AI111111 Kinis- COURANT. Aiminüt- LulMlii. Het Altaar der Eer Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Donderdag 13 Maart 1930. ceie 73ste Jaargang No. 8628 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent ADVBBTEN- TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 11 Maart 1930. Uitspraken van 4 Maart J. F. M. H., Castricum, overtreding Tabakswet, f 100 boete of 10 dagen. Gerrit B., slager, Hoogwoud, verzuimde aangifte ac cijns, f 20 boete of 10 dagen. Willem P., Urk, niet voldoen aan het sein om bij te draaien Cvisitatieweigering). Nieuwe Zaken. GEEN AFSCHEID VOOR EEUWIG, MAAR TOT WEDERZIENS. De eerste zaak, die ons edelachtbaar college voor de neus werd gedraaid, zag er tamelijk gevaarlijk en lang dradig uit want het betrof een auto-ongeval te Hoog- karspel, alwaar de caféhouder Lourens VI., een auto besturende, zekeren heer Vriend nogal niet zachtzinnig had aangereden. Het betrof hier dus een schuldmlsdrijf, het door schuld teweegbrengen van zwaar lichamelijk letsel. Een verdediger, van wien bekend is dat hij graag het onderste uit de juridische stroopkan wil likken, zou mijnheer Lou verdedigen, geen wonder dus, dat een zucht van verlichting onze overkropte boezem ontsnap te, toen besloten werd de zaak tot de zitting van 29 April aan te houden. Wie dan leeft, dan weer zorgt. *N RUMOERIGE SCèNE IN DE ESTAMINET „DE SCHELVISCH". In het gerenommeerde café „De Schelvisch", vermoe delijk met dezen weiklinkenden naam gedoopt, omdat zoo dikwijls de klanten na hun bezoeken zoo helder uit hun doppen kijken als 'n schelvisch, die 14 dagen lang op/n heete stoof werd geëëxposeerd, te Zuidscharwoude, was op zekeren avo'nd een vroolijk en levendig gezel schap bijeen, waaronder ook behoorde de 20-jarige heer Pieter Weel, welke heer echter spoedig zou ontwaren, dat niets op deez' aard bestendig is, zooals het liedje zegt. Hij werd op een of andere wijze gewikkeld in een twist met de heeren gebroeders Jacob en Cornelis K. en werd door deze heeren behandeld op een manier, die geen aangename herinneringen achterliet. Ter inleiding werd hij opgefrischt met een halve pint Amstelpils, die de vurige Jaap hem tegen zijn stuivers- jwstzegels kletste. Daarop werd hij onthaald op een ste vige mep tegen zijn linkeroor, welke aanraking een sterke prikkeling teweeg bracht. Op dit spannende oogenblik meende broer Cornelis ook actief op te moe ten treden en nam deze Piet wel zoo stevig in den nek, dat een tusschen beiden tredend toeschouwer haast een nijptang noodig had om de toegewrongen jat van Kees los te wringen en Piet uit die krachtige greep te be vrijden. De heer Jacob en Cornelis, die veiligheidshalve door den Officier voor de meervoudige rechtbank waren ge daagd, gaven geen teeken van aanwezigheid, zoodat moest worden aangenomen, dat zij niet waTen versche nen. Deze omstandigheid had geen invloed op de behan deling, doch bevorderde den vlotten gang van zaken, FEUILLETON door ETHEL M. DELL. li. Hij zag haar geheimzinnig aan. „O, jawel, ik ral je thuis brengen, maar geef me vijf minuten om op mijn verhaal te komen! Het ls nogal een groote ontnuchte ring voor me geweest. Ben je bijgeval in een klooster opgevoed Zij schudde het hoofd. „O, neen!" „Waarom ben je dan zoo gauw op Ie teentjes ge trapt?" vroeg hij, haar onder het aansteken van zijn sigaret tersluiks aanziende. Charmaine aarzelde. Nu de crisis voorbij was, voelde ze zich tegenover hem oneindig meer op haar gemak, maar ze voelde geen neiging hem tot haar vertrouwe ling te maken. „Dat weet ik waarlijk niet," antwoordde zij na eenig nadenken, „Maar ik zou niet gaarne een vergissing be gaan, en och, ik geloof dat ik voor zulke dingen te streng opgevoed ben." „Genadige goden! Dat zou ik ook eventjes denken."' 