llltllti NitüIS- Het Altaar der Eer Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Zonder hand geen vuist Mevr. Mann-Bouwmeester 80 jaar. Bestrijding van de schurftziekte bij appel en peer. Woensdag 16 April 1930. SCHAC 73ste Jaargang No. 8647 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno. inbegrepen). Grootere letters worden nnar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Feitelijk is het. pleit beslecht: onze regeering zal geen voorstellen doen, om vecht- of onderhandelingg- tarieven in te voeren. Hoe wij dat weten? De Minister-president, de edelman die voor het volk werkt, zooals in den verkiezingstijd werd be weerd, heeft het ons niet in het oor gefluisterd, maar we hebben het gelezen. In een regeeringsstuk? Nee, niet bepaald, doch daarom is het niet minder juist. We lazen het n.1. in De Standaard, het blad van den heer Colijn, die daarin verklaarde, dat hij het systeem van actieve handelspolitiek niet kan aanbevelen, doch de voorkeur schenkt aan de hand having onzer huidige handelspolitiek. Dit stemt overeen met zijn houding te Genève en rijn invloed in zijn eigen partij en op de rechterzijde is wel zoo groot, dat tegen zijn inzichten in, van geen koersverandering sprake zal zijn. Er is trouwens ook nog wel iets meer dan Colijns persoonlijk in zicht. Feitelijk komen de argumenten tegen vecht- tarieven hoe langer hoe beter naar voren en omdat deze zaak juist voor een streek als de onze van buitengewoon belang is, komen wij er weer eens op terug en ruimen hier plaats in aan enkele beschou wingen van het Kamerlid W. v. d. Sluis. Deze stelt de kwestie aldus: „Nederland heeft op dit oogenblik een Tariefwet, waarin is yastgelegd, hoeveel invoerrechten van elk artikel, dat hier ingevoerd wordt, worden geheven. Colijn heeft de invoerrechten in 1924, toen de Ne- derlandsche schatkist er berooid heette voor te staan, aanmerkelijk verhoogd. Van 1910—1914 vloeide elk jaar gemiddeld 15 millioen gulden aan invoer rechten in de Nederlandsche schatkist; in 1929 be- 'droeg het ruim 60 millioen gulden..hetgeen toch ook geen peuleschilletje is. Maar Nederland heft een g e 1 ij k procent van elk land, geheel onafhankelijk van de vraag of dat land óns behoorlijk dan wel onbehoorlijk behandelt. Sluiten wij met Andere landen handelsverdragen, van tevo ren staat reeds vast, dat Nederland van de tegen partij 8 pCt. invoerrechten vordert. Niet minder, wanneer het land, waarmee we onderhandelen, ons gunstig gezind is; niet meer, wanneer het ons door hooge invoerrechten het leven bemoeilijkt. Wij hebben voor allen dezelfde invoerrechten. De voorstanders van een vechttarief willen de mogelijkheid geopend zien (bij de wet) om van verschillende landen verschillende rechten te hef fen. Behandelt een staat ons goed, dan geldt het ge wone tarief: 8 pCt. voor de meeste artikelen. Behan delt een land ons onbehoorlijk, dan vragen we een hooger tarief: 15, 25, 50, 100 of meer procenten. Al naar de omstandigheden en de mate van onbehoor lijkheid, waarmede wij worden behandeld, meebren gen. Sla je mij, ik sla je weer! Op die manier, zeggen de voorstanders van een vechttarief, hebben wij een wapen in de hand, waar mee wij anderen kunnen bedreigen en in toom hou den. Nogmaals: dat klinkt op het eerste gezicht niet zoo gek. Het is maar de vraag of het helpt. Laat ik met FEUILLETON door ETHEL M. DELL. „Arme ziel! Wat zal ze blij zijn als alles afgeloopen !s, dacht tante Edith Inwendig. Ze behield zich het reoht voor het jongetrouwde vrouwtje bij te staan, toen de rumoerige lunoh afgeloo pen was en het tijd werd zich voor de reis te gaan ver- kleeden. Ze zouden in den kleinen twee-zitter van Basil over den straatweg naar Culverley terugkeeren. Het was een verrukkelijke zomerdag, maar er schenen regen buitjes aan de luóht te zitten. „Ik hoop dat het droog zal blijven tot we aangeko men zijn, lieveling," zei tante Edith. „Maar je moet je langen mantel meenemen voor