Alltntti Ninws-
Mraiimit- Lnilimllii,
Onze Heeren-Kleeding.
C. v. TRIET
Herziening van het Hypotheekrecht.
HAAR
SPROOKJESPRINS
Den Helder.
heeren-baai
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Wat moet het doel zijn:
winst of voorziening?
Grootere zekerheid voor
den Hypotheekhouder.
Donderdag 1 Mei 1930.
scimn
73ste Jaargang No. 8655
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot "s morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers C cent. ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN.
De crisis van den overvloed, waaronder de mensch-
heid sinds eiengen tijd gebukt gaat, bezorgde den heer
Colijn als redacteur van „De Standaard" een inge
zonden stuk van een in het nauw gedreven lezer, die
piekerde over de vraag, hoe de ongekende overvloed
van graan te rijmen is met den hongersdood, die
duizenden ten grave sleept.
Deze lezer schrijft o.m.:
„Dit deed het kapitalisme, zeide de Socia
list. Het produceert om winst. Maar de Socia
listen willen een voortbrengingswijze, die op
voorziening zal zijn gericht
Kan tegen dit laatste bezwaar
b estaan?"
Hierop antwoordt de redactie om te beginnen het
volgende:
„Het komt ons voor, dat even nadenken het
antwoord op zulk een vraag reeds kan brengen.
Stelt men de vraag, of er iets op tegen is,
dat de productie zich richt op de voorziening
in de behoefte, dan kan het antwoord natuur
lijk niet anders dan ontkennend zijn.
Hoe zou hier eenig bezwaar kunnen bestaan?
Niets zou wenschelijker wezen dan dat de pro
ductie en de-distributie daarvan zoo waren in
gericht, dat er steeds overal een voldoende
voorziening zoude zijn in de bestaande be
hoefte."
Men neme ons niet kwalijk, maar dit klinkt so
cialistisch! En dat in De Standaard! Wat moet, zou
men willen vragen,- het noodzakelijk gevolg zijn van
deze opvatting? Ons dunkt, dat de consequentie geen
andere kan zijn dan deze, dat De Standaard zoo
krachtig mogelijk gaat strijden voor productie, die
op voorziening is gericht dus voor een socialistische
productie-wijze.
We hebben het al meer gezegd: met een woord
maakt men de menschen niet meer aan het schrik
ken. De meesten van ons zijn nu wel zoo verstandig
om te vragen wat wordt bedoeld, zonder voor den
klank van een woord op den loop te gaan. Wat jaren
geleden, radikaal, socialistisch of Joost mag weten
hoe, genoemd werd, is nu door ieder aanvaard. On
ze kinderen zullen allerlei kwesties, waar wij nog
vreemd tegenover staan, doodgewoon vinden en zich
verbazen, dat wij ze niet aandurfden.
Inmiddels leven we echter nog in het heden en
wat we hierboven aanhaalden, is niet het volledige
antwoord van De Standaard. Voorloopig houdt de
redactie zich nog maar bij de productie om winst,
wat zij aldus beredeneert:
„Een heel andere kwestie echter is, of de
thans bestaande productiewijze, die men dan
kapitalistisch noemt, zulk een voorziening te
genhoudt, en of een andere productiewijze, die
van het socialisme, haar beter zoude kunnen
verzekeren.
Daar gaat het om.
FEUILLETON
door
C. a'. WILLIAMS ON.
2.
Er was een poppenhuis, een Arke Noach's en zoo'n
«chat van een Teddy Beer, dat het kind Desmond
graag al haar schatten had gegeven (met en benevens
haar lange roode krullen, door de dorpsbewoners zoo
bewonderd), als zij hem had mogen bezitten. Men had
haar zelfs nooit toegestaan om met het speelgoed te
spelen, ofschoon zij het in oogenschouw nam als moe
der zoo nu en dan deze heerlijke kamer luchtte. Naast
Betty's kamer en erin uitkomend was een klein vertrek
je, dat oorspronkelijk bestemd was geweest voor de
kleedkamer van een gehuwd paar. Nu zou het gebruikt
worden voor de kamenier; want mevrouw Parmalee
had getelegrafeerd: „Juist te New-York aangekomen;
geen tijd om eerder te schrijven. Arriveeren te Silver-
wood 14 Juni vóór het diner, blijven twee dagen voor
zaken. Dienstboden niet noodig. Ik hoop, dht u het af
zult kunnen. Maak mijn kamer en die van juffrouw
Sheen gereed benevens een voor Fransche kamenier."
