SchagerCourant Het Altaar der Eer Vierde Blad. Monument voor de helden van onze kust. BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ Zaadteelt op contract. Gemengd Nieuws. Jacht op een ontsnapte gevangene. Boomen en overstroomingen. Zaterdag 15 Maart 1930 73ste Jaargang. No. 8629 Bedoeld als nationale hulde. De actie, welke thans op breede schaal is ingezet voor !hèt bijeenbrengen van geld ten bate van het monu ment voor het Nederlandsche Reddingwezen, belooft, naar het Uitvoerend Comité mededeelt, een groot suc ces te worden. Zooals bekend is het monument, dat een plaats zal krijgen in het Raadhuisplantsoen te Den Helder, bedoeld als een nationale hulde, te brengen aan het Nederland sche Reddingwezen en tevens de heldendaden van de vele redders langs onze kust aan de vergetelheid te ont rukken. Het monument zal met de vier zijden naar de wind streken geplaatst worden. Het geheel is gedacht in oranje-geelkleurige handvormsteen en met een decora tieve bronzen bekroning. Onder deze bekroning wordt een klokkenspel of ca rillon aa ngebracht en wel zoodanig, dat het licht der ondergaande zon door het klokkenspel heenspeelt. Het voetstuk van het monument stelt voor de plecht van een moderne reddingsboot, waarop 'n meer dan levensgroote staande menschenfiguur met de handen aan het stuurrad. Aan weerszijden van het monument, in het midden van het voetstuk, worden over de breedten (3 M. breed en 1 M h.oog) inscripties aangebracht. Deze eere-tableaux worden geflankeerd door 2 men- schenfiguren, man en vrouw, die beiden een kind dra gen en symbolisch de menschheid voorstellen, de man en de vrouw de kindéren de heldendaden der redders ver tellende. Het carillon (klokkenspel) waarvan men zich voor stelt bij feestelijke gelegenheden concerten uit te zenden, zal tevens ieder half en heel uur spelen. Thans wordt ook in de onderwijswereld belangstelling voor deze zaak gemaakt, teneinde de schoolkinderen een steentje voor dit monument te laten aanbrengen. Zoo (moet het gaan met de inzameling voor deze nationale hulde. Ieder Nederlander moet naar vermogen het zijne er toe bijdragen om dit monument voor de helden van onze kust te doen verrijzen. Voor hen, die dit nog niet weten, deelen we mede, dat penningmeester is de heer Bernh. Meijer, Kanaalweg 97, pos-trek, 94719, Den Helder, terwijl de secretaris, de heer L. Bandsma, Singel 28, aldaar, gaarne propaganda materiaal en prentbriefkaarten, waarop een afbeelding van het mnoument, toezendt. FEUILLETON door ET HET. M. BELL. 12. Charmaine verstond dezen raad beter dan de raad geefster zich kon indenken, en lispelde verlegen dat ze niet zou nalaten dien raad op te volgen. Lady Cravenstowe lachte. ,,Kom nu, we zullen naar heneden gaan cn eerst dineeren; daarna ga je naar je eerste bal. Maak je niet zenuwachtig, want ik zal door loopend aanwezig zijn; ik zal een oog op je houden en je bij me terugroepen als ik denk dat het mooi genoeg geweest is." „Ge zijt goed voor me," zei Charmaine, en toen, zeer schuchter. „Zal... zal uw neef... er ook zijn?" „Basil? O, ja zeker, hij komt ook." Lady Craven stowe streelde haar arm. „En je behoeft er niet aan te twijfelen of hij zal je om een dans vragen. Je mag met hem dansen zoo dikwijls je wilt maar met de ande ren niet. Sta hun niet meer dan één dans tegelijk toe, en kom gedurende de pauzen naar mij dat wil zeggen, tenzij Basil in je gezelschap is. Het klinkt een weinig tiranniek, niet waar, maar je bent nog zoo jong en on ervaren, dat ik me verplicht gevoel een wakend oog op je te houden." „Het