SchagerCourant
WEES SLIM
GEBRUIK GLIM
Vijfde Blad.
Zaterdag 1 Maart 1930.
73ste Jaargang. No. 8621
Schagen
Begrafenisyereeniging „Schagen".
De jaarvergadering van leden van de begrafenisyer
eeniging „Schagen" werd Donderdagavond 27 Februari
gehouden in het lokaal van den heer J. K. Boontjes aan
de Markt.
De Voorzitter, de heer J. Schoorl Pz.. opent met een
woord van welkom de vergadering, waarna de secretaris
de heer A. de Heer. de notulen leest, die onder dank
zegging worden goedgekeurd.
Mededeeling wordt gedaan van 2 ingekomen stukken,
le. een schrijven van den heer G. Kouseband, dat hij om
gezondheidsredenen bedankt als bestuurslid.
De Voorzitter zegt dat dit bedanken het bestuur om
dubbele reden leed heeft gedaan, eerstens omdat de heer
Kouseband een ijverig bestuurslid was en tweedens om
dat dit bedanken moest geschieden om gezondheids
redenen.
Het tweede schrijven was van den heer Joh. Franzen,
kleedlngbewaarder, die wijst op de vele werkzaamheden
aan die functie verbonden en daarom verzocht zijn ver
goeding te bepalen, evenals zulks voor de dragers ge
schiedt. n.1. per keer en anders het salaris te verhoogen
tot t "5.
De Voorzitter doet uitkomen, dat het bestuur buiten
gewoon tevreden is over de wijze waarop de heer Fran
zen de kleeding verzorgt en dan ook wordt voorgesteld
het salaris op f 75 te bepalen. Intusschen meent het be
stuur dat het verstandig zal zijn, dat salaris als maxi
maal te beschouwen, omdat er grenzen moeten wezen
en indien de kosten te hoog worden opgevoerd, het stre
ven tot contributieverlaging niet zal worden bereikt,
Algemeen gaat de vergadering accoord met het be
stuursvoorstel.
Het jaarverslag.
Door den secretaris-penningmeester wordt vervolgens
een zeer uitvoerig jaarverslag over 1929 uitgebracht. We
vermelden er het volgende van:
Wat de resultaten betreft, kunnen we tevreden zijn.
Het ledental steeg en een behoorlijk winstcijfer werd
gemaakt De gemaakte winst, f 713.29% is kleiner dan
vorig jaar en wel f 182.04%. Dit minder worden der
winst is een verwacht verschijnsel, hoewel het verschil
ditmaal vrij groot is.
In den loop van het jaar werd overgegaan tot het be
graven per auto. Wat hiertoe aanleiding beeft gegeven
is genoegzaam bekend en zal ik hier niet memoreeren
Wel zij hier vermeid, dat de Vereeniging met de heer
C. Boontjes en de firma Blaauboer en Kossen eene over
eenkomst heeft aangegaan, waarbij genoemde heeren
zich verbinden een lijkauto en twee volgauto's aan te
schaffen en gedurende twee jaar en negen maanden de
teraarde-bestellingen der Vereeniging uit te voeren tegen
het voor 1 Januari 1930 geldende tarief.
Hoewel men eerst wat vreemd stond tegenover de
nieuwe wijze van begraven, kan ik tot mijn genoegen
constateeren, dat zij-nu vrijwel Ingeburgerd Is en als de
voorteekenen niet bedriegen zal zij, binnen afzienbaren
tijd, ook in de omliggende gemeenten algemeen worden
toegepast.
Door deze geschiedenis kwam de Vereeniging in de
eerste helft van 1929 voor hoogere begrafeniskosten te
staan. Voor de teraardebestellingen welke nog bezorgd
werden door de stalhouders, moest f 1 per rijtuig meer
betaald worden: later moest een lijkauto uit Alkmaar
worden gerequireerd, welke uit den aard der zaak ook
meer aan het gewone tarief kostte. Deze buitengewone
kósten heeft de Vereeniging voor hare rekening geno
men, ook wat betreft de niet-leden. Natuurlijk is hierdoor
het winstcijfer nadeelig beïnvloed.
