VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Do kosten zijn belangrijk hooger dan was geraamd. Naar aanleiding van dit schrijven geeft het Dag. Bestuur een uiteenzetting, waarbij allereerst wordt medegedeeld, dat de raming, buiten de door de ge meente gevorderde uitbreiding bedroeg f 50.000. Besloten werd de geraamde werken te doen uitvoe ren en de bijdrage der gemeente op de gestelde voor waarden te aanvaarden, wanneer, naar het oordeel van het Dagelijksch Bestuur de kosten van loop straten en rioleering niet te bezwarend zouden wor den. Al dadelijk bleek de benoodigde grove grind niet dan voor hoogen prijs te verkrijgen. Er waren name lijk bijna geen grindbaggermachines op de rivieren aan het werk en de seheepsvrachten waren toen juist zeer hoog. Bij het inwulscn bleek aan puin en grind een be langrijk grootere hoeveelheid verbruikt te moeten worden, dan waarop gerekend was. Door het vereischte profiel van den weg was voel extra werk aan de bermen noodig. De arbeiders waren aan deze werkzaamheden niet gewend en presteerden minder dan verwacht werd. De loonen zijn, mede op verzoek van den Raad dezer gemeente, verhoogd van 35 'tot 40 ct. per uur. Het werk was voor een belangrijk deel ter wille van werkverruiming, waaraan groote behoefte be stond, aangevat en werd daarom, ondanks de ge noemde feiten, voortgezet. Dijkgraaf en Heemraden betreuren dat het gemeen tebestuur tegen alle practische aanwijzingen en eigen overtuiging in niet alleen een tegeltrottoir langs den Zuider Molenvaartsweg blijft eischen, maar ook het onderhoud van alle trottoirs, met rioleering, naar den polder wordt verwezen. Naar de gegevens, waarover D. en II. thans be schikken door de uitgevoerde werken, zouden de in behandeling zijnde weggedeelten in totaal kosten f58000.—. Intusschen wordt voorgesteld, wanneer de Zuider Molenvaartsweg tot het perceel van M. G. de Nijs is ingewnlst, het werk thans stop te zetten, behoudens nog eenige voorzieningen aan den Kerkweg. De be handeling van het afgewerkte gedeelte met bristar kan dan in het droge jaargetijde nog volgen. De raming voor de gedeelten Z. Molenvaartsweg van Voorburg tot perceel De Nijs en Zwarteweg, enz. tot de Kooij worden thans geraamd op respectieve lijk f6095 en f28595, totaal f 35290. Om te verkrijgen eene bijdrage van de gemeente tot een gedrag van f40.000, benevens de helft der kosten van den weg en de trottoirs, hierna onder a. en b. genoemd (kostende f18378), bcloopcnde f9189, in totaal dus f49189, moeten ook worden verbeterd en gesticht: a. de toegangswegen naar het station, geraamd op f4757; b. de besproken trottoirs met rioleeringen f 13621. Doch ook het onderhoud der trottoirs met riolee ringen komt dan blijvend voor rekening van den polder. In de Spoorbuurt, waar dan ook nog nog een trottoir wordt bijgebracht dat eerder nimmer is genoemd, wordt het onderhoud, schoonhouden en de eventueele vernieuwing geschat op 5 der totale stichtingskosten f4493.52 f900,—) of rond f270. Langs den Zuider Molenvaartsweg, waar trottoirs door de vele (pl.m. 25) uitritten reeds veel te lijden zullen hebben en waar de afstand, waarop die trot toirs van de buizen liggen, gepaard met de lagere ligging der terreinen voor de woningen, veel bescha diging zullen veroorzaken, wordt het onderhoud, schoonhouden en de eventueele vernieuwing ge schat op 10 der stichtingskosten f9127.48), of rond f910. Gaat de polder hierop in, dan zal de gemeente mo gen verwachten, dat de tot heden bestaande samen werking zal worden bestendigd. Wordt op de aan bieding niet ingegaan, clan kan de polder zich naar onze overtuiging onttrekken aan datgene, wat reeds vele jaren onverplicht ten behoeve der gemeente werd verricht of afgestaan, dat zijn; Onderhoud van den Stationsweg en den dam door den spoorput, bedragende per jaar pl.m. f90.