-fabriek aldaar en nam ook deel aan de doorzoeking van een schip door de ambtenaren van dienst, ter voorkoming van smokkelhandel. In November jl. was de commissie in Ned. Oost-Indic en zij hoopt tegen het einde van Mei in Genève terug te zijn, om aldaar aan den Volkerenbond rapport uit te brengen. Ook de Nederlandsche afdeeüng van den Interna tionalen Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid heeft een commissie geïnstalleerd, welke ten doel heeft de bestudeering van het opiumvraagstuk en dat der be dwelmende middelen, uit opium bereid In verschil lende landen zijn dergelijke commissies door den In ternationalen Vrouwenbond gevormd. Ook hier te lande wordt een scherp toezicht gehouden op den opiumhandel. Te Amsterdam bestaat bij den dienst der centrale recherche een aparte „opium-brigade", welke speciaal belast is met het ondeizoek naar den sluikhandel in verdoovende middelen; verder is er een recherchedienst der Rijksbelastingen, die de sche pen en schepelingen te IJmuiden onderzoekt. Niettegenstaande de gevoerde anti-opium-campag ne worden er toch nog belangrijke hoeveelheden ge bruikt, en bestaat er een enorme clandestiene fabri cage en handel in verdoovende middelen. Nog on langs werd er te Bazel een omvangrijke smokkel-af- faire in verdoovende middelen ontdekt, waarbij voor ongeveer een millioen franc aan narcatica is ge- kunnen in spieren en gewrich ten door rheumatiek, ischias en spit in den rug veroor- 2aakt worden. U weet, dat de pijnen lenigen. Steunt deze werking echter nog, door de pijnlijke plek ken in te wrijven met welke diep in de huid dringt. Er zijn ook vochtige oogen, en handen die natrillen van 't wuiven. En ziet die vriend van mij den toren zakken in den zak van den horizon, dan ziet hij hem hooger opschie ten tot aan de zoldering van zijn ziel, met vrouw en kind er naast. Er zijn dan vochtige oogen die langzaam keeren naar het Zuiden, waar de namen melodieën hebben ln hun flanken. De oceaan ligt zoo stil dat de brooste droom er populierrecht op wandelt Er zijn vochtige oogen, die alleen terugkeeren naar huis. Zeer goei reis. Kort verhaal Naar een Engelsch gegeven, door J. VAN DER SLUIJS. (Nadruk verboden). Het leven was diep volmaakten Juli-dag een straelnd vreugdelied voor Claude Sheppard. Hij was naar de badplaats gereisd, waar hij wist dat Leila Marchmont lo geerde en zij van haar kant scheen er een voorgevoel van te hebben gehad, dat hij komen zou, want ze stond bij de krantenkiosk aan het station toen zijn trein ar riveerde. „Ben je vrij, Leila?" was zijn eerste vraag na een stormachtig verheugde begroeting. „Ja. is het geen bof?" was het antwoord geweest. „Ik heb tegen tante gezegd, dat ik niet wist of ik met dit schitterende weer vóór eten zou thuiskomen. Ik moet be paald inspiratie gehad hebben!" Wat bestond er beter op de wereld dan een inspiratie van Leilan, dacht Claude opgewekt, terwijl hij krachtig haar hand drukte. Ze moesten in de eerste plaats een bezoek aan de pier brengen, vond hij, want het was op die pier, geweest, dat hij haar een jaar tevoren voor het eerst ontmoet had. „Die bank!" zei Claude nadat hij den toegangsprijs be taald had. „Herinner je je het nog. Leila?" „Natuurlijk, Claude; het was maneschijn!" fluisterde zij. Ze wist het nog! En deze blijde gedachte deed hem een jubelende muziek hooren in het eeuwige lied van de gol ven onder hen en zelfs in de rauwe stemmen van de schreeuwende bootenverhuurders. Het was een uitgele zen dag voor een zeiltochtje maar nu nog niet... „Het havenfront... we moeten een wandeling langs het havenfront maken, Leila!" Ze deden het en in het voorbijgaan lachten ze als uit gelaten kinderen om de grimassen van de baders en zwemmers. Claude was nog niet hecleniaal zeker van zijn zaak, maar hij voelde dat hij de goede richting uitging. Hij haalde prettige herinneringen op, aan de lunchroom- met gezellige zitjes, waar zij samen ijs hadden gegeten, aan de bioscoop waar zij samen „reuzenfilms" hadden