m m m m m m m M 9 p*p JP 1 B 2 Hl Hf i ff Hl M EVENTJES DENKEN. VOOR ONZE SCHAKERS Sageekrans. VOOR ONZE DAMMERS §8 Hf Ut u§ gj 188 11 Vraagstuk No. 512. Vraagstuk No. 513. Van en om het Zevengebergte Vraagstuk No. 514. Vraagstuk No. 515. S IÉ Él ■i H Él Hf 11 88 m m m B H ÜR IÉ i! 9 ISP 21 fg§ 't Was Carnaval! WARE WOORDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 15 Maart 1930. No. 8629. „HOW TO DO?" Men legt vijf en twintig centen of fiches of andere voorwerpen zóódanig in den vorm van een vierkant, dat er vijf rijen komen elk van vijf voorwerpen. De kwestie ls nu er hiervan op zoo'n manier vijf weg te nemen, dat de overgeblevene 20 centen (of fiches) zóódanig in rijen komen te liggen, dat elke rij, horizontaal als verticaal, Siu nog vier geldstukjes telt. Er mogen dus slechts vijf geldstukjes aangeraakt en weggenomen worden, de overigen van het vierkant moeten onaange roerd blijven liggen, waarbij dan de gevraagde rijen van 4 moeten ontstaan. EEN EIGENAARDIG GETAL Gevraagd het laagste getal op te geven, dat door 2, 3, 4, 5 of 6 gedeeld één tot rest geeft, doch dat door 11 gedeeld geen rest geeft! OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 508. „HET OVAAjL." Er kwamen eenige zeer logisch beredeneerde inzen dingen binnen, die op wiskundigen grondslag berusten. Toch faalden deze óp een of meer onderdeelen der ge stelde eischen. Meri zocht over het algemeen veel verder dan noodig was, kortom men behandelde het probleem veel te diepzinnig en zag daardoor de feitelijk simpele oplossing over het hoofd. Men behoeft namelijk het teeken-papier slechts om een cylinder-vormig stvhout te rollen en er dan met den passer (waarbij het logisch is, dat deze ook als zóódanig dienst moet doen, anders kan het een gewoon potlood zijn) een cirkel op te be schrijven om bij het weer uitrollen te constateeren, dat in werkelijkheid een „ovaal" is geconstrueerd. No. 509. „FICHES OF CENTEN". De onderstaande afbeelding brengt de oplossing dui delijk naar voren. O O O ooo O O O Enkele oplossers zonden als oplossing iets in dezen geest: „Een of meer geldstukjes op elkaar gelegd, die dan met andere richtingen een gemeenschappelijk snij punt hebben". Het is echter duidelijk, dat in een derge lijk geval niet meer van r ij e n, doch van hoopjes moet worden gesproken, weshalve wij aan de Inzenders van deze oplossing moeten mededeelen, dat zij abuis zijn. door U. VISSER. I. Elk jaar weer en elk jaar meer gaan er le zers en lezeressen van onze courant een zo- merreisjo maken naar den schoonen mach tigen Rijnstroom. Velen zal het daarom zeker genoegen doen, 't zij als herinnering, 't zij voor de toekomst, kennis te nemen van eenige mooie Rynsagen, in de verre oudheid ontstaan in de landen van en om het Zevengebergte, dat alleraantrekkelijkste middelpunt van een der meest bezochte, een der schoonste Rijnstreken. In eenige vervolgen zal ons blad u een aantal van die Rijnsagen meedeelen. Hoe is het Zevengebergte ontstaan? Dat vroe gen zich de oude Germanen ook al af die er woon den en omdat hun kennis niet verder reikte stel den zij zich tevreden niet de volgende verklaring, hun bij overlevering overgebracht. Boven Königswinler bevond zich eertijds een groot meer, dat voor de omwoners zeer dikwijls heel gevaarlijk was. Een reuzendom sloot dat meer af van de lagere landen in de richting van de zee. Wat die dam er van M. N i e m e ij e r, Wassenaar. Zwart: 8. a b c d e f g h Wit 8. De diagramstand in cijfers behoort te luiden: Wit Kg5, Db8, Tf4, Tg6, Lc4, Pd6, Pd8, en een pion op d5. Zwart Kc5, Th7, Lgl, Le8, Pa8, Pc7 en twee pionnen op a4 en h5. Wit speelt en geeft mat in tweo zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 510, van Dr. O. Keefe en W. J. S m i t h. De diagramstand in cijfers was: Wit Kf8, Df6, Ta4, Td2, Lfl, Lgl, Pf7 en Pb3. Zwart Ke4, Da5, Th4, Lb4, Pb5, Pel en zes pionnen op a7, c6, c7, d6, a5 en a6. Wit speelt als sleutelzet Td2f2!waarna op ieder antwoord van zwart mat volgt. Het thema is hier „Mogelijke witte Interferentie". Bij alle problemen, die op dit thema zijn gebouwd, kan men de pointe aldus formuleeren: „hoe geestig, dat de oplossing tóch opgaat, niettegen staande wit zijn eigen stukken