—. Gelegenheid tot werkverschaffing, waarvoor per jaar gemiddeld is uitgegeven f2260, terwijl die post bij de tegenwoordige economische toestanden allicht nog belangrijk zal stijgen. Verhuren van staanplaatsen bij kermis, bedragen de per jaar ongeveer f90. Het totaal dezer jaarlijks terugkeerende sommen is f3620 cn vertegenwoordigt de rente van een ka pitaal, gerekend naar 4/4 's jaars van rond f80.000. Met do hiervoor onder a. en b. genoemde cijfers geeft dat alzoo een totaal van f98378, waartegenover het aanbod staat van de gemeente groot f49189. D. en H. meenen hiermede wel duidelijk te heb ben aangetoond waar onder deze omstandigheden het belang van den polder heenwijst. Voorgesteld wordt aan de gemeente Anna Pau- lowna le berichten, dat, met waardeering van de goede bedoeling, de gestelde voorwaarden voor den Anna Paulownapolder te bezwarend zijn om te wor den aanvaard en dat in aansluiting daarop geen vrij heid wordt gevonden het aangeboden bedrag van f26.50 aan te nemen. Tevens wordt voorgesteld nadere besluiten omtrent afwerking van het aanvankelijke programma, verder dan hiervoor is voorgesteld, aan te houden. De besprekingen. De heer Lovink zet de besprekingen in en wijst erop, dat hij den indruk had gekregen, dat de polder op de voorwaarden van de gemeente zou Ingaan. Had spr. geweten, dat dit niet het geval was, dan zou de raad zeer zeker anders zijn opgetreden en zou spr. waar het de arbeidersorganisatie betrof, in den raad hebben op gemerkt, dat de raad niets had te zeggen. Het ls heel erg jammer, dat D. en H. niet aan het gemeentebestuur hebben bericht, dat er eerst over de voorwaarden moest worden gesproken. De Voorzitter merkt op, dat zoowel de heer Lovink, burgemeester, als de heer Stammes, wethouder en de heer Rezelman, raadslid, wisten wat er was gezegd en konden weten dat eerst een onderzoek moest worden Jngcstcld en daarom is geen schriftelijke mededeeling gedaan. Als daarin is gefoudeerd, biedt spr. gaarne zijn verontschuldiging aan. Op de vraag van den heer Nannis of het werk aanbesteed zou worden of in eigen beheer uitgevoerd, heeft spr. gezegd, dat het in eigen beheer zou geschieden als daartoe door het Dag. Be stuur machtiging werd verleend en als de voorwaarden van de gemeente niet te bezwarend waren. De heer Lovink zegt, dat het hier om een groot be drag gaat en spr. gemeend had, dat een officieel schrij ven zou zyn ingezonden. De Voorzitter zegt, dat het geenszins de bedoeling ia geweest, den raad te passeeren. Het is dan alleen ge weest een klein verzuim, maar het i? den ook van de 3 heeren een slecht aanhooren van de zaak. De heer Lovink zegt er den Dijkgraaf geen verwijt van te m-'ken en er niet over te denken om te zeggen dat het opzettelijk is gebeurd, maar alleen dat het ont zettend jammer is, dat het zoo ls gegaan. Do heer Van den Berg geeft in overweging, deze zaak te herzien, opnieuw met het gemeentebestuur te bespreken; misschien komt men dan beter tot elkaar. Do Voorzitter zegt, dat van beide kanten is getracht contact te hebben en zoowel gemeente- als polderbe stuur hebben naar voren gebracht wat het naar rede lijkheid naar voren meende te moeten brengen. Het Dag. Bestuur is altijd nog bereid tot overleg en ziet graag de goedé verstandhouding behoudèn blijven, maar acht de conditie* van liet gemeentebestuur te bezwa rend. De heer Van Balen Blanken voelt veel voor het idee van den heer Van dan Berg en meent, dat het polderbestuur niet anders kan, dan het voorstel van het Dag. Bestuur accepteeren. De zienswijze van den raad ls aan deze vergadering niet bekend. Spr. betreurt 1 ten zeerste dat de kosten der verbetering zoo ver van de waarheid zijn en het verwondert spr. dat desondanks zoo lang met de werkzaamheden ls doorgegaan. Dit is wel eenigszins een verwijt tot D. en H., maar spreker