SchagerCourant
Raad
Noordscharwoude.
Raad Schoorl.
Tweede Blad.
CALLANTSOOG.
Afscheid
Mevr. J. H. C. Brouwer—Meijer
Donderdag 17 April 1930.
73ste Jaargang. No. 8648
Vergadering van den Raad dezer gemeente op Dins
dagavond 8 uur.
Voorzitter Jhr. A. L. van Spengler, secretaris de
heer K. G. Reinders.
De Voorzitter zegt, dat de heer De Geus wegens
lichte ongesteldheid verhinderd is aanwezig te zijn.
Voorzitter uit zijn teleurstelling over den minder
rooskleurigen toestand den landbouw betreffende.
Spr. heeft juist gelezen dat van Staatswege een com
missie ingesteld zal worden en hoopt dat daardoor
maatregelen genomen zullen worden tot verbetering.
De notulen van de vorige vergadering worden on
veranderd goedgekeurd.
Mededeellngen.
De Voorzitter doet de navolgende mededeelingen:
a. Dat aan mej. Wouda een ziekteverlof is ver
leend van 6 weken, en dat mej. Groenland van Alk-
rqaar als tijdelijk onderwijzeres is aangesteld.
b. Dat naar aanleiding van de besprekingen in de
vorige vergadering over een fietsverbod bij de Ooster
straat, B. en W. hierop nog nader zullen terugkomen
in verband met onderhandelingen tot opruiming van
den stal van café „de Burg".
Ingekomen stukken.
a. Proces-verbaal van kasopname bij den gemeen
te-ontvanger. De ontvangsten bedragen f 136842.49^,
de uitgaven f 135549.06K, alzoo een batig saldo van
f 1293.43.
b. Van het gemeentebestuur van den Helder het
verslag van de op 19 Februari jl. aldaar gehouden
bespreking inzake de inrichting van een districts-
schoolartsendienst. B. en W. komen t.z. tijd met een
voorstel.
c. Van Ged. Staten bericht van ontvangst van de
verordening tot aanvulling der algem. politieveror
dening betreffende trekhondenkeuring.
d. Een adres van het gemeentebestuur van Alk
maar betreffende benoeming tot het college van re
genten van het Stadsziekenhuis.
e. Een adres van de Nederlandsche Thermochemi
sche fabrieken,
f. Van den heer Bierman van Terschelling een
schrijven, dat hij zijn benoeming als onderwijzer aan
de O. L. school aanneemt.
g. Van den heer K. Boot Jz., dat hij zijn benoe
ming als lid van de plaatselijke schoolcommissie
aanneemt; idem van de heeren H. Swager (tevens als
lid van het Burgerlijk Armbestur), K. de Vries, J.
Doets en B. J. Wilmink.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
h. Een adres van de Tuchtunie met verzoek om
toe te treden als lid of donateur. Besloten wordt dit
aan te houden tot de begrooting 1931.
i. Een adres van de Nationale commissie tegen
het alcoholisme, dat dit jaar het aantal vergunnin
gen gewijzigd kan worden.
Voorzitter zegt, dat het aantal thans 5 bedraagt en
er volgens de wet 7 mogen zijn. Door de meerderheid
van het college wordt voorgesteld het aantal op 4
terug te brengen, door de minderheid om den toe
stand zoo te laten als ze is.
De heer Ootjers zegt, dat den vorigen keer beslo
ten is het aantal van 3 op 5 te brengen. Het zou nu
eigenaardig wezen om van houding te veranderen.
Spr. wil het aantal op 5 bepaald zien blijven.
De heer Schrijver is er voor om het aantal terug
te brengen.
De heer Barten zegt, dat het biergebruik hier in
tegenstelling met het gebruik van sterken drank
groot is, niettemin is spr. er voor om het aantal te
verminderen.
In stemming gebracht verklaren de heeren Barten,
Kwadijk en Schrijver zich voor vermindering, terwijl
dé heeren Kooij, Ootjers en Zut zich hier tegen ver
klaren. De stemmen staakten dus.
