SchagerCourant
Raad Den Helder.
Het Altaar der Eer
Tweede Blad.
MIJNHARDT'S
Waarnaar men
luistert
Donderdag 6 Maart 1930.
73ste Jaargang. No. 8624
Vergadering van 4 Maart 1930.
liet was reeds half tien toen de Burgemeester de
zitting opende en het woord gaf aan den heer Meijer,
die de navolgende motie indiende:
De raad der Gemeente den Helder, bijeen in ver
gadering van 4 Maart 1930,
kennis genomen hebbende van Bijlage 171 (1929),
waarbijhet College, zelf de moeilijkheid inziende, den
Baad uitnoodigd, een keuze te doen uit drie oplos
singen:
gezien het belangrijke verschil van inzicht, dat 'fer
bestaat tusschen de vier rekwestranten;
overwegende dé groote moeilijkheid, om zoo kort
na de invoering van het werktijdenbesluit voor win
kels reeds een winkelsluiting voor te stellen, die
sterk moet ingrijpen in de belangen van zaken, on
derling zoo zeer uiteenloopend,
overwegende mede het feit, dat de Winkelsluiting
reeds deze week in de Tweede Kamer in openbare
discussie komt,
Besluit:
Het „Werktijdenbesluit voor Winkels" van 13 Juni
1929, S. 313, eerst nog eenigen tijd, zonder gewijzig
de gemeentelijke Winkelsluiting, in werking te laten,
teneinde aan werkgevers- en werknemersorganisa
ties overleg zelf tot een oplossing te komen,
om te zijner tijd, mocht een Rijkswet onverhoopt
uitblijven, een gemeentelijke regeling der Winkel
sluiting vast te stellen, waarbij dan een vrije mid
dag kan worden opgenomen.
De heer Biersteker betreurde het, dat de heer
Meijer deze motie niet dadelijk, de vorige week, heeft
ingediend. De kwestie van het overleg, dat in de
motie wordt gelanceerd, gaat den Raad niets aan, en
evenmin de wenschelijkheid van een vrijen middag.
Spr. was het met de motie eens, doch wilde toch de
kwestie der winkelsluiting ook van zijn kant be
lichten. Van zijn kant diende spr. een kortere motie
in, luidende: de Raad der gemeente Den Helder be
sluit ten aanzien der Winkelsluiting de Rijkswet af
te wachten.
In een zeer breed betoog behandelt de heer Bier
steker dan de rede verleden week Dinsdag door den
heer v. d. Vaart uitgesproken Diens geheele betoog
is geweest een pleidooi voor de belangen, zooals zij
het dan noemen, de onderliggende klasse, in casu de
handels- en kantoorbedienden, llun belang is hoofd
zaak en van S.Ü. zijde komt men tot de stelling, dat
hierdoor het algemeen belang wordt gediend. De be
langen van de bedienden-werknemers zouden moeten
domineeren, en de belangen van anderen, in de eer
ste plaats van de patroonswerknemers ondergeschikt
zijn. Spr. noemt dat de wereld op den kop zetten.
De patroons zouden ondergeschikt worden gemaakt
aan de wenschen van een bond met een gepronon
ceerd politiek cachet. I-"n spr. wijst dan nog op het
geringe «aantal personeel, dat lid van den bond is.