heeft er zelf ook schuld aan, omdat de hoofdingelanden aan D. en H. machtiging hebben verleend. Maar het plan leek ons zoo mooi en spr. had niet gedacht dat het zou stranden op de trottoirbeweging. Spr. heeft zich het doel gedacht een weg voor doorgaand verkeer van de Wieringerwaard naar de Kooij en in aansluiting met den nieuwen rijksweg een verbinding vanaf Wie ringerwaard naar Den Helder. En spr. oordeelde, dat het hebben van een stofvrijen weg door het mooiste gedeelte van de gemeente en waarmee de oentrumge- deelten Kleinesluis en Breezand met elkaar werden verbonden, een bijdrage van de gemeente wettigde, afgescheiden dan van de vraag of die bijdrage zon zijn 50 of 60 Spr. ziet in deze zaak een groot belang en een klein belang; hpt groote belang is dat van den stofvrijen weg, het kleine belang het trottoir. En spr. hoopt niet dat deze mooie zaak zal stranden op het trottoir. Spr. meent dat, al is het geen trottoir, er wel een andere afscheiding kan worden gemaakt en dan een bepaling in de politie-verordening, dat op dat gedeelte niet mag worden gereden en ge fietst. Spr. hoopt dat er middelen gevonden zullen wor den, waardoor men tot een vergelijk komt, want anders voorziet spr. ernstige gevolgen, zoowel voor den polder als voor de gemeente. De Voorzitter zegt dat men niet moet concludeeren, dat het de bedoeling van het polderbestuur is dat het touw tusschen gemeente en polder nu stuk is. Het is ook voor het Dag. Bestuur zeer onaangenaam, dat de kosten zoo geweldig zijn tegengevallen. Ook het Dag. Bestuur heeft vertrouwen, dat gemeente en polder el kaar zullen vinden en spr. wijst op de bedoeling, die heeft voorgezeten, den menschen door den winter heen te helpen. De heer Rezelman zou den raad alsnog in de gele genheid willen stellen op het voorstel van het Dag. Be stuur In te gaan. De Voorzitter zegt dat aan het gemeentebestuur is gevraagd, den polder niet met het onderhoud te be lasten, doch de raad kwam tot de conclusie, dat de polder er wel mee moest worden belast. Dat is zijn goed recht, maar waar de polder nu op zijn vraag een antwoord heeft ontvangen, dient do polder nu toch ten slotte te beslissen of dat antwoord is te nemen of niet De raad blijft in de gelegenheid besprekingen te hou den. De heer Stammes meent dat de werkverschaffing nooit bij deze zaak in 't geding is gekomen, want de aangebrachte verbeteringen zijn dat geld waard ge weest En spr. vraagt zich af of het onderhoud van den te verbeteren weg in de toekomst niet minder zou worden. Spr. denkt van beduidend lager en noemt f 250 per K.M. waarbij dan nog komt aan de hand van de straks gemaakte opmerking een meerdere op brengst bij verpachting grasgewas, doordat de weg stofvrij wordt gemaakt. Maar spr. denkt ook aan de toekomst, wanneer met de wegverbeterlng wordt door gegaan en de gemeente daarbij medewerking verleent Spr. deelt dan mee een onderhoud te hebben gehad met wethouder Stammes en deze heeft gezegd, teruggeko men te zijn op zijn bezwaar tegen het trottoir. Hij vindt dat niet zoo onpractisch, het kan wel stuk ge reden worden, maar het is niet erg om in de inritten, waar zware vrachten langs moeten, betonstukken te leggen. En met een trottoir Is er een afscheiding tus schen rijweg en loopstraat en ls de veiligheid van het verkeer beter gediend door de goot die er komt. De Voorzitter zegt, persoonlijk die f 40.000 wel te wil len accepteeren, maar hij had graag gezien dat men bij deze zaak 2 dingen uit elkaar had gehouden. De wegverbetering is in het belang van polder en gemeen te, doch het trottoir is absoluut uitsluitend werk voor de gemeente. Wat de werkverschaffing betreft, aanvankelijk ver leenden rijk en provincie bijdragen en dat is later ge weigerd, omdat de finantieele toestand der gemeente zulks niet meer noodig maakte. Maar er is nooit