Door onze vereeniging werden in 1929 bezorgd 33 ter
aardebestellingen, waarvan 17 van leden en 16 van niet-
leden. Aan de nabestaanden van drie elders overleden
leden werd een bedrag van f 214.50 uitbetaald, zijnde het
bedrag dat deze teraarde-bestellingen alhier zouden heb
ben gekost
Evenals vorige jaren werd ook nu weder een paar
keer een stoffelijk overschot van elders afgehaald en
alhier ter aarde besteld, evenzoo van hier vervoerd naar
elders om aldaar te worden begraven.
Het aantal leden vermeerderde met 59. Het verloop
van het ledental was aldus: op 31 Dec. 1928 waren er
1659 leden; vermeerderde door geboorten en toetreding
nieuwe leden met 102 tezamen 1761 leden; verminderde
door ovrlijden met 19 leden, terwijl bedankten 24 leden,
tezamen 43 leden; er bleven dus over 1718 leden; ver
meerderde 1 Januaro 1930 met 11 leden, zoodat we het
nieuwe boekjaar ingaan met 1729 leden, verdeeld over
524 gezinnen.
Naar de contributie-klassen zijn deze leden verdeeld
als volgt: 267 leden, bij toetreding tot 70 jaar af 2.40, is
f 640.80; 500 leden bij toetreding tot 50 jaar a f 1.20 is
f 600 380 leden bij toetreding tot 30 Jaar a f 1 is f 380;
5S2 leden bij toetreding tot 15 jaar a f 0.60, Is f 349.20.
1729 leden mot een totale jaarcontributie van f 1970.
De verlies- en winstrekening geeft dus een winst aan
van f 713.29%, en voorgesteld wordt van dit bedrag f 100
te storten in 't kleedingsfonds en de rest zijnde f 613.29%
te voegen bij de reserve. Het reserfefonds is daarmede
gebracht op f 4523.21.
Het effectenbezit bestaat momenteel uit: 2 f 1000,
Nederland leening 1927 is f 2000, 2 a f 1000 Ned. Indië
lecning 1926 is f 2000, alles rentende 4%
De Vereeniging staat er finantieel prachtig voor en
blijkt ook, uit het steeds grooter wordend aantal leden,
dat de bevolking van Schagen het volste vertrouwen In
haar stelt.
Alvorens dit verslag te sluiten, moet de secretaris
namens het Bestuur een woord van dank richten tot
onzen adviseur-voorlooper en verder personeel voor de
wijze waarop zij steeds onze belangen hebben behartigd.
De heer Franzen heeft wederom op de bekende voor
beeldige w\jze voor onze kleeding gezorgd. Ook hem
komt een woord van lof en dank toe.
De vergadering geeft door applaus haar tevredenheid
te kennen over de wijze waarop de secretaris den gang
van zaken heeft medegedeeld en de Voorzitter spreekt
dan ook zijn waardeering daarover uit
Naar aanleiding van het jaarverslag vraagt de heer
G. Krouwel waarom uit Alkmaar een lijkauto moest
komen, terwijl hier toch 2 lijkwagens zijn.
De Voorzitter zegt dat het hem niet lust om nu weer
ln extenso weer te geven de onaangenaamheden die zijn
ontstaan tusschen het betsuur en de stalhouders, waar
mee de vereeniging voorheen een overeenkomst had.
Die zaak is voldoende bekend en ook straks uit de notu
len gebleken. Spr. doet mededeeling van een schrijven
van de stalhouders Plevier en Visser, gericht tot de
beide plaatselijke begrafenlsvercenigingen, dat zij zich
geheel vrij tegenover de vereenigingen achtten. Dat was
het antwoord op de laatste pogingen van het bestuur
om tot een vergelijk te komen en het viel vrijwel gelijk
met een aankondiging in het plaatselijk orgaan, dat een
nieuwe vereeniging was opgericht en daarvoor perso
neel werd gevraagd. Onder die omstandigheden was
het moeilijk voor het bestuur langer zaken met die
stalhouders te doen. Spr. wijst op de lankmoedige hou
ding die het bestur had aangenomen. 2'i maand was
getracht het met de stalhouders in het goede spoor te
krijgen.