Terry waagde het te hopen, dat Betty, die nu te groot
zou zijn voor speelgoed, haar den Teddy beer zou ge
ven. Misschien had zij wel chocolaadjes meegebracht.
De meid zou moeder helpen met het huiswerk en alles
zou verrukkelijk zijn.
Dit waren de dingen, welke het kind wist of dacht
over mevrouw Parmalee, over juffrouw Sheen en haar
eigen familie. Een der vele dingen, welke zij niet wist
of dacht, was dat in het huis Parmalee zij van niet
meer beteekenis was dan een vlieg, een wat lastige
en ongewenschte vlieg.
Pas toen zij en moeder bezig waren erwten te doppen
voor het diner, kreeg Terry haar eerste teleurstelling.
„Gelooft u, dat Betty Sheen mij haar Teddy beer zal
geven?" Zij kon zich niet weerhouden het te vragen.
„Juffrouw Sheen," verbeterde moeder. „Neen, ik
geloof niet, dat zij je wat ook geven zal. Waarschijnlijk
weet zij niet eens, dat jij bestaat. En denk erom, Tere-
Nu is de tegenstelling: thans wordt gepro
duceerd om winst, terwijl in het socialisme ge
produceerd zal worden ter voorziening in de
behoeften, geheel valsch.
Elke productie wil in de behoeften voorzien.
Laat iemand maar eens iets produceeren,
waaraan geeneriei behoefte bestaat. Hij zal aan
winst niet behoeven te denken.
In het huidige maatschappelijk bestel, dat
zijn gebreken heeft, wordt door de productie in
de gerezen behoefte op een wijze voorzien, die
in meenig opzicht bewonderenswaardig is.
Dat opvolkom vrije wijze, door vrij wer
kende krachten in het leven, b.v. een wereld
stad met haar millioenen inwoners eiken dag
weer het noodige ontvangt, zóó, dat het maar
zelden spaak loopt, is iets, dat ons wel in ver
bazing mocht zetten. Wij denken er te weinig
over na, wat hiervoor noodig is. Wat dit be
teeken t, zien wij, als de regeering des lands dit
vrije spel der krachten wegneemt en er haar
zorg voor in de plaats stelt. B.v. ten onzent in
de noodzaak der distributie in oorlogstijd, en
veel erger onder het socialistisch regime in
Rusland."
Wij zijn het ten deele met De Standaard eens, dat
het, althans in normale tijden, met de voorziening
in onze behoeften, ook als we in een wereldstad wo
nen, voor wier ingezetenen alles moet worden aan
gevoerd, op rolletjes loopt. Een paar kleinigheden
mag men toch wel in het oog houden:
Zoo'n wereldstad kent armoe-buurten en weelde-
wijken. In deze laatste zal wel steeds in alle be
hoeften worden voorzien, maar in de andere?
Zoo'n wereldstad telt vele krotwoningen en ook
huizen als paleizen. Deze bieden meer dan waaraan
een mensch „behoeft e" heeft, en de eerste? Ze zijn
een mensch onwaardig en niettemin
We maken den zin niet af. Dat doe ieder naar zijn
temperament.
De manier waarop De Standaard tracht te bewijzen,
dat elke productie in de behoeften wil voorzien,
snijdt o.i. ook geen hout. Wie iets produceert, waar
aan geenerlei behoefte bestaat, haalt natuurlijk een
strop. Toch werken we allen om de winsit en niet
om elkaar het leven zoo goed en zoo aangenaam mo
gelijk te .maken. Bovendien doen we het zonder
eenigen regel, zonder onderling overleg en dan staan
we nu op dit gebied, dan op een ander, voot een
overvloed, die rampzalig wordt, terwijl tegelijker
tijd duizenden van gebrek omkomen.
En als we overleg plegen om regel te krijgen in de
productie?
Dan geschiedt dat niet met het oog op ons aller
Spoorstraat 126
Telefoon 370
Koopt dit jaar een goed Costuum,
het is bij ons nog goedkooper.
sa. kom niet in de buurt van de dames. Zoolang zij er
zijn, hoef je je niet boven te vertoonen, en mag je niet
in den tuin spelen, behalve dan in den moestuin. In
het huis houdt je je slechts op in ons gedeelte."