de aanmerking gemaakt, dat het geen werkelijk werkver- schafflngswerk was. In de toekomst zal het steeds moeilijker worden, werk voor de werkverschaffing te vinden en hoewel de polder dan van het werk geen profijt zal hebben, willen D. en H. toch niet dat de polder zich zal onttrekken. Ten aanzien van het trottoir wijst spr. op die te Alk maar en Schagen, die ontzaggelijk veel breuken hebben en op het groote verschil dat die tegen de huizen aan sluiten en directe verbinding met den rijweg hebben, terwijl er hier heeie vakken zijn, die geen hek of heg hebben, met het gevolg dat hier gewoon over het trot toir zal worden gereden. En als de heer Stammes meent, dat het onderhoud niet zoo'n bezwaar zal zijn, waarom neemt de gemeente dat dan niet voor haar rekening? De heer Stammes antwoordt, dat wanneer er dan geen werk voor werkverschaffing meer ls, welnu dan is 't afgeloopen voor den polder en is dat ook een voordeel voor den polder. Spr. vindt het prachtig dat de polder werk verschaft, maar er kan in dit opzicht ook van een moreel belang voor den polder worden gesproken. De Voorzitter zegt, dat de polder dat ook altijd be toond heeft, alleen vraagt de polder nu een flinke tegenprestatie. De heer Stammes voelt wel dat men liever zag, dat de gemeente 70 van de kosten droeg, de polder 30 Dat de polder het onderhoud van het trottoir neemt, vindt spr. het rationeelst, 2 diensten op één weg, is niet in 't belang van beide lichamen. De Voorzitter zegt dat dit aan de Benedenbuurt toch nooit tot moeilijkheden heeft geleid. De heer Stammes merkt op, dat men die moeilijkhe den niet over de daken schreeuwt De Voorzitter: Laat de gemeente dan het onderhoud van hei; trottoir aan den polder vergoeden. De heer Stammes meent, dat dit reeds in de 50 13 verdisconteerd. De heer Llndenhergh merkt op, dat het onderhoud van een beteren weg niet minder zal kosten. De heer Stammes noemt het dan oen misdaad van het Dag. Bestuur, dat het met het voorstel is gekomen. De Voorzitter zegt dat dit woord voor rekening van den heer Stammes blijft, maar spr. wijst het van zich af, en raadt den heer Stammes aan, een beetje kalm te wezen. De heer Stammes trekt dan het woord „misdaad" ln en zal spreken van een verkeerde handeling. De heer Lindenbergh zegt dat het den hoofdingelan den bekend was, dat het onderhoud niet lager ls en de Voorzitter beaamt dit, er is medegedeeld, dat het on derhoud zeker niet minder zou kosten. De heer Kaan gelooft dat deze netelige kwestie niet was ontstaan als de raming van f 50.000 juis was ge bleken. Nu de kosten komen op f 80.000, vindt spr. het een beetje onverantwoord en begrijpt spr. niet, dat het Dag. Bestuur het niet onderzocht had. Spr. gaat niet met den heer Van Balen Blanken mee, dat de Hoofd ingelanden er ook schuld aan hebben, want die waren voor f 50.000. Hoe komen de kosten op f 80.000? De Voorzitter zegt dat dit in de stukken uiteengezet is. De heer Kaan meent dat de grondstoffen thans even duur zijn. De Voorzitter ontkent dit, grint was heel wat duur der, Het is het Dag. Bestuur ook tegengevallen, maar het kon toch maar niet de menschen wegjagen. De heer Kaan dacht dat het spoedig genoeg bekend was. dat de kosten zooveel hooger zouden zijn en dat de Hoofdingelanden op de hoogte gebracht hadden kunnen worden. Spr. weet niet in hoever de f 80.000 zijn verbruikt. De Voorzitter zegt dat die niet zijn verwerkt. De heer C. Geerligs zegt ook dat bij het Dag. Bestuur heeft voorgezeten de goede verstandhouding tusschen gemeente en polder te bestendigen. Nu de werkverrui ming niet meer zoo noodig is, kan het werk stopgezet worden, en Inmiddels kunnen dan de onderhandelingen met het gemeentebestuur worden voortgezet. Spr. zou dan willen dat overleg werd gepleegd over een bijdrage van f 40.000 voor het stofvrij maken van den weg en