Nieuw Leven in de Natuur. Het Feest van het Ontwakend leven, van de herboren natuur. Tweede blad SCHAGERCOURANT Zaterdag 19 April 1930 Oude Gebruiken. Vroege en late Paasch. PASCHEN, liet feest van het ontwakende leven, van de herboren natuur, van het nieuwe, jonge, bloeiende leven, dat zich baanbreekt, nu de winter voor de koesterende warmte van een stralende lentezon heeft moeten wijken. De winter, die de vette, vruchtbare aarde tot een harde steenklomp had saamgckncpen, de boomen verander de in kale, zwarte geraamten, hij heeft zijn plaats in den cirkelgang der natuur tijdelijk moeten inruimen voor die van de lente. Nu stroomt 'hot water Weer door beek en vliet, nu is de aarde weer zacht, en bereid het Vruchtdragend zaad te doen ontkiemen, dat aan haa/- schoot wordt toevertrouwd. Nu tooit, het geboomte zich weer met het nieuwe loof, dat er nog als een ragfijn weefsel overheen ligt. Altijd weer ontroert het den mensch, deze verjon ging van de natuur, en het grijpt hem met eerbiedige bewondering, wanneer hij in heilig zwijgen het groote mysterie van deze wondere her-geboorte aanschouwt. De bloemen hebben met Paschen ook haar bijzon dere beteekenis. Het wordt als zeer gelukkig be schouwd, met Paschen de eerste anemoon in het gras te ontdekken. (Men zegt, dat in vroeger tijden de Paasch-eieren werden gekleurd met liet sap uit de blaadjes van de anemonen.) De sleutelbloem (primula veris) kondigt ons de eerste lentedagen aan, waarop het geen winter meetr ds en toch het warme, zonnige weer nog uitblijft evenals een jong meisje een korte poos blijft toeven fusschen haar kindsheid en haar jonge-meisj es jaren. Zóó is de primula het zinnebeeld der eerste jeugd en wèl een goedgekozen en sprekend symbool. Het ds een genot de liefelijke, klokvormige, geüe, zoet rie kende bloemen voor het eerst te ontdekken; zij bloeien op vochtige plaatsen, verscholen onder het struikgewas. De zesbladige variëteit van de sleutelbloem wordt, als men haar vindt, als een geluksteeken in de liefde befschouwd. De sleutelbloem was de lievelingsbloem van den grooten Engelschen staatsman, lord Beacons- field (die in 18S8 stierf). Nu nog is de sleutel (pri- mose) het kentecken eener politieke partij in Enge land. Met Paschen is er het meest vraag naar witte bloemen, bijvoorbeeld lelietjes van dalen, witte nar cissen, witte irissen. (De iris wordt vaak Paasc'hlelie genoemd.) Tulpen en hyacinthen bloeien soms omstreeks Paschen; dan krijgen we al spoedig de sneeuwballen, den gouden regen, de kamperfoelie en de jasmijn, alles groeit en bloeit ter eere van Ostera, de Ger- maansche voorjaarsgodin! (wier naam nog bewaard is gebleven in het Duitsche woord voor Paschen, Ostern. en in het Engelsch Easter). De hyacinth is het zinnebeeld van het spel. De Grieksche mythologie vertelt ons hoe onder het spe len met dobbelsteenen aan den oever van de rivier Amphrysus, Apollo, in een opwelling van oogenblik- kelijken toorn, den schooncn jongeling Hyacintus doodde. Toen Apollo hem, in snel berouw, ondanks zijn pogingen niet weer in liet leven kon terugroepen, veranderde hij hem in een bloem, die den naam hyacinth heeft gekregen. Aan do oevers van dn Bosporus was de tulp het zinnebeeld dei* hartstochtelijke liefde en der on standvastigheid!.... De tulp kroonde in den vorm van een „tulipan" of tulband het hoofd van den sultan en dergenen, die de bloemen aanbidden en hun schoone vrouwen gevangen hielden achter ondoor dringbare muren. De Turken waren afgodisch inge nomen met tulpen, meer dan met eenige andere bloem. En het is geen wonder, dat het oog der pracht- lievcnde Oosterlingen verrukt werd door de weelde rige kleoirschakeeringen der vuur roode, purperen, violette, gouden, rose en witte tulpen. Het ei gold reeds bij de volken der oudheid als het teeken der schep ping en der vruchtbaarheid. ELK jaar weer wordt over Paascligebruiken ge schreven en in den loop der tijden is er reeds zooveel wetenswaardigs gezegd, dat het steeds moeilijker wordt om niet in herha ling te treden. Toch zullen er onder de lezers zijn, die nog gaarne herinnerd, worden aan hetgeen zij reeds weder vergeten zijn of misschien nooit heb ben geweten. Aan rde hand van hetgeen onderzoekers van oude volksgebruiken hieromtrent hebben verzameld, moge hieronder