Mary meende ieder woord, dat zij zei, dat begreep
Terry. Het kind werd slechts in zeer ernstige oogen-
blikken „Teresa" genoemd, of wanneer moeder (vóór
haar huwelijk was zij onderwijzeres geweest) haar Uc
tafels van vermenigvuldiging leerde of iets even ake
ligs. Men vroeg Terry niet eens de belofte van ge
hoorzaamheid. Mary nam dat als van zelf sprekend
aan. Maar ofschoon het sousterrein heel gretig was,
was Terry altijd dol geweest op „boven"; de groote
kamers, waar de schilderijen en de doffe als betoover-
de spiegels bedekt waren met muggengaas, zooals de
zware meubels met hoezen van- wit katoen
Beneden, waar de Desmonds huisden, was het heel
prettig. Alleen aan den voorkant leek het op een kei
der, want aan den achterkant keken al de ramen, door
met klimop begroeid latwerk heen. uit op een tuin vol
van ouderwetsche bloemen. Er waren drie goede slaap
kamers met aardige uit veelkleurige lappen samenge
stelde spreien op de bedden en vroolijke kleedjes op
den grond, en Mary had van de eene helft der keuken
een gezellige zitkamer gemaakt. Maar „boven" was
het rijk der feeën. Het riep. het wenkte, vooral nadat
twee taxi's van het naaste spoorwegstation de dames
gebracht hadden met haar meid en haar bagage. Terry
had, wegschuilend, haar aankomst gezien; en moeder,
die geholpen werd door een zwarte vrouw, door vader
mokkend uit Oldport gehaald, had het kind heelemaal
vergeten.
Mevrouw Parmalee zag er vreemd, heel vreemd uit.
Zij was oud, maar op een andere wijze, dan andere
oude menschen. Haar geheele gezicht was vol rim
pels, zelf haar oogleden, maar zij was roze en wit net
als Terry; en haar haar was niet grijs, maar van een
donkerachtig roode kleur. Zij had een mooi figuur, een
beetje stijf en Terry had nooit zoo'n mooie grijze japon
en mantel gezien, behalve dan de prachtige kleeren. die
Julia aanhad. Maar veel interessanter was juffrouw
Sheen. Terry had haar goed kunnen bekijken, terwijl
mevrouw Parmalee statig met vader stond te prat-m
en hem uitlegde, waarom zij naar Amerika waren ge
komen. Zij stonden in een groep bijeen onder den over
dekten ingang en Terry zat verborgen achter een lau-
rierboschje. Betty was mooi, met krullend haar. dat zoo
blond was, dat het eerder zilver dan goud leek. Zij
had groote turkoois blauwe oogen, haar teint was net
als de binnenzijde van een schelp en zij had een prul
welzijn, doch om de winst veilig ie stellen voor be
trekkelijk weinig bevoorrechten
Zie de woedende strijd welke nu om de olie wordt
gevoerd tusschen de twee wereldmachten de Shell
en de Standard Oil. Het lijkt wel, of ze elkaar met
huid en haar zullen verslinden. Let echter eens oir.
ze vinden elkaar, die grootmachten en dan vinden
ze ons om te plukken.
Dat de distributie in oorlogstijd niet deugde <m
dat het in Rusland bar scheef gaat, zal ieder willen
beamen. Wat kan men daar echter mee bewijzen?
Toch zeker niet, dat we nu leven in de beste der we
relden! We kunnen dit moeilijk vragen aan de van
honger gestorven Chineezen, We hoeven ook niet zoo
ver van huis te gaan. Laten we het vragen aan hen
die door de crisis worden geteisterd, aan de boeren,
grootere en kleinere, die de eindjes niet aan elkaar
weten te knoopen. en aan de arbeiders, die werk
loos zijn en ver blijven beneden de vervullinig van
heel bescheiden behoeften.
Wat wij dan willen?
echte friesche
20-50a per ons
Eigenlijk niet meer dan tot nadenken prikkelen.
Wij meenen, dat het met productie en distributie toch
wel beter kan dan het nu gaat. Wij vinden het man
nen- noch vrouwenwerk, om dan maar stil te berus
ten en met 'n kleine wijziging van Paulus' woorden,
klinkt daarom onze aansporing:
Onderzoekt alle dingen en durft het beste te kiezen,
ook gaat al lijkt dit vreemd cn al meendet gij te vo
ren, dal het verkeerd was.
DOOR de Staatscommissie voor de Nederland-
sclie. burgerlijke wetgeving is onlangs een
wetsontwerji samengesteld tot herziening van
de wettelijke bepalingen betreffende het hy
potheekrecht en zijne gevolgen. Dit ontwerp is van
beperkte strekking, het dient volgens de Memorie
van Toelichting tot wegneming van zekere leemten
in de wettelijke- regeling van het recht van hypo
theek, waarvan in het algemeen gezegd kan worden,
dat zij gedurende de 90 jaren van haar werking
leeft voldaan.