,j. Van Ged. Staten een adres over de kanalisatie
van Westfriesland, dat door het Rijk een derde in de
kosten zullen worden gedragen, en dat door deze ge
meente slechts f 1000.— subsidie is verleend, inplaats
van de gevraagde f 1500; tevens dat het kanaal Hui-
gendijk-Kolhorn in elk geval zal worden uitgevoerd
als de vereischte medewerking wordt verkregen.
Beslot enwordt het genomen besluit te handhaven.
Premievrij pensioen voor de lagere amb
tenaren.
Nu volgens de nieuwe regeling burgemeesters, se
cretarissen en ontvangers in het genot gesteld wor
den van premievrij pensioen, stellen B. en W. voor
dit ook te geven aan den gemeenteveldwachter e.a.
De heer Kwadijk juicht het voorstel toe, doch
vraagt, of dit ook geldt voor het personeel der gas
fabriek.
De Voorzitter zegt van wel. Aldus werd besloten.
k. Een adres van den Nederlandschen Zwembond
met verzoek om ook in deze gemeente over te gaan
tot het doen bouwen van een zweminrichting.
De Voorzitter wil dit aan het particulier initiatief
overlaten. Mocht het zoover komen, dan zal men
misschien tot moreelen steun verplicht zijn.
Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
Kosten van het bijzonder onderwijs.
Over het jaar 1930 zullen de kosten als volgt be
dragen: voor de school met den Bijbel f555.66. voor
dé R.K. jongensschool f 1729. voor de R.K. meisjes
school f 1929.94.
1. Een adres van de vereeniging „de Koophandel"
met verzoek om een subsidie van f80.— voor den
telefoon-nachtdienst.
B. en W. stelen voor, goedgunstig te beschikken. Al
dus besloten.
m. Een adres van het R.K. kerkbestuur met be
leefd verzoek de benoodigde gelden te mogen ont
vangen voor het aanschaffen van nieuwe gordijnen
in de meisjesschool, alsmede leer- en hulpmiddelen
voor het 7de leerjaar. Aldus besloten.
n. Een adres van mej. J. W. L. Smetsers, dat zij
wegens vertrek binnen korten tijd bedankt als lid
4 van de commissie tot wering van schoolverzuim.
B. en W. komen thans met de volgende aanbeve
ling: 1. mej. G. M. Bruin; 2. mej. Smetsers. Eerstge
noemde wordt met algemeene stemmen gekozen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat wat betreft de
geldleening voor het nieuwe Raadhuis, nog bespre
kingen plaats zullen vinden met Ged. Staten.
De Voorzitter verwijst den heer Schrijver naar zijn
antwoord in de vorige vergadering.
De heer Kwadijk dringt er op aan, dat de gemeen
tewerkman thans vast aangesteld wordt.
De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is hier bij
de eerst volgende begrooting op terug te komen.
De heer Kwadijk vraagt, waarom aan den zoon van
den heer Oosterlee tijdens zijn werkzaamheden als
tijdelijk gemeente-opzichter geen vergoeding is toe
gekend. Spr. acht dit niet juist.
De Voorzitter zegt, dat in het belang van den heer
Oosterlee zelf, zijn zoon als zoodanig is aangesteld.
De heer Ootjers sluit zich hierbij aan.
Hierna volgt sluiting.
(Door vertraging met de post eerst heden geplaatst.)
Wij verzoeken onze correspondenten aan den Lan-
gendijk vooral hun volle aandacht aan de postzen-
dingen te wijden, er is tegenwoordig steeds vertra
ging.
Het was voor het onderwijs aan de O.L.-school te
Callantsoog Dinsdag .jJ. een belangrijke dag. Dien dag
toch zou Mevr. J. H. C. BrouwerMeijer haar afscheid
nemen van de school en het onderwijs, daar haar met
Ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag was verleend uit
haar betrekking.
Om 2 uur 's middags waren alle kinderen in één lo
kaal verzameld, terwijl bovendien aanwezig waren:
B. en W. van Callantsoog, met hunne dames, de school
arts, Dr. E. E. Oterdoom en echtgenoote, de heer P.
Vos, lid van de commissie van toezicht op het L.O., de
heer Jac. Mooij Tzn., lid der commissie tot wering
van schoolverzuim, de heeren Jac. van Scheijen, Joh.