De voorstelling, het algemeen belang te dienen, door
enkelen voorgesteld, doet dan ook wel iet of wat
zonderling aan. Spr. wil dan het beginsel eens be
lichten. Spr. ziet het „algemeen belang" eens. De be
langen, van allen behooren te worden behartigd, er
behoort tusschen patroon en arbeider een onderlinge
band te zijn; gemeenschappelijk belang en daarmee
gepaard, een gemeenschappelijke overtuiging. F.en
goed patroon voelt zijn verantwoordelijkheid, zijn
plicht tegenover zijn personeel. Maar ook omgekeerd,
goed personeel voelt zijn plicht tegenover den pa
troon. Dan groeit het recht en wordt de tijd voor
codeficatie van dat recht rijp. Spr. wijst daar tegen
over op een andere strooming, dat de taak der wet
gevers zich niet bepaalt tot het regelen van wat
langzamerhand als recht onder het volk leeft, doch
dat steeds meer de politieke constellatie aanzet om
wetten te maken, die recht moeten scheppen. Het
gevolg is, dat niet meer de practische ervaring doet
leeren, wat noodig. is te reglementeeren, maar veel
al de theorie. Zeer sterk komt dit uit in het aan de
orde zijnde onderwerp, de winkelsluiting. Van een
bezonken, overeenstemmende meening van partijen
kan niet worden gesproken. Over geen enkel punt be
staat volledige overeenstemming en dat kan ook niet
anders, waar er door verschil van branche, zooveel
uiteenloopende belangen zijn. Zijn er dus onder de
FEUILLETON
door
ET HEL M. DELL.
7.
„Zoo Is het beter." zei Griselda. „Wees nu niet weer
*oo kinderachtig, of ik zal je moeten straffen. Ik heb
Je laten roepen om je te zeggen dat Sylvla zoo vrien
delijk geweest is je voor een seizoen te Londen bij haar
te logeeren te vragen. Ik weet niet welk een last je daar
zult veroorzaken, maar zoo staan de zaken. Je zult daar
je beste beentje dienen voor te zetten zie een man te
krijgen als je kunt, want met je ongezonde opvattingen
en inbeeldingen, kan ik je hier niet langer om me heen
zien. Wat is er? Waarom sta je me zoo wezenloos aan
te gapen?"
Weg waren de tranen van Charmaine. Zij stond daar,
de oogen wijd opengesperd, met ingehouden adem, een
warme blos steeg haar naar de kleurlooze wangen.
„O, Griselda." bracht ze met moeite uit ..Meen je...
meen je het werkelijk!"
„Sta toch niet fe zaniken!" riep Griselda geprikkeld
„En doe geen idiote vragen! Ik meen altijd wat ik zeg
En dat doet mij denken aan iets anders het belang
rijkst van alles. Wij hebben besloten Je deze kans te
geven, omdat je je nooit aan deze huishouding hebt
kunnen aanpassen, en hoe spoediger je je een eigen
nestje kunt bouwen, des te beter. Gelukt het je niet. dan
zul je te zijner tijd voor je brood moeten werken, of
en dat lijkt me waarschijnlijker in het armenhuis te
recht komen. Maar, laat ik je ernstig waarschuwen,
Charlotte, er geen misbruik van te maken! Je behoeft
me niet zoo aan te gapen. Je bent niet voor niets je
moeders dochter, en je weet zeer goed wat ik daarmee
bedoel, Als je ooit een smet op onzen familienaam durft
te werpen, doe je beter met je gezicht hier nooit meer te
laten zien, want doe je het tocht dan zal ik Je 'n afstraf
fing geven, dat de wensch je bekruipt van nooit ge
boren te zijn."
Ze stiet de laatste woorden uit met een opzettelijke
grimmigheid, die als een doodvonnis door de kamer
weergalmde.
„Je hebt me begrepen?" vroeg Griselda.
Het aangezicht van Charmaine had zijn gewone bleek
heid weer aangenomen. Zij antwoordde met zeer flauwe
•neringowcuuen ai grooiw verschillen, nog erger wordt
het als men de belangen van het personeel erbij
noemt. Mogen nu de belangen van het personeel al
leen den doorslag geven Het algemeen belang wordt
hierdoor niet gediend. En bovendien voor het per
soneel is het werktijdenbesluit ingevoerd. Als de
heer Van der Vaart zoo gemakkelijk spreekt over de
sluiting op Donderdagmiddag, dan geeft hij blijk,
dat zijn blik niet verder reikt, dan zijn eigen omge
ving, d.i. in arbeiderskringen en de arbeidersbewe
ging en natie van de behoeften van den winkeltoe
stand en hun voldoen aan de verlangens van het bui-
tenpubliek blijkt hij niet te hebben.
