SchagerCourant
Het Altaar der Eer
Vierde Blad.
Monument voor de helden van onze
kust.
BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ
Zaadteelt op contract.
Gemengd Nieuws.
Jacht op een ontsnapte gevangene.
Boomen en overstroomingen.
Zaterdag 15 Maart 1930
73ste Jaargang. No. 8629
Bedoeld als nationale hulde.
De actie, welke thans op breede schaal is ingezet voor
!hèt bijeenbrengen van geld ten bate van het monu
ment voor het Nederlandsche Reddingwezen, belooft,
naar het Uitvoerend Comité mededeelt, een groot suc
ces te worden.
Zooals bekend is het monument, dat een plaats zal
krijgen in het Raadhuisplantsoen te Den Helder, bedoeld
als een nationale hulde, te brengen aan het Nederland
sche Reddingwezen en tevens de heldendaden van de
vele redders langs onze kust aan de vergetelheid te ont
rukken.
Het monument zal met de vier zijden naar de wind
streken geplaatst worden. Het geheel is gedacht in
oranje-geelkleurige handvormsteen en met een decora
tieve bronzen bekroning.
Onder deze bekroning wordt een klokkenspel of ca
rillon aa ngebracht en wel zoodanig, dat het licht der
ondergaande zon door het klokkenspel heenspeelt.
Het voetstuk van het monument stelt voor de plecht
van een moderne reddingsboot, waarop 'n meer dan
levensgroote staande menschenfiguur met de handen
aan het stuurrad.
Aan weerszijden van het monument, in het midden
van het voetstuk, worden over de breedten (3 M. breed
en 1 M h.oog) inscripties aangebracht.
Deze eere-tableaux worden geflankeerd door 2 men-
schenfiguren, man en vrouw, die beiden een kind dra
gen en symbolisch de menschheid voorstellen, de man en
de vrouw de kindéren de heldendaden der redders ver
tellende.
Het carillon (klokkenspel) waarvan men zich voor
stelt bij feestelijke gelegenheden concerten uit te zenden,
zal tevens ieder half en heel uur spelen.
Thans wordt ook in de onderwijswereld belangstelling
voor deze zaak gemaakt, teneinde de schoolkinderen
een steentje voor dit monument te laten aanbrengen. Zoo
(moet het gaan met de inzameling voor deze nationale
hulde. Ieder Nederlander moet naar vermogen het zijne
er toe bijdragen om dit monument voor de helden van
onze kust te doen verrijzen.
Voor hen, die dit nog niet weten, deelen we mede, dat
penningmeester is de heer Bernh. Meijer, Kanaalweg
97, pos-trek, 94719, Den Helder, terwijl de secretaris, de
heer L. Bandsma, Singel 28, aldaar, gaarne propaganda
materiaal en prentbriefkaarten, waarop een afbeelding
van het mnoument, toezendt.
FEUILLETON
door
ET HET. M. BELL.
12.
Charmaine verstond dezen raad beter dan de raad
geefster zich kon indenken, en lispelde verlegen dat ze
niet zou nalaten dien raad op te volgen.
Lady Cravenstowe lachte. ,,Kom nu, we zullen naar
heneden gaan cn eerst dineeren; daarna ga je naar je
eerste bal. Maak je niet zenuwachtig, want ik zal door
loopend aanwezig zijn; ik zal een oog op je houden en
je bij me terugroepen als ik denk dat het mooi genoeg
geweest is."
„Ge zijt goed voor me," zei Charmaine, en toen, zeer
schuchter. „Zal... zal uw neef... er ook zijn?"
„Basil? O, ja zeker, hij komt ook." Lady Craven
stowe streelde haar arm. „En je behoeft er niet aan te
twijfelen of hij zal je om een dans vragen. Je mag met
hem dansen zoo dikwijls je wilt maar met de ande
ren niet. Sta hun niet meer dan één dans tegelijk toe,
en kom gedurende de pauzen naar mij dat wil zeggen,
tenzij Basil in je gezelschap is. Het klinkt een weinig
tiranniek, niet waar, maar je bent nog zoo jong en on
ervaren, dat ik me verplicht gevoel een wakend oog op
je te houden."
„Het is heerlijk als Iemand zich zoo bezorgd over je
maakt," zei Charmaine.