geval van nood." Charmaine antwoordde niets. Haar aangezicht droeg nog dae verontrustende, half versufte uitdrukking, als troonde haar ziel ver boven haar lichamelijke omgeving. Ze liet zich de welwillende vermaningen van tante Edith aanleunen, bijna als was ze zich er niet van be wust. „Je bent eenvoudig doodop, lieveling," luidde de eind uitspraak van tante Edith. „Maar, maak je niet onge rust! Basil zal voor je zorgen. Alles komt prachtig in orde!" En toen werd er zoo krachtig op de deur geklopt, dat de angst Charmaine bij voorbaat om bet hart sloeg. Met een lichten uitroep van misnoegen ging tante Edith opendoen, en Griselda, forsch en gebiedend, stond op den drempel. „Ik mag zeker wel binnen komen en eens naar haar zien," zei ze. Tante Edith trad terzijde om haar te laten binnenko men, en was geheel overrompeld. In een donker costuum, van onmiskenbaar sportleven snit gekleed, zag Griselde er nog ongenaakbaarder uit dan anders. Ze trad binnen met een meesterachtigheid in haar houding, die zelfs Lady Cravenstowe naar den achtergrond dreef, hoewel ze voor geen klein gerucht vervaard was. ,Als ge me een klein oogenblikje met haar alleen wil- det laten..." zei Griselda op een toon van gezag. En, hoewel ze zich er een verwijt van zou blijven ma een voorbeeld duidelyk maken, dat het gebruikma ken van een vechttarief naar alle waarschijnlijkheid met een groot fiasco zou eindigen. Het aardappelmeel beleeft, gelijk den lezer bekend is, een moeilijken tijd. De hoeveelheid, waaf- voor van 1924—'29 f 100 werd betaald, kostte in Ja nuari 1930 f60. De prijs is zelfs 20 pCt. gedaald be neden den prijs van voor den oorlog. Het is inder daad een bedenkelijk verschijnsel en het vervult duizenden boeren met groote wanhoop. Een groot gedeelte van ons aardappelmeel gaat naar Amerika, dat den invoer echter groote belem meringen in den weg legt in den vorm van hooge in voerrechten. Daar doen wij op het oogenblik niets tegen. Hadden wij een vechttarief, aldus de voorstanders van een „active handelspolitiek", dan zouden wij Amerika kunnen dreigen met verhooging van in voerrechten op producten, die uit dat land naar Ne derland worden gebracht En de Amerikaan, die voor alles zakenman is, zou wel bakzeil halen. Zou dat nu werkelijk zoo eenvoudig zijn? De voornaamste producten, die van uit Amerika naar hier komen, zijn: tarwe, mais en auto's. Daarop zou dus het oog gericht moeten zijn bij een eventueele „stop". Behalve het anti-revolutionnaire Kamerlid v. d. Heuvel denkt niemand er aan, de tarwe te belas ten. Aan invoerrechten op mais denkt geen mensch. De eerste zouden het brood duurder maken, de tweede het veevoer. Het een is al even verwerpe lijk als het ander. De auto's blijven dus over. De Nederlandsche gezant te Washington krijgt dus de opdracht om der Amerikaansche regeering te zeg gen: als gij niet uitscheidt met het heffen van hooge invoerrechten op aardappelmeel, dan zal de Neder landsche regeering zich genoodzaakt zien om hooge- re invoerrechten te heffen op de auto's die gij óns levert Onze gezant zou het natuurlijk in uiterst hoffelijke bewoordingen zeggen, maar toch: hij zou het dan zeggen. En hij zou het met zóó grootën nadruk zeggen, dat de Amerikaansche regeering voelde, (lat het geen gekheid was. Gelooft de lezer nu werkelijk, dat Amerika na deze bedreiging zijn handelspolitiek zou wijzigen? En zou zeggen: nu, vooruit dan maar, kom maar vrijelijk met je aardappelmeel binnen! Het lijkt mij aannemelijker, na al wat ik van de Vereenigde Staten op dit gebied heb gezien, dat de Regeering van Hoover zou zeggen: lioor eens, wij krijgen nog veel meer producten uit Holland. Voor al producten van den landbouw: bloembollen (voor 8 millioen gulden per jaar), kaas (ruim 1 millioen), melkpoeder (ruim 1 millioen), groene erwten (bijna 1 millioen), maanzaad (bijna 1 millioen), karwijzaad (bijna 1 millioen), geel mosterdzaad (1 millioen), groentezaden (ruim 1 millioen), enz. enz. Wanneer