Dat de S.D. in hun bekende kortzichtigheid, waarbij
zij steeds in de eerste plaats opkomen voor de on
derliggende klasse, de groote belangen van een toe
nemend vreemdelingenverkeer niet inzien, kunnen
wij slechts betreuren.
Het zal dus wel geen verbazing wekken, dat wij
niets gevoelen voor de inwilliging der wenschen uit
gedrukt in het adres van den Bond van Handels- en
kantoorbedienden. Spr. gelooft dit adres gemist te
kunnen noemen een uitvloeisel van politieke verlan
gens. Deze meening is door de rede van den heer
Van der Vaart nog versterkt.
In zijn verder betoog wijst spr. op het streven der
S.D. tot coöperatie en dat dus de belangen van den
middenstand niet door de S.D. zullen worden ge
diend.
T.a.v. het vraagstuk der winkelsluiting oordeelt
spr. dat de overheid zich van regeling dient te ont
houden, tenzij er zoodanige andere belangen van al-
gemeenen aard zijn, die ingrijpen en wettelijke rege
ling noodig maken. Spr. wijst dan op de spoedige be
handeling van de rijkswet op de winkelsluiting en
oordeelt dat het zelfs de vraag is of de gemeenteraad
in dezen niet incompetent geacht moet worden, aan
de hand van art. 151 der gemeentewet.
Spr.'s meening is, dat wij momenteel dus monni
kenwerk verrichten en gerust kunnen eindigen over
de winkelsluiting te beraadslagen over wijziging der
verordening. Wij weten: er komt een Rijkswet en
we hebben dus daarop te wachten.
Naar aanleiding van een vraag van den he$r Bier
steker trok de heer Meijer de laatste alinea van zijn
motie in.
Verschillende raadsleden wilden nog het woord,
doch de Burgemeester weigerde het woord, hetgeen
vele protesten aan de raadsleden ontlokte, en ten
slotte werd besloten de discussies voort te zetten.
De heer Monhemius betuigde zijn vreugde voor de
motie-Meijer te kunnen stemmen, waarna de heer
Schoeffelenberger protesteerde tegen het negeeren
van het door hem ingediende voorstel. Spr. betoogde,
dat de rede van den heer Van der Vaart zuiver fas
cistisch was; van democratie was geen sprake. Juist
van de zijde van spr. is een democratisch voorstel ge
daan.
De heer Terra juichte de motie-Meijer toe en be
treurde dat daarover nog zooveel gesproken moest
worden.
De heer Van der Vaart, repliccerend, betoogde, dat
geen enkel steekhoudend argument tegen het adres
van don Bond van Handels- en Kantoorbedienden
was gehoord, terwijl juist de door spr. aangehaalde
citaten uit het kamp van den Middenstand kwa
men. Spr. merkte op, dat de gemeenten wél de be
voegdheid hebben winkelsluitingsverordcningcn te
maken. De vrije middag was voor spr. hoofdzaak en
de gemeente kan in deze regelend optreden, daar dit
in de wet niet zal worden opgenomen. Van de win
keliers hebben wij in deze geen steun te verwach
ten, daar nog kort geleden in sommige zaken nog
weken werden gemaakt van 90 uur. Spr. betwistte het,
dat hij -de dictatuur van den arbeid predikte. Het
gaat er niet om of de verzoekende bond slechts 20
leden telt, het gaat alleen om het algemeen belang,
doch vertrouwen in den ernstigen wil van den win
kelier kon spr. niet hebben. Naar spr.'s meening
moest, de overheid in deze regelend ingrijpen.
Spr. ging op een ander nog dieper in, doch de
Raad toonde zich vrij onverschillig.
