SchagerCourant
W.O.L.-Polder.
Een kentering in de Engelsche
wereldpolitiek.
HAAR
SPROOKJESPRINS
Tweede Blad.
Tengevolge van den toe
stand in Britseh-Indië.
Vreest geen Examen
Donderdag 5 Juni 1930.
73ste Jaargang. No. 8674
LORD IRWIN
onderkoning van Britsch-Indië.
(Speciale correspondentie).
EEN geruimen tijd is weer verstreken, sinds Gan-
dhi in Britsch-Indië een aanvang nam met zijn
opmarsch, welke inderdaad bleek te zijn de op-
marsch naar een bloedbad. Het aantal dooden
beloopt reeds honderden en het aantal gewonden is niet
meer te tellen. Star en stram blijft de Britsche imperia
lisme staan als een granieten rots, waartegen het natio
nalisme te pletter loopt.
Na den opmarsch kwamen de talrijke aanvallen op de
eout-depots en weer vielen honderden slachtoffers. Is de
Britsche regeering hierbij werkelijk zoo ongevoelig als
eij zich voordoet? Is de lijn van de Engelsche politiek
werkelijk zoo strak, als deze ons toeschijnt? Zeer vele
vragen rijzen bij ons op, en buitengewoon moelijk is het
om de gestelde problemen op te lossen. Toch willen wy
trachten, eenig licht te werpen in de duisternis van den
Indischen nationalen strijd, waarbij wij dan tevens
In de gelegenheid zullen zijn, om een verband aan te
geven tusschen eenige daden van de Britsche regeering,
welke schijnbaar in het geheel niets met de Indische
gebeurtenissen hebben te maken.
Het lijkt ons gewenscht, om daarom eerst te begin
nen met een uiteenzetting van den Indischen toestand,
zooals deze zich ontwikkelde sedert den opmarsch van
Gandhi.
In de Kerstweek van verleden jaar werd te Labore 'n
congres gehouden van de Indische nationalisten, op
welk congres duidelijk de afkeer van vele Britsch In
diërs tegen het Britsche bewind tot uiting kwam, en
maatregelen werden beraamd, om aan dit bewind een
einde te maken, terwijl tevens een program van actie
werd opgesteld.
Op de eerste plaats werd de idee van noncooperation
ontwikkeld. Verder zou worden geweigerd de landbe-
lasting te betalen, terwijl tevens de zoutwetten zouden
worden overtreden. Een zeer belangrijk wapen achtten
de nationalisten onder leiding van Motilab Nerhoe de
Boycott-beweging tegen Engelsch fabrikaat, impliciet
den steun aan eigen (huis) industrie. Kort hierop zond
Gandhi zijn ultimatum aan Lord Erwin, den onderko
ning, waarop deze zeer koel antwoordde, dat Engeland,
indien dit noodig was, zijn maatregel zou weten te
treffen.
Een der eerste maatregelen van het Britsch-Indische
gouvernement was toen de gevangenneming van Patel,
een van de nationalisten-leiders en intiemen vriend van
Gandhi. Tenslotte begon Gandhi op 12 Maart zijn hon-
MAHATMA GANDHI.
FEUILLETON
door
C. N. W ILLI AM SON.
Een der meest Interessante romans
uit de bekende Society-Reeks; "Uitgave
Van Hoikema en Warendorf, Amster
dam.
20.
Het was stormweer en het scheen, dat het meisje er
geen hinder van had. Zooals gewoonlijk ging zij naar
het dek om een wandeilng te maken, terwijl haar hut
een groote beurt kreeg, maar het jacht dook plotse
ling en een golf sloeg over het dek en maakte het
meisje kletsnat. Zij was naar beneden gegaan om zich
te verkleeden en op de trap had de Silverwood een plot
selinge beweging gemaakt en was zij gevallen.
Juffrouw Harkness was nog niet klaar geweest met de
hut van het meisje, toen de deur geopend werd en een
druipende gestalte met een bleek gezicht binnenkwam.