6temde hij in. „Maar. volgens mijn meening, geeft het niet, de zaken al te streng op te vatten," liet hij na een oogenblik volgen. „Geniet het leven zoolang je kunt, zie daar mijn stelregel." „Dal heb ik bemerkt," antwoordde Charmaine ernstig. „Zullen we nu den terugweg inslaan?" Hij loosde een diepen zucht van berusting en maakte zich tol gehoorzamen gereed. „Wat ben je een dwinge land!" zei hij. „Maar laat mij je één ding vertellen, As- schcpcetster. Je zult nooit werkelijk genot smaken, als jc zoo preutsch blijft. De raad, dien ik je geef, luidt, ge niet zoolang je jong blijft. Je bezit niet de eeuwige jeugd en schoonheid, onthoud dat wel „Ben ik dan schoon?" vroeg Charmaine, verwonderd. „Weel ge dat zeker?" „Denk je soms dat Jk een vrouw zou willen kussen die niet schoon was?" antwoordde Baba Zwartschaap met een breeden grijns. „O,' zei Charmaine tamelijk uit de hoogte, als was zij door die gedachte beleedigd. Tijdens den geheelen terugweg sprak ze geen woord, maar zat stil, diep in eigen gedachten verzonken. zoodat na verhoor der drie gedagvaarde getuigen al spoedig tegen ieder f 50 boete of 50 dagen kon worden gevorderd. A.s. week uitspraak, dus hebben de heeren K. intusschen 'n mooie gelegenheid hun spaarpot eens na te kijken. VERDUISTERING IN DIENST DER POSTERIJEN. Nadat een kwartiertje gepauzeerd was, om het juiste uur van dagvaarding in te halen, stond terecht de heer Joh. Tr. Ph. S., een 32-jarige brievenbesteller uit War- menhuizen, aan wien was ten laste gelegd, dat hij einde Dec. '29 of begin Januari '30 In kwaliteit van besteller in dienst van den staat, zich wederrechtelijk had toe geëigend een bedrag van f 15, hem ter hand gesteld ter storting ten hulppostkantore te Warmenhuizen, door mej. Wilhelmina Wilken, huisvrouw J. v. d. Schuur, aan welke opdracht door hem niet was voldaan en welk geld hij anders dan door misdrijf onder zich had. De ver- dachte werd verdedigd door mr. Eecen, advocaat en procureur te Oudkarspel. Toen mej. v. d. Schuur een brief kreeg, handelende over de nog niet ontvangen postwissel en zij hem daarover aansprak, beweerde hij de verzending te hebben vergeten. Hij erkende dan ook het geld ontvangen, doch niet verstuurd te hebben. Wel had hij getracht het geld telegraphisch op te zenden, doch dit gelukte niet. Voorts ontkende hij de bedoeling te hebben gehad, zich het geld toe te eigenen. Het geld had hij in een sigarenkistje gelegd en vergeten. De heer J. H. Reijmers, kantoorhouder der posterijen te Warmenhuizen, verklaarde, door zijn collega Stern berg uit Schoorl te zijn opgebeld, die hem mededeelde, dat een besteller uit zijn rayon een postwissel ter ver zending had aangeboden. De besteller had volgens den heer Reijmers geen geld mogen accepteeren zonder af gifte van requ. Doch hij had beter gedaan het geld af te dragen. De verdachte beweerde daartegenover dat de direc teur had voorgeschreven, dat geen geld zonder requ mocht worden afgegeven. Verdachte had echter heel goed het geld later kunnen verzenden, Indien hij dit werkelijk vergeten was. De heer Frans Sternberg, kantoorhouder te Schoorl, eveneens als getuige gehoord, deelde mede, lat verdachte op 6 Januari ten zijnen kantore een postwissel had aan gebracht, wat getuige vreemd vond en waarover hij met zijn collega te Warmenhuizen had getelefoneerd. De heer Officier, requisitoir genomen hebbende, was van meening, dat het overtuigende bewijs in deze zaak er dikker oplag dan het wettelijke. De overtuiging, dat verdachte zich dat geld wederrechtelijk had willen toe eigenen, komt duidelijk naar voren en daarom doet het den Officier genoegen, dat verdachte terecht staat, opdat het publiek eens kan zien, hoe men aan „vergeetachtige" postbeambten kan worden overgeleverd. De officier was van