is heerlijk als Iemand zich zoo bezorgd over je maakt," zei Charmaine. En door een ingeving, die de overhand over haar ge wone schuchterheid verkreeg, gedreven, bracht zij de hand, die de hare teeder drukte, plotseling naar haar lippen. „O, dank u." zei ze. met een moeilijk Ingehouden snik, „dank u dank u!" „Eigenaardig kir.d!" zei Lady Cravenstowe, verwon derd en geroerd. „Waarom zou jij per slot van rekening niet een even goeden tijd hebben als de anderen?" Een vraag, waarop Charmaine niet in staat was het antwoord te vinden! Een dergelijk gezichtspunt was haar levenlang nog niet bij haar opgekomen! II. Het eerste stukje over bovengenoemd onderwerp is mede aanleiding geweest tot een onderhoud met den heer Secretaris der Vcreeniging van Fijnzaad- telers „Noordholland", den heer J. Vethman, Groet- poldecr, Winkel. Samen hebben wij heel wat ver handeld op het gebied van zaadteelt. Op mijn vraag welke omvang de zaadteelt had aangenomen, deelde genoemde heer Vethman mij mede, dat in het af- geloopen jaar door de leden der Vcreeniging was ge contracteerd plus minus 62 H.A. spinaziezaad, 10.25 H.A. radijszaad cn 5 H.A. stekbict.cn, met een tolaie opbrengst van 3435 balen, welke balen alle door den monsternemer zijn gecontroleerd en geplombeerd. De zaadopbrengsten waren zeer bevredigend, terwijl door het gunstige oogstweer de kwaliteit zoodanig was, dat een flinke toeslag op de contractprijzen kon wor den ontvangen. De kiemcijfers waren in 1029 hoog. De gemiddelde kiemkracht van spinaziezaad was 96.5 met een vochtgehalte van '15.6 zoodat ge middeld naar 3.5 kiemkrachttoeslag kon worden ontvangen. Een partij spinaziezaad had een kiem kracht van 100 zelfs, wat zeker wel afzonderlijk mag worden vermeid; partijen van 99 kwamen verscheidene malen voor. Het gemiddelde kiemcij- fer van radijs was 89,3 met een vochtgehalte van 14.5 Ziedaar dus weer een duidelijk voorbeeld dat door organisatie de aflevering in betere banen is ge bracht. Door het mooie oogstweer was de kiemkracht hooger. Welnu, wat is nu billijker dan dat de verbou wer hiervan de voordeelen geniet, evenzoo goed als de handelaar. In tijden van tegenslag zal de teler ook natuurlijk wèderkeerig de risico hebben te dragen. Op deze wijze alleen komen voor- en nadeelen op de plaats waar zij behooren te komen. Dat is billijk en rechtvaardig en niemand kan daar iets tegen in brengen. Alvorens een contractafrekening in zijn geheel eens nader onder de oogen te zien, wil ik eerst eens een en ander mcdedeelcn wat er alzoo met het gewon nen zaad moet geschieden, alvorens het geschikt is om aan den groothandel te worden afgeleverd. Aller eerst moet het zaad behoorlijk gereinigd worden. De reiniging en sorteering van zaden zijn in hoofdzaak afhankelijk van grootte en vorm van het zaad cn van de hoeveelheden, die gereinigd moeten werden. Het aantal soorten reinigingsmachines is groot, doch het principe van hun werking komt in hoofdzaak over een en bestaat in het in den weg leggen van be lemmeringen aan het voortbewegende zaad, welke voor de verschillende zaden ongelijk zijn cn daardoor een scheiding bewerkstelligen. De voornaamste in ge bruik zijnde methoden zijn: het doorvoeren van een sterke luchtstroom, het laten rollen over bewegende hellende ruwe oppervlakten, het trieuren en het. voe ren van het zaad over een schudzevcninrichting. Ten deele kan deze reiniging reeds door den teler geschieden met een eenvoudige waaierinrichting. Doch wanneer het een groote partij betreft, zal hij voordeeliger het zaad aan den handelaar kunnen