Baken en Mevr. G. HollanderKuijper, leden der Ouder
commissie, Mevr. M. A. Ch. SmitDu Pied, alsmede
het onderwijzend personeel. Verder waren nog aanwe
zig de dames J. en E. Meijer, zusters van Mevr. Brou
wer.
Door een viertal meisjes werd hierop het echtpaar
Brouwer binnengeleid. Nadat allen plaats hadden ge
nomen, nam de heer E. Smit, hoofd der school, het
woord. Hij sprak ongeveer het volgende:
Dames en Heeren, Het is mij een aangename taak
als hoofd der school alle aa.nwezigen hartelijk welkom
te heeten bij het afscheid dat Mevr. BrouwerMeijer
dezen middag zal nemen. Mevr. Brouwer of liever Juf
frouw Brouwer, deze naam klinkt ons bekender en
vertrouwelijker in de ooren, het was Uw wensch om
nog eens een middag óaet Uw leerlingen samen te zijn
om van hen afscheid te kunnen nemen en het doet onc
buitengewoon veel genoegen, dat Uw gezondheidstoe
stand weer zoo is, dat U daartoe in staat is. U had dat
afscheid éénvoudig willen doen zijn, zonder toespraken,
alleen oen samenwezen met de jeugd, dat het niet zoo
eenvoudig zal verloopen, ik hoop dat U daarmee genoe
gen zult nemen. Ik geef U de verzekering, dat de
kinderen het op prijs stellen, dat Uw belangstelling
nog naar hen uitgaat en lk hoop, dat deze middag èn
voor U en voor hen zoo mag zijn, dat hij lang In de
herinnering mag voortleven. Voordat ik thans de ge
legenheid wil geven om het woord hier te voeren, wil
len eerst de kinderen hun scheidende onderwijzeres een
afscheidsliedje toezingen. Laat dit voor U een uiting
zijn van hen voor de waardeering van hetgeen U voor
hen zijt geweest.
Na het zingen van een voor deze gelegenheid toepas-
stelijk lied gaf de heer Smit gelegenheid om 't woord
te voeren.
Als eerste spreker richtte thans de EdeTachtb. heer
Burgemeester Mr. D. Breebaart het woord tot Mevr.
Brouwer en den heer Brouwer. Hij sprak als volgt.
Gaarne zal lk van deze gelegenheid gebruik maken
om van deze plaats enkele woorden tot U te spreken.
Wel wacht mij na afloop van Uw afscheid van de kin
deren nogmaals de taak om namens de burgerij tot U
te spreken, maar ik wil toch niet nalaten U hier, te
midden der kinderen, die zoo lang Uw leerlingen zijn
geweest, toe te spreken. Ik gevoel, dat het zwaartepunt
van dezen middag ligt in het afscheid nemen speciaal
van de leerlingen, aan welker onderwijs U zich steeds
zoo met hart en ziel hebt gewijd. Voor U heeft dit af
scheid een groote beteekenls. De meeste kinderen zullen
dat op dit oogenblik nog niet beseffen, wellicht later
wel, wanneer zij, eenmaal ouder geworden zullen Inzien,
wat zij eigenlijk van U geleerd hebben, wat zij U te
danken hebben. Dan zullen zij pas werkelijk waardee-
ren, wat thans nog niet tot hen doordringt. Enkele
malen heb ik het genoegen gehad een les van U bij
te wonen. Mijn komst had niet ten doel te controleeren
of U Uw plicht deed, neen, het was alleen nieuwsgie
righeid. Ik maakte vergelijkingen met het onderwijs
van vroeger, toen ik zelf nog op de schoolbanken zat
en ik kwam onder de bekoring van Uw les. U was zoo
boelend in 't vertellen naar aanleiding van een der vele
platen langs den wand, dat de kinderen met open
mond ea ooren zaten te luisteren. Ik kreeg den Indruk:
Hier is iemand bezig die de kinderen weet te pakken,
die goede grondslagen legt voor hun verdere ontwik
keling. Ik kan me nog zoo goed herinneren een vroo-
lijk voorval uit één Uwer lessen. Ik hoor U nog zeggen:
En kom jij nu eens voor 't bord Piet en schrijf jij nu
eens op: piet Er kwam echter heel iets anders op 't
bord te staan, een woord dat met veel tact door U werd
uitgewischt waarna U gewoon met Uw werk voort
ging. Ik moet mijn toespraak thans kort maken, daar
ik anders wellicht ln herhalingen zou vallen. Ik hoop,
dat dit afscheid van Uw kinderen een mooie herinne
ring zal blijven aan het einde van Uw werkkring. Ik
hoop daarbij, dat U steeds met voldoening mag blijven
terugzien om 't vele werk, dat U hier in 't belang der
Oallantsoogsche kinderen hebt verricht
Nadat de kinderen op eenige versnaperingen waren
onthaald en dus ook hun monden Iets te doen hadden
gekregen, werd het woord gevoerd door den heer Dr.