meening, dat een dergelijk ambtenaar bij de post niet op zijn plaats is. Voorts releveerde de officier, dat verdachte zich te Andijk ook niet gunstig had onder schelden en als de rechtbank hem soms mocht vrijspre ken, dan had de officier in deze zaak het laatste woord nog niet gesproken. Spreker geloofde trouwens van die vergeetachtigheid niets en meende dat verdachte het eene gat met het andere stopte. De officier achtte die vergeetachtigheid hier niet aannemelijk en was er van overtuigd, dat die vergeetachtigheid in elk geval later was veranderd in kwaad opzet. Dat hij later naar Schoorldam liep, pleit voor die opvatting. Spreker re- quireerde ten slotte voor dit ernstige feit 4 maanden WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Konsen en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel. Depot Schagen: C. de Moei, Noord. HOOFDSTUK VI. Raad. „Lieve," zei Sylvia, .daar schrijft Lady Cravenstowe mij om me te vragen of ze jou van mij mag leenen, zoo als ze het uitdrukt, voor een bal bij Mevrouw Grar.ard, den tienden aanstaande. Mevrouw Granard is haar schoonzuster. Het is een jongeluispartij en ze biedt aan je te chaperonneeren en je kunt dien nacht bij haar lo- geeren. Zal ik het aannemen?" „Of je het zult aannemen!" Reeds alleen bij het denk beeld kende de verrukking van Charmaine geen gren zen. „O, hoe lief van haar," eindigde zij. „De tijd is nogal tamelijk kort slechts drie da gen," merkte Sylvia op. „Maar Sylvia" het gelaat van Charmaine betrok eensklaps „ik kan niet behoorlijk dansen. Zou dut ge ven?" „Goede genade! Een geen klein beetje ook!" liep Syl via uit. „Je zult eerst een paar danslessen moeten ne men. Ik zal er Marie over spreken. Dat kan zij wel be zorgen." Aldus ging Charmaine, door Marie vergezeld, dien middag naar haar eerste dansles bij Madame Valence, en bleek ze binnen den kortst mogelijken tijd de vlugste leerlinge te zijn, die ooit bij Madame dansen geleerd had. Madame was zelfs zoo over haar in de wolken, dat ze, toen zij hoorde dat Charmaine reeds over drie dagen haar eerste bal zou bezoeken, aanbood haar de twee voorafgaande avonden een uur extra-onderricht te geven, waarbij ze het tevens op zich nam te zorgen, zoo niet voor een ervaren danser, dan toch voor een aantrekkelijk jongmensch, ten einde de kroon op dezen korten tijd van training te zetten. Charmaine hoopte in alle oprechtheid dat Sir Robert Blakeley ndet tot de genoodigden van Mevrouw Granard zou behooren. In haar binnenste liet zich een stem hoo- ren, die haar zeer ernstig tegen hem waarschuwde. Hij was een van de „lichtzinnigen" van wie Juffrouw Dicker gesproken had, en ze bezat geen ervaring, waar naar ze zich in haar behandeling van zoodanige mannen kon richten. De herinnering aan zijn kus joeg een blos van schaamte naar haar kaken een schuldig geheim, dat hij zoo gaarne in vergetelheid had willen begraven, ven. Ze zou zich nooit weer alleen aan zijn gezelschap toevertrouwen. En er waren waarschijnlijk nog tal van anderen zooals hij, voor wie ze zich eveneens In acht moest nemen. Van één ding was zij overtuigd: dat Basil Conister niet tot hen behoorde. Haar gedachten keerden altijd naar hem, als naar een soort toevluchtsoord terug. Hij was zoo betrouwbaar en vriendelijk, boewei nu gevangenisstraf, na nog een staaltje van de vergeetach tigheid van verdachte te hebben medegedeeld uit zijn vo rige standplaats Andijk. De verdediger, Mr. Eecen, vermeende, dat deze zaak vertroebeld werd door gebeurtenissen, te Andijk afge speeld. Verdachte had blijk gegeven van groote vergeet achtigheid en het is toch wel mogelijk dat hij dit geld werkelijk in het kistje had vergeten en in dit geval zou het opzet niet bewezen zijn. Ook had hij op verschil lende manieren getracht het geld te