j gezien, aan de auto-tochtjes door het zonnige zomerland, aan de knusse lunch ln een afgelegen, schilderachtig dorpslogement. „Weet je het nog, Leila?" vroeg hij zacht. „Wat was h%t daar toch schitterend in de buurt van dat stille dorpshotelletje, hè... en het was net zoo'n zalige dag als vandaag!" „Hoe kun je vragen of ik het nog weet?" antwoordde Leila met een spoor van vriendelijk verwijt in haar stem. „Dat moest je toch vanzelf begrijpen!" Claude trok de eenig-juiste, optimistische conclusie uit deze verklaring en op enthousiasten toon ging hij voort: „Niets kan de harmonie van dezen dag bederven! Dit zal in elk opzicht een volmaakte dag zijn; we zullen vandaag letterlijk van alles genieten. Leila. De onbe langrijkste dingen zelfs zullen een feest voor ons zijn!" „En we moeten gezellig gaan theedrinken." verklaarde Leila, met een afwezigen blik over het wijde vlak van de zee, dat schitterde in de zon. Claude had ook al aan die gezellige thee gedacht; al leen leek het hem toe dat hun middagdrank niet als gewone huis-, tuin- of keukenthee zou smaken, maar minstgenomen als nektar. En hij had ook al de plaats bedacht, waar dit plengoffer-van-den-n\iddag zou worden gebracht: het terras van het „selecte" theehuis aan het einde van den breeden, door lommerrijk geboomte be schaduwden strandweg, waar het wiegelied van de gol ven zou zingen in wondere harmonie met hun droome- rige gedachten. „Kom," zei Claude, toen ze het theehuis hadden be reikt, „laten we aan dat tafeltje onder die begroeide veranda gaan zitten; daar is het koel en schemerig." „Er staat een gebruikt theestelletje op. Claude". „Dat zal de dienster wel wegruimen, lieveling." Hetgeen inderdaad geschiedde. De dienster verving het gebruikte theeservies door een potje geurige, versche thee en schoone kopjes een vroolijk-gebloemd thee potje en vroolijk-gebloemde kopjes die vergezeld gin gen van al de heerlijkheden, waarop een gezond jong meisje pas verloofd of niet nu eenmaal verzot is. En Leila's eetlust bleek niet in het minst geleden te hebben onder het feit, dat ze tot over de ooren verliefd was en dat pas een uur geleden had bekend aan den jongeman, die haar ten huwelijk had gevraagd. Inte gendeel, de keur van lekkernijen scheen haar gevoel van geluk en welbehagen nog te vergrooten. „Liefste," zei ze. „ik vind haast dat menschenkinderen niet zóó gelukkig mogen wezen als wij zijn!" „Waarom niet?" vroeg Claude nuchter. „Het lijkt te mooi om werkelijkheid te zijn!" „Het leven." verklaarde Claude plechtig, „is vandaag een wonderschoon gedicht Niets kan..." „Claude, toe", stoorde Leila prozaisch zijn hoogge stemde ontboezeming, „kijk toch eens even naar dien raren man, die ons voortdurend staat aan te gapen. Hij doet zoo griezelig; hij lijkt wel niet goed wijs. HU stond uit dezen hoek op toen wij binnenkwamen." Claude Sheppard keek in de aangeduide richting. De man die daar stond, had iets van een half-verdwaasden artist en zag er verre van aantrekkelUk uit in zyn sloe- berige kleeren, met zyn sinister, broodmager gezicht en de lange, op manen gelijkende verwilderde haren, waar hij zenuwachtig met zijn handen doorheen streek. Hij keek zóó boos, aisof hij Claude wilde verslinden... of gaf hy de voorkeur aan Leila? Dat zou zeker voor zijn goe den smaak hebben gepleit! „Claude!" fluisterde het meisje en ze kneep haar ca- velier onzacht in den arm. „Wees niet bang, liefste. Niets kan een schaduw wer pen op den glans van dezen volmaakten dag!" Hij riep de dienster, die juist naderbykwam. „Toe, juffrouw, wilt u zoo vriendelUk zijn om dien boosaardigen meneer daar te vragen wat hem bezielt? Zegt u hem maar gerust, dat ik er niet aan denk om ruzie te maken met hem. Ik denk er vandaag eenvoudig niet aan om met wien dan ook ruzie te maken, maar..." „Dat zou ik ook maar niet doen, meneer", antwoordde het dienstmeisje sussend, „hy heeft geen kwaad ln den zin. HU vroeg me juist om even naar u toe te gaan. Ziet u... u zit op zijn hoed, meneer..." Depót: de Heer B. G. G. KöNIG, Hoogzijde, Schagen. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Waar onze zeep van gemaakt wordt Zeep was in de oudheid onbekend. Stof en vuil werden verwyderd door heet water en een schaaf; in het Oos ten was de badsteen in gebruik. Deze badsteenen waren aan de eene zyete versierd met allerlei dierenvoorstellin- gen en ornamenten. Toen ln de elfde eeuw van onze tijdrekening centraal- Aziatische Nomaden Perzië, Mesopotamie, Syrië en Klein-Azië veroverden, maakten ook deze volken kennis met de badsteenen en de vervaardiging ervan werd een ware kunst De grondslag van alle soorten zeep ls soda en olie of vet Het verschil tusschen olie en vet is al leen maar een kwestie van temperatuur. Sommige stor- fen, b.v. klapperolie, zUn in Indië, waar deze wordt ver vaardigd, olie, en in de koudere landen is het een zacht vet Men kan dus aannemen, dat de term „olie" vet in sluit Voor de vervaardiging van zeep wordt meest ge bruik gemaakt van harde vetten, welke vermengd wor den met glycerine. De belangrUkste zeepvetten zUn van dieriyken oorsprong. Schapenvet geeft een helderwitte, maar zeer harde zeep. Hard vet is het beste vet om zeep van te maken, als gevolg van de vetzuren, welke zich efin bevinden. Voor keukenzeep wordt het meeste hard vet gebruikt, maar aangezien dit de zeep hard maakt en tevens on oplosbaar is in water en niet makkelijk schuimt, wordt smokkeld. Een belangrijke ontdekking was zeker wel, die van de Parijsche douane-ambtenaren, waarbij voor ruim 800.000 francs verdoovende middelen uit een diplomatiek valies te voorschijn werden ge bracht. De gevolmachtigd minister van Afghanistan te Parijs, die in gelijke functie te Moskou was be noemd, vervoerde tusschen zijn bagage belangrijke hoeveelheden heroïne, cocaïne, enz. Óok in Ned. Oost- Indië worden door de recherche belangrijke opium- aanhalingen gedaan. Doch de smokkelaars gaan zoo geraffineerd te werk, dat er toch nog heel wat opium het land binnenkomt. DONDERDAG. 27 JANUARI. Hilversum (1875 M.) 10.00 Morgenwyding, 12.00 Politieberichten; 12.15 Mid dagconcert; 2.00 Platen: 3.00 Halfuurtje der Hulsvrou wen; 3.30 Platen; 4.00 Ziekenuurtje; 5.30 Vooravondcon cert; >1.00 Tydsein; 6.30 Platen; 6.45 Landbouwhalfuurtje; 7.15 Fransch ;7.45 Politieberichten; 8.00 Tydsein; Platen: 3.15 Feestconcert geboortedag Cornelis Dopper; Concert gebouw A'dam; Platen. Huizen (1635 M.) 8.15 Morgenconcert; 10.00 Dameskoortje; 10.30 Zieken- dienst: 11.00 Lezen Chr. Lectuur: 11.30 Platen: 11.45 Uurtje voor Landbouwers; 12.30 Middagconcert; 2.00 Uit zending voor scholen; 2.45 Fraaie handwerken; 4.00 Tyd sein; 4.00 Ziekenuurtje; 6.00 Orgelconcert; G.30 Koersen; 6.40 Orgelconcert; 7.10 Litter. lezing over „De Bandeloo- zen"; 7.40 Maleisch; 8.10 Kerkuitzending, Nieuws, zang, rede, muziek. Zeesen (1635 M.) 11.20 Platen: 3.50 Concert; 7.20 Actueele afdeeling; 7.35 Hoorspel van Schanck; „Gedichte angeboten"; Dansmu ziek. Daventry Jr. (479 M.) 1.20 Licht concert; 1.35 Middagmuziek; 2.20 Licht con cert; 5.35 Kinderuurtje; 7.20 Quintetmuziek; 8.05 Luister spel „Piccadilly"; 9.20 Luisterspel: „Exilc"; 10.35 Nieuws. Londen 1553 en 356 M.) 1.20 Orgelconcert; 2.50 Schooluitzending: 3.20 Godsd. oefen.; 4.05 Concert; 5.35 Kinderuurtje; 7.00 Haydn-kwar- tet; 7.55 Halle-Concert, 10.45 Dansmuziek. Weenen (516.4 M.) 2.50 Middagconcert; 4.15 Sprookjes; 5.20 Loser leest; 6.20 Dc Bondstuin; 6.50 Uit de Weensche Staatsopera: Simone Boccanogra; Hamburg (372 M.) 12.25 Concert; 5.15 Concert; 8.40 Concert; 9.50 Actu eele afdeeling; 10.50 Buitenlandsche Stations. Langenberg (473 M.) 6.20 Morgenconcert; 9.50 Platen; 11.30 Mechanische muziek; 12.25 Middagconcert; 4.50 Vesperconcert; 7.20 Oud Keulsch Carnaval; 8.20 Carnavalsbal. 5.20 Concert; 6.55 Platen; Brussel (509 M.) 8.20 Concertgebouw A'dam. Radio-Paris (1725 M.) 12.50 Platen; 1.25 Platen; 4.05 Dansmuziek; 8.20 Con cert, 9.50 Concert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5