E. E. Oterdoom, schoolarts. Deze sprak aldus: Mevr.
en Mijnheer Brouwer, kinderen, Dames en Heeren, Even
heb ik geaarzeld of ik wel gerechtigd was hier het
woord te richten tot de scheidende functlonnaresse.
Daar echter niemand het woord meer vraagt voel lk
me geroepen, mede namens mijn vrouw, eenige woorden
tot U te spreken, al ls dit afscheid dan ook min of meer
van intiemen aard. Een Duïtsche uitdrukking luidt:
..Scheiden, ach scheiden, tut Weh!" In dat „Weh" vond
ik de noodige aansporing en durf eenige woorden te
zeggen tegen de kinderen, waarvoor U zooveel hebt
beteekend. Wanneer lk als schoolarts zou spreken, zou
ik hier spoedig uitgesproken zijn; ik zou slechts kun
nen opmerken, dat het voor den schoolarts een genot
is deze school te bezoeken, omdat alles steeds in zoo'n
keurigen staat ls. Ik wil me echter voorstellen een der
leerlingen dezer school te zijn. Ruim dertig jaar ls 't
nu al weer geleden, dat ik de school betrad en zoo
lang is hier toch ook Jufrouw Brouwer reeds hier. Ik
herinner mij mijn juffrouw nog heel goed. Ook nu nog
staat zij nog steeds voor de klas en 't is mij steeds ge
bleken, dat de kennismaking van mij met die juffrouw
niet alleen bestond uit T feit, dat zij gedurende 2 jaar
haar best heeft gedaan om mij wijzer te maken en ik
mijn best om wijzer te worden, neen, het is mij ge
bleken, dat die juffrouw ook meeleefde met het verder
wel en wee van haar leerlingen, Als ik later eens een
examen had gedaan en 'k was zoo gelukkig geweest
te slagen, kreeg ik steeds een felicitatie van haar en
dath eb ik steeds op hoogen prijs gesteld. Onthoudt
kinderen, wat zooiets beteekent, bedenkt dat ook later.
Laat in. jullie zijn, groote dankbaarheid voor de ve'e
moeite. de groote ijver en vooral ook het groote ge
duld, dat Juffrouw Brouwer steeds voor jullie betoond
heeft, als ze jullie de beginselen trachtte bij te bren
gen van het lezen, het „aap, noot, mies" en de moei
lijkheden van het 2 maal 2 is 4. Later zul jullie be
seffen, dat het 'n voorrecht ls geweest, zulk 'n onder
wijzeres te hebben gehad. Ja, Juffrouw Brouwer, bij
kinderen Is vaak wel het voornemen aanwezig om dit
of dat niet te vergeten, maar bij ons ouderen, blijven
zulke dingen vaster in den geest aanwezig. Dat blijkt
mij ook telkens, als lk in mijn praktijk over U hoor
spreken. De sympathie in de gemeente Callantsoog voor
U is groot, dat weet ik. Zoo las ik zelfs in het verslag
over de raadsvergadering in „de Schager Courant', dat
door den oudsten wethouder ten opzichte van werd
gezefd, dat heel Callantsoog de begin-oplelding van U
heeft genoten. Naar des sprekers leeftijd uitgaande,
die niet ver van de 70 jaar af ls, zou ik zeggen, dat
U dan nu zeker minstens Uw gouden jubileum moet
vieren. Deze gouden kroon hebt u dubbel en dwars ver
diend. Ik wensoh U toe nog een lange reeks van ge
lukkige jaren, met een behoorlijke gezondheid. Dat U,
wel uit de school zijnde, toch nog lang belang moge
blijven stellen in de Callantsoogsche jeugd; dat U nog
lang getuige moge zijn van de bloei der school.