Anders werd het toen de heer Borkert aan het
woord kwam over zijn uitlating over den kleinen
winkelier. Het was naar aanleiding van een rede
van den heer Eijlders met een traan in zijn keel.
Juist het kapitalistische stelsel drukt den kleinen
winkelier: kijk maar naar de Bijenkorf in den Haag.
Ook de kleine winkelier behoort bij de onderliggende
klasse. Juist dat zijn de martelaars in het quadraat,
spr. constateerde dat dagelijks.
Derde spreker van de roode fractie was de heer
Minnes, die het standpunt van den Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden nog eens nader toelichtte,
doch niet geheel gereed kwam en dus zijn rede af
brak, waarna de vergadering werd verdaagd tot a.s.
Dinsdag.
stem. O, ja, zeker ik zal niets doen, dat schande over
je zou kunnen brengen."
,/ïk zou het je niet aanraden ook," beet Griselda haar
toe. „Nu kun je gaan. En probeer een klein beetje ge
zond verstand aan den dag te leggen, of je zult je te
Londen tegenover iedereen bespottelijk maken. Dat zal
waarschijnlijk toch wel het geval zijn."
„O, ik zal mijn best doen," antwoordde Charmaine,
en, het vertrek verlatende, vluchte zij als een konijn
naar zijn hol
In de keuken teruggekeerd en hijgende van haast
en opgewondenheid, maakte zij Juffrouw Dicker dee!-
genoote van het heuglijk nieuws, in trillende tonen, die
nauwelijks voldoende waren om haar blijdschap over het
vooruitzicht te vertolken.
Juffrouw Dicker evenwel, verheugde zich er zeer over,
om harentwil. „O, wat een verrassing!" riep ze uit.
„Ik had van de zijde van Juffrouw Griselda nooit zoo
iets aardigs verwacht. Ben je er niet blij om? Ik geloof
waarlijk dat je er om geschreid hebt!"
„O, het is niets niets!" antwoordde Charmaine.
„Griselda was tamelijk boos en beknorde mij over het
porcelein. Maar nu ben ik er weer geheel overheen."
„Maar je verheugt je er niet zoo over zooals je be
hoorde," merkte Juffrouw Dicker op, haar met teedere
bezorgdheid aanziende. „Wat had ze nog meer tegen je
zeggen?"
„Niet veel." zei Charmaine. „Alleen dat ik dom was
en dat de menschen zich vroolijk om mij zouden maken
als ik niet met wat meer verstand te werk ging."
„Wat een onzin." zei Juffrouw Dicker. „Wat kan ze
op je aan te merken hebben? Je bent zoo schoon als
een roos, liefje, en geen sterveling zal zich vroolijk om
je maken. Iedereen zal van je houden."
Charmaine zuchtte. „Ik begrijp niet hoe dat kan. Ik
ben zoo vreeselijk schuw voor menschen die ik niet ken
voor menschen, die in den smaak van Griselda vallen.
Dan maak ik mij somtijds zoo angstig dat ik nauwelijks
een woord spreken kan."
„O, heb maar geduld!" zei juffrouw Dicker met ver
troostende zekerheid. „De menschen zijn héél anders dan
je denkt. Je zult best kunnen opschieten met juffrouw
Sylvia o, neem me niet kwalijk met haar Ladyschap
bedoel ik."
„Ja, Sylvia is nooit onvriendelijk tegen mij," stemde
Charmaine toe.
Maak je dan nergens ongerust over, lieve." zei juf
frouw Dicker. „Je zult den schoonsten tijd van je le
ven doormaken. Kijk het zou me zelfs niet verwonderen
als je zoo'n aardigen jongen man leerde kennen, die met
je trouwt voor je het weet."
Charmaine had haar verstelwerk weer opgenomen.
V LIJD AG, 7 MAAKT.