af leveren, die heter ingericht is met tal van verschil lende schooningsinrichtingen voor diverse zaden, waardoor dus een hetere schooning kan worden ver kregen. Bij contract kan worden vastgelegd hoe hoog het sc.hoonloon bedraagt. In 1929 werd hiervoor be rekend f0.50 per 100 K.G. bruto gewicht, voor één jarige gewassen. Een tweede moeilijkheid is gelegen in het vochtge halte van het zaad. Hoofdzakelijk is dit afhankelijk van de weersgesteldheid hij het oogsten. Normaal is de lucht bij ons te vochtig om het gewonnen zaad voldoende te doen drogen, opdat de kiemkracht blijft bewaard en broeiing wordt tegengegaan. Kunst matige droging zal dus een dringende eisch zijn. In regenachtige zomers komt het voor dat bietenzaad bijv. 35 Vocht bezit; in een dergelijk geval moet onmiddellijk kunstmatig gedroogd worden, daar an ders een partij met zulk een hoog vochtgehalte bin nen korten tijd door broeiing geheel waardeloos wordt. Om het zaad behoorlijk kunstmatig te drogen is ook de teler niet ingericht. Zulks kan ook weer beter geschieden door den handelaar, die daarvoor de noodige installaties heeft laten maken, en tegen een vergoeding van fO.CO per 100 K.G. wordt dit werk dan ook gewoonlijk aan den handelaar opgedragen. Vroeger was men ten, dezen opzichte geheel afhan kelijk van de procenten die do handelaar geliefde in rekening te brengen, tegenwoordig echter worden de bepalingen verricht of gecontroleerd door het Rijks- landbouwproefstation te Wagenigen en de door dit Instituut vermelde cijfers vormen den grondslag van de afrekening van het gecontracteerde zaad. In een zaadcontract zullen wij dus in de eerste plaats kun nen aantreffen een maximum-vochtgehaltccijfcr en een minimum-gebruikswaarde-cijfer, met dien ver stande, dat bij een hooger gehalte aan vocht en een lager procentcijfer voor de gebruikswaarde, op den gecontracteerden prijs procentsgewijze wordt gekort of toeslag wordt uitbetaald. Voor spinazie is het maximum-vochtgehalte 15 voor radijs 8 met 6 speling naar hoven. Het is noodzakelijk, dat de begrippen vochtgehalte, kiemkracht en gebruiks waarde nauwkeurig worden vastgelegd en aan bei de zijden voldoende bekend zijn. Voor vochtgehalte HOOFDSTUK VII. Het Verzoek. Toen Charmaine en haar gastvrouw de eetkamer bin nentraden, werden zij opgewacht door Basil Conister, die het meisje met een vriendelijk glimlachje tegemoet liep. „Welk een schande dat mijn tante zoo geheel en al beslag op u legt," klaagde hij. „Ik heb in den salon ge wacht, in de hoop dat we opnieuw samen op de goud- visschenjacht zouden kunnen gaan." Zij stemde met zijn lachen in, en alles was opeens on gedwongen en natuurlijk. „We hebben vanavond iets ernstigers om aan te den ken dan aan goudvisschcn," merkte Lady Cravenstowe op. „Ze gaat naar haar eerste bal, en dat is een zeer gewichtige gebeurtenis." „Het is niet... geheel en al... mijn eerste." zei Char maine, met een lichte aarzeling. „Langen tijd geleden heb Ik er ook een bijgewoond, toen ik nog een kind was, in Ierland." „Ééntje maar?" vroeg Basil. „Ja, ééntje maar," luidde haar antwoord. „Maar ik heb de drie laatste dagen dansles genomen, zoodat ik hoop dat ik niet veel verkeerd zal doen." „Wilt ge dan den eersten dans met mij doen?" vroeg hij. Ze bloosde van genoegen. „Be zou het graag willen," antwoordde zij. „Maar ge zult niet boos worden, niet waar, als ik het een beetje onhandig doe?" „Ik wed dat ik er niet eens iets van bemerken zal," zei hij. „Hij rekent zich het dansen meer tot een plicht dan tot een vermaak," viel Lady Cravenstowe