Als dan de kinderen nogmaals zijn getracteerd en de
rust ls wedergekeerd, wordt nog het woord gevoerd
door den voorzitter van de Oudercommissie, den heer
Jac. van Scheijen. Hij sprak de volgende woorden: Ik
heb de taak U, mevr. Brouwer, dank te brengen na
mens de vele ouders, die Uw werk met belangstelling
hebben gevolgd, omdat daarmee toch zoo nauw samen
hing het heil hunner kinderen. Ruim 30 jaar, met een
onderbreking van eenige jaren, hebt U hier voor de
klas gestaan. Ik zelf heb reeds les van U gehad ~n nu
ook reeds weer drie mijner kinderen en ik heb Uw
werk steeds op prijs gesteld. Ik twijfel er niet aan of
het verlaten der school zal U zwaarder vallen dan Uw
eersten schooldag, nu ruim 30 jaar terug. Dat U nog
vele jaren van uw rust moge genieten. Ook wat het
schoolfeest betreft, hoop lk, dat U en ook Uw echtge
noot hun steun zullen blijven geven, want die krach
tige steun hebben wij zeer noodig. Ik hoop dat deze dag
nog lang in Uw herinnering mag blijven.
Nu volgt weer een onthaal van de kinderen. Dan
neemt de heer E. Smit, hoofd der school, weer het
woord, thans om namens de kinderen een woord te
spreken. Spreker zegt dan:
Beste juffrouw Brouwer. Het zij mij vergund na
mens de kinderen nog een kort woord tot U te spre
ken. Een woord van dank namens hen in de eerste
plaats. De school is voor hen de voorbereiding voor
het leven, 't is een gewennen aan tucht, aan plicht,
aan werkzaamheid. De grondslagen daarvoor heeft U
een reeks van jaren bij de Callantsooger jeugd gelegd
en buitengewoon goed. Onderwijs geven is moeilijk,
wij onderwijzers ondervinden dat iederen dag, maar
onderwijs geven in de laagste klasse is buitenge
woon moeilijk. Wanneer de kleintjes pas op school
komen, is dat voor hen een moeilijke overgangstijd.
Het is U steeds gelukt om hen ongemerkt aan dat
nieuwe te doen gewennen. Ondanks het toenemen
van uw jaren is het U mogelijk geweest kind met
de kinderen te zijn. Dat eischte opgewektheid, liefde
voor het kind en een goede lichamelijke gesteldheid.
De beide eerste eigenschappen hebt U tot 't einde be
houden, 't gemis der laatste eigenschap is oorzaak,
dat U thans voor het laatst hier bij ons bent Weest
U er echter van overtuigd, dat de kinderen Uw werk
zullen weten te waardeeren en U lang in dankbaar
heid zullen gedenken. Ze willen dezen dag aan die
dankbaarheid uiting geven niet alleen door U af
scheidsliederen toe te zingen, maar ook door U een
cadeau aan te biederf. Ik verzoek U even te willen
wachten, opdat thans de kinderen gelegenheid zal
worden gegeven hun „cadeautje" te halen.
Door een viertal sterke jongens wordt hierna het
cadeautje binnengebracht, een pracht van een di
van. De oudste leerlinge der school, Annie van
Scheijen, richt dan het woord tot haar scheidende on
derwijzeres. Zonder eenige hapering, duidelijk ver
staanbaar zei deze ongeveer:
Beste juffrouw. Wij zijn erg blij, dat U weer zoo
veel beter bent, dat U hier in school kan komen om
afscheid van ons te nemen. Namens de kinderen
dank ik U voor alles, wat U ons heeft geleerd en we
willen U als aandenken een cadeau schenken, waar
van U, naar wij hopen, nog lang een nuttig en aan
genaam gebruik zult kunnen maken.
Dan is het woord aan de scheidende juffrouw. Ze
dankt de kinderen ontroerd voor het prachtige ca
deau. Zij had niet kunnen denken, dat men haar af
scheid zoo zou maken. Wel hebben de kinderen een
weemoedig versje gezongen, maar toch hebben ze op
gewekte, vroolijke gezichten. Zij wil dan ook niet
treurig zijn en denken, aan het vele goede, dat het
leven haar nog brengen kan. Zij hoopt een nuttig ge
bruik van het prachtige cadeau te maken en mede
daardoor een goede gezondheid te zullen verkrijgen.