„U heeft uzelf mooi toegetakeld, juffrouw", had de
oude vrouw uitgeroepen. Zij was in den laatsten tijd al
niet zoo strak meer tegen het meisje geweest. „U ziet
eruit, alsof u kans geloopen heeft om overboord te val
len!"
„O, het is niet heel erg," zei Terry, ofschoon ze wel
geschrokken was en zich ellendig voelde om de hevige
pijn m haar enkel. „Ik zal mij verkleeden en dan is het
voorbij. Maar ik denk, dat mijn japon hier of daar zal
gedroogd moeten worden. Het spijt me erg u last te moe
ten veroorzaken."
,.U ziet gruwelijk bleek; misschien is u een beetje zee
ziek."
Terry zei, dat zij niet zeeziek was. Maar juffrouw
Harkness bleef treuzelen en nam de doorweekte japon
van haar aan. „Goede hemel, u heeft de hak van uw
schoen verloren!" riep zij. „En uw enkel is gezwollen!
Wat heeft u uitgevoerd?"
„Mijn voet een beetje verstuikt, denk ik. Anders niet."
zei Terry. „Ik geloof niet, dat het veel te beduiden
heeft,"
„Ik geloof waarlijk, dat u het niet gezegd zou hebben,
geropmarsch, waaraan door een honderdtal volgelingen
werd deelgenomen. De weg van dezen hongertocht, wel
ke begon te Ahmedabad, zou loopen over Aslali, Mehma-
dabad, Nadia, Badalpeur, Borzad en Taluka, en het
einddoel was de kust aan den golf van Cambay. Gan
dhi zag tegen geen vermoeinis op en vergde ook het
uiterste van zijn getrouwen. Toch vielen verschillende
Indiërs uit tengevolge van de doorstane vermoeienissen.
Met den tocht zelf behaalde Gandhi niet het succes, dat
hij verwachtte. Weliswaar werd Gandhi in verschillen
de plaatsen door een talrijke menigte opgewacht, in an
dere plaatsen was daarentegen de belangstelling vrij ge
ring. Verschillende kleinere botsingen hadden plaats en
er vielen slachtoffers, maar de opmarsch liep toch fei
telijk dood op de politiek van het gouvernement, die de
nationalisten liet loopen zonder krachtige pogingen in
het werk te stellen, om den opmarsch tegen te houden.
Lord Erwin wachtte op het psychologische moment om
in te grijpen. De tartende woorden, welke Gandhi op
zijn marsch uitte, hadden voorloopig geen krachtiger
optreden van d« Engelschen tengevolge, al hielden zij
sterke troepenmachten gereed om op gewenscht tijd
stip te kunnen ingrijpen. Ten spijt van Gandhi's aan
maningen gingen slechts weinig Inlandsche ambtenaren
ertoe over om ontslag uit 's rijks dienst te nemen. Wel
gingen intusschen troepen van vrijwilligers naar ver
schillende streken, waar zij de zoutwetten overtraden,
en hadden hierbij verschillende botsingen plaats, waarbij
vele slachtoffers vielen en talrijke overtreders van de
zoutwetten werden gearresteerd.
Tenslotte ging Gandhi er zelf ook toe over de zout
wetten te overtreden, door te Dandi zelf zout te winnen
en dit te verdeelen. De politie nam het zout voor het
grootste deel in beslag, maar nam geen verdere maatre
gelen tegen de wetsovertreders. In Londen achtte men
het feit van zeer weinig beteekenis, omdat het gewon
nen zou niet voor consumptie geschikt zou zijn. Over
de moreele waarde van deze wetsovertreding werd ech
ter niets gezegd.