En door een ingeving, die de overhand over haar ge
wone schuchterheid verkreeg, gedreven, bracht zij de
hand, die de hare teeder drukte, plotseling naar haar
lippen.
„O, dank u." zei ze. met een moeilijk Ingehouden snik,
„dank u dank u!"
„Eigenaardig kir.d!" zei Lady Cravenstowe, verwon
derd en geroerd. „Waarom zou jij per slot van rekening
niet een even goeden tijd hebben als de anderen?"
Een vraag, waarop Charmaine niet in staat was het
antwoord te vinden! Een dergelijk gezichtspunt was
haar levenlang nog niet bij haar opgekomen!
II.
Het eerste stukje over bovengenoemd onderwerp
is mede aanleiding geweest tot een onderhoud met
den heer Secretaris der Vcreeniging van Fijnzaad-
telers „Noordholland", den heer J. Vethman, Groet-
poldecr, Winkel. Samen hebben wij heel wat ver
handeld op het gebied van zaadteelt. Op mijn vraag
welke omvang de zaadteelt had aangenomen, deelde
genoemde heer Vethman mij mede, dat in het af-
geloopen jaar door de leden der Vcreeniging was ge
contracteerd plus minus 62 H.A. spinaziezaad, 10.25
H.A. radijszaad cn 5 H.A. stekbict.cn, met een tolaie
opbrengst van 3435 balen, welke balen alle door den
monsternemer zijn gecontroleerd en geplombeerd. De
zaadopbrengsten waren zeer bevredigend, terwijl door
het gunstige oogstweer de kwaliteit zoodanig was,
dat een flinke toeslag op de contractprijzen kon wor
den ontvangen. De kiemcijfers waren in 1029 hoog.
De gemiddelde kiemkracht van spinaziezaad was
96.5 met een vochtgehalte van '15.6 zoodat ge
middeld naar 3.5 kiemkrachttoeslag kon worden
ontvangen. Een partij spinaziezaad had een kiem
kracht van 100 zelfs, wat zeker wel afzonderlijk
mag worden vermeid; partijen van 99 kwamen
verscheidene malen voor. Het gemiddelde kiemcij-
fer van radijs was 89,3 met een vochtgehalte van
14.5 Ziedaar dus weer een duidelijk voorbeeld dat
door organisatie de aflevering in betere banen is ge
bracht. Door het mooie oogstweer was de kiemkracht
hooger. Welnu, wat is nu billijker dan dat de verbou
wer hiervan de voordeelen geniet, evenzoo goed als de
handelaar. In tijden van tegenslag zal de teler ook
natuurlijk wèderkeerig de risico hebben te dragen.
Op deze wijze alleen komen voor- en nadeelen op
de plaats waar zij behooren te komen. Dat is billijk
en rechtvaardig en niemand kan daar iets tegen in
brengen.
Alvorens een contractafrekening in zijn geheel eens
nader onder de oogen te zien, wil ik eerst eens een
en ander mcdedeelcn wat er alzoo met het gewon
nen zaad moet geschieden, alvorens het geschikt is
om aan den groothandel te worden afgeleverd. Aller
eerst moet het zaad behoorlijk gereinigd worden. De
reiniging en sorteering van zaden zijn in hoofdzaak
afhankelijk van grootte en vorm van het zaad cn van
de hoeveelheden, die gereinigd moeten werden. Het
aantal soorten reinigingsmachines is groot, doch het
principe van hun werking komt in hoofdzaak over
een en bestaat in het in den weg leggen van be
lemmeringen aan het voortbewegende zaad, welke
voor de verschillende zaden ongelijk zijn cn daardoor
een scheiding bewerkstelligen. De voornaamste in ge
bruik zijnde methoden zijn: het doorvoeren van een
sterke luchtstroom, het laten rollen over bewegende
hellende ruwe oppervlakten, het trieuren en het. voe
ren van het zaad over een schudzevcninrichting.
Ten deele kan deze reiniging reeds door den teler
geschieden met een eenvoudige waaierinrichting.
Doch wanneer het een groote partij betreft, zal hij
voordeeliger het zaad aan den handelaar kunnen af
leveren, die heter ingericht is met tal van verschil
lende schooningsinrichtingen voor diverse zaden,
waardoor dus een hetere schooning kan worden ver
kregen. Bij contract kan worden vastgelegd hoe hoog
het sc.hoonloon bedraagt. In 1929 werd hiervoor be
rekend f0.50 per 100 K.G. bruto gewicht, voor één
jarige gewassen.