Als ik op mijn divan lig, zal ik vaak aan jullie den
ken. Ik heb hier op school bij jullie een prettigen
tijd gehad. Jullie kinderen, jullie had ik lief.-
Na deze ontroerende woorden heerschte er eenige
oogenblikken stilte. Daarna zingen de kinderen hun
tweede afscheidsliedje. Juffrouw Brouwer zegt naar
aanleiding daarvan nog: Kinderen, jullie zingen: Nu
gij ons hier gaat verlaten. Ik verlaat jullie wel in de
school. Maar mochten er soms zijn die mij nog eens
noodig mochten hebben, die hulp of steun van mij
willen vragen, laat zij gerust komen, mijn deur zal
altijd voor jullie open staan.
Hierna neemt de heer E. Smit nogmaals het woord.
Hij spreekt dan het volgende: Wat moet ik thans
nog zeggen. Iets namens het personeel. Dat wordt
dan eenigszins alleen voor mij zelf. Het overige per
soneel heeft in 't geheel niet of slechts kort met U
samengewerkt op de meest prettige wijze. Bij mijn
komst in 1922 zal het U wel even vreemd geweest zijn.
een nieuw hoofd, een zoo jong hoofd nog, als dat
maar goed ging. Nu 't is heel goed gegaan. Nooit is
er iets voorgevallen in al die jaren, wat de prettige
verstandhouding verstoorde. Ondanks Uw jaren paste
U zich bewonderenswaardig aan bij de nieuwe me
thodes, de nieuwe inzichten en steeds was het on
derwijs bij U no. 1-. Ik dank U daar hartelijk voor en
ik hoop, dat het U gegeven moge zijn, nog vele jaren
van Uw welverdiende rust te mogen genieten.
Hierna wordt een brief voorgelezen van den heer
Joh. Langhorst, vroeger hoofd der school te Callants
oog. In hartelijke bewoordingen wordt ook door hem
gewezen op de prettige samenwerking met juffr.
Brouwer en haar liefde voor haar werk.
Dan wordt het slotwoord door den heer Smit ge
sproken. Hij zegt nog: Er zijn nu ernstige dingen ge
noeg gezegd. Juffrouw Brouwer is nu voor 't laatst
bij ons, 't is ons afscheid van haar. Laten we nu geen
weemoedig afscheid nemen, maar een afscheid met
een vroolijk: Lang zal ze leven.
Hierna dankt mevr. Brouwer de kinderen voor den
onvergetelijken middag, dien zij haar bereid hebben,
't Was een afscheid dat bij allen zeker lang in de
herinnering zal blijven.
Nadat de kinderen dan de school verlaten hebben,
volgde het afscheid van mevr. Brouwer-Meijer van de
burgerij. Ook dit werd in een der lokalen der school
gehouden. Als eerste spreker neemt de Edelachtb.
Heer Burgemeester Mr. Breebaart dan het woord en
zei het volgende:
Dames en Heeren! Ik zal trachten niet in herha
lingen te treden. Ook de burgerij van Callantsoog
voelt dit afscheid van mevr. Brouwer als een gewich
tige zaak. U, mevr. Brouwer, is nu aan 't eind van
uw langen loopbaan gekomen. Afscheid van de
schoolkinderen heeft U zooeven al genomen, maar
hier wil ik U namens het gemeentebestuur en de
burgerij hartelijk dank brengen voor het zeer vele
dat U voor de tegenwoordige en de vroegere jeugd
van Callantsoog hebt gedaan ln al de jaren dat U
aan onze school verbonden is geweest. Aan minstens
2 generaties hebt U de beginselen der wetenschap bij
gebracht, waarvan ze in hun later leven 'de vruch
ten zullen plukken, of er nu reeds de voordeelen van
ondervinden. Uw zeer groote ijver en Uw taaie vol
harding zijn voor velen een uitstekend voorbeeld ge
weest. Bij al Uw werken heeft U echter een groot©
steu naast U gehad, n.1. uw echtgenoot. U krijgt
alle lot en hij komt er „bekaaid" af. Toch is het
voor een groo eel ook aan hem te danken, dat U
zoolang Uw katen aan het onderwijs hebt kunnen
geven. Ilij heen zich veel opofferingen moeten ge
troosten. Weinig was U thuis, en xt gemeentebestuur
en burgerij is hem voor al de opofferingen oprecht
dankbaar.