Langzamerhand nam de toestand in Indlë een ernsti
ger en bolediger karakter aan. Betoogingen en relletjes
hadden in verschillende deelen van het land plaats; aan
vallen op winkels met buitenlandsche goederen, aanval
len op drankwinkels, overtredingen van zoutwetten, aan
vallen op zoutdepots. In Bombay werd de toestand kri
tiek. In Jalalpur en Karachi hadden ernstige onlusten
plaats. Een van Gandhi's zonen werd gearresteerd, het
geen echter ge enoogenblikkelijke ernstige gevolgen te
weeg bracht
Gandhi ging intusschen voort, de menschen aan te
zetten tot overtreding van de wetten, tot boycott van
buitenlandsche goederen, enz. Tenslotte mocht het gou
vernement dit niet leidelijk toezien. In den nacht van
4 op 5 Mei werd de volksleider te Karadi-kamp gearres
teerd en per auto vervoerd naar Poona. Van te voren
had Gandhi voor een eventueele gevangenneming reeds
een opvolger benoemd. Echter werden achtereenvolgens
de verschillende leiders o.a. Abdas Tyabyi en eenige
zoons van Gandhi eveneens gearresteerd. Een van de
leidende persoonlijkheden is thans de dichteres Naidee.
In dezen tijd kwam weer de Engelsche berekendheid
aan het licht Gandhi werd namelijk niet vervolgd we
gens overtreding van wetten, maar werd slechts geïn
terneerd, waarbij hem een betrekkelijk groote vrijheid
werd toegestaan. Vooral wil Albion den grooten tegen
stander Gandhi niet geheel van zich afstooten. Nog
steeds hoopt zij op een wending van de nationale be
weging in voor Engeland gewenschte banen, waarbij
Gandhi een grooten invloed op de Indische leide zou
moeten uitoefenen.
Wel werd officieel tegengesproken, dat het Britsch-
Indische gouvernement onderhandelingen had aange
knoopt met Gandhi, echter kan niet worden ontkend,
dat Gandhi langs zijdelingschen weg meerdere malen is
gepolst over een mogelijk te sluiten compromis. Alle
maatregelen zijn genomen, om de tusschenpersonen
eventueel te kunnen verloochenen.
Merkwaardig is, dat verschillende leiders van het
kerst-congres te Lahore den laatsten tijd op den achter
grond blijven. Zij moeten hun lei schoon houden, om
ten allen tijde de werkelijke leiding te kunnen hebben
èn b\j een onafhankelijk worden van Indië èn (dat zal
wel het uiteindelijk resultaat van de actie worden) bij
de verheffing van Indië tot dominion.
Inmiddels werden de Indiërs door tweederangsleiders
opgezweept. Overal volgden nu aanvallen op zout-
als ik het niet toevallig had opgemerkt," zei juffrouw
Harkness.
„Wel nee, het zou de moeite niet waard zijn geweest"
moest het meisje toegeven. „Als het erger wordt, zal ik
mijn voet in het koude water stoppen."
Maar nadat zij voor de allereerste maal haar hulp aan
juffrouw Divine had opgedrongen en haar haar natte
kleeren uitgetrokken, (wat een kind leek zij in haar
kimono), bracht de vrouw haar een smeersel en een
zwachtel.
,,'t Is een geluk, dat er niets gebroken is," mompelde
zij. „want we hebben geen behoorlijken dokter aan boord.
Ofschoon, mijn meester is om zoo te zeggen van nature
een chirurg. Dat was hij altijd, ook als kind. De men
schen brachten hem honden met gebroken pooten en
vogels met gebroken vleugels, en hij maakte ze als
nieuw. Hij had op die manier best zijn brood kunnen
verdienen, ais dat noodig was geweest. Maar dat hoeft
niet. jammer genoeg misschien; hij hoeft 't niet eens te
verdienen met de schilderijen, die hy schildert op die
vreemde moderne manier. Maar als het op dokteren
aankomt, dan ben ik zelf ook zoo min nog niet, voor
eenvoudige gevallen natuurlijk."