De heer Krouwel acht die gulden verhooging toch niet
zoo erg, de auto uit Alkmaar vorderde ook hoogere
kosten cn waarom dan naar een andere gemeente ge
gaan?
Wat de verhooging van een gulden betreft, merkt de
Voorzitter op dat de houding van het bestuur in dezen
door de meerderheid der ledenvergadering vorig maal
ls goedgekeurd en spr. beschouwt die zaak als afgedaan.
De heer W. Plcvici^zegt, dat er nog een andere brief
ls ingekomen als antword op een schrijven dat het be
stuur tot de stalhouders heeft gericht en welk bestuurs-
schrijven door de vergadering was goedgekeurd.
De Voorzitter zegt dat dit schrijven van formidabele
lengte handelt over de kwestie der verhooging van f 1
en spr. herhaalt dat over die zaak de ledenvergadering
uitspraak heeft gedaan en spr. is niet van plan nu deze
zaak weer op te rakelen.
De heer Krouwel meent, dat in het schrijven van de
stalhouders dingen kunnen staan, waardoor de leden
oordeelen, dat ze niet moeten slikken wat het bestuur
doet. Dat de begrafenis met auto's plaats vindt, hebben
we ook al moeten slikken.
De heer J. Jansen meent dat de brief bij de mede-
deelingen ter kennis van dc vergadering had moeten
worden gebracht.
De Voorzitter wil desnoods bij stemming zien uitge
maakt of de vergadering den wensch van den heer
Krouwel om het schrijven van de stalhouders te doen
voorlezen, onderschrijft.
De heer Jb. Kossen vraagt waarom het schrijven niet
wordt voorgelezen, we behoeven daarmee nog niet die
zaak op te rakelen.
De Voorzitter zegt dat in het schrijven een lezing aan
een geval wordt gegeven, wat aanleiding zal geven
dat het bestuur een andere lezing zal moeten geven.
De heer Kerkmeer is tegen behandeling van het
schrijven, het is uitsluitend een bestuurszaak.
De Voorzitter beaamt dat het een brief aan het be
stuur ls en heeft dat ook al gezegd. Niemand der leden
blijkt nu behandeling van het schrijven meer noodlg te
achten.
De heer Overdijk vraagt of er nog meer ingekomen
stukken zijn waar de vergadering geen mededeeling van
krijgt
De Voorzitter zegt van zoover hem bekend niet al
leen brieven die bestuurszaken betreffen.
De heer W. Plevier vraagt waarom dan het kleine
briefje van de stalhouders wél werd voorgelezen.
De Voorzitter zegt dat dit zooveel gemakkelijker was.
Dat briefje had spr. noodig voor bet antwoord op de
vraag, die de heer Krouwel stelde. Het diende om aan
te toonen, dat bet verband met de stalhouders was
verbroken.
De heer Krouwel vraagt nu of het bestuur Inzake bet
aangaan van een contract met de heeren Blaauboer en
Kossen en C. Boontjes opdracht had van de leden
vergadering.
De Voorzitter zegt dat het bestuur gedaan heeft, wat
het meende te moeten doen. Maar straks kan op die
zaak teruggekomen worden.
Bij monde van den heer C. Aij brengt de finantleele
commissie rapport uit over hare bevindingen. Alles was
in de beste orde en geadviseerd wordt dan ook om het
bestuur en penningmeester decharge te verleenen.
Balans en Verlies- en winstrekening wordt onveran
derd vastgesteld en de Voorzitter dankt de finantleele
commissie en den penningmeester.
De wijziging d*er statuten en liet huishou
delijk reglement.
Ten aanzien van de statuten stelt het bestuur voor,
art. 5 zoodanig te wijzigen, dat de ledenvergadering uit
het voltallig bestuur den voorzitter aanwijst, maar dat
het bestuur zelf de overige bestuursfuncties regelt
Op de vraag van den heer Overdijk antwoordt de
Voorzitter dat het bestuur deze wijziging noodig oor
deelt, lettende op de grootc verantwoordelijkheid van
de betrekking van secretaris-penningmeester. Door het
bestuur kan deze functie dan worden opgedragen aan
het bestuurslid, dat naar het oordeel van het bestuur
daarvoor het meest capabel is.