Een tweede moeilijkheid is gelegen in het vochtge
halte van het zaad. Hoofdzakelijk is dit afhankelijk
van de weersgesteldheid hij het oogsten. Normaal is
de lucht bij ons te vochtig om het gewonnen zaad
voldoende te doen drogen, opdat de kiemkracht blijft
bewaard en broeiing wordt tegengegaan. Kunst
matige droging zal dus een dringende eisch zijn. In
regenachtige zomers komt het voor dat bietenzaad
bijv. 35 Vocht bezit; in een dergelijk geval moet
onmiddellijk kunstmatig gedroogd worden, daar an
ders een partij met zulk een hoog vochtgehalte bin
nen korten tijd door broeiing geheel waardeloos
wordt. Om het zaad behoorlijk kunstmatig te drogen
is ook de teler niet ingericht. Zulks kan ook weer
beter geschieden door den handelaar, die daarvoor
de noodige installaties heeft laten maken, en tegen
een vergoeding van fO.CO per 100 K.G. wordt dit werk
dan ook gewoonlijk aan den handelaar opgedragen.
Vroeger was men ten, dezen opzichte geheel afhan
kelijk van de procenten die do handelaar geliefde in
rekening te brengen, tegenwoordig echter worden de
bepalingen verricht of gecontroleerd door het Rijks-
landbouwproefstation te Wagenigen en de door dit
Instituut vermelde cijfers vormen den grondslag van
de afrekening van het gecontracteerde zaad. In een
zaadcontract zullen wij dus in de eerste plaats kun
nen aantreffen een maximum-vochtgehaltccijfcr en
een minimum-gebruikswaarde-cijfer, met dien ver
stande, dat bij een hooger gehalte aan vocht en een
lager procentcijfer voor de gebruikswaarde, op den
gecontracteerden prijs procentsgewijze wordt gekort
of toeslag wordt uitbetaald. Voor spinazie is het
maximum-vochtgehalte 15 voor radijs 8 met
6 speling naar hoven. Het is noodzakelijk, dat de
begrippen vochtgehalte, kiemkracht en gebruiks
waarde nauwkeurig worden vastgelegd en aan bei
de zijden voldoende bekend zijn. Voor vochtgehalte
HOOFDSTUK VII.
Het Verzoek.
Toen Charmaine en haar gastvrouw de eetkamer bin
nentraden, werden zij opgewacht door Basil Conister,
die het meisje met een vriendelijk glimlachje tegemoet
liep.
„Welk een schande dat mijn tante zoo geheel en al
beslag op u legt," klaagde hij. „Ik heb in den salon ge
wacht, in de hoop dat we opnieuw samen op de goud-
visschenjacht zouden kunnen gaan."
Zij stemde met zijn lachen in, en alles was opeens on
gedwongen en natuurlijk.
„We hebben vanavond iets ernstigers om aan te den
ken dan aan goudvisschcn," merkte Lady Cravenstowe
op. „Ze gaat naar haar eerste bal, en dat is een zeer
gewichtige gebeurtenis."
„Het is niet... geheel en al... mijn eerste." zei Char
maine, met een lichte aarzeling. „Langen tijd geleden
heb Ik er ook een bijgewoond, toen ik nog een kind
was, in Ierland."
„Ééntje maar?" vroeg Basil.
„Ja, ééntje maar," luidde haar antwoord. „Maar ik
heb de drie laatste dagen dansles genomen, zoodat ik
hoop dat ik niet veel verkeerd zal doen."
„Wilt ge dan den eersten dans met mij doen?" vroeg
hij.
Ze bloosde van genoegen. „Be zou het graag willen,"
antwoordde zij. „Maar ge zult niet boos worden, niet
waar, als ik het een beetje onhandig doe?"
„Ik wed dat ik er niet eens iets van bemerken zal,"
zei hij.
„Hij rekent zich het dansen meer tot een plicht dan
tot een vermaak," viel Lady Cravenstowe in. „Hij is te
lui om behoorlijk dansen te leeren."