verzenden en kwijt te raken. Ook had de juffrouw hem toestemming ver leend het later over te maken. Iemand die eenigermate zijn hersens gebruikt, kan toch als zeker aannemen, dat zulk een verduistering niet verborgen zal blijven. Pleiter beweerde voorts, dat verdachte het niet noodig had, het eene gat met het andere te stoppen, daar hij ook als stoffeerder een goed inkomen geniet Indien verdachte zóó slecht stond aangeschreven, zou hij toch niet gehand haafd zijn geworden na die geschiedenis te Andijk. Dat de overtuiging zoo sterk naar voren kwam, kon pleiter den officier niet toegeven. Dagelijks hooren we staaltjes van verregaande verstrooidheid en de humo ristische bladen staan er vol van. Pleiter concludeerde ten slotte tot vrijspraak. De officier, repllceerende, handhaafde zijn meening omtrent verdachte en voerde nog aan ter staving van zijn mesnlng, dat verdachte, toen mej v. d. Schuur hem naar den postwissel .vroeg, aan die opdracht gevolg had kunnen geven. Toen hij zulks niet deed, kan het opzet worden geconstateerd. De officier persisteerde dus bij zijn meening en requisitoir. Pleiter merkte nog op, dat verdachte voortdurend heeft getracht zich van het geld te ontdoen en hand haafde wederlceerig zijn conclusie tot vrijspraak. Verdachte bleef desgevraagd door mr. Muller beslist ontkennen,dat zijn schulden hem het motief zouden hebben gegeven, de verduistering te plegen. Hij gaf echter toe, het geld van 1 Januari, toen hem op de niet- verzending was attent gemaakt door mej. v. d. Schuur, nog tot 5 Januari onder zich te hebben gehouden. Wél had hij direct in Schoorlam geinformeerd of hij het geld telegrafisch kon verzenden. Dit kon echter alleen te Alkmaar en Bergen. Uitspraak as. week. KLAAS LIET ZIJN ENTREEKAARTJE VERLOOPEN. De weled. heer Klaas Kr., 'n welbekende inboorling van Egmond aan Zee, en voor korten tijd daar gevestigd als blerbottelaar, had deze branche Inmiddels vaarwel gezegd om redenen, waarover we maar niet zullen uit wijden en zijn domicilie verplaatst naar LJmulden, alwaar hij zich toelegde op de trollervlsscherij. Klaas had ech ter nog een klusje op te knappen bij de Alkmaarsche Rechtbank, die hem had veroordeeld wegens diefstal van een paar sliklaarzen, die hij in een lollige bui had weg genomen van het raamkozijn van den winkel van de heeren Bijl In de Magdelenestraat te Alkmaar. Klaas was tegen dit bij verstek gewezen vonnis in ver zet gekomen dat nu zou worden behandeld, doch daar hij nu niet aanwezig was, werd dit verzet vervallen ver klaard en heeft Klaas de kosten van aanteekening: 1 sjoof of 100 koperen kerkbuulpennlngen ook verspeeld. WEL DE KLOK-ZEEPAUTO, EN HET NUMMER BORDJE, MAAR NIET DE CHAUFFEUR. Op 19 Augustus 1929 werd te Bergen de werkman Hol- lenberg, die zich rustig per rijwiel huiswaarts begaf, eensklaps van achter aangereden door een groote zes- cyllnder met zooveel kracht, dat Hollenberg van zijn fiets werd afgeslingerd, 'n prachtvolle salto mortale ln de lucht maakte en precies weer op zijn beentjes tereoht kwam. Nog nooit heeft Jaap geweten, dat er zulk een geweldige acrobaat in hem stak. Maar zijn rijwiel was zwaar beschadigd en wie zou dat betalen, zoete lieve Gerritje, want de auto reed door. Gelukkig waren een herinnerde ze zich met welke oogen hij haar aangezien had zij wist, dat ook hij haar schoon vond. En toen ze er vervolgens aan dacht hoe spoedig ze hem zou weerzien, doortrilde haar een warme gloed. Marie was juist met het tollet van Charmaine voor den grooten avond gereed gekomen, toen Sylvia binnen trad, en een Charmaine aantrof, die, in soepel wit gekleed, met schitterende oogen de weerkaatsing van haar eigen beeld in den grooten spiegel bestudeerde, beproevende zichzelve te zien zooals anderen haar zagen. De