De heer J. Jansen vraagt of de koninklijke goed
keuring op deze wijzigingen moet worden aangevraagd.
De Voorzitter antwoordt dat dit niet wettelijk noodig
ls en tot nu toe heeft de vereeniging de koninklijke
goedkeuring op hare statuten gevraagd.
De wijziging wordt goedgekeurd evenals de bepaling
dat niet tot bestuurslid benoembaar zijn, zij met wie
overeenkomsten loopen betreffende de bezorging van
rijtuigen voor de begrafenissen. Dat de penningmeester
uiterlijk in de maand Februari rekening en verant
woording opmaakt en niet bepaald in Januari, kan de
vergadering goedvinden,
De eerste voorgestelde wijziging in het huishoude
lijk reglement is om aan artikel 1 toe te voegen, dat de
ledenvergadering op voorstel van het bestuur een pro-
centsgewijze vermindering op deze schaal kan bepalen.
De hoegrootheid van de procentsgewijze vermindering
wordt elk jaar vastgesteld.
De Voorzitter licht toe dat bij de voorgestelde wijzi
ging de geldende contributieschaal niet behoeft te wor
den gewijzigd en dus ook niet telkens statutenwijziging
behoeft plaats te vinden. De toestand van de vereeniging
is langzamerhand zoodanig, dat naar de meening van
het bestuur kan gedacht worden aan eenige contributie
verlaging en het bestuur komt dan ook bij punt 9 met
een zoodanig voorstel.
De heer T. Schenk vraagt in de eerste plaats voor de
dragers, voor den wintertijd, warmere jassen en voorts
of de contributieverlaging niet uitsluitend voor een be
paalde categorie kan gelden, spr. noemt bijv. arme we
duwen.
De Voorzitter zegt, dat het bestuur de eerste vraag
ernstig onder de oogen zal zien, tot nu toe zijn er geen
klachten vernomen. Op het tweede gedeelte zal moei
lijk zijn in te gaan, aan het bestuur zou een groote
macht worden gegeven, want waar zou de grens zijn?
Elk lid heeft recht op dezelfde nette wijze van begra
ving, onderscheid wordt daarmee niet gemaakt en dan
dient ook de contributieheffing van alle leden dezelfde
te zijn. Maar spr. zal het idee in de eerstvolgende be
stuursvergadering ter sprake brengen.
De heer T. Schenk noemt als voorbeeld dat een man
die 10 jaren lid la geweest, komt te overlijden, en zijn
vrouw niet ln staat ls de contributie te betalen, ze wordt
dan al3 lid geschrapt
De Voorzitter zegt dat een dergelijk geval nog niet ls
voorgekomen en spr. verwacht dat het bestuur dan wel
een uitweg zou vinden.
De heer C. Aij vraagt of de voorgestelde wijziging niet
de aanvulling behoeft dat een bepaald aantal leden ter
vergadering aanwezig behoort te zyn, b.v. 10 leden.
De Voorzitter zegt dat het bestuur een voorstel doet en
vertrouwen dient te worden gesteld ln het gezond ver
stand der leden.
De heer Kerkmeer acht het gewenscht een maximum
percentage vast te stellen.
Goedgevonden wordt het maximum percentage op 25
te stellen
De heer Franzen vraagt of de gelden niet beter be
stemd kunnen worden voor verbeteringen die nog wel
aangebracht kunnen worden.
De Voorzitter verzoekt den heer Franzen dit dan bij
punt 9 ter sprake te brengen.
Per auto of per rijtuig.
De volgende wijziging betreft artikel 6 van het regle
ment en wel dat voor lijkkoetsen en volgkoetsen wordt
gelezen respectievelijk lijkauto en volgauto.
De heer Lutjeharms vraagt of elk lid het recht heeft
te kiezen wat hij voor de overledene wil, begraving per
auto of per rijtuig.