verspert." Dat is dus heel wat anders dan een opzettelijk versperren om der wille van het versperren! De mogelijke interferentie op den eersten zet, hetzij in een tweezet of in een driezet, is een dankbaar ele ment voor verrassende sleutelzetten. Dit vraagstuk moge dit bewijzenen behoeft geen verder commentaar. maar niet, dachten de omwoners, dan zou hot meer leegloopen en zeer zeker veel vruchtbaar land achterlaten. Zelf den reuzendam verwijderen konden de- zwakke menschen niet. Hun werktui gen waren daar ook te onvolmaakt voor. Maar diep in het gebergte langs den Rijn woonden zeven reuzen, die sterker en machtiger waren dan er ooit reuzen geleefd hadden. Do bewoners van Königswintcr en omgeving brachten een groote hoeveelheid goud bijeen, die ze den reuzen aanbo den als deze den dam wilden verwijderen. Nu, voor geld dansen de poppen, zegt men wel eens, en zelfs de reuzen bleken daar niet ongevoelig voor. Ze namen hun spaden op en begonnen het doorgravingswerk. Hun loon toch zou groot zijn. Zoo heel lang duurde het niet of liet werk was klaar. Dat gaat zoo bij reuzen. Ze namen hun loon, het goud, in ontvangst en maakten zich tot terugkeer gereed. Aan hun spaden kleefden echter nog wat klon ters en steenen en modder van den doorgegraven dam. Even afschudden eer de reuzen ze op den schouder namen. En zie daar, de oorsprong van de zeven bergen. Waar een reus zijn spa afschud de ontstond een heuvel van een 300 meter hoogte en dn ar er zeven reuzen waren verrezen er ook zeven zulke heuvels. Zoo'n verklaring vonden de oude Germanen mooi en dat de fantasie der.tegenwoordige men schen daar ook nog behagen in vindt bewijst het nog steeds voortleven van de sage. Do Drachenfels is de voornaamste van de zeven heuvelen. Drachenfels drakenrots. Je voelt al dadelijk bij het hooren van dien naam dat er wat van de oudheid, van den sagen tijd, aan vast zit. Nu, dat is dan ook zoo. In den Zuid westelijken van Dr. M. J. B e 11 n f a n t e, Amsterdam. Zwart: 7. Si. Wit: 7. De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 7 schijven op 8, 14, 17, 19, 20, 28 en 34. Wit 7 schijven op 26, 30, 35, 36, 39, 42 en 49. In deze prachtige, eenvou dige stelling is een schiterend effect bereikt met zeer weinig materiaal. Ook de problemisten kunnen aan dit stukje een voorbeeld nemen uit oogpunt van economie, terwijl de afwikkeling zeer fraai is. Wij kunnen dus lederen liefhebber sterk aanraden de oplossing te zoeken en dan zoo mogelijk van het blad af, waardoor men er des te meer voldoening van zal hebben. Daarna spele men haar nog eens op het bord na. OPLOSSING PROBLEEM No. 511, van Joh. de Bree, Amsterdam. De diagramstand in cijfers was: Zwart 8 schijven op 1, 3, 7, 10, 12, 17, 20, 26 en een dam op 35. Wit 11 schijven op 16. 18, 21, 23, 29, 37, 38, 40, 43, 44, en 50. Wit speelt en wint door achtereenvolgens te spelen: 37—31, 38—32, 16—11, 21X12 en 11X4!! Een zeer mooie afwikkeling, vooral wit's slag 21X12, waardoor de zwarte dam naar 8 gedwongen moet, is mooi aangebracht. Echt een staaltje van het bekende systeem „de Bree", de be roemde blinde componist. BIJ 'T KILO. (Pages Gaies.) Ik moet wat schoonheidspoeder hebben. Goed, mevrouw, hoeveel kilo? afhang van den berg, in een door de natuur ge vormd hol, nu nog het drakenhol gehecten, woon de voor eeuwen een geweldige draak. Het ondier had een afschuwelijke gestalte en was de schrik van de geheele omgeving. Geen wonder, dat de beidensche bewoners der Rijnoevers hein goddelijke eer bewezen en het on dier hielden voor een werktuig der Goden om de menschen te straffen en te tuchtigen. De heiden- sche priesters geloofden dat de draak verzoend moest worden met menschenoffers en brachten hem die ook. Alle gevangen vijanden werden den draak als voedsel toegeworpen. Toen het Christendom op den linker Rijnoever zich begon te verbreiden heerschten de beidensche vorsten Rinbold en llorsrik als machtige krijgers over de volkeren aan den rechteroever. Van tijd tot tijd deden de broeders Rinbold en llorsrik met hun woeste krijgers een inval op den linker-Rijn- oever, maakten grooten buit en namen dikwijls Christenen gevangen, die zij den vraatzuchtigen draak offerden. Eens bemachtigden ze een zeer schoone