De leemten in het hypotheekrecht zijn volgens de
Staatscommissie voornamelijk de volgende:
- lc. de onvoldoende bescherming van den hy
potheekhouder tegen voor hem schadelijke
handelingen van den verhuurder van het
verhypothekeerde goed;
2e. het ontbreken van een regeling, welke den
hypotheekhouder beschermt tegen de ge
volgen van het vestigen van zakelijke
rechten op zijn onderpand na de vestiging
van zijn hypotheekrecht;
3e. de gebrekkige wijze van te gelde maken
van liet onderpand, te weten, voor wat be
treft de eerste hypotheekhouder door ver
koop krachtens een onherroepelijke vol
macht, voor wat betreft de verdere hypo
theekhouders door verkoop na executoriaal
beslag;
4e. de onvoldoende regeling der zuivering.
De eerstgenoemde twee leemten leiden hoofdzake
lijk tot een waardevermindering van liet onderpand
reeds vóór de executie.
De laatste twee zijn oorzaak, dat bij verkoop ten
verzoeke van een hy pot heek hou der, de opbrengst
veelal beneden het normale blijft.
lenden, rooden mond. Zij zag er vrij verveeld en on
verschillig uit zelfs toen mevrouw Parmalee vertelde,
hoe meneer Miles Sheridan een ongeluk had gehad met
polo; maar toen haar grootmoeder aankondigde, dat
„meneer Sheridan en juffrouw Sheen binnen een paar
maanden zouden trouwen," glimlachte zij. In iedere
wang kreeg zij een kuiltje, dicht bij haar mond en
haar tanden waren prachtig, klein en bijna zoo rond
als de kralen, die Julia dien ochtend had gedragen. Zij
had die kralen paarlen genoemd „echte paarlen."
Terry kon onmogelijk beneden blijven.
Op een oude kast in de hall stond een Japansche
gong. De zwarte vrouw, Nancibell Washington, sloeg
erop. toen het diner klaar was. Daarna was zij zwaar
de trap afgebonkt naar beneden (de Fransche meid
had erin toegestemd om aan tafel te dienen) en toen
sloop Terry naar boven en hurkte daar neer achter een
kamerschut.
De oude dame en het meisje kwamen uit hun ka
mers. Zij 'droegen laag uitgesneden japonnen, zooals het
kind in illustraties had gezien. Mevrouw Parmalee
sprak over de dingen, welke zij uit Silverwood mee
wilde nemen naar het hotel te New-York, waar zij heen
zouden gaan. Josephine de meid was al bezig geweest
met het bijeenzoeken van die dingen. O als zij nu eens
den Teddy beer had meegepakt?
Terry kon de gedachte niet verdragen, dat de beer
weg zou zijn. Zij zou hem vreeselijk missen. Maar, zij
moest hem toch goeden dag zeggen! Zij zou niats
geen schade aanrichten in de kamer van juffrouw
Sheen De dames zouden haar niet zien en dus zouden
ze er zich niet over kunnen ergeren.Zij zou naar boven
gaan, als zij aan tafel zaten. En daarenboven, het was
toch zeker meer haar huls dan het hunne! Zij wor» lc
er. Zij had het recht om overal in het huis te gaan.
waar zij wilde.
De trap en de bovengangen schitterden in een zoe
van licht. Terry herinnerde zich niet. dat ze ooit roo
verlicht waren geweest. Zij ging regelrecht naar Betty's
kamer, die eveneens verlicht was. Juffrouw Sheen had
niet de moeite genomen om het electrische knopje af te
draaien. Een koffer was wijd geopend. Verscheidene
schattige japonnetjes lagen op het bed. Een heerlijk
parfum vulde de kamer. Bijouterieën lagen op de toilet
tafel verspreid, maar Terry keek nauwelijks naar die
wonderschoone dingen. Haar oogen vielen op den
Teddy beer. die van zijn plaats in de kast was weg
gehaald en o. schande met het hoofd omlaag In
een groote wijde papiermand was gegooid. Het kind
greep het speelgoed en drukte het tegen zich aan, zoo
Huurbeding.
Ten aanzien van het onder le. vermelde punt
wordt er op gewezen, dat liet tegenwoordige artikel
1230 van het Burgerlijk Wetboek den hypotheekhou
der beschermt tegen vooruitbetaling van huurpen
ningen, maar dat er twijfel bestaat of dat artikel hem
ook beschermt tegen verpanding of cessie van toe
komstige huurtermijnen; aan dat bezwaar is in het
ontwerp tegemoet gekomen.