stem van Sylvia in de kamer deed haar opschrik ken, en het volgende oogenblik werden haar jeugdige trekken door een warmen blos overtogen. „O, Sylvia, zou ik een goed figuur slaan, denk je?" vroeg ze. „Ben je klaar?" vroeg Sylvia, een stap nader komen de; toen brak ze in een welwillend lachje uit. „Wel. welk een hervorming van het plattelandsche meisje! Lieve, of je een goed figuur zult slaan. Het is duidelijk dat je de belle van het bal zult zijn. Wat gelijk je toch sprekend op je moeder!" „Werkelijk?" De oogen van Charmaine straalden van genot „Zij zij was zoo onvergelijkelijk schoon," mom pelde zij. „Nu, amuseer je zooveel je kunt" luidden de af scheidswoorden van Sylvia. „En bezwijk niet voor den eersten den besten! Denk er aan je te gedragen als iemand die wat beteekent, en anderen zullen je op de zelfde wijze bejegenen." Tijdens haar kort alleen zijn ln den auto, die haar naar het huis van Lady Cravenstowe bracht zat Char maine over dezen raad na te denken, en kwam tot het besluit dat ze beproeven zou hem op te volgen. De wensch bekroop haar dat Sylvia haar die waarschuwing eerder had laten toekomen. Ze had haar dienstig kun nen zijn in haar houding tegenover Sir Robert Blakeley. Evenwel, het was niet te laat om te beginnen haar nu ln toepassing te brengen, en ze was vastbesloten, dat ze hem althans, voortaan op een eerbiedigen afstand van zich zou houden. Lady Cravenstowe kwam haar op den drempel van haar boudoir tegemoet en kuste het meisje. Lady Cra venstowe was vorstelijk in zwart fluweel gekleed en met parels getooid cn trek haar gast naar binnen. „Je bent in het wit!" zei ze. „Daar ben ik blij om, kind. Ik had gewenscht dat je wit zou aantrekken. Kom hier een paar minuten bij me zitten en vertel me alles omtrent jezelf." Ze liet Charmaine op een laag stoeltje naast zich plaats nemen en hield haar hand in de hare. ,Maar ik heb niets van me te vertellen,begon Cbar- paar heeren, die getuigen waren van de aanrijding di rect bereid de schuldige achterna te gaan en te trach ten het autonummer op te nemen. Dit gelukte hen dan ook. Het nummer was 47415 en de auto was beschil derd met een reclame voor Sneeuwwit en Klokzeep. De bestuurder bleek dan te zijn een zekere heer Gerbrand O., reiziger te Alkmaar in dienst bij een zeepfabriek te Enkhuizen. Deze heer stond dan terecht voor den kantonrechter en werd ondanks zijn ontkentenis veroordeeld tot boete en betaling van f 25 aan Hollenberg voor de vernielde fiets. De reiziger liet zich dit vonnis niet aanleunen en kwam ln hooger beroep, dat heden werd behandeld. De heer O. beweerde den 19en Augustus niet te Bergen, doch te Enkhuizen te zijn geweest. De wagen van de firma werd door hem gestald in de garage van den heer Jan Baas op de I aat te Alkmaar. Gedurende de behandeling achtte de rechtbank, die graag het naadje van de kous wil weten, het wensche- lijk nog een voormallgen knecht van Baas. zekeren Go- mes uit Warmenhuizen, die zich nu in militairen dienst bij de motorbrigade bevindt, als getuige te hooren. Der halve werd besloten de zaak aan te houden tot 1 April en dan als actueel Aprilmop verder te behandelen. Getuige Hollenberg moet inmiddels de nota voor ge dane reparatie van de fiets Inzenden en zich wat oefenen in het afleggen van den eed wat Dinsdag mirakel slecht ging. 