Chris ten-jonkvrouw. Rij de verdeeling van den behaal den buit wenschte zoowel Rinbold als Horsrik deze schoone als zijn aandeel. Groote twist ont stond daarover tusschen de broeders, die door de priesters moest worden bijgelegd. „Wat?" zei den zij „onvrede tusschen onze vorsten over het bezit van een Christenvrouw? Ze zal geofferd worden aan den draak opdat er weer vrede zij tusschen Rinbold en Horsrik." Onder geleide van priesters en een groote menigte volks werd de Christen-jonk vrouw daags na het uitspreken van het vonnis naar het hol van den draak gebracht, in de nabijheid aan een boom vastgebonden en zoo aan haar lot overgelaten. Het duurde niet Zoo dansten weer in kakelbonte pakjes, Dp dwaze wijsjes van een dwaas orkest- Boerinnetjes en veel zigeunervrouwtjes Met cow-boys, Mexicaantjes en de rest. In kleur'ge winding bonden serpentines Diverse deelcn van dit mal geval, Men kroonde zotheid tot de hoogste vreugde* 't Was Carnaval! Het klaterde in warreling van stemmen. De lampen straalden hel hun schijnsel uit, In volgestuwcle, daverende zalen Klonk als een schater 't schello feestgeluid. De maskers, de gekleurde aangezichten Gingen verkennend hier en overal, En grijnsden om hun grappige geheimen, 't Was Carnaval! Men wou zijn zorgen joelende vergeten, Naar licht vermaak de armen uitgebreid, In dol gebaar, bij 't snellen van de uren, In handgeklap en jodelend jolijt! 't Orkestje deunde populaire wijsjes In potpourri's en schlagers zonder tal, Hoog hief de vreugd de fonkelende glazen, 't Was Carnaval! Dan kwam het eind als in den bleeken morgen De laatste feestelingen huiswaarts gaan, En wat onthutst de werk'lijkheid aanschouwden De resultaten van hun vreugdewaan! De ridder steunde hulp'loos op zijn degen, De cow-boy zoebt zijn kracht in schor gebral, De Mexicaantjes maakten revolutie, 't Was Carnaval! Hoe velen vieren in t' gewone leven Van dag to dag dit maskcradefeest, In opgesierde, kakelbonte pakjes, En onherkenbaar naar den waren geest?! Geen démasqué zal ooit dien geest verraden, Ze dansen voort op 't groote levens-bal. Hot masker blijft! Bij al hun levensdaden, 't Is Carnaval! Maart 1930. KROES. (Nadruk verboden). De wijze waarop een volk zijn lcdigfe uren gebruikt, toont zijn zedelijke waarde aan. o O, fontein des levens in 't ouderlijk huls! Uw levende wateren doorstroomen ook de dorstige heide van ons volgend leven. o Wijsheid zonder daden is als een wolk zonder regen. o Gelukkig degene, die den moed bezit te zijn en te doen, niet wat de openbare meening. maar wat zijn ge weten hem voorschrijft. Wij zullen allen heengaan van de aarde en vergeten o De moderne mensch behoort in den strijd om het be staan veel te weten en te kennen, maar voor het gezond blijven van ziel en lichaam ls dat niet genoeg. lang of de draak kwam te voorschijn, sperde zijn muil wijd open om de jonkvrouw te verslinden. Maar deze, een verborgen kruis te voorschijn ha lende, hield dit den draak voor en bad: Heer, mijn God; help mij in dit groote gevaar! Rij den aanblik van het kruis stiet de draak een ontzettend gebrul uit en tuimelde achterover van den steilen berg in den woesten Rijnstroom, die hem verpletterd op de rotspunten, dood mee sleepte. Toen de heidensche priesters en de menigte dit zagen werden ze overtuigd van de macht van het Christendom, bekeerden zich, en verbreidden het onder aanvoering van hun vorsten Rinbold en Horsrik ook op den rechter Rijnoever. Kopisch bedichtte het geval met den draak. De laaste xegels van zijn treffend vers luidden vrij vertaald De Christen-jonkvrouw - Heidens wraak - Geofferd moest zij aan den draak. Hij kwam - zij bad: „O, God, verhoor!" En hield haar kruis het monster voor En brullend stortte 't wangedrocht Tot in de diepste hellekracht. Komt, Hcid'nen, komt, het wonder spreekt, Uw ongeloof door 't kruishout breekt. En allen bogen. God ter eer. Eerbiedig voor de jonkvrouw neer. Rinbold verwierf de hand van de vrome schoo ne Christinne. bouwde op den Drachenfels een sterken bureht, nu ruine, en werd de stamvader van het geslacht der Drakenburgers, dat meer dan 10 eeuwen bloeide en menig kruisvaarder af zond naar het heilige land. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 21