in. „Hij is te lui om behoorlijk dansen te leeren." „O, dat verdien ik niet," sprak hij haar tegen. „Hij heeft het te druk, wilt ge zeggen. Het volle beheer over de bezittingen van den armen Hugh is geen sinecure, en dan blijft er weinig tijd tot verstrooiing over. Tusschen twee haakjes, ik heb vanavond een brief van hem ont vangen, en hij wenscht dat ik aan het einde van de week terugkom. Hij schijnt zich te verbeelden dat de oude Busby alles in de war stuurt" „O, zoo spoedig mag je niet vertrekken!" riep Lady Cravenstowe uit. „Dat zou niet fraai zijn. En als je daar eenmaal bent, kom je er niet weer van daan. is dit begrip vanzelfsprekend en kan niet tot ver schil van meening.aanleiding geven, mits het monster dat voor de vochtbepaling moet dienen, maar goed gemiddcid uit de partij is genomen. De gebruiks waarde (G) bestaat echter weder uit een 3-tal fac toren: Zuiverheid Z), Kiemkracht K) en Schade lijke onzuiverheid (S). Nu is G Z X K 3 S. 100 Tot zuiver zaad wordt gerekend alle soortechte en gevulde zifdcn, die geheel intact zijn, of waarvan de eventueel© beschadiging zoo gering is of van zoodani- gen aard is, dat op goede gronden kan worden aan genomen, dat daarvan geen verlies van kiemkracht het gevolg behoeft te zijn. Bij deze wijze van beoordeeling wordt derhalve in het algemeen geen rekening gehouden met de grootte van het zaad, wanneer dit zaad maar voldoende ont wikkeld is. Kleine radijs- en spinaziezaden bijv. welke een zaadhandelaar in prima zaad niet zien wil, zouden toch tot zuiver zaad moeten worden ge rekend. Ook hierover moest dus overleg worden ge pleegd, hoe in deze contractueel zou zijn te hande len. De handelaar zal de kleine korrels uit de ten deele geschonden partij willen verwijderen om het zaad een beter, regelmatiger voorkomen te geven. De hierbij afgescheiden afvalkorrels mag hij evenwel den teler niet zonder meer geheel aftrekken; immers de partij wordt toch zooveel meer waard door deze bewerking, meer waard dus dan een gemiddelde qualiteit, waarbij dit niet is geschied. De afvalkor rels, waarvan de kiemkracht ook vaak te wenschen overlaat, vormen samen het halfwaardige zaad. Om trent de verr<$cening van het halfwaardige zaad kan men dus zeker in een zaadcontract regels verwach ten, volgens welke de afrekening zal geschieden. Buiten de Vereeniging om worden door telers wel eens met een handelaar contracten afgesloten, waar in een minimum-kiemkrachtseisch door den zaad handelaar zijn vastgelegd. Dit zijn gevaarlijke con tracten voor de telers, omdat geheel onafhankelijk van de goede verzorging van het gewas cn het zorg vuldig oogsten van het zaad, in ongunstige jaren juist dit kiemkrachtscijfcr kan tegenvallen, zoodat in die gevallen de kicmkrachtseisch niet kan wor den bereikt, waaraan dan de handelaar het recht kan ontleenen, indien hem dit althans wenschelijk toe schijnt, het zaad niet tc acceptceren of zeer voor deel ige voorwaarden te bedingen. Evenzoo is het voor den handelaar onvoordeelig om op gebruikswaarde te contracteeren, omdat door een extra reiniging van het zaad het gemis aan voldoende kiemkracht door een grootcre zuiverheid is te compensceren. Bij con tracteeren niet op gebruikswaarde doch op een minimum-garantie, betreffende zuiverheid en kiem kracht kan een overmaat van den eenen factor niet worden verrekend ten voordeele van een tekort van den anderen factor. Het is wellicht niet overbodig er hierbij nog de aandacht op te vestigen, dat in alle gevallen de eisch voor het vochtgehalte moet blij ven bestaan. Tot nu toe