'N BEEÏJE TE VEEL BAAS OVER DEN WEG GESPEELD. De autobuschauffeur Martinus K. te Anna Paulowna was op 7 November oorzaak, omdat hij met zijn bus te veel links op den Molgerdijk te Wieringen reed, dat een fietsend meisje, dat geen voldoende ruimte kreeg om voorbij te rijden, van haar rijwiel af en in den modder tuimelde. Hoewel de chauffeur ontkende en de schuld wierp op de 13-jarige Antje Bakker, vond de kantonrechter te Helder, schuld in hem en veroordeelde Martinus tot f 30 boete of 3 dagen. De veroordeelde kwam in hooger beroep, doch tot dusver met geen ander resultaat, dan dat de officier vernietiging vorderde v. h. vonnis wegens het aanhalen van onjuiste wetsartikelen, doch opnieuw veroordeeling van tot f 30 .gulden boete of 3 dagen hechtenis. De officier bedoelde eigenlijk 30 da gen, maar dat kon ook al weer niet, omdat de ambtenaar verzuimd had in hooger beroep te gaan. Dus daar bofte Tinus nog bij, want nu behoudt hij altijd nog het recht om 10 pop per dag te verdienen met 'n. kwak bruine boonen toe. NOG ERGER DAN DE PAPAPAAIENZIEKTE. De zitting werd besloten, we mogen helaas bijna wel zeggen als naar gewoonte met een onsmakelijke zaak, waarbij sluiting der deuren gewenscht was. Het betrof hier weer artikel 249 wetboek van strafrecht, een mo reel exces dat epidemisch dreigt te worden Te den Hel der constateerden we eenige gevallen en ook te Warmen huizen is de ziekte geconstateerd. Thans was het een zwaar gebouwde beroeplooze ingezetene uit Helder, Jan van W., die terecht stond,, verdedigd door mr. Zeegers aldaar. ALEA JACTA EST DE TEERLING IS GEWORPEN! Gedurende de zitting bereikte ons het bericht dat mr, Dr. N. Muller de politierechter, was benoemd tot rech ter te Amsterdam. Hoewel het vertrek van dezen wel- willenden magistraat betreurend, gunnen wij hem van harte de eervolle plaatsing in een hooger klas rechtbank en roepen wij hem een oprecht gemeend „proficiat" toe. ma'.ne nederig. „Ik ben nooit ergens geweest er. heb nooit iets beleefd." „Welke was de naam van jo moeder, lieve?" \roeg Lady Cravenstowe. „Je doet me zoo denken aan een meisje dat ik in Indlë gekend heb in de eerste jaren van mijn huwelijk." „O!" durfde Charmaine nauwelijks te zeggen. „Zou dat mijn moeder geweest kunnen zijn? Ze was vroeger ln Indië. Daar leerde mijn vader haar kennen." „Hoe heette ze?" vroeg Lady Cravenstowe nogmaals. „VeTena Maynard," antwoordde Charmaine zaoht. „Ik heet ook Maynard Charlotte Maynard. Mijn moeder werd bij een jachtpartij gedood." „Verena Maynard!" Peinzend, herhaalde Lady Craven stowe den naam. „Ja, dat was het meisje dat ik kende. Nu herinner ik me den naam volkomen. Ze was tien ja ren jonger dan ik een zeer levendig en bekoorlijk persoontje. Alle mannen lagen aan haar voeten, herin ner ik me nu; maar de eenige, dien ze waarlijk bemin de, was reeds getrouwd. Ik heb je vader nooit ontmoet* Mijn man en ik verlieten Indië voor ze getrouwd was. Ik heb nooit op Intiemen voet met haar verkeerd," Zij zweeg. „En zij stierf tengevolge van een ongeluk op de Jacht, zeg je? Hoe lang is dat geleden?" „Vijf jaren," antwoordde Charmaine. „Arm kind!" zei Lady Cravenstowe medelijdend. „Ja, je gelijkt op haar, zeer sterk. Alleen bezit je héór leven digheid niet. Ze vloeide als het ware over van levens lust. Maar jij, jij, lieve, weet nog niet eens wat het beteekent te leven." „Ik zou het graag willen weten," antwoordde Char maine verlegen. Lady Cravenstowe lachte haar toe. „Dat zul Je spoedig lieve. Maar ik wensch dat je het op de rechte manier te weten komt. Daarvan hangt zooveel af. Maar Je behoeft je er niet beangst voor te maken." Ze streek Charmaine geruststellend over de hand. „Ik zal je onder mijn hoede nemen zooveel als mij mogelijk ls. Zeg me eens, je voelt je gelukkig in het bijzijn van mijn neef Basil, niet waar?" „O, ja," zei Charmaine, met een heviger blos. „Ik vond -hem erg aardig." „Dan is het goed," zei Lady Cravenstowe met warmte. „Voor hem behoef Je nooit bang te zijn. Hij is een man. van de rechte soort. Maar wees voorzichtig met de an deren, lieve! Bedenk dat het in alle dingen beter is langzaam voorwaarts te gaan dan later terug te' moeten treden." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1