Terry kromp niet ineen en gaf geen geluld onder de
handgrepen der stevige, oude handen. Toen haar enkel
gezwachteld was, stond zij erop, dat zij zichzelf verder
zou aankleeden en zij zou ongetwijfeld haar geluk nog
maals aan dek beproefd hebben, had juffrouw Hark
ness haar niet gezegd, dat het geen weer was voor een
kreupel mensch en dat de meester boos zou zijn, als hy
wist, welk gevaar zij had geloopen.
Toen Terry dit hoorde, werd zij volgzaam. Zij begreep,
dat Sheridan het vervelend zou vinden als zij over boord
viel of zich zoo bezeerde, dat zij niet aan wal kon gaan,
als het daartoe moest komen. Het gansche uitstapje zou
in dat geval te vergeefs zijn en zij zou niets voor hem
hebben gedaan. Maar juffrouw Harkness verbeeldde
zich, dat het de gehoorzaamheid van een braaf kind
was. dat zij zich zoo onderwierp zonder het minste ver
zet. Haar zachtheid, haar moed. haar tegenzin om er
gens drukte van te maken, vereenigd met de noodzake
lijkheid om haar te helpen, maakte het laatste stukje
van het oude hart week. Zij merkte, dat zij over haar
dacht als „het kind" en niet als „dat schepsel". Zij
moest het zichzelf telkens in de gedachten brengen, dat
het meisje niet datgene was, waarvoor zij haar hield en
dikwijls moest zy een liefkoozend woordje, dat zy op
het punt was te uiten, terugdringen. Nee, het meisje
kon niet het goede kind zijn en toch... Harkey kon niet
langer over haar denken als „de jonge slechte vrouw."
Haar gedachten gingen: „Het arme schaap heeft zeker
een slecht® opvoeding gehad; een ander is meer te be
depots. Wij noteerden, om slechts een greep te doen uit
de feiten, groote betoogingen te Bombay. onlusten te
Wadala, te Calcutta (wier burgemeester eenige malen
werd veroordeeld), te Sjolap, te Dacca, Rangoon en
Pesjawaor. Eenige grensstammen werden roerig, en het
Engelsche regiem moest met behulp van vliegmachines
respect afdwingen voor de Engelsche wetten. De En
gelsche (en Japansche) textielfabrieken lijden groote
verliezen tengevolge van de boycot-beweging. Echter is
te voorzien, dat deze op den duur geen stand zal hou
den. Het is gemakkelijker om duizenden menschen tot
betoogingen aan te zetten, dan om evenveel menschen
tot intense huis-industrie te brengen. Veel belangrijker
dingen vragen nog onze aandacht Nog steeds mocht
het niet gelukken, om de Mohamedanen te betrekken
bij de vrijheidsbeweging. Gandhi zei indertijd zelf reeds,
dat, indien de Mohamedanen zich niet aansluiten, na
de verdrijving van de Engelschen noodzakelijk een
burgeroorlog moest volgen.
Een verklaring van een der machtigste Mohame-
daansche Indische vorsten, den Nizam van Hyderabad,
laat omtrent de houding van de Mohamedanen tegsn-
over het dreigement van Gandhi niets aan duidelijkheid
te wenschen over.De vorst maant alle Mohamedanen aan
zich achter het Britsch gezag te scharen. De Engel
sche regeering blijkt ook hier weer tot wederdienst be
reid. Is het niet opvallend, dat juist in deze dagen
de Engelsche regeering veel meer gematigd optreedt
tegen de Mohamedanen in Palestina, zoodat er protest
vergaderingen van de Joden hiervan het gevolg waren?
Is dit niet een indirecte dankbetuiging van de Engel
sche diplomaten? Ook de Engelsche vlootplannen ver
schijnen in dit verband in een ander licht. Engeland
doet momenteel mede aan den bewapeningswedstrijd
met de andere vredelievende landen.