is in het contract niet opgenomen een eisch, aangaande den gezondheidstoestand van het zaad. Het komt toch voor, dat partijen zaad een uit muntende kiemkracht kunnen bezitten, terwijl toch de gezondheidstoestand van dien aard is, dat ze als zaaizaad ten eenenmale ongeschikt zijn te achten. Ik geef toe dat zulks evenwel minder voorkomt bij de fijne zaden, dan bij erwten, en boonen, waar de bekende Ascochyta Pisi, een zeer schadelijke schim mel is, die de vlekkenziekte der erwten en peulen veroorzaakt. I-Iet contract bevat dus tal van bepalingen, die bij een afrekening in aanmerking moeten worden geno men. Om hiervan zooveel mogelijk profijt te trekken is het gewenscht, ja noodzakelijk dat van de ge- heele partij een behoorlijk gemiddeld monster wordt genomen. Door een becedigd monstertrekker voor de fijnzaadtelersvereeniging „Noord-IFolland" treedt daarvoor op de heer P. Kooijman, Anna Paulowna wordt bij den teler aan huis, uit iedere zak van een partij zaad, een steekmonster genomen; de steek- monsters van één partij worden daarna zorgvuldig gemengd en van dit mengsel worden 3 monsters a 1 K.G. genomen. Een daarvan wordt door den teler bewaard, één naar den handelaar gezonden en één naar het Rijksproefstation voor Zaadcontrole te Wa- geningen, hetwelk voor dit monster de kiemkracht bepaalt, een schooningsproef uitvoert en het vocht gehalte bepaalt. Na het nemen van deze monsters wordt het zaad onmiddellijk in geloode zakken aan den handelaar opgezonden. Na onderzoek van het monster ontvangt de handelaar een analyse-rapport en de teler een duplicaat-analyse, waarop binnen 10 dagen na ontvangst moet worden afgerekend vol gens de overeengekomen normen en voorwaarden en den op 't contract vermelden prijs. Bij het best opgestelde contract kunnen zich toch nog weieens moeilijkheden voordoen. In dit geval treedt een Ver trouwenscommissie op. Deze heslist bij eventueele verschillen. In totaal dus een aanmerkelijke verbe tering vergeleken bij den ongeregelden handel van vroeger en een fijnzaadteler die geen lid is van Noord-Holland, begrijpt zijn eigen belang niet. De handelaren die eerst een afzijdige houding aanna men tegen het streven der vereeniging, juichen nu het bestaan daarvan zeer toe. Immers zij zijn nu ook Schrijf hem terug, dat je niet kunt! Of laat mij het doen!" Basil schudde het hoofd. „Het zo.u niet mooi zijn te genover den ouden knaap. Hij is zoo hulpeloos en tobt; Busby is nogal een ezel, zooals ge weet Hij wil altijd op de dingen vooruitloopen als ik er niet ben, om te la ten zien wat hij kan. En die beste oude Hugh houdt er in 't geheel niet van zoo voortgejaagd te worden. Hy maakt me nog een komplimentje door te zeggen dat hij meer vertrouwen stelt in mijn oordeel dan in dat van Busby." „Nu, dat is in ieder geval een troost, antwoordde Lady Cravenstone, maar niettemin bleven haar wenkbrauwen een weinig gefronst „Maar toch, ik vind dat je af en toe een korte vacantie toekomt. Je bent zoo wanhopig geduldig en ijverig, dat hij er licht toe overgaat mis bruik van je te maken." „Neen, neen," hernam Basil. „De oude Hugh bezit geen greintje zelfzucht Daarvoor is hij veel te ruim van opvatting. Maar de voorspoed van Culverley ligt hem zoo na aan het hart, en het staat als een paal boven water, dat op den aanleg van die nieuwe spoorwegliju niet nauwlettend genoeg toezicht gehouden kan worden of ze verknoeiden daar alles." „O, die spoorweglijn," zei Lady Cravenstowe. „Ja, daar in heb je geüjk. Men kan hen onmogelijk de vrije hand daarmee laten. En in een kwestie van