De Voorzitter antwoordt dat de regeling der begrafe
nissen aan bet bestuur dient te worden overgelaten. Door
de onmogelijkheid om tot overeenstemming te komen
met de rijtuighouders heeft het bestuur andere middelen
beraamd en is tot begraven per auto overgegaan. Alge
meen is dat goedgevonden, want ondanks de sombere
voorspellingen die zijn gedaan, is ook in den loop van
dit jaar het ledenaantal gestegen en blijkt de gestie van
het bestuur volkomen het vertrouwen van de niet-ka-
tbolleke bevolking van Schagen te hebben. Spr. zou de
pertinente vraag van den heer Lutjeharms even perti
nent willen beantwoorden, met de opmerking dat als het
bestuur aan een enkel lid geen voldoening schenkt, dat
lid verstandiger doet te bedanken. Wel zou het bestuur
dat jammer vinden, omdat het bestuur altijd van mee
ning is geweest te handelen in het belang van de ver
eeniging Spr. kan den heer Lutjeharms voorts ter ge
ruststelling mededeelen, dat er slechts een bedankje is
ingekomen van een lid, dat niet per auto begraven
wenschte te worden en daar staat tegenover de belang
rijke toename van leden. Ongevraagd is meermalen het
Dag. Bestuur lof toegezwaaid over de keurige wijze
waarop de begrafenissen plaats hebben.
De heer Lutjeharms meent dat de Voorzitter afwijkt
en vraagt of begrafenis per rijtuig mogelijk Is of dat men
als familielid ln dat opzicht niet aan den laatsten wensch
van den overledene zal kunnen voldoen.
De Voorzitter denkt als er werkelijk van de laatste
wensch van een overledene sprake is, het bestuur wel
een uitweg zal weten te vinden.
De neer Krouwel wil die mogelijkheid -dan In het
huishoudelijk reglement opgenomen zien. desnoods met
de bepaling dat de meerdere kosten voor rekening van
de nagelaten betrekkingen komen. Spr. brengt nu ook
ter sprake dat een familie bij hem 2 volgauto's had be
steld. maar dit niet door het besuur werd toegelaten.
Ja, zelfs met het dreigement dat anders ook de lijkauto
niet zou komen. Spr. noemt dat verregaand.
De Voorzitter is het, wat het laatste gedeelte betreft,
met den heer Krouwel eens. Het'bestuur regelt de be
grafenissen naar zijn beste weten, de belangen van de
leden in het oog houdende. Het geval, dat de heer Krou
wel noemt, is een misverstand geweest Spr. begrijpt dat
de heer Krouwel zich gegriefd heeft moeten gevoelen,
maar spr. wijst op de zakelijke aangelegenheid die *er
tegenover staat. Het bestuur moet ten allen tijde zeker
heid hebben, dat de znak met de autohouders goed ge
regeld is en daarvoor is ook een overeenkomst gesloten
Wij moeten niet hebben te duchten, dat op een bepaald
moment niet aan de behoefte kan worden voldaan. Spr.
begrijpt dat de heer Krouwel dat voor zijn persoonlijk
bedrijf jammer heeft gevonden, uitgesloten te zijn, maar
de overeenkomst is voor korten tijd aangegaan en als
die tijd voorbij is kan de heer Krouwel een aanbieding
doen en zal het bestuur hebben te oordeelen of op die
aanbieding behoort te worden ingegaan. Toen er met
do stalhouders strubbeling ontstond, was er een enkele
aanbieding, en waar het bestuur meende die menschcn
te kunnen vertrouwen, had het niet anders te doen dan
de aanbieding, die hem acceptabel leek. te aanvaarden'.
De heer Krouwel zegt dat de andere garagehouders
niet van de zaak afwisten, er was geen publiciteit aan
gegeven.
De Voorzitter is het daar niet mee eens. de geheele
zaak was volledig bij de leden bekend.
De beer Krouwel meent dat het bestuur op de voor-
deeligste manier had moeten trachten klaar te komen,
desnoods door een inschrijving te houden. En spr. her-
haaJt dat als de familie, na de 2 volgauto's door de ver
eeniging te leveren, meerdere volgauto's wenscht, zij vrij
dient te wezen in hare bestelling.
De Voorzitter zegt dat als de leden over eigen auto
beschikken, en die niet te veel schreeuwt met het ove
rige materiaal dan mogen z»j die auto gebruiken. Het
bestuur grijpt niet in het staatsrecht van Ieder burger,
maar de regeling is aan het bestuur. En die regeling ls
vroeger nooit aangevallen, waarom dan nu, nu ook alles
netjes in orde is.