Mussolini hield zijn opzienbarende redevoering en een
Fransche minister antwoordde, dat Frankrijk kalm is,
omdat het sterk is. Engeland kan hierbij niet achter
blijven. Echter heeft dit land een zorg meer. Wanneer
de resultaten van de werkende krachten in Indië een
dominion-staat is, dan moet dit nieuwe dominion een
eigen vloot hebben, en het moederland is zoo vriende
lijk om deze al reeds te bouwen. Ook de kalme houding
van de Engelsche regeering tegen Rusland houdt wel
degelijk verband met Indische belangen. Toen de be
trekkingen tusschen Engeland en Rusland moesten
worden hervat werden in Londen van de regeerings-
tafel zeer duidelijke verklaringen afgelegd, dat de di
plomatieke betrekkingen slechts zouden worden her
vat onder eenige nader genoemde voorwaarden, o.a.
een definitieve regeling van de oude Russische schulden.
Tegenwoordig hoort men niets meer van die Britsche
eischen. Toezeggingen van Russische zijde betreffende
Britsch-Indië zijn hieraan niet geheel vreemd.
Engeland wordt het grootste textiel-land van de ge-
heele wereld genoemd. De grootste textiel-fabrlek is
Downing-Street. Van hieruit gaan vele draden uit; zij
vormen een heel netwerk over den aardbol en die eind
punten keeren weer terug in Downing-Street.
want er is een middel dat U kalm houdt en
waardoor Uw geest helder blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor
zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers
van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten.
rispen dan zij. En. o, het is een schande, want nooit zag
Ik zoo iets liefs en zachts."
Zij brandde van verlangen om meneer Miles het voor
val mee te deelen en hem te zeggen, op welke wijze het
slachtoffer het had opgenomen. Maar hij had haar eens
afgesnauwd en dus was zij op haar hoede. Maar voor
het eerst keurde zij de houding van haar afgod tegen
over zijn gast op het jacht af. Onbewust stelde zij zich
tegenover hem. aan de zijde van het meisje.
Miles vernam het dubbele avontuur van juffrouw Di
vine door middel van Yale, den kapitein, een goedhartig
oud man, die al volwassen kinderen had. Van de brug
af had hij gezien, hoe het meisje de stortzee over het
lijf had gekregen en nadat zijn wacht was afgelost, had
bij juffrouw Harkness ondervraagd of de „juffrouw erg
geschrokken was geweest", en toen had Harkness hem
het geval meegedeeld.
„Ik wed dat de jonge dame voor vandaag een flinke
dosis van de zee heeft gehad," had hij tot zijn werkgever
gezegd. „En ik vrees, dat ze nog wat te wachten heeft
voor het morgen zal zijn; ik verwacht een gierenden
storm."
Silverwood was een jacht van drie duizend tonnen-
maat, maar dien avond leek het slechts een notedop op
de golven. Kapitein Yale moest wenden tengevolge van
de monsterlijke kracht van den tegenwind. Zee en lucht
waren in geweldige beroering. Alles was zwart, behalve
het doodsche wit van het schuim, dat boven het schip
hing als de top van een waterhoos.
Nooit had Terry zoo iets kunnen droomen. Voordat de
storm nog op zijn hevigst was, was zij verbaasd geweest
en ook bemoedigd door de aankondiging, dat het diner
klaar was. Zy had niet kunnen denken, dat het moge
lijk zou zijn een maaltijd op te dienen in zulk een wer
velstorm. Maar zij was niet ziek en had zelfs geen
hoofdpijn; en de angst voor het wilde gehuil en de ja
gende golven had haar de pijn aan haar enkel doen
vergeten. Toen zij voor het diner werd geroepen, ver
wachtte zij, dat het jacht zou omslaan en met vreugde
greep zij de verontschuldiging aan om haar hut te kun
nen verlaten en een vriendelijk gezicht te zien zooals
dat van Roberts.