daarvan afgescheiden, over de f 10.000 voor trottoir. De Voorzitter zegt dat steeds de bedoeling bij het Dag. Bestuur heeft voorgezeten om verder overleg te plegen en spr. is ook wel bereid die bepaling bij het voorstel te voegen. De heer Lovink had zich voorgenomen over deze zaak niet te spreken en nu hij dat wel zal doen, diene men er aan te denken dat hij zich beschouwt als hoofdingeland en in die kwaliteit tegen het voorstel van het Dag. Be stuur zal stemmen omdat hij het in strijd acht met het belang van den polder. Meermalen is hier gezegd dat de zin tot samenwerken voorzit, maar spr. heeft daaraan wel eens getwijfeld, toen hij de stukken las. Spr. wijst er op dat de Stationsweg wagens grint verorbert en de voorwaarde van het gemeentebestuur dus ook in het be lang van den polder is, en wat de kosten van de trot toirs betreft, spr. becijfert dat als die vervangen worden door een teerbedekking, dit een verschil oplevert van f 2093.60. Wat de inritten betreft, de opzichter sprak van 8 en de kosten daaraan verbonden, kwamen op f 12 por stuk, is f 96. Dijkgraaf en Heemraden spreken van meer inritten, welnu, spr. zal ze op 25 stellen, zoodat de kos ten f 300 bedragen. De meerdere kosten, verbonden aan de trottoirs, zullen dus rond f 2400 bedragen, waarvan de helft, dus f 1200, voor den polder komt. Wat de bere kening van Dijkgraaf en Heemraden betreft, spr. begrijpt niet dat de Voorzitter deze stukken heeft willen onder teekenen, als ze van B. en W. waren uitgegaan, had spr zijn naam er niet onder gezet. Spr. gaat de becijferingen nader na en merkt daarbij op dat de werkverschaffing in 9 jaren aan den polder gekost heeft f 20.000. De pol der heeft 4 jaar 60 pet., 1 jaar 40 pet. en 4 jaar 50 pet. bijgedragen en waar de loonen practisch neerkwamen op 30 cent, heeft de polder dus aan uurloon betaald 4 jaar 18 cent, 1 jaar 12 cent en 4 jaar 15 cent. En spr. wijst dan op de daarvoor verkregen verbeteringen, die men niet graag zou missen, en z.1. kan van de f 80.000 dan ook minstens f 54000 worden afgetrokken. Spr. noemt het een goochelen met cijfers, met een dergelijke berekening komt men er nooit en spr. zou dan ook willen dat het Dag. Bestuur zijn voorstel terugnam, dat de polder de kosten van het trottoir voor zijn rekening nam en dan aan de gemeente te vragen 50 pet. der kosten te betalen. Dat de gemeente welwillend is blijkt wel, eerst is f 25000 toegestaan, en toen op 3 Maart werd bericht dat de kosten f 80000 a f 90000 zouden zijn, heeft de raad gezegd goed, dan draagt de gemeente f 40.000 bij. En spr. denkt dat de raad nog wel verder zal willen gaan en de bij drage op 50 pot der kosten zal willen bepalen. De Voorzitter zegt dat de heer Lovink tal van cijfers in zeer vlug tempo heeft genoemd en spr. die niet vol doende kan controleeren. De heer Lovink: Het zijn cijfers van uw opzichter. De Voorzitter: Goed, ze zijn in vlug tempo gegeven en niet voldoende te controleeren. We moeten elkaar niet onvriendelijk aankijken, maar we moeten de zaak zakelijk beschouwen en spr. herhaalt dan dat het trottoir niet bij deze zaak thuis behoort. En waar de heer Lovink komt tot een verschil van f 1200, wijst spr. ook op het onderhoud en meent dat de werkelijkheid dus geheel an ders wordt. De toezegging om 't teerpad voor rekening van den polder te nemen, was, om tenslotte tot een op lossing te komen. Dat de heer Lovink deze stukken niet had willen teekenen, is wel mogelijk, maar spr. gevoelt zich volkomen verantwoord. De kosten van de werkver schaffing bedroegen gemiddeld per jaar zooveel en dat vertegenwoordigt een kapitaal zooals in de stukken is vermeld. En de heer Lovink mag het gegoochel noemen, maar spr. meent het balletje terug te kunnen werpen. Aan iederen accountant wil spr. de berekening in han den geven, en zal dan gerust de beslissing