Ons provinciaal bestuur is zuinig als 't betreft toe
stemming te geven tot het aanbieden van cadeaux bij
een of ander jubileum. Daarom hebben de echtgenoo-
ten der beide wethouders het initiatief genomen, d©
handen uit de mouwen gestoken om gelden in te za-
malen voor een aandenken voor U.
Zie hier nu de cadeaux van de burgerij. Dan worden
binnengebracht een keurige crapeaud, een prachtig©
staande schemerlamp en een schitterende bloemen
mand.
Dan vervolgt spreker: Laat dit voor U niet zijn een
dag van weemoed. Laten deze cadeaux voor U een
reden zijn, om met dankbaarheid op Uw werk cn op
dezen dag terug te zien. Laten ze voor U zijn een
uiting van groote dankbaarheid voor het vele werk
wat U voor hun kinderen en ook voor vele ouders
zelf hebt gedaan.
Mevr. J. Kooger-Ree brengt namens mej. G. Prins-
Hollander een vriendelijk dankwoord voor alles wat
mevr. Brouwer voor haar gedaan heeft.
Dan neemt de heer P. Vos het woord om ongeveer,
het volgende te zeggen:
Mevrouw Brouwer. Als lid der commissie van toe
zicht op het L. O. wil ik hier eenige woorden tot U
spreken. Persoonlijk heb ik veel omgang met U ge
had. Zelfs heb ik bif U nog in de klas gezeten. Al
mijn kinderen hebt U geleerd. Daarom heb ik Uw
werk dubbel leeren waardeeren. Toen U zich dan ook
wer benoembaar stelde in 1920 heb ik van harte me
degewerkt als wethouder om U weer als onderwij
zeres terug te krijgen. Ik en zeer vele ouders met
mij zijn U hartelijk dankbaar voor het vele werk, dat
U voor ons en onze kinderen hebt gedaan. Dat U nog
heel lang van Uw welverdiende rust zult mogen ge
nieten.
Mevr. Brouwer brengt dan zeer ontroerd, dank
voor alles wat er dezen middag voor haar gedaan
is. Het is voor haar een dag om nimmer te verge
ten. Ook de heer J. Brouwer dankt ieder die meege
werkt heeft aan dezen voor zijn vrouw zoo mooien
dag.
De heer Mr. D. Breebaart brengt dan dank aan de
aanwezigen voor hun tegenwoordigheid en aan het
Hoofd der school, die zoo welwillend was om voor
deze plechtigheid een lokaal af te staan. Dan was
het einde daar van een middag opgezet om een ver
dienstelijk lid der gemeenschap hulde te brengen
voor het vele werk in en buiten de school voor de
bewoners van Callantsoog verricht.
Vergadering van den Raad op Woensdag 16 April 1930,
des morgens 10 uur.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de heer Baron van Fridagb, burgemeester,
Secretaris de heer Smits.
Met een woord van welkom opent de Voorzitter de
vergadering, waarna de notulen door den Secretaris
worden gelezen; ze worden onder dankzegging goedge
keurd.
Mededeelingen en Ingekomen stokken*
Van de groote serie mededeelingen en ingekomen
stukken vermelden we, dat Ged. Staten hebben verdaagd
de beslissing omtrent den aankoop van grond voor bet
gymnastiekonderwijs. In verband met het bezwaarschrift
van het R.K. schoolbestuur zullen de stukken van 2—
16 April ter provinciale griffie ter inzage liggen en de
Voorzitter verwacht dat spoedig na Paschen in een
openbare zitting van Ged. Staten deze zaak behandeld
zal worden. B. en W. vragen of de raad wenscht dat het
standpunt van den raad door een deskuhdige zal wor
den verdedigd, en zoo ja, dan zal aan de Vereeniging
van Ned. Gemeenten om een deskundige gevraagd wor
den.