Hilversum ClSTi» 31.',
10.001013 Tijdsein en morgenwijding; 12.00 Politie
berichten; 12.15—2.00 Middagmuziek door het AVRO
trio; 205 -2.45 Uitzending voor scholen: 2.45- 3.00 Gra
mofoonmuziek; 3.00—4.00 Maak het zelf! door Céüne
SchaakeVerkozen: 4.30— 5.00 Giomofocnmuziek; 5.C0-
5.30 Lezing over ue Openbare school en Volksonderwijs
door burgemeester Welleman van Krabbendijke: ö.Tj
6.45 Gramofoonmuziek; 6.45—7.15 Cursus Spaansch voor
beginners; 7.157.45 Radio-cursus voor de Binnenvaart;
7.45 Politieberichten; 8.00—9.35 Concert door het omroep
orkest o. 1. v. Nico Treep; Tholen cn Van Lier: Popu
laire levensliedjes; 9.35 Uitzending opera „Aida", na af
loop Gramofoonmuziek tot 12 uur.
Hulzen (298; na 6 uur 1071 M.)
N.C.R.V. 103011.00 Tijdsein en Korte Zlekendiens-
K.R.O. 11.30—12.00 Godsdiensthalfuurtje: 12.00-1.15 Tijd
sein: Lunchmuziek door het K.R.O.-trio, 1.152.00 Gra-
mofoonplaten.
N.C.R.V. 1.005.00 Tijdsein; Christelijk Liederenuur-
tje door Joh. de Heer: 5006.30 Tijdsein; Concert te ge
ven door het Chr. Radio-Orkest.
K R.O. 6.306.40 Beursberichten Vaz Dias; 6.40--7.00
Tuinbouwhalfuurtje; 7.007.30 Cursus in schriftverbete
ring.
V.P.R.O. 7.30 Weekuitzending; 7.30 Persberichten; 7.40
Cyclus kerk en kerkgaan; 8.15 Concert; 8.50 Lezing c'.oor
Ds. G. Westmijse; 9.30 Concert; 10.00 Voordracht eigen
werk Joor Martien Beversluis; 10.20 Concert.
Zoeken (1685 M.)
11.20 Platen; 1.50 Kinderuurtje; 3.00 Coylon van nu;
3.50 Concert: 5.40 De vrouw gisteren en heden; 7.20 Pop.
muziek; 7.50 Koorzang; 8.20 Boedapester trio; vroolijke
uitzending.
Da vent rv Jr. (179 M.)
1.35 Licht concert: 5.35 Kinderuurtje: 7.00 Orgelcon
cert; 7.35 Cabaret; 8.20 Vroolijke spelen; 10.35 Nieuws.
Londen (1558 M.)
12.50 Orgelconcert; 2.45 Schooluitzending; 4.50 Licht
concert; 5.35 Kinderuurtje; 7.00 Sonaten van Beethoven
8.05 Liederen; 11.00 Verrassing; 11.15 Dansmuziek.
Wcenen (516.4 31.)
2.50 Concert; 3.50 Kamermuziek; 6.50 Italiaansch; 7.20
„Kolportage", aansi. avondconcert.
Hamburg (473 M.)
12.25 Concert; 3.35 Romantische muziek; 4.20 Sprook
jes; 7.20 Operaavond; 9.50 Buitenl. zenders; 10.30 Nacht
concert.
Langenberg (473 31.)
6.20 Concert; 9.35 Platen; 11.30 Mech. Muziek; 12.25
Concert; 2.30 Kinderspeeluurtje; 4.50 Concert; 7 20
Avondconcert; 8.20 Een vrouw zonder beleekenis, luister
spel van Oscar Wilde. Concert.
Brussel (509 31.)
5.20 Kamermuziek: 6-50 Platen; 8.35 Concert
Radio Paris.(1725 31.)
12.50 Platen: 4.05 Concert; 5.50 Heruitzending van
Praag „Libouche" onuitgegeven opera van Smetana; 9.05
Nationale Tsjechische avond.