dien aard kan men zeker niet geheel op Busby aan. Maar mij dunkt dat er geen abuizen meer mogelijk zijn, nadat het groote plan in hoofdtrekken vastgesteld is." „Ik vind dat ik op de plaats zelve aanwezig behoor te zijn," antwoordde Basil. „In leder geval, het staat m\j niet vrij mijn afwezigheid zoo lang te rekken. Ik beloofde Hugh te zuilen terugkeeren, zoodra hij me noodig had." „Net weer iets voor jou!" merkte zijn tante glim lachende op. „En je houdt je woord, het koste wat het wil. Welnu, we hebben nog twee dagen voor ons, en we zullen ze zoo goed mogelijk besteden." Zij keerde zich tot Charmaine. „Ik heb je reeds het een en ander van Culverley verteld, niet waar? Er wordt een zijlijn naar Bentbridge aangelegd, door een gedeelte van het park. De lijn zal er diep insnijden en op een aanzienlijken af stand van het woonhuis, maar mijn neef Hugh Lord Conister namelijk maakt er zich zeer bekommerd over dat het natuurschoon er te veel onder zal lijden. En Busby, de rentmeester, hoewel bij gewone aangele deor de bindende bepalingen van het contract van veel geklaag en andere jeremiades ontslagen en kun nen zich rustig aan hun zaak wijden, zonder lastig gevallen te worden door telers, die mennen onrecht vaardig behandeld te zijn. Over de zaadteelt zelf zou ik nog wel wat meer moeten schrijven, doch niet alle boter op eene koek. Alleen wil ik nog een uit voerig voorbeeld geven van een afrekening volgens bepalingen van het contract in 1929. Geleverd 1000 K.G. spinazie tegen f29.per 100 K.G., schoon cn droog goed kiemkrachtig zaad, dat heeft te voldoen aan de Voorwaarden van contract- teelt 1929. Het onderzoek te Wageningen heeft uit gewezen; Geschoond zaad 34,5 halfwaardig zaad 4,8 zaadafval 10.7 kiemkracht 80.0 vochtge halte 16,2 De normen voor spinazie waren in 1929 volgens het contract: kiemkracht 87 met een spe ling van 6 naar boven en beneden. Vochtgehalte 15 Droogloon f 0.60 per 100 K.G. bruto gewicht. Schoonloon f0.50 per 100 K.G. bruto gewicht. De be rekening wordt dan als volgt: Geleverd is 1000 K.G. zaad Af wegens te veel aan vocht (16.2 15 1,2%) 12 K.G.) Af wegens zaadafval 10.7 van het droge zaad 10,7/100 X (1000-12) 108K.G.) 142 K.G. Af wegens halfwaardig zaad (2,4 van het droge zaad) 2,4/100 X (1000 12) 24 K.G.) Blijft 858 K.G. Aftrek wegens te kort aan kiemkracht, omdat het 1 beneden het minimum van 87 (met 6% spe ling) is 1 v. d. contractprijs, derhalve f 0.29 per 100 K.G. 858 K.G. spinazie k f28.71 per 100 K.G. (29—0.29) f246.33 Af droogloon voor 10 X 100 K.G. 10 X f 0.60 16.— Af schoonloon voor 9.88 X 100 K.G. 9.88 X 0.50 14.94 f 10.94 Blijft uit te betalen per 1000 K.G. f235.39 S. V. Een Italiaan uit het Brusselsche gerechts gebouw ontsnapt en weer gepakt. omgeving van het Brusselsche gerechtsbouw rd Dinsdagavond in rep en roer gesteld door een jacht op een ontsnapte. Een maand geleden werd de Italiaan Giuseppe Franzero te Parijs aangehouden wegens handel in blanke slavinnen. Hij slaagde er in te ontsnappen en napr Brussel te komen. Maar twee dagen na zijn aankomst werd hij reeds aangehouden. Sindsdien zat hij in de gevangenis in afwachting van zijn uitle vering. Franzero smeede intusschen nieuwe plannen orn zijn kerker te ontvluchten. Dinsdagmiddag gaf hij het verzoek te kennen om op de griffie van het ge rechtshof zijn dossier te raadplegen. Hij werd, on der geleide, naar het gerechtshof gebracht Plotse ling, terwijl hij in zijn dossier bladerde, sprong hij naar een venster, sloeg een ruit in en liet zich vlug in een gang glijden. Vandaar slaagde