afwachten. Hoewel het Dag. Bestuur bereid is tot verdere onder handeling, persisteert het bij het voorstel om de voor waarden van het gemeentebestuur niet te aanvaarden. De heer Lovink wijst er nog op dat de polder toch den weg moet onderhouden, waar niet onmiddellijk het ter rein van den bewoner door het bewerkte wegdek wordt geraakt Daar is dus geen sprake van gunst. De Voorzitter daarentegen meent dat wanneer de stof vrije weg 6 meter wordt, de polder ruimschoots aan zijn verplichting voldoet De heer Nannis vraagt of het geen aanbeveling ver dient de f 40.000 der gemeente te aanvaarden en het trottoir ieder voor de helft De Voorzitter zegt dat afgescheiden van de vraag of dit goed zou zijn, de gemeente heeft gezegd dat het trot toir bij den polder moet zijn. En het Dag. Bestuur oor deelt dat er een scheidingslijn moet blijven. In Breezand legt de gemeente ln eigen terrein, toch ook wegen en trottoirs aan. De heer Nannis zou het heel jammer vinden als het niet doorging. De Voorzitter is dit met den heer Nannis eens, maar als de polder zich bereid verklaart tot verdere onderhan deling da.n kan de raad toch geen aanstoot aan de uit spraak van het polderbestuur nemen. Do beslissing. Als na eenige bespreking de Voorzitter het voorstel van het Dag. Bestuur ln stemming wil brengen, meent do heer Lovink dat zijn voorstel verder strekt. De Voorzitter merkt op dat de heer Lovink geen voor stel heeft Ingediend en de heer Lovink stelt dan voor: om het Dag. Bestuur te verzoeken zijn voorstel om de onderhandelingen af te breken in te trekken, en de on derhandelingen weer aan te knoopen, de kosten van trottoir en het onderhoud ervan voor rekening van den polder te nemen en aan de gemeente 50 pet. van alle kosten te vragen. De Voorzitter acht het middengedeelte van dit voorstel buitengewoon gevaarlijk, n.1. om de kosten en het onder houd van het trottoir voor rekening van den polder te nemen. Spr. waarschuwt daar tegen. De heer C. Geerligs meent dat de condities wel bij de verdere onderhandelingen besproken kunnen worden. De besprekingen dreigen weer geopend te worden, maar de Voorzitter sluit de discussien, brengt het voor stel van het Dag. Bestuur in stemming, evenwel met de toevoeging dat het polderbestuur gaarne bereid ls, tot verdere onderhandeling. Het bestuursvorstel wordt aan genomen met 14 tegen 2 stemmen, die van de heeren Lovink en Stammes. De heer Van Balen Blanken stelt de vraag of een gecombineerde vergadering van het voltallige polderbe stuur en den gemeenteraad geen nut zou hebben. De Voorzitter gelooft dat als de raad dat wenscht, deze vergadering er zich mee kan vereenigingen. Van beide kanten wordt het goed bedoeld, al begrijpen we elkaar niet. De begrooting voor 1930. Wanneer met de behandeling van de begrooting voor 1930 zal worden begonnen, hooren we reeds stemmen opgaan om de vergadering te verdagen tot de volgende week, maar de volgende week is de Voorzitter afwezig. Met het voorstel van het Dag. Bestuur om in verband met de vele werkzaamheden de jaarwedde van den sec retaris van f 1000 op f 1100 te brengen en die van den penningmeester van f 750 op f 900, kan de vergadering zich vereenigen. Bij den post reis- en verblijfkosten leden bestuur voor bezoeken buiten den polder vraagt de heer Stammes of rekening is gehouden met zijn wensch ten aanzien van het gebruik door de leden van het bestuur van eigen auto. De Voorzitter zegt dat vergoed wordt het rijkstarief, is 13 cent per K.M. De heeren hebben zooveel liefde voor hun vak. De heer C. Geerligs deelt mede dat de bestuursleden geen gebruik maken van de vergoeding van 13 cent. De heer Stammes vraagt of het Dag. Bestuur dan in overweging wel nemen of het salaris van de Heemraden en den Dijkgraaf wel met de werkzaamheden in over eenstemming is. De Voorztiter deelt mede