ZATERDAG. 8 MAART.
Hilversum (1875 M.)
10.0010.15 Tijdsein en morgenwijding; 12.00 Politie
berichten; 12.15—2.00 Middagmuziek door het AVRO-en-
semble; 2.002.30 Fllmpraatje door Max Tak; 2.304.00
Filmmuziek uit theater Tuschinski; 4.004.30 Modepraat
je; 4.305.00 Sportpraatje; 5.005.80 Gezondheidshalf
uurtje: 5.306.00 Cursus Duitsch voor gevorderden en
conversatie; 6.007.45 Tijdsein: Vooravondconcert door
het omroeporkest o. 1. v. Nico Treep; 7.45 Politieberich
ten.
V.A.R.A. 8.00 Concert; te geven door het kinderkoor
„De Jonge Stem"; 10.00 Persberichten Vaz Dias; 11.00
Vara-varia; Na afloop gramofoonmuziek.
Huizen (298; na 6 uur 1071 M.)
K.R.O. 8.159.30 Gramofoonplaten; 11.3012.00 Gods
dienstig halfuurtje; 12.001.00 Tijdsein; Gramofoonpla
ten; 1.002.00 Lunchmuziek door het K.R.O.-trio; 2.00
3.15 Kinderuurtje; 3.153.30, Lezing over „Aquarium-
en Terrariumkunde".
N.D.O.* 4.004.30 Cursus Esperanto voor beginners;
4.305 00 Cursus Engelsch voor beginners.
K.R.O. 5.006.00 Gramofoonplaten; 6.006.15 Tijdsein;
„Dat is juist hetgeen Griselda zoo vurig hoopt." zei ze
met gedempte stem. „Maar wie zou er nu met mij wil
len trouwen, terwijl ik het zelve ook niet zou aandurven
of het moest zijn met iemand zooals die lieve Rory
Durfal, die vijf jaren geleden zoo aardig tegen me was,"
„Herinner je je hem nog!" riep juffrouw Dicker. „En
nog wel na al die jaren! Want al dien tijd heb je nem
nooit weergezien. Wij verhuisden naar hier, zoodra je
weer beter was."
„Dat weet ik." antwoordde Charmaine verdrietig. „Ik
denk niet dat ik hem ooit terug zal zien. juffrouw Dic
ker. Maar ik zal altijd van hem blijven droomen. Hij is
een van die menschen, die men nooit vergeet."
„Hemeltjelief!" zei juffrouw Dicker. „Welnu, laten we
dan hopen dat je Iemand ontmoet die is zooals hij! Maar
neem je in acht voor een van die losbollen, lieve juf
frouw Charmaine! Dat leidt tot niets anders dan el
lende."
„Zou Griselda iets van dien aard bedoeld hebben!"
vroeg Charmaine plotseling.
„Wat zeg je liefje?"
„Zou Griselda zooiets bedoeld hebben?" herhaalde
Charmaine. „Ze zei dat lk mijn kans niet mocht misbrui
ken of schande brengen aan de familie. Ze voegde er bij
dat ik haar bedoeling begrijpen zou, omdat ik mijn moe
ders dochter was. Maar ik begreep ze niet, juffrouw
Dicker" zij had haar oogen, vol van de reinste on
schuld, nu opgeslagen „wat kan ze ermee bedoeld
hebben? Heeft mijn moedertje dan ooit iets gedaan dat
schande over hen gebracht heeft?"
Juffrouw Dicker had juist een heet strijkijzer van de
kachel genomen. Zij liet het plotseling op de tafel val
len als had ze zich gebrand: toen nam ze het even driftig
weer op en smeet het kletterend op de kachel.
„Wat is er?" vroeg Charmaine. „Wat is er juffrouw
Dicker?"