„O, dat verdien ik niet," sprak hij haar tegen. „Hij
heeft het te druk, wilt ge zeggen. Het volle beheer over
de bezittingen van den armen Hugh is geen sinecure,
en dan blijft er weinig tijd tot verstrooiing over. Tusschen
twee haakjes, ik heb vanavond een brief van hem ont
vangen, en hij wenscht dat ik aan het einde van de week
terugkom. Hij schijnt zich te verbeelden dat de oude
Busby alles in de war stuurt"
„O, zoo spoedig mag je niet vertrekken!" riep Lady
Cravenstowe uit. „Dat zou niet fraai zijn. En als je
daar eenmaal bent, kom je er niet weer van daan.
is dit begrip vanzelfsprekend en kan niet tot ver
schil van meening.aanleiding geven, mits het monster
dat voor de vochtbepaling moet dienen, maar goed
gemiddcid uit de partij is genomen. De gebruiks
waarde (G) bestaat echter weder uit een 3-tal fac
toren: Zuiverheid Z), Kiemkracht K) en Schade
lijke onzuiverheid (S). Nu is
G Z X K 3 S.
100
Tot zuiver zaad wordt gerekend alle soortechte en
gevulde zifdcn, die geheel intact zijn, of waarvan de
eventueel© beschadiging zoo gering is of van zoodani-
gen aard is, dat op goede gronden kan worden aan
genomen, dat daarvan geen verlies van kiemkracht
het gevolg behoeft te zijn.
Bij deze wijze van beoordeeling wordt derhalve in
het algemeen geen rekening gehouden met de grootte
van het zaad, wanneer dit zaad maar voldoende ont
wikkeld is. Kleine radijs- en spinaziezaden bijv.
welke een zaadhandelaar in prima zaad niet zien
wil, zouden toch tot zuiver zaad moeten worden ge
rekend. Ook hierover moest dus overleg worden ge
pleegd, hoe in deze contractueel zou zijn te hande
len. De handelaar zal de kleine korrels uit de ten
deele geschonden partij willen verwijderen om het
zaad een beter, regelmatiger voorkomen te geven. De
hierbij afgescheiden afvalkorrels mag hij evenwel
den teler niet zonder meer geheel aftrekken; immers
de partij wordt toch zooveel meer waard door deze
bewerking, meer waard dus dan een gemiddelde
qualiteit, waarbij dit niet is geschied. De afvalkor
rels, waarvan de kiemkracht ook vaak te wenschen
overlaat, vormen samen het halfwaardige zaad. Om
trent de verr<$cening van het halfwaardige zaad kan
men dus zeker in een zaadcontract regels verwach
ten, volgens welke de afrekening zal geschieden.
Buiten de Vereeniging om worden door telers wel
eens met een handelaar contracten afgesloten, waar
in een minimum-kiemkrachtseisch door den zaad
handelaar zijn vastgelegd. Dit zijn gevaarlijke con
tracten voor de telers, omdat geheel onafhankelijk
van de goede verzorging van het gewas cn het zorg
vuldig oogsten van het zaad, in ongunstige jaren
juist dit kiemkrachtscijfcr kan tegenvallen, zoodat
in die gevallen de kicmkrachtseisch niet kan wor
den bereikt, waaraan dan de handelaar het recht kan
ontleenen, indien hem dit althans wenschelijk toe
schijnt, het zaad niet tc acceptceren of zeer voor
deel ige voorwaarden te bedingen. Evenzoo is het voor
den handelaar onvoordeelig om op gebruikswaarde
te contracteeren, omdat door een extra reiniging van
het zaad het gemis aan voldoende kiemkracht door
een grootcre zuiverheid is te compensceren. Bij con
tracteeren niet op gebruikswaarde doch op een
minimum-garantie, betreffende zuiverheid en kiem
kracht kan een overmaat van den eenen factor niet
worden verrekend ten voordeele van een tekort van
den anderen factor. Het is wellicht niet overbodig
er hierbij nog de aandacht op te vestigen, dat in alle
gevallen de eisch voor het vochtgehalte moet blij
ven bestaan.
Tot nu toe is in het contract niet opgenomen een
eisch, aangaande den gezondheidstoestand van het
zaad. Het komt toch voor, dat partijen zaad een uit
muntende kiemkracht kunnen bezitten, terwijl toch
de gezondheidstoestand van dien aard is, dat ze als
zaaizaad ten eenenmale ongeschikt zijn te achten.