Gij zoo zou het bescheid van den Amerikaan kun nen luiden, wanneer Gij onze auto's zwaarder zoudt willen belasten dan Ge het andere landen doet, dan zouden wij ons verplicht zien, om de invoerrechten op bovengenoemde producten met nog een kleinig heid meer dan tot dusverre te belasten En de Nederlandsche regeering zou in een moeilijk parket gebracht zijn. Laten we mekaar niets wijs maken! Binnenska mers kunnen wij een hooge borst opzetten, maar de nuchtere werkelijkheid is deze, dat een klein en zwak land als het onze het onderspit delft, wanneer het op vechten aankomt met. de groote bonzen. Dat geldt zoowel in militair als in economisch opzicht. Prettig is het niet. Maar het is de werkelijkheid!" Jammer is het, dat vele kerkelijken voor die wer kelijkheid geen oog hebben. Dat maakt hen gevaar ken tot aan haar laatsten snik, ruimde Lady Cravensto we het veld voor Griselda. „O, als het maar voor een paar minuten is, dan na tuurlijk!" mompele zij. „Veel tijd is er evenwel niet." Ze verliet de kamer en Griselda wendde zich zonder dralen tot Charmaine, die als vanouds werktuigelijk voor haar stiefzuster ineenkromp. „Ziezoo," begon ze, „het is je gelukt en ik feliciteer Je. O, sta recht op je beenen, Charlotte, en stel je niet zoo bespottelijk aan! Dacht je dat ik je over mijn knie zou nemen en je een kastijding toedienen?" Ze lachte hatelijk. „Evenwel, ik zou zegge» dat je haar verdient. Als iemand er uitziet als een misdadigster, die haar straf ontloopen is, dan ben jij het." „Dat spijt me," mompelde Charmaine. Griselda stond haar met het oude verkleinende, min achtende lachje aan te kijken. „Ja," hernam ze, „je bent een nieuw leven van veel pret en tal van mooie dingen ingetreden, en je zult niet langer dulden dat ik je een hand boven het hoofd houd en voor slechte dingen be hoed. Ongetwijfeld verheug je je daar zeer over. Maar heb het hart eens in je lijf om slechte dingen te doen!" Ze liet haar slem dalen. „Je zult een betere vrouw moe ten worden dan ja moeder was. Bedenk dat!" Mijn moeder!" herhaalde Charmaine in de uitster- ste verwarring. „Ik... ik weet niet wat je met die woor den bedoelt" „Neen," antwoordde Griselda. „Dat hebben we altijd voor je verzwegen. Maar ik geloof niet dat het goed ls je de waarheid te onthouden. Evenwel, er is nu geen tijd om tot bizonderheden af te dalen. Laat het voldoen de zijn je te zeggen dat haar schandelijk wangedrag haar een ontijdig uiteinde bereidde. Ik hoop dus dat je je aan dat voorbeeld zult spiegelen en je slechte aandriften, die ik met zooveel moeite in je onderdrukt heb, zult weten te overwinnen." „O, maar... maar, Griselda", stamelde Charmaine, „wit tot aan de lippen, „kreeg ze dan geen ongeval op de jacht zooals men het tegenover mij altijd heeft laten voorkomen „Ze pleegde zelfmoord." antwoordde Grlsleda ijzig en onverbiddelijk. „Ze liet haar paard in galop den sprong nemen over de klip, omdat ze op heeterdaad betrapt was." „O!" Deze uitroep van Charmaine klonk Inderdaad zeer zacht, maar ze had een steek in het hart ontvan gen, dieper dan Griselda ooit in staat geweest was haar toe te brengen. „Maar... maar... waarop werd ze op hee terdaad betrapt? Wat had ze dan gedaan?" „Krijg het niet op je zenuwen," beval Griselda streng. „Het geeft niets er nu nog spektakel over te maken. Ik zei Je dat ze alle besef van zedelijke waardigheid Mevrouw THEO MANN-BOUW MEESTER, Neerlands grootste actri ce hoopt Vrijdag 18 Aprjl a.s. haar 80-sten verjaardag te vieren. Er heeft zich een uitgebreid comité gevormd om haar op dien dag geluk te wen- schen. Dezer dagen schreef een Hollandsch tooneelspeler van haar: Hoe kortgeleden nog nam ze af scheid met „Het Kind der liefdeWat viel er toen nog te genieten en te be wonderen! Het waren niet de beaux restes van wat eenmaal een groote kunstenares was. Zij wist zoo met haar gaven om te gaan, nog zóó alle scha keeringen te geven en alles voor de groote scènes te