En den rug naar het meisje gewend, en met een stem
die eigenaardig trilde, antwoordde juffrouw Dicker ge
ruststellend: „O. denk er niet verder over. liefje. Spreek
mij daar niet van! Dat verdraaide ijzer wil vanmorgen
niet zooais ik wil."
En, instinctief gehoorzamende, vroeg Charmaine niet
verder.
HOOFDSTUK IIL
Asschepoetster.
„Je zult je tot zekere hoogte zelve moeten arnusceren
lieve." had de goedbedoelde waarschuwing van Sylvia
Merrion tot Charmaine geluid, den avond van de aan
komst van het meisje in de weelderig ingerichte flat in
Malfayr, waar Sylvia en haar man voor dat seizoen hun
intrek genomen hadden."
..Lente in DuAschland"; 6.156 40 Gramofoonplaten;
6.40--7UQ Journalistlek-v/eckoverzicht; 7.00---7.30 Gramo-
/oonp!..ten: 7.80—-8.00 Lezing over het Mohammedisme;
8.00--8 30 Tijdsein en gramöfoonnlaten8.86—9.30 Con
cert rloor bot K.R.O. orkest; 9.30 9.4D Persberichten
Vaz Dias. 9.-10 -10.00 Gramofoonplaten; 10.00 11.00 Ver
volg K.R.O.-orkest; 11.00- 12.00 Gramofoonplaten.
Zeescn (1335 31.)
1.20 riaten: 3.05 Vrouwenuurtje: 5.40 Uit de Hongaer-
sche litteratuur; 6.25 Einding leest; 7.20 Actueele uit
zending: 7.50 Concert. Dansmuziek.
Daventry Jr. (179 31.)
3 50 Licht Concert; 4 05 Dansconcert; 5.35 Kinderuur
tje; 7.00 Milit. Concert: 7,20 „In het Donker luisterspol
9.30 Orkestconcert: 10.35 Nieuws.
Londen (1553 M.)
5.35 Kinderuurtje: 7.05 Beethoven'» sonaten; 7.50 „Boa-
ten ai the Post" Burleske; 8 20 Omroeporkest10.05
Cabaret; 11.15 Dansmuziek.
Wcenen (MO.! 31.)
2.25 Concert: 4.50 Kraaienkolonies in het Wocns"l;e
Woud5 20 Blaasmuziek: 6.20 Fontana leest: 6.50 Ac
tueele uitzending: 7.25 Das Dreimadlerhaus (Schubert-
Berté).
Hamburg (172 31.)
'.2.25 Concert: 2.50 Boekenuurtje3.50 Kamermuziek;
5.35 Concert; G.29 Instrumentaal selistenconcert: T20 Ro
mantici; 9.25 Actueele afdeelin^; 10.05 Dansmuziek.
Langenberg 175 31.)
6.20 Concert; 9.35 Platen; 10.50 Schooluitz.; il "0 Ten
toonstelling Huis en Familie; 12.25 Concert: 4.50 Vesver-
concert; 7.20 Vroolijke avond. Nachtmuziek en Danscon
cert,
Brussel (509 31.)
5.20 Concerttrio; 8.20 Orkestconcert.
Radio-Pa (1725 M.)
9.20 Concert; 12.50 Platen: 5.20 Concert; 9.05 Concert.
i i .v des d ao.
ELECTKISCH HUIS.
Gedicht na een bezoek aar. een geheel
electrisch ingericht huis.
Een druk op de bel en je staat in het licht
De voordeur gaat open, de voordeur gaat dicht.
Meteen komt er warmte, de kachel gaat aan,
Daar U door de deur in het huls is gegaan.
Dan gaan in de hal licht en kachel weer uit
Zoo gauw U de kamerdeur achter U sluit.
De klok is electrisch, de lamp evenzoo.
Electrisch verwarmd Is ook uw bureau.
De tafel in de eetkamer staat alweer klaar.
De boter is zacht en het eitje is gaar.
Het brood is geroosterd, de thee is juist goed
De kuikentjes worden electrisch gebroed.