Ik geef toe dat zulks evenwel minder voorkomt bij
de fijne zaden, dan bij erwten, en boonen, waar de
bekende Ascochyta Pisi, een zeer schadelijke schim
mel is, die de vlekkenziekte der erwten en peulen
veroorzaakt.
I-Iet contract bevat dus tal van bepalingen, die bij
een afrekening in aanmerking moeten worden geno
men. Om hiervan zooveel mogelijk profijt te trekken
is het gewenscht, ja noodzakelijk dat van de ge-
heele partij een behoorlijk gemiddeld monster wordt
genomen. Door een becedigd monstertrekker voor
de fijnzaadtelersvereeniging „Noord-IFolland" treedt
daarvoor op de heer P. Kooijman, Anna Paulowna
wordt bij den teler aan huis, uit iedere zak van een
partij zaad, een steekmonster genomen; de steek-
monsters van één partij worden daarna zorgvuldig
gemengd en van dit mengsel worden 3 monsters a
1 K.G. genomen. Een daarvan wordt door den teler
bewaard, één naar den handelaar gezonden en één
naar het Rijksproefstation voor Zaadcontrole te Wa-
geningen, hetwelk voor dit monster de kiemkracht
bepaalt, een schooningsproef uitvoert en het vocht
gehalte bepaalt. Na het nemen van deze monsters
wordt het zaad onmiddellijk in geloode zakken aan
den handelaar opgezonden. Na onderzoek van het
monster ontvangt de handelaar een analyse-rapport
en de teler een duplicaat-analyse, waarop binnen 10
dagen na ontvangst moet worden afgerekend vol
gens de overeengekomen normen en voorwaarden
en den op 't contract vermelden prijs. Bij het best
opgestelde contract kunnen zich toch nog weieens
moeilijkheden voordoen. In dit geval treedt een Ver
trouwenscommissie op. Deze heslist bij eventueele
verschillen. In totaal dus een aanmerkelijke verbe
tering vergeleken bij den ongeregelden handel van
vroeger en een fijnzaadteler die geen lid is van
Noord-Holland, begrijpt zijn eigen belang niet. De
handelaren die eerst een afzijdige houding aanna
men tegen het streven der vereeniging, juichen nu
het bestaan daarvan zeer toe. Immers zij zijn nu ook
Schrijf hem terug, dat je niet kunt! Of laat mij het
doen!"
Basil schudde het hoofd. „Het zo.u niet mooi zijn te
genover den ouden knaap. Hij is zoo hulpeloos en tobt;
Busby is nogal een ezel, zooals ge weet Hij wil altijd op
de dingen vooruitloopen als ik er niet ben, om te la
ten zien wat hij kan. En die beste oude Hugh houdt
er in 't geheel niet van zoo voortgejaagd te worden. Hy
maakt me nog een komplimentje door te zeggen dat hij
meer vertrouwen stelt in mijn oordeel dan in dat van
Busby."
„Nu, dat is in ieder geval een troost, antwoordde Lady
Cravenstone, maar niettemin bleven haar wenkbrauwen
een weinig gefronst „Maar toch, ik vind dat je af en
toe een korte vacantie toekomt. Je bent zoo wanhopig
geduldig en ijverig, dat hij er licht toe overgaat mis
bruik van je te maken."
„Neen, neen," hernam Basil. „De oude Hugh bezit
geen greintje zelfzucht Daarvoor is hij veel te ruim van
opvatting. Maar de voorspoed van Culverley ligt hem
zoo na aan het hart, en het staat als een paal boven
water, dat op den aanleg van die nieuwe spoorwegliju
niet nauwlettend genoeg toezicht gehouden kan worden
of ze verknoeiden daar alles."
„O, die spoorweglijn," zei Lady Cravenstowe. „Ja, daar
in heb je geüjk. Men kan hen onmogelijk de vrije hand
daarmee laten. En in een kwestie van dien aard kan
men zeker niet geheel op Busby aan. Maar mij dunkt
dat er geen abuizen meer mogelijk zijn, nadat het groote
plan in hoofdtrekken vastgesteld is."