dat over zijn Jaarwedde ls gesproken en spr. toen in de vergadering van het Dag. Bestuur heeft gezegd dat hij het prettig zou vinden al3 het salaris van don seci'etaris en den penningmeester werd verhoogd, maar dat hij liever zag dat over zijn sa laris niet werd gesproken. Spr. is er mee content. Over de jaarwedde van de heemraden is niet gesproken. De heer Stammes verzoekt, en de heer Van Balen Blanken ondersteunt dezen wensch, of 't Dag. Bpstuur over die jaarwedde dan nog eens wil spreken. De verdere behandeling van de begrooting geeft nog wel aanleiding tot het vragen van enkele inlichtingen, maar van veel importantie is dat niet en de begrooting wordt da.n ook onveranderd, zonder hoofdelijke stemming, goedgekeurd, tot een bedrag van f 632.735.63% en een post onvoorzien van f 2569.01%. De lasten zijn daarbij bepaald op f 28, dat is f 1 per H.A. meer dan over vorig jaar. De rondvraag. De heer J. C. Geerligs vraagt of de hoofdingelanden niet meermalen met het Dag. Bestuur kunnen vergade ren, Spr. merkt voorts op dat in de courant reeds was opgenomen het voorstel van het Dag. Bestuur om de bijdrage van de gemeente, voor de wegverbetering, niet te accepteeren. De geheele gemeente praat er over. De Voorzitter deelt mede, dat de pers gevraagd heeft om regelmatig op de hoogte te worden gehouden van de te houden vergaderingen en aan dat verlangen wordt voldaan door eenvoudig een agenda in te sturen. De pers is nu, wat de gemeente betreft, begonnen om van de ge rneente de agenda der vergadering vooraf af te drukken Tot nu toe is dat voor den polder niet gedaan, maar dit maal is dat wel gedaan, en heeft de pers een ander ge bruik gemaakt van de haar verstrekte mededeeling, en heeft zeker gedacht de zaak wordt toch publiek behan deld. Spr. zegt dat het niet de bedoeling van den secre taris is geweest. De heer C. Geerligs zegt dat het Dag. Bestuur het niet wist. De heer J. C. Geerligs wijst er op dat het agendapunt anders luidt dan de bewoordingen van het advies van het Dag. Bestuur. De Voorzitter beaamt dat het agenda-punt de bedoe ling van het Dag. Bestuur niet precies weergeeft, en do secretaris zal met die opmerking wel rekening houden. Wat den wensch betreft, om meer bij elkaar te komen, spr. zal het met de heemraden bespreken. De heer Van den Berg vraagt of niet aan den wensch van vreemdelingen tegemoet kan worden gekomen om in de wegen naambordjes te plaatsen; de vreemdelingen kunnen de verschillende wegen zoo slecht vinden. De Voorzitter stelt zich voor dat dit, evenals de huis- nummering, tot de taak van de gemeente behoort, maar spr. wil het wel met het Dag. Bestuur bespreken. Hierna sluiting. Zitting van Vrijdag 11 April. OP DE RAADSELACHTIGE ARBEIDSWET HEEFT MENIG WERKGEVER ZICH SUF GETUURD. Een te De Rijp gevestigde stukadoorspatroon, de heer J. P. de K. was in kwaliteit van verdachte ter verant woording geroepen op grond van het geconstateerde feit, dat hij op 10 Maart aldaar op een bouwwerk een twee tal knechts, waarvan een zijn eigen zoon, had laten ar beiden, zonder dat daar op dat werk op de voorgeschre ven wijze aanwezig was een arbeidslijst en register. De heer De K. erkende zulks zonder omwegen, doch zeide in de meening te verkeeren, dat deze formaliteiten on- noodig waren, omdat hij zonder materiaal werkte ln op dracht van den aannemer van bedoeld werk, een school- verbouwing. Voorts beriep de verdachte zich op Bijlage M van art. 9 van het rusttijden en arbeidslijsten besluit, volgens welk artikel bedoelde arbeidslijst niet aanwezig had behoeven te zijn. Comparant weer er tevens op, dat in zijn werkplaats een en ander behoorlijk overeen komstig de voorschriften corrèct bijgehouden en duide lijk zichtbaar was opgehangen. Naar aanleiding van dit verweer werden de wetten door de competente schriftgeleerden nog eens