Hiertoe wordt besloten en den deskundige zal het
standpunt van den Raad kenbaar worden gemaakt
Ged. Staten keurden goed de raadsbesluiten tot aan
koop van grond aan het Achterpad, tot aankoop van
het z.g. Jodenkerkhof en tot het aangaan van een kas-
geldleening van ten hoogste f 200.000.
Tegen de rekening 1929 en de begrooting 1930 van de
Gezondheidscommissie te Beverwijk heeft de raad geen
bezwaar.
Mededeeling wordt gedaan over de kasopnamen bij ge
meenteontvanger en bij administrateur van het G.E.B.
In het rapport van den schoolarts wordt gewezen op
de vele kinderen die een slecht gebit hebben en op de
weinige mondbehandellng, die nog te constateeren valt
In Den Helder heeft een vergadering plaats gehad
over de distrlctsschoolartsendiensten. Tot een uitslag
kwam de vergadering niet de plattelandsgemeenten
spraken zich voor districtsdiensten uit, doch de beide
steden Den Helder en Alkmaar hielden zich liever bij
hun eigen schoolartsendienst.
Uit het verslag van de huisbezoekster voor de t.b.e.-
bestrb'ding blijkt dat in 8 gezinnen 12 patiënten onder
behandeling zijn en dat 106 huisbezoeken werden afge
legd.
De heer Koenraads werd aangesteld tot opzichter bij
den aanleg van het gasbulzennet, de tuinbouwvereeni-
ging te Schoorl dankte voor de toegestane subsidie en
verlicht en verwarmd schoollokaal.
In opdracht van den raad hebben B. en W. zich ge
wend tot den Keuringskring Barsingerhorn en deze
dienst deelde mede dat gelegenheid tot verwerken van
afgekeurd vee in zijn Inrichting bestaat. De groote die
ren worden dan afgehaald, de kleine dieren zullen op
een centraal punt bijeengebracht moeten worden en
voor het afhalen dier kleine dieren een vergoeding van
20 cent per K.M. ongeveer f 6 per rit gegeven moeten
worden. Wanneer er in deze omgeving meer belangstel
ling ontstaat en dus een gecombineerde route kan wor
den samengesteld, zal die vergoeding verlaagd kunnen
worden. Deze regeling aan te gaan voor een proeftijd
van 2 jaar. B. en W. oordeelen dat deze zaak niet zoo
urgent is en stellen voor om aan de Thermochemische
fabrieken voor een jaar uitstel te verleenen voor hun
verplichting om op 1 Januari 1930 de verwerkingsinrioh-
ting te Bodegraven in werking te stellen.
De heer Kaag stelt voor om tenminste voor de groote
dieren de overeenkomst met den kring Barsingerhorn
aan te gaan, en ls met don heer Duin van oordeel dat
van die inrichting van de Thermochemische fabrieken
toch niets komt
Voor den Voorzitter is het nog niet zoo zeker dat de
gemeente van de overeenkomst die met de Thermoche
mische fabrieken is gesloten, afkan, maar de raad oor
deelt dat de eerste stap om hiertoe te komen dient te
zijn om het groote vee, zonder het sluiten van een be
paalde overeenkomst, in de verwerkingsinrichting te
Schagen te doen verwerken. Met algemeene stemmen
besluit de raad daartoe en daarna wordt met 6 tegen
1 ste: a besloten om overeenkomst met de Thermoohf*
raische fabrieken als ontbonden te beschouwen, alleen
de heer Bijl stemde tegen.
Ingekomen was het verzoek om den Postweg op te
nemen in den aanleg van het gasbuizennet. Door den
directeur van het gasbedrijf was berekend dat deze aan
sluiting een verlies van f 60 zou opleveren, doch B. en
W. meenden omdat er onder de 5 perceelen, 2 zomerwo
ningen zfjn dat het tekort wel op f 100 gesteld zou kun
nen worden., B. en W. blijven bij hun standpunt dat voor
Rondvraag.
De heer Schrijver komt terug op de besprekingen
In de vorige raadsvergadering over de niet tegen
woordigheid van een arbeidersafgevaardigde bij de
officieele opening van het nieuwe Raadhuis. Spr.
hoopt dat bij volgende gelegenheden hiermede reke
ning zal worden gehouden.