De lieer Krouwel oordeelt dat het bestuur bulten het
huishoudelijk reglemen en de statuten handelt.
De Voorzitter wijst op art 1 der statuten en art 6
van het huishoudelijk reglement.
De heer Krouwel zegt, dat er meer garagehouders zijn.
De Voorzitter zegt dat toen de overeenkomst eenmaal
was gemaakt toen alles liep, de heer Krouwel zich tot
een paar bestuursleden wendde.
De heer Krouwel zegt, dat de overeenkomst nog niet
liep en toen spr. er met den heer Schoorl over sprak,
deze antwoordde: „jij zal toch geen lijkauto aanschaf
fen, die kost nogal wat"
De Voorzitter durft niet zeggen, of hij dat al of niet
heeft gezegd.
De heer Krouwel zegt, geantwoord te hebben, niet al
leen te staan en toen de heer Schoorl mededeelde dat
er 5 volgauto's zouden moeten zijn, wat wel te duur zou
worden. Spr. heeft toen gezegd, laat mij dan de derde
volgauto leveren.
De Voorzitter zegt dat toen de heer Krouwel er over
sprak, de overeenkomst reeds was aangegaan.
De heer Krouwel zegt dat pas voor andere zaken-
menscben was afgesneden.
De Voorzitter zal deze conversatie dan eindigen. Hij
geeft den heer Krouwel In overweging, ten tijde dat de
overeenkomst afloopt, met voorwaarden te komen.
De heer Krouwel vindt de houding van het bestuur
zeer af te keuren.
De Voorzitter zegt dat de heer Krouwel dan een motie
van afkeuring moet indienen.
De heer Krouwel herhaalt deze houding zeer af te
keuren.
De heer Jb. Kossen zegt dat de heer Krouwel zich
gepasseerd gevoelt, maar als hU de zaak voor een
beetje winst wil overnemen, dan kan hij zijn gang gaan.
Spr. ls zeer handelbaar.
De heer Krouwel tot den heer Kossen: jullie ls mis
schien ook wel op de mouw gespeld dat St Maartens
brug erbij zou komen.
De heer Kossen zegt dat hun niets op de mouw is
gespeld.
De Voorzitter sluit deze conversatie en wijst er op dat
het bestuur zeer veel tyd con amore aan de vereeniging
heeft besteed, en dan smaakt het niet om zakelijke ge-
passeerdheid dergelijke opmerkingen te hooren. De auto
houders kunnen hun voorwaarden kenbaar maken, het
gaat er niet om. om sommige middenstanders voorrang
te geven. Spr, vraagt of de heer Krouwel dus een motie
van wantrouwen indient.
De heer Krouwel zegt dat wantrouwen er bulten blijft
maar er is niet goed gehandeld.
De Voorzitter zegt dus een motie van afkeuring.
Deze motie wordt in stemming gebracht, tegen de
motie werden uitgebracht 40 stemmen, 2 er voor, 5 blan
co. Slechts één der bestuursleden stemde blanco, de ove
rige bestuursleden tegen de ingediende motie. De Voor
zitter constateert dat dus de overgrooto meerderheid het
met bet bestuur eens is.
De heer Krouwel denkt niet dat alle aanwezige leden
hebben begrepen hoe de stemming plaats vond.
De heer J. Jansen stelt voor in het huishoudelijk re
glement te handhaven de lijkkoets en de volgkoetsen,
zoo gewenscht met eenige vergoeding van de nagelaten
betrekkingen.
De Voorzitter geeft dan In overweging om er aan toe
te voegen, dat als dit de laatste wil van de overledene
is, het bestuur daarmede, Indien eenigszlns mogelijk,
rekening zal houden.
De lieer Jansen wil dat indien „eenigszlns mogelijk"
laten vervallen.
De Voorzitter stelt zich voor dat er een tijd zal komen
dat er geen rijtuigen meer zijn.
De heer Jansen meent dat de zaak zich dan zelf re
gelt
De heer J. K. Boontjes ontraadt het opnemen van een
dergelijke bepaling. We krijgen een prakkelboel en noch
de autohouders, noch de stalhouders zullen tenslotte wat
verdienen. Laten alle autohouders over 2 Jaren inschrij
ven, we hebben dan een vrije concurrentie.