nageke ken en kon daarna de stukadoor, die natuurlijk wel de klok had hooren luiden, doch zich in de plaatsing van de klepel had vergist, worden duidelijk gemaakt dat een arbeidslijst niet behoeft te worden opgehangen op een karwei, dat binnen een week afloopt. Duurt zulks langer en dan tot 14 dagen, dan is het noodig dat een afschrift van die arbeidslijst wordt geexposeerd, maar zullen de werkzaamheden ter plaatse nog langer aan houden, dan ls het beslist noodzakelijk dat de origineele arbeidslijst wordt medegebracht en opgehangen op een voor ieder duidelijk zichtbare plaats. De heer Ambtenaar waardeerde deze openbare les ln arbeidswetkennis op f 2 boete of 2 dagen, welken prijs den blijkbaar nog niet geheel overtuigden leerling niet eens scheen mee te vallen, zoodat hij zelfs al het voorne men kenbaar maakte, in appel te willen gaan, doch de kantonrechter beeindigde echter alle twijfelingen, door verdachte wel schuldig te verklaren, doch krachtens zijn bevoegdheid ontleend aan art. 398 sub. 9 wetb. van straf vordering geen straf toe te passen. DE IN BOEIEN GEKLUISTERDE WERKGEVER. De koopman en handelaar in zaken cum annexis, de heer Karei van Th. te Alkmaar, is een belijder van den Israelitischen godsdienst en koestert als zoodanig het rechtmatig verlangen der Sabbathdag ongestoord met zijn gezin te mogen vieren. Teneinde alsnu op dien feestdag niet door zekeren zakenzorg te worden gekweld, had hij zijn twee knechts met wederzijdsch goedvinden des Vrijdags eenige uren langer aan 't werk in 't pakhuis gehouden, dan volgens de Arbeidswet was geoorloofd, wat op 3 April des avonds ten 8.30 door een controleerend agent werd ge constateerd met het onvermijdelijk strafrechterlijk ge volg. De heer van Th., nog een oude kennis van den kantonrechter uit de dagen dat hij nog van een hon denkar gebruik maakte, erkende de overtreding en gaf de hierboven omschreven toelichting, Op de opmerking van den kantonrechter, dat bedoelde knechts toch geen Israëlieten waren, repliceerde van Th., dat hij zijn zaak des Zaterdags wilde sluiten, om dan ook bevrijd te zijn van toezicht op het werk. Hem werd geadviseerd ont heffing aan te vragen, wat hij volgens zijn eigen me dedeeling gemakkelijk kan krijgen en volgde veroor deeling tot f 2.50 boete of 2 dagen. ZINDELIJKHEID DIENT VOORZEKER DE BAK KER NIET HET MINST TE BETRACHTEN. Kijk eens aan, ik heb je in langen tijd niet gezien," aldus begroette vriendelijk den kantonrechter den laat- sten aanwezigen comparant, den 52-jarigen heer Ari# O., bakker te Alkmaar. Gelukkig niet, antwoordde dG heer Omeer oprecht dan hoffelijk, natuurlijk niet persoonlijk, doch ambtshalve bedoeld, hoewel onze kan tonrechter in veel gevallen zich ook ambtelijk een vriend van den werkgever heeft getoond. De heer O. hernieuwde dan de kennismaking naar aanleiding van het feit, dat op 3 April des namiddags een bakkersgezel, wiens arbeidstijd ten 5 uur was ge ëindigd. door een controleerend politieagent ten 6 uur 10 nog In de bakkerij werkend was aangetroffen. Door den heer O. werd zulks erkend, doch hij voegde er bij, dat bedoelde knecht geen bakkersarbeid verrichtte, doch medehielp aan de groote schoonmaak der bakke rij, die op geregelde tijden moet plaats hebben en uiter aard eerst kan gebeuren, als het bakken is afgeloopen. Het was natuurlijk geen aangename gewaarwording, als men den gehcelen dag hard heeft gewerkt, ten slotte beloond te worden met een bekeuring. De kantonrechter kon zich dit ook wel Indenken en gaf den mismoedigen bakker weer eenigermate het ver trouwen in de menschheid terug, door op hem, toen de heer ambtenaar f 5 boete of 5 dagen was gevorderd, gecnerlei straf toe te passen, zoodat van deze zitting met recht en reden kon worden gezegd: Eind goed, al goed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 10