sparen, dat haar vrienden met trots konden zeggen dat is vu ónze mevrouw Mann! „En nu is alles verleden. Bij som mige gelegenheden rijst die groote tijd weer eens voor ons op en dan geden ken wij mevrouw Mann als een uit verkoren kunstenares, als een vrouwt die allen, die haar liefhebben, die lief de veelvoudig door haar kunst weer geeft." lijk. Daarom ls het van zoo groot gewicht, dat Colijn voor de realiteit niet blind is en vecht tegen tarief muren. Zoo'n medestrijder is een bondgenoot van betee- cc nis. De hespuiting van vruchtboomen met oarbolineum die dezen winter op ruime schaal ls toegepast had ten doel de bestrijding van een aantal parasieten, die de groei der boomen benadeelen, waardoor deze bespuiting een belangrijk hulpmiddel is om meer en beter fruit te verkrijgen. Van nog meer belang voor de voortbrenging van eer ste kwaliteit fruit zijn echter de voorjaar- en zomerbe- spuitingen, omdat deze dienen moeten om de schurft ziekte te bestrijden, die de z.g. roestvlekken op appels en peren veroorzaakt, welke dit in kwaliteit zoo zeer doen verminderen. In verband hiermede moet de toepassing dezer voor- Jaars- (en ten deele ook zomer)-bespuitingen met den meesten aandrang worden aanbevolen. Ook in Amerika waarmen de vruchten van onberispelijke kwaliteit miste. Ze was een doortrapt slechte vrouw. Laat dat vol doende zijn. Maar heb het hart niet, in haar voetstappen te treden!" „Ik geloof het niet!" siste Charmaine tussóhen haar doodsbleeke lippen. „Ik... Ik kan het niet gelooven!" „Zoo, kun je het niet gelooven?" In de oogen van Gri selda verscheen een oogenblik een roode gloed; ze be schouwde het voor haar staande bevende meisje een se conde lang met een blik van onuitsprekelijken haat. „Dan zal ik je er nog iets bij vertellen, wat ik Je niet zou aanraden aan de familie Conister bekend te maken, daar ze het hoofd nogal tamelijk hoog in de lucht schijnt te dragen. Je mag van geluk spreken dat je goed en wel getrouwd bent, want op géén lid van onze familie kan je éénig recht laten gelden. De hemel mag weten aan wie je je bestaan te danken hebt, maar behalve dat je In het huwelijk geboren werd heb je geen recht op onzen naam. Ziedaar! Nu weet je het! Je bent er nieuws gierig naar geweest en nu heb ik je Ingelicht! Misschien zal dat je voortaan een toontje lager laten zingen." Bij deze laatste woorden had ze zich omgedraaid en liep op de deur toe. Achter haar werd geen geluid ver nomen, en ze verliet de kamer zonder het hoofd om te wenden. Maar tante Edith, die terstond na het vertrek, van Griselda de kamer weer binnengetreden was, vond Charmaine Ineengedoken en nauwelijks bij het bewustzijn op den vloer. Juffrouw Dioker, die er haastig bijgeroepen werd, leende de behulpzame hand, en te zamen brachten ze het meisje tot het leven terug, maar al haar krachten schen enhaar verlaten te hebben.Het eenige wat ze doen kon was zich aan haar oude kindermeid vastklampen en haar smeeken haar niet alleen te laten. „Liefje, alsof dat mijn voornemen was!" zei juffrouw Dicker. „Kom, kom nu! Blijf een oogenblik stilletjes lig gen. En trek je van Juffrouw Griselda of van wie ook niets aan! Alles is ln orde, alles. Het heeft je alleen maar veel te veel aangepakt" Tante Edith evenwel, met haar dieper Inzicht ver moedde veel meer dan voor juffrouw Dicker duidelijk was en toen Charmaine zich een weinig hersteld had, fluisterde ze de vrouw toe dat ze Basil moest gaan ha len en nam zelve de plaats van juffrouw Dicker bij Charmaine in. „Charmaine, liefste," zei ze, zeer teeder, maar vastbe raden, „lk weet niet wat je onmenschelijke zuster tegen je gezegd heeft en het is me onverschillig ook. Alleen wilde ik dat je het volgende begreep. Nu ben je de vrouw van Basil onthoud het goed Basll's vrouw. Niets kan daaraan, of aan jou, verandering brengen. Klamp je dus daaraan met Inspanning van alle kraohten vast, en laat ai het overige schieten. Weet je wat ik be kweekt die ons fruit