dan het een en ander volgen over den stof- felijken kant van de Paaschvreugde en den geeste lijken achtergrond daarvan volgen. Tot op den huidigen dag denkt men bij het woord Paschen aan smullen en inzonderheid aan het eten van eieren. Wat is de oorsprong van het Paaschei en van den Paaschmaaltijd; wat de beteekenis? Het ei gold reeds bij de volken der oudheid, als het teeken der schepping en der vruchtbaarheid. De kerk maakt het tot zinnebeeld van den verlosser, die uit het graf opstond tot het leven, opdat allen, die in Hem geloovcn, uit het graf der zonden door Hem tot een nieuw leven zouden verrijzen. Het ei als zinnebeeld van de opstanding vindt men reeds bij de meeste oude volken. Joden, Perzen, Egyp- tenaren, Phoeniciërs, Grieken, en Romeinen, maar ook de Germanen gebruikten dit symbool van le venskracht, welke als de kiem van een nieuw schep sel de doode windselen breekt. Eiergoden, eierfeesten en eierspelen zijn het ge meenschappelijk bezit van de gansche mcnschheid. Bij de Joden at men eieren op den begrafenismaal- tijd als een symbool van de wedergeboorte na den dood. De Germanen aten eieren op de offermaaltijden van Ostera, Of de eerste predikers van het Christen dom het oude gebruik van de Joden dan wel van de Germanen hebben overgenomen, is moeilijk uit te maken. Het lag voor de hand, dat de nieuwe gods dienst een zoo algemeen en zoo diep in het gewoon televen der menschheid geworteld gebruik niet kon passeeren. Het ei werd in hun prediking symbool van de opstanding van Christus. „Het graf van Jezus bracht", zegt een Christelijk schrijver, „een Kind der onsterfelijkheid ter wereld, gelijk de eieren, door den adem van Ostera bezield, het vlug en gevederd schepseltje baren, dat zich van de aarde opheft en door het ruim der hemelen en de wouden voortsnelt." Voordat oudtijds de Paascheieren op den huiselij- ken disch verschenen, had de priester ze gewijd. Hierdoor ontvingen ze volgens het volksgeloof een genezende en onheilwerende kracht. Het beschilderen der Paascheieren. Het gebruik om de Paascheieren te beschilderen, dateert ook reeds uit den oertijd van het mensch- dom. Lang vóór Christus' geboorte komt deze ge woonte o.a. in Perzië en China voor. In de Christelij ke landen kleurde men de eieren in overeenstemming met de kleuren, welke het altaar droeg, waarna men ze in de kerk bracht om ze te laten wijden en offe ren. Oudtijds rolde men in het oosten van ons land de Paascheieren van dezelfde Paaschbergen, waarop men later de Paaschvuren ontstak. De Hervormde kerkeraden hebben vroeger voortdu rend hun stem moeten doen hooren tegen de „hei- densche superstitiën", waartoe men de Paascheieren huns inziens misbruikte. Men beschreef ze met al lerlei teekens om waar te zeggen. Het driemaal klop pen van het ei voordat men het brak, was ter eere der Drievuldigheid. Die 's morgens eieren at zonder er bij te drinken, moest binnen een jaar sterven. Men brak de schalen, vroeger uit vrees van nog tweemaal Sint Laurcntius te verbranden, die met zulke scha len verbrand was, later om den heksen te beletten, dat ze er mee naar Engeland voeren. De Paaschmaatlijden, welke vaak in braspartijen overgingen. Ver maningen van den kerkeraad te gen uitspattingen op Paaschmaan- dag. Maar niet alleen tegen dergelijk bijgeloof richtte zich het vermaan van de kerkeraden. Eveneens le gen de overdaad van eten en drinken,, waaraan men zich op den Paaschdag placht over te geven. In de acten der kerkeraden leest men herhaaldelijk beslui ten in dezer voege, ,dat men de burgerij wel scher- pelijck van de preekstoelen sal vermanen sich op den Maandagh na Paschen van alle superstitiën en heidensche fabelen en paepsche traditiën, het besoe- ken van herberghen, en roeckeloos plegen van dui velarijen te onthouden." Deze braspartijen vonden plaats op den Paasch- maandag, welke een felle reactie was op den Paasch- zondag, die als groote verzoendag in ernst en boete werd doorgebracht. Maar op Paaschmaandag vond men de meeste burgers in herbergen, kolf- en kegel banen, waar ze „brasten en zopen als zwijnen en os sen". Het teerling-, dobbel- en kaartspel werd bijna openlijk gehanteerd en eindigde met messentrekken, beksnïjden en vechten. „De inkomsten van maanden werden vaak op dien éénen dag