De heer Jansen merkt op dat we niet allemaal maar
de duim in 't vestje kunnen steken, maar dat er leden
zijn, die zoo goedkoop mogelijk geholpen willen worden.
De heer J. K. Boontjes meent dat de heer Jansen niet
persoonlijk moet worden.
De Voorzitter merkt op dat het wel vreemd is dat een
der autohouders voorstelt om de gelegenheid open te
stellen tot het blijven gebruiken van rijtuigen, maar dat
is een persoonlijke indruk.
De heer J. K. Boontjes wijst op de toename der leden
en zegt dat hij den stalhouders heeft aangeraden toch
wijzer te zijn.
De Voorzitter begrijpt het bezwaar van den heer
Boontjes, het bestuur weet welke moeilijkheden zich
zullen voordoen, terwijl we nu een regeling hebben, die
voldoet. Het is de vraag of de regeling die enkele leden
wenschen, finantieel wcnscnelljk ls. Aan den laatsten
wensch van de overledene zal het besiuur voldoen, we
zijn tenslotte christenen.
De heer C. Boontjes zegt dat het opnemen van een
dergelijke bepaling in het huishoudelijk reglement in
strijd zou zijn met het contract dat de vereeniging met
de autohouders heeft aangegaan. Hadden die het vooraf
geweten, dan zouden zij de zaak nooit begonnen zijn.
De Voorzitter zegt dat de heer Eoontjes uit een zake
lijk oogpunt bekeken, gelijk heeft.
De heer C. Boontjes zegt dat als werkelijk blijkt dat
er sprake is van een laatste wil van een overledene, spr.
er zien mee kan vereenigen dat er aan den wensch
wordt voldaan, maar spr. zou het betreuren als er een
veelvuldig gebruik van werd gemaakt.
De Voorzitter zegt dat wel blijkt, dat er moeilijkheden
aan zijn verbenden, en het is nu eenmaal een kiesehs
materie. De mogelijkheid te openen om uitzonderingen
te maken, is gevaarlijk. Het bestuur heeft vertrouwen
in de gekozen richting en terzake den laatsten wensch
van de overledenen dient de vergadering vertrouwen
te stellen in het bestuur.
De heer Jansen handhaaft zijn voorstel.
De heer Jb .Kossen wijst ook op de overeenkomst
met de autohouders.
Het voorstel-Jansen wordt ten slotte in stemming ge
bracht en verworpen. 30 stemmen werden er tegen uit
gebracht, 11 voor. 6 blanco.
De door het bestuur voorgestelde wijziging werd daar
mee geacht te zijn aangenomen.
Bestuursverkiezing.
Aan de orde is de bestuursverkiezing, wegens aftre
ding van de heeren C. Smit en A. de Heer en wegens
bedanken van den heer Kouseband.
Van de 46 geldig uitgebrachte stemmen verkrijgen d*
heeren Smit en De Heer er respectievelijk 35 en 42 en
de beide aftredende bestuursleden zijn dus herkozen.
Voor de vacature waren de stemmen zeer verdeeld, de
heer Overdijk bekwam er 21, dus niet de volstrekte
meerderheid.
Bij de tweede vrije stemming voor het derde bestuurs
lid wordt de heer Overdijk met 31 stemmen gekozen.
De gekozenen nemen hun benoeming aan.
Tot lid der finantieele commissie wordt bij acclamatie
herbenoemd de heer J. Burger.
De contributieverlaging.
Door het bestuur wordt voorgesteld de contributie met
10 te verlagen. De verlaging over het geheele jaar
toe te passen en waar de contributie over het eerste
halfjaar reeds is geïnd, haar geheel in mindering te
brengen van het tweede halfjaar.
De heer C. Boontjes geeft in overweging, geen con
tributie te verlagen, maar wijzende op de hooge kosten
die de nagelaten betrekkingen krijgen, zou spr. de ver-'
goeding, die zij van het bestuur ontvangen, wat ver
hoogd willen zien.