„Ik vind dat ik op de plaats zelve aanwezig behoor
te zijn," antwoordde Basil. „In leder geval, het staat m\j
niet vrij mijn afwezigheid zoo lang te rekken. Ik beloofde
Hugh te zuilen terugkeeren, zoodra hij me noodig had."
„Net weer iets voor jou!" merkte zijn tante glim
lachende op. „En je houdt je woord, het koste wat het
wil. Welnu, we hebben nog twee dagen voor ons, en we
zullen ze zoo goed mogelijk besteden." Zij keerde zich
tot Charmaine. „Ik heb je reeds het een en ander van
Culverley verteld, niet waar? Er wordt een zijlijn naar
Bentbridge aangelegd, door een gedeelte van het park.
De lijn zal er diep insnijden en op een aanzienlijken af
stand van het woonhuis, maar mijn neef Hugh Lord
Conister namelijk maakt er zich zeer bekommerd
over dat het natuurschoon er te veel onder zal lijden.
En Busby, de rentmeester, hoewel bij gewone aangele
deor de bindende bepalingen van het contract van
veel geklaag en andere jeremiades ontslagen en kun
nen zich rustig aan hun zaak wijden, zonder lastig
gevallen te worden door telers, die mennen onrecht
vaardig behandeld te zijn. Over de zaadteelt zelf zou
ik nog wel wat meer moeten schrijven, doch niet
alle boter op eene koek. Alleen wil ik nog een uit
voerig voorbeeld geven van een afrekening volgens
bepalingen van het contract in 1929.
Geleverd 1000 K.G. spinazie tegen f29.per 100
K.G., schoon cn droog goed kiemkrachtig zaad, dat
heeft te voldoen aan de Voorwaarden van contract-
teelt 1929. Het onderzoek te Wageningen heeft uit
gewezen; Geschoond zaad 34,5 halfwaardig zaad
4,8 zaadafval 10.7 kiemkracht 80.0 vochtge
halte 16,2 De normen voor spinazie waren in 1929
volgens het contract: kiemkracht 87 met een spe
ling van 6 naar boven en beneden. Vochtgehalte
15 Droogloon f 0.60 per 100 K.G. bruto gewicht.
Schoonloon f0.50 per 100 K.G. bruto gewicht. De be
rekening wordt dan als volgt:
Geleverd is 1000 K.G. zaad
Af wegens te veel aan vocht (16.2
15 1,2%) 12 K.G.)
Af wegens zaadafval 10.7
van het droge zaad
10,7/100 X (1000-12) 108K.G.) 142 K.G.
Af wegens halfwaardig
zaad (2,4 van het droge
zaad)
2,4/100 X (1000 12) 24 K.G.)
Blijft
858 K.G.
Aftrek wegens te kort aan kiemkracht, omdat het
1 beneden het minimum van 87 (met 6% spe
ling) is 1 v. d. contractprijs, derhalve f 0.29 per
100 K.G.
858 K.G. spinazie k f28.71 per 100 K.G.
(29—0.29) f246.33
Af droogloon voor 10 X 100 K.G.
10 X f 0.60 16.—
Af schoonloon voor 9.88 X 100 K.G.
9.88 X 0.50 14.94 f 10.94
Blijft uit te betalen per 1000 K.G. f235.39
S. V.
Een Italiaan uit het Brusselsche gerechts
gebouw ontsnapt en weer gepakt.
omgeving van het Brusselsche gerechtsbouw
rd Dinsdagavond in rep en roer gesteld door een
jacht op een ontsnapte.
Een maand geleden werd de Italiaan Giuseppe
Franzero te Parijs aangehouden wegens handel in
blanke slavinnen. Hij slaagde er in te ontsnappen en
napr Brussel te komen. Maar twee dagen na zijn
aankomst werd hij reeds aangehouden. Sindsdien zat
hij in de gevangenis in afwachting van zijn uitle
vering.
Franzero smeede intusschen nieuwe plannen orn
zijn kerker te ontvluchten. Dinsdagmiddag gaf hij
het verzoek te kennen om op de griffie van het ge
rechtshof zijn dossier te raadplegen. Hij werd, on
der geleide, naar het gerechtshof gebracht Plotse
ling, terwijl hij in zijn dossier bladerde, sprong hij
naar een venster, sloeg een ruit in en liet zich vlug
in een gang glijden. Vandaar slaagde hij er in den
uitgang te bereiken.