verspild." Geen wonder, dat de predikanten deze „Belsasars- maaltijden" als „maaltijden der duivelen met sata nische gerechten" met de welsprekendheid van den boetprofeet hebben veroordeeld. Terwijl het volk zich aldus te buiten ging, lagen de ehrentfeste burgers in hun aan de singels liggen de tuintjes deze bacchanalicn uit de verte te aan schouwen. Inmiddels ontzegden ook zij zich geens zins het tafelgenot op dezen „hoogdag". Zij vergastten zich aan het fijne Paasch-lammetje en het vette Paaschlam, maar ook deze pièces de mileu waren van de traditioneele gekleurde eieren omgeven. WIST U: Dat het Paaschteest nooit kan vallen vóór 22 Maart en nooit na 25 April? Zoo viel Paschen in 1S66 op eerstgenoemden datum, terwijl deze feestdag in 1943 op den 25sten April zal vallen. Al naar gelang Paschen gunstig valt heelt men in bollenland het glo rieuze fest van hyacinten en (of) tulpen. Het is een genot te dwalen door die overweelderigheid van kleuren, die, hoe tegenstrijdig soms ook, toch altijd één groote harmonie zijn onder den lente-fijnen blauwgrijzen hemel! Paschen. Weer trilt de aarde van nieuw geluid, Van 't jonge leven, dat gaat komen, En feestelijk schrijdt de lente-bruid Onder het groene waas der boomen, Onder de tint'lende, stralende lucht, Wijd langs de wachtende velden gespannen, Daar klinkt alom een verblijdend gerucht, Opstanding heeft alle grauwheid verbannen! Over de huizen sprankelt het licht, 't Zilveren licht, als een juichend gebeuren, Zóó wordt het wonder der wereld bericht, 't Wondere leven in wonder van kleuren, Tinten van brons en van zuiver smaragd, Rijk met het blauw van den hemel doorweven, Zóó wordt het wonder der menschen gebracht: Paschen! De aarde staat op tot het leven! Paschen! 't Herwinnen van heerlijk geluk Voor wie de volheid van 't al kan doorschouwen, Nu breken knellende banden aan stuk Voor het gelouterd, blijmoedig vertrouwen! Voor wie verbaasd met den blik van een kind, 't Immer hernieuwde geluk zag doorvoelen, En zóó de levende schatten vindt, Eindeloos rijk in hun opperst bedoelen! Opstanding, sterker dan dreigende dood, 't Graf overwonnen, na dagen van lijden, 't Leven herboren uit donkeren nood. Stralend van licht, tot een teeken der tijden! Wereld, Uw beeld kan het Pascha zijn, Rijst uit Uw dorheid ^ot levende waarde, Niet met wat leuzen en wankelen schijn, Paschen! Nieuw leven gaat over de aarde! Paschen 1930. KROES. (Nadruk verboden). Een „natte" Paasch. Eigenaardige gewoonte in Polen. Een eigenaardige Paasch gewoon t e bestaat nog in Polen. Daar is de tweede Paaschdag gewijd aan liet „smigus", d.w.z. het wederkecrig begieten. Welge stelde menschen nemen daarvoor eau de Cologne of een ander welriekend water, de anderen stellen zich tevreden met gewoon bronwater. Van (len vroegen morgen is men erop uit, iemand in den slaap te ver rassen en hem onder den uitroep „Smigus" een glas water in het gezicht te gooien „Smigus" hooit men roepen en wordt tegelijkertijd verrast met een flesch eau de Cologne. Den argeloozen wandelaar wordt van alle huizen een natte groet naar heneden gezonden. Soms gaat men nog veel verder en dan wordt er ook wel gesproken van „Dygnus". De jongelingen houden de meisjes dan onder de pomp of wat nog erger is, zij dompelen de meisjes in een vijver: de „grap" schijnt zoo vermakelijk te zijn, dat de mei si es er slechts zelden voor wegvluchten, want bovendien geldt het als eon bijzondere gunst op Paaschdag op die wijze door een jongeling te worden verrast. Vooral op het platteland van Polen is dit gebruik nog in eere gebleven. Doch niet alleen in Polen, ook in Zevenburgen be staat een dergelijke eigenaardige Paaschgewoontc en wel onder de benaming van „Paaschstroom". Het geldt daar n.1. als een liefdesverklaring, indien eon jonge man een kan water over het hoofd van een jong meisje laat leeg loopen. Is de uitverkorene niet deze verklaring ingenomen, en wil zij met hen» dan sen, dan gaat zij vlug naar huis om droge kleeren aan te trekken, terwijl zij een bontgekleurd ei mee brengt. De verloving zal heel gauw plaats hebben, indien het aldus „begoten" meisje den jongen man in het huis harer ouders voert, waar hij rijkelijk kan genieten van banket en andere lekkernijen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5