zoo zeer concurrentie aandoen, past men deze bespuitingen op zeer ruime schaal toe, en juist zij zijn de oorzaak vanvdeze kwaliteit Waar men op dit oogenblik in ons land over een voldoende uitrus ting aan motor- en handsproeimaohines beschikt mogen zij niet achterwege blflven. Met kracht moet de kwaliteitsverbetering van ons eigen fruit nagestreefd worden. De eerste bespuiting moet uitgevoerd worden kort voor den bloei, als de zoogenaamde bloèmknoppen (eigen lijk zijn het gemengde knoppen) zijn losgegaan, de af zonderlijke bloemknopjes vrij staan en de kleur der bloemblaadjes juist begint zichtbaar te worden. Men kan dan spuiten met Bordeauxsche pap (1% Kg. kopervi triool en 1 Kg. kalk op 100 L. water). Dit middel ls voor de eerste bespuiting het, werkzaamst maar aangezien de bereiding ervan eenigszins bewerke lijk is (men moet de beide oplossingen van kopervitri ool en kalk eerst afzonderlijk bereiden en daarna samen voegen) en het voor volgende bespuitingen, die eveneens noodig zijn, bij appels n i e t en bij peren minder goed ge bruikt kan worden, gaan velen er thans toe over, ook voor de eerste bespuiting te gebruiken: Californische pap (zwavelkalkpap), die man gereed voor gebruik kan koopen. Meu neemt van dit middel dan 1 deel op 15 deelen water. Er wordt thans propa ganda gemaakt voor slappere oplossingen, namelijk van 1 op 40 water voor de eerste bespuiting. Aange zien de bruikbaarheid van deze slappe oplossingen, althans voor de eerste bespuiting nog volstrekt niet doel, lieveling?" „Dat weet ik juist niet," zei Charmaine flauwtjes. „Ik bedoel," verklaarde tante Edith met veel nadruk „dat hij alleen houdt van jezelve zooals je bent; niet om iets anders, dat tot het verleden behoort Hij heeft je genomen ln lief en in leed evenals jij hem geno men hebt liefste en nu bestaat je eenige plicht hierin, dat je een trouwe en liefhebbende vrouw voor hem bent Tob niet over gedane zaken, Charmaine! Je neemt het leven te zwaar op. Wees gelukkig, lieve kind! Het is de eenige mogelijke manier om hem gelukkig te makeru Vergeet alles, behalve dat!" „O, kon lk maar!" kermde Charmaine, te midden van een plotselingen tranenvloed. „Kon lk maar!" Tante Edith nestelde haar dioht tegen zich aan. „Lie veling, je kunt je zult! Begin terstond! Zet alle ver ontrustende gedachten op staanden voet uit je hoofd! Spreek er niet van denk er niet aan! Je bent nu ge trouwd. Je behoort aan Basil. Herhaal dat telkens tot jezelve, en dat je wat er ook gebeure verplicht bent hem gelukkig te maken. En er is niemand die dat kan, behalve jij. Ik geloof dat je dat niet voldoende be grijpt. Hij vertrouwt zoo volkomen op je, Charmaine, dat je hem daarin niet teleur mag stellen." De tranen stonden tante Edith zelve in de oogen, en, tegen haar aangevleid, scheen Charmaine iets van haar vroeger kinderlijk vertrouwen te herkrijgen. „Dat zal lk niet! Dat zal ik waarlijk niet!" beloofde ze pleohtlg. „Het spijt me zoo me gedragen te hebben zooals lk nu deed. Kunt ge het mij vergeven?" „Of lk je vergeven kan, kleine lieveling!" riep tante Edith met warmte. „Welk een onzin! Als we allen zoo veel van je houden, en niet anders verlangen dan dat je gelukkig zult zijn!" „Dan zal lk het ook zijn dan zal Ik!" beloofde Charmaine. „Vertel niemand hoe kinderachtig ik me aangesteld heb! Het is nu geheel over, en het zal me niet meer gebeuren. Ik zal alles zijn wat Basil ver langt" „God zegene je daarvoor, lieveling!" zei tante Edltlv Ze bemerkte met groote verademing dat ze den rech ten toon aangeslagen had, en toen juffrouw Dicker te rugkeerde, vond ze haar beschermelinge weer op de been en bijna voor de afreis gereed. „Weer net iets voor juffrouw Griselda om roet In het eten te gooien," mompelde ze, terwijl ze Charmaine hielp de laatste hand aan haar tollet te leggen. ,Maar nu ben je in de beste handen, liefje, trek je er dus verder niets van aan." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1