De keuken die speelt het nu alles wel klaar.
Een druk op de knop en het eten is gaar.
Dan: maak maar geen drukkie en wees nou niet dom.
De borden die wasschen d'r eigen wel om. 1
Dan komt er muziek, als U zich wat verveelt.
Omdat het klavier uit z'n eigen wel speelt.
En wees niet bevreesd voor 't begin van den nacht.
Uw slaapkamer ook is in orde gebracht
Geen kou daar al is U geen kacheltje rijk.
De lamp geeft U warmte en licht tegelijk.
U kunt nog niet slapen, maar U is gered.
Er is toch een lamp om te lezen in bed
Kijk, boven en onder en in bed is licht.
Dus doe nu gerust bei uw oogjes maar dicht
U zult het nog zien, want zoover komt het vast
Het nieuwste systeem bij 'n onwclkomen gast
Een druk op de knop cn dan heb je dc pret,
Dan wordt hij electrisch de deur uitgezet.
TROUBADOUR.
„Ik mag graag mezelve amuseeren." had Charmaine
geantwoord.
Het schonk haar zulk een genoegdoening, verblijf te
houden bij iemand, die zich er niet om bekommerde wat
ze met haar tijd deed. en Sylvia was even meegaande
als Griselda bemoeizuchtig was, Sylvia belastte haar
Fransc'ne kamenier. Marle. met het houden van een oog
je op de garderobe van de logé, en op deze zelve, tot
ze zich Zou kunnen redden.
En Marie had er precies drie weken voor noodig om
de onbeteekende. cuderwetsche Charmaine te verande
ren in een wezen van zulk een treffende en buitenge
wone schoonheid, dat een van de gebezigde bqvocge-
lijke voornaamwoorden, nooit meer toepasselijk op haar
zouden zijn. Maar hetgeen Marie met zooveel handigheid
tot stand had weten te brengen, was niet zoozeer een
algeheele hervorming, dan wel een geleidelijk aan de
oppervlakte brengen van een reeds bestaande lieftallig
heid.
Toen Charmaine op zekeren fraaien Zondagmiddag
den salon van haar zuster betrad, gekleed in een van de
eenvoudigste costumes, die de vernuftige Marie had kun
nen bedenken, werd zij door Sylvia, die juist door een
kring van bezoekers omringd was, met een blik vol
verbazing begroet.
Want, toen het meisje binnenkwam met de rustige be
valligheid van een persoontje dat de algemeene aandacht
liever ontwijkt dan tot zich trekt, werd Sylvia in de
hoogste mate verrast.
Charmaine was verrukkelijk een figuur uit een
sprookje, die zich de van haar uitstralende betoovering
onbewust is. tot in iedere bizonderheid volmaakt, en
toch zoo volkomen natuurlijk, dat zij den indruk maakte
van een veldbloem te midden van een orchldeeënkwec-
kerij.
„Genadige hemel!" merkte de oude Lady Cravenstowe
op, haar lorgnon voor de oogen brengende: „Wie is
dat?"
„Maak je niet weer uit de voeten, Charmaine!" zei
haar stiefzuster. „Kom nader en laat je voorstellen aan
Lady Cravenstowe!"
Hemeltjelief welk een droom!" ging Lady Cravenstowe
voort. ,Ik heb nog nooit iemand gezien die méér op een
engel gelijkt dan zij!"
„Mijn jongste zusje," zei Sylvia, Charmaine bij de
hand nemende. „Ze komt juist van het platteland om
eens een kijkje In Londen te nemen!"
Lady Cravenstowe liet haar lorgnon zakken en be
schouwde Charmaine, wier hand zij ten slotte vatte en
wier wang ze streelde. „Londen mag van geluk spre
ken!" merkte zij op. „Hoe wordt ze genoemd? Char
maine? E zeer toepasselijke naam!"
Wordt vervolgd.