De Voorzitter zegt dat het bestuur dit ook heeft be
sproken, maar stuit ln de prakijk op moeilijkheden.. De
menschen hebben verschillende wenschen, zoowel wat de
kist betreft, als klokluiden, rondzeggen, enz. En mis
schien zullen sommige menschen het niet eens prettig
vinden, voor dergelijke dingen een kleine vergoeding le
krijgen. Het bestuur achtte het dan ook radicaler iets
op de contributie te laten vallen.
De heer Kerkmeer meent dat het 't billljkste ls dat
alle leden van de verlaging proflteeren. Voor gezinnen
die het niet te ruim hebben, zal de contributieverlaging
zeer welkom zijn.
De heer C. Boontjes meent dat daar tegenover staat
dat ln die gezinnen bij een sterfgeval de door spr. be
doelde vergoeding ook zeer welkom zal zijn. Maar spr.
kan wel met het bestuursvoorstel meegaan. Met alge
meens stemmen wordt het bestuursvoorstel aangenomen.
Bij de rondvraag worden enkele huishoudelijke za
ken er sprake gebracht; gevraagde Inlichtingen word»n
verstrekt en met enkele geuite wenschen zal het be
stuur rekening houden.
Door den heer Roobol werd nog gevraagd om de
vergaderingen niet altijd in hetzelfde lokaal te houden,
maar ook bij andere caféhouders.
De Voorzitter zegt dit in de eerstvolgende bestuurs
vergadering ter sprake te zullen brengen.
De heer Overdijk dankt de leden nog voor het ln hem
gestelde vertrouwen, hij zal zijn beste krachten aan *ïe
vereeniging geven.
Hierna volgt sluiting.
THEATER ROYAL.
De directie van het Theater Royal geeft deze week
een extra programma, waarop niet minder dan twee
hoofdfilms. In de eerste plaats: Richard Dix ln: „Zoo
gewonnen, zoo geronnen", met Nancy Carroll, en daarna:
„Lawine", met Jack Holt, Baclanova, getrokken uit het
zoo bekende werk van Zane Grey. Het is een boek vol
spanning. De korte inhoud vertelt ons van de film het
volgende:
Pioniers, die met huifkarren door de woestijn trekken,
worden door de Indianen vermoord. De eenige overle
venden van den aanval zijn Jack Dunton, een 12-jarige
knaap, en een jongetje van twee Jaar, Verde. Het paar
bereikt den mannelijken leeftijd en nog steeds is het
Jack Dunton die voor den jongeren Verde zorgt en over
hem waakt als over een broer.
Dunton staat bekend als een eerlijk man, doch wan
neer hij verneemt dat Verde graag de mijnbouwschool
zou bezoeken, begint hij een spelletje poker en speelt
valsch om Verde aan het benoodlgde geld te helpen.
Grace. een dansmeisje, ziet dat Jaca valsch speelt, maar
omdat zij hem liefheeft, maakt zij geen gewag van haar
ontdekking.
Ais Verde drie jaren later van de school terugkeert,
moedigt Dunton een vriendschap aan, die ontstaan ls
tusschen den jongen en Kltty Malns, de mooie dochter
van den winkelier. Dunton zelf houdt van Kltty, doch
verbergt zijn gevoelens. Dunton bemerkt helaas, dat
Verde niet opgewassen ls tegen het woeste leven ln het
dorpen, en Kltty negeert. Jack neemt zich voor den Jon
gen op het rechte pad te houden. Hij zegt Grace dat hij
met haar niet meer te maken wil hebben, en waar
schuwt haar, Verde met rust te laten.
Woedend om Dunton's woorden besluit Grace Jack
te treffen door middel van Verde. Het ls voor haar een
klein kunstje om den Jongen tot de gedachte te bren
gen dat hij Grace liefheeft Dunton bemerkt wat er
gaande is, en hij en Verde houden het eerste gevecht
van hun leven. Dunton beveelt Grace de stad te verlaten
en zij weet Verde over te halen, haar op haar vlucht
te vergezellen.
Dunlon bemerkt morgens dat Verde er van door la,
en achterhaalt de vluchtelingen al spoedig. Zij kampee
ren in een dal, waar, door een kleine landverschuiving,
Verde's voet gewond is. De aardverschuiving groeit aan