Bovendien bestaat er grooton strijd over de vraag
of hij, die het verhypothekeerde goed koopt bij een
verkoop door den hypotheekhouder krachtens onher
roepelijke machtiging of bij executie, wel een beroep
op art. 1230 B.W. kan doen.
Ook met dit bezwaar tegen de bestaande regeling
is in dit ontwerp rekening gehouden door het recht,
zich op de bedoelde bedingen te beroepen, ook den
kooper te geven.
Het systeem van de tegenwoordige wet, die aan
partijen overlaat te regelen in hoeverre de eigenaar
in zijn bevoegdheid ten aanzien van de in art. 1230
B.W. genoemde punten beperkt zal zijn, blijft behou
den.
De gevolgen van latere vestiging
van zakelijke rechten.
Ook op dit stuk bestaat onder de bestaande wet.
die dienaangaande, niets bepaalt, rechtsonzekerheid.
Daartoe is bij dit ontwerp bepaald, dat een zakelijk
recht, na rlc vestiging der hypotheek op de verhou
den zaak gevestigd, niet geldt tegen den hypothccai-
ren sehuldeischer, en dien hypotheekhouder de be
voegdheid verleent het goed als vrij van dat recht
uit te winnen, indien de uitwinning plaats heeft door
anderen, aan dozen de verplichting o|>gelegd, het
goed eveneens vrij van dat recht uit te winnen, in
dien een hypotheekhouder, tegen wien het recht niet
geldt, zijn verlangen daartoe hij dcurwaardersexploit
te kennen geeft.
De uitwinning.
Volgens artikel 1223, 2e lid, B.W., staat het den
eersten hypothecaire» sehuldeischer vrij om, bij het
vestigen der hypotheek, uitdrukkelijk te bedingen.
als een moeder een kindje, dat door een vreemde mis
handeld was. zou beetpakken. Zij kirde: „Lieve liefste."
De klank van haar eigen stem beangstigde het kind.
Als iemand haar eens gehoord had? De meid kon wei
eens boven komen en haar noodzaken den beer los te
laten en haar bevelen weg te gaan.
Het kwam niet bij Terry op, dat zij niets anders
had te doen dan den beer in de mand te laten, want
dat het speelgoed dan vroeg of laat in haar bezit zou
komen. Zij was te opgewonden om heldere en voorzich
tige gedachten te denken. Zij moest het beminde dier
redden.
Gedurende een oogenblik stond zij stil en luisterde.
Er was nergens een geluid. Alles was veilig. Er zou
niemand komen. Iedereen was beneden bezig. Een ril
ling van extase ging door haar heen. Wat was zij blij.
dat zij nog bijtijds gekomen was! De Teddy beer was
nu van haar. En zij was vrij om te kijken naar al
de mooie dingen, welke door de kamer verspreid wa
ren deze heerlijke kamer, die zij verkoos boven alle
andere.
Met den beer van bruin pluche onder haar arm dren
telde Terry naar de toilettafel. Een groote spiegel hing
er boven. Ze helde iets voorover. Het kind keek op en
zag haar eigen oogen. Het licht van een door een roze
kap overslulerde electrische lamp zette haar haar ln
vuur en vlam. Het was verbazingwekkend hoe zij op
Julia leek. Julia was mooi. Wel. dan moest z ij ook
mooi zijn. In een zonderling visioen zag het kind zich
zelf als volwassen. Zij zou fleschjes hebben met gouden
stoppen en met een monogram van blauwe steenen, net
als de dingen hier op de toilettafel van Betty Sheen.
Zij zou odeur hebben en heerlijk riekend poeder net als
dit ln het kristallen bakje, dat Betty had laten open
staan.
Terry bukte zich en snoof aan het poederkwastje. De
geur was zalig. Net als lente en appelbloesem. Dezelfde
geur kwam uit een flesch, waarvan de verguld zilveren
stop niet stijf genoeg was dichtgedraaid. Hot kind was
als dronken. Zy moest, ja zy moest iets van die zoete
geur hebben om met zich mee te dragen! Het zou geen
stelen zijn .als zij maar een druppeltje nam!
Door den beer had zij slechts een hand vry. Zij nam
den van een blauw monogram voorzienen dop eraf
duwde de flesch styf tegen haar jurk aan. O. hoe heer
lijk! Zoo iets heerlijks had zij nooit geroken! Niets was
ooit zoo prettig geweest.
„Mon Dieu!" kermde een schelle stem aan de deur.
Terry schrok: en toen gebeurden er opeens niets dan
nare dingen. Het leek wel het einde der wereld.