In de omgeving van het gerechtshof ontstond een
wilde jacht. Na eenigen tijd werd de ontsnapte aan-
gehouduen.
Naar aanleiding van de overstroomingen
in Zoid-Frankrijk. Boomen nemen
groote hoeveelheden water in zich op.
In verband met de overstroomingen in Zuid- en
Zuidwest-Frankrijk legt Charles Nordmann in de Ma-
tin uit, in welke mate de onfbossching, vooral tij
dens den oorlog in den wilde doorgezet, ervoor aan
sprakelijk moet worden gesteld en de boomen de
beste regelaars van het hydrographische net van een
land zijn, daar ze groote hoeveelheden vocht uit den
bodem zuigen door middel van de wortels en recht
streeks uit den dampkring door de andere organen.
Een overvloedige uitwaseming geeft hot aldus opge
nomen water aan den dampkring terug. Men heeft
bijvoorbeeld berekend, dat een berk in het begin van
het warme getij ongeveer 75 liter water per dag ver
liest en een linde zelfs bijkans 200 kilo uitwasemt.
Een enkele hectare van een beukenbosch absorbeert
dagelijks ten naaste hij 25.000 liter water. Wat het
lage hout betreft, dat onder de boomen tiert en waar
aan de ontbossching ook allengs een einde maakt, dit
trekt naar verhouding nog meer vocht tot zich en
wel tot duizend maal hun eigen gewicht, naar de
droge stof berekend.
Bovendien belet al dit gewas een deel van den re
genheden zeer bekwaam, is in die dingen wel wat laks.
En Hugh heeft zich daarbij zoo geheel en al op Basil
verlaten, dat hij hem bijna onmisbaar geworden is. Aan
den eenen kant vind ik het jammer."
„Maar ge kunt immers naar ons komen?" zei Basil.
„Dat was zelfs uw voornemen, zeldet ge."
Lady Cravenstowe zuchtte. „Dan zal ik wel moeten.
Maar ik vrees dat het al mijn plannen in duigen werpt."
Ze liet haar oogen een paar seconden op Charmaine
rusten. „Het is zoo verschrikkelijk Jammer!" zei ze.
„Er is niets aan te doen." merkte Basil opgeruimd op.
,.Ik mag den ouden Hugh niet in het moeras laten
zitten. En wat mij persoonlijk betreft, ik ben liever op
Culverley dan op eenig ander plekje ter wereld."
„O, jij!" zei zijn tante met geveinsde minachting. „Dst
is juist het ergste ervan. Je begraaft je op het platte
land tot je beste jaren voorbij zijn, en als je oud en
klndsch geworden bent, zul je je beklagen dat je nie
mand hebt om je te verzorgen."
Basil liet een lulden lach hooren. „Nu, dat noem ik
een aandoenlijk tafereel ophangen!" Hij keerde zich tot
Charmaine. „Ik moet probeeren dat uit alle macht te
verhinderen, niet waar?"
Zij beproefde met hem mee te lachen, maar haar oogen
bleven ernstig. „Ik weet niet hoe iemand die voortdu
rend op het platteland woont, dat vermijden kan," merk
te ze op.
„Kyk nu! Ze trekt partij voor mij!" riep de gast
vrouw goedkeurend uit. „Ze heeft volkomen gelijk, Ba
sil. Je bent daar letterlijk begraven, want de arme Hugh
kan je geen enkele verstrooiing verschaffen. Ik begrijp
eigenlijk niet hoe je het zelf uithoudt, maar ik ver
onderstel..."
,Dat het zoo in mijn aard ligt," vulde Basil aan.
„Welmi, als ge het weten wilt, dan ben ik het daarin
met u eens. Misschien wordt ik oud vóór mijn tijd,
maar een rustig landleven is me een genot, en ik kan
me er niet aan ontrukken. Vindt ge niet dat we het
onderwerp nu voldoende besproken hebben? Het is zoo
saai, niet waar?" En hij deed opnieuw een beroep op
Charmaine.
„Ik geloof dat we wat moeten voortmaken," zei Lady
Cravenstowe nu. „Ik heb Eva beloofd zeer vroegtijdig
te zullen komen."
„Mij goed," antwoordde Basil losjes. „We mogen Me-