hij er in den uitgang te bereiken. In de omgeving van het gerechtshof ontstond een wilde jacht. Na eenigen tijd werd de ontsnapte aan- gehouduen. Naar aanleiding van de overstroomingen in Zoid-Frankrijk. Boomen nemen groote hoeveelheden water in zich op. In verband met de overstroomingen in Zuid- en Zuidwest-Frankrijk legt Charles Nordmann in de Ma- tin uit, in welke mate de onfbossching, vooral tij dens den oorlog in den wilde doorgezet, ervoor aan sprakelijk moet worden gesteld en de boomen de beste regelaars van het hydrographische net van een land zijn, daar ze groote hoeveelheden vocht uit den bodem zuigen door middel van de wortels en recht streeks uit den dampkring door de andere organen. Een overvloedige uitwaseming geeft hot aldus opge nomen water aan den dampkring terug. Men heeft bijvoorbeeld berekend, dat een berk in het begin van het warme getij ongeveer 75 liter water per dag ver liest en een linde zelfs bijkans 200 kilo uitwasemt. Een enkele hectare van een beukenbosch absorbeert dagelijks ten naaste hij 25.000 liter water. Wat het lage hout betreft, dat onder de boomen tiert en waar aan de ontbossching ook allengs een einde maakt, dit trekt naar verhouding nog meer vocht tot zich en wel tot duizend maal hun eigen gewicht, naar de droge stof berekend. Bovendien belet al dit gewas een deel van den re genheden zeer bekwaam, is in die dingen wel wat laks. En Hugh heeft zich daarbij zoo geheel en al op Basil verlaten, dat hij hem bijna onmisbaar geworden is. Aan den eenen kant vind ik het jammer." „Maar ge kunt immers naar ons komen?" zei Basil. „Dat was zelfs uw voornemen, zeldet ge." Lady Cravenstowe zuchtte. „Dan zal ik wel moeten. Maar ik vrees dat het al mijn plannen in duigen werpt." Ze liet haar oogen een paar seconden op Charmaine rusten. „Het is zoo verschrikkelijk Jammer!" zei ze. „Er is niets aan te doen." merkte Basil opgeruimd op. ,.Ik mag den ouden Hugh niet in het moeras laten zitten. En wat mij persoonlijk betreft, ik ben liever op Culverley dan op eenig ander plekje ter wereld." „O, jij!" zei zijn tante met geveinsde minachting. „Dst is juist het ergste ervan. Je begraaft je op het platte land tot je beste jaren voorbij zijn, en als je oud en klndsch geworden bent, zul je je beklagen dat je nie mand hebt om je te verzorgen." Basil liet een lulden lach hooren. „Nu, dat noem ik een aandoenlijk tafereel ophangen!" Hij keerde zich tot Charmaine. „Ik moet probeeren dat uit alle macht te verhinderen, niet waar?" Zij beproefde met hem mee te lachen, maar haar oogen bleven ernstig. „Ik weet niet hoe iemand die voortdu rend op het platteland woont, dat vermijden kan," merk te ze op. „Kyk nu! Ze trekt partij voor mij!" riep de gast vrouw goedkeurend uit. „Ze heeft volkomen gelijk, Ba sil. Je bent daar letterlijk begraven, want de arme Hugh kan je geen enkele verstrooiing verschaffen. Ik begrijp eigenlijk niet hoe je het zelf uithoudt, maar ik ver onderstel..." ,Dat het zoo in mijn aard ligt," vulde Basil aan. „Welmi, als ge het weten wilt, dan ben ik het daarin met u eens. Misschien wordt ik oud vóór mijn tijd, maar een rustig landleven is me een genot, en ik kan me er niet aan ontrukken. Vindt ge niet dat we het onderwerp nu voldoende besproken hebben? Het is zoo saai, niet waar?" En hij deed opnieuw een beroep op Charmaine. „Ik geloof dat we wat moeten voortmaken," zei Lady Cravenstowe nu. „Ik heb Eva beloofd zeer vroegtijdig te zullen komen." „Mij goed," antwoordde Basil losjes. „We mogen Me-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 13