Het gezicht was vriendelijker dan zij het nog ooit ge
zien had en juffrouw Harkness was juist komen toe-
loopen om haar gerust te stellen betreffende den storm:
en daar stonden zij nu beiden buiten de deur van haar
hut. Roberts legde haar uit. dat hij was gekomen om
juffrouw Divine naar de eetzaal te brengen en juffrouw
Harkness zei, dat zij wel eer zou zijn gekomen, als zij
niet bezig was geweest om meneer Miles te helpen. Een
matroos was bijna over boord geslagen. Gelukkig was
meneer Miles in zijn buurt geweest en had hem intijds
Dinsdag 3 Juni 1030, des avonds 8 uur vergaderde
in het lokaal van den heer (i. Ligthart te Zijdewind
het bestuur van den W.G.L.-polder met stemgerech
tigde ingelanden.
Voorzitter de heer J. Wit Sr., secretaris de heer
F. C. Jong.
De vergadering was niet druk bezocht, waarover
de Voorzitter bij de opening zijn teleurstelling uit
sprak.
De notulen worden door den Secretaris gelezen,
waarna ze onder dankzegging werden goedgekeurd.
Mededeellngen.
Door den Voorzitter wordt er aan herinnerd, dat
in de vorige vergadering besloten was een nieuwe
waaier aan te koopen en de oude te doen repan i n.
Deze reparatie moest echter f145 kosten en daar
kwam het bestuur tegenop, met het resultaat dat
voor f 145 een extra nieuwe waaier zal worden ge
leverd.
Ten aanzien van het stroomverbruik is 1929 een
gelukkig jaar geweest, er is voor f 1100 stroom ver
bruikt.
Voor het herstel van de valbrug was een bedrag
op de begrooiing van 1929 uitgetrokken, maar in dat
dienstjaar is niet over het bedrag beschikt, dat
wordt in dit jaar gedaan en dat bedrag zit dus nog
in het saldo over 1929.
Bestuursvoorstellen.
Door het bestuur wordt voorgesteld om in opdracht
van Ged. Staten een bedrag van f125 rentegevend te
beleggen, zijnde het bedrag ontvangen bij den ver
koop van den Oosterkampermolen.
Het bestuur zal het bedrag tegen een rente van
4 beleggen bij de Boerenleenbank
De heer Zuurbier betwijfelt of dit soort belegging
wel de bedoeling van Ged. Staten weergeeft, doch
de Voorzitter oordeelt, dat het is te probeeren.
Wordt goedgevonden.
Ten tweede stelt het bestuur voor, om een overeen
komst aan te gaan met de Banne Oude Niodorp,
waarbij in overeenstemming met een desbetreffend
besluit van het Heemraadschap der Niedorper Kogge
Strijkmolens, de jaarlijksche vergoeding voor het on
derhoud der kadijken langs Raaksmaatboezem, zal
worden verdubbeld in verhouding met de bijdrage
volgens het bestaande contract van 1843 en gebracht
op f 120 per jaar.
Volgens het oude contract is de vergoeding f 60 per
jaar.
Wordt goedgevonden.
Uitstel van sluisplannen.
Vervolgens wordt door het bestuur voorgesteld om
de aanhangige sluisplannen voorloopig uit te stellen
en wel op grond van de volgende overwegingen.
In verhand met de voorgenomen sluisplannen. is
overeenkomstig de eischen gesteld door en vanwege
den Provincialen Waterstaat, in het desbetreffend
rapport rekening gehouden met den aanleg van een
primairen weg, in het te doorkruisen weggedeelte
Verlaatde Weel, wat tengevolge zou hebben, dat
eene eventueel daar te bouwen brug eene rijbreedte
zou moeten hebben van 17 Meter, zoodat de bouw
kosten dientengevolge geraamd moesten worden op
een bedrag van f 10.500.
Naar aanleiding daarvan werd in de bestuursver
gadering van den 4den Februari 1930 besloten om te
dier zake eene bespreking aan te vragen met den
Provincialen Waterstaat, omdat het bestuur de mee
ning was toegedaan, dat bij eventueelen bouw der
eerder genoemde brug de billijkheid zou meebren
gen, dat de meerkosten ontstaan door aanleg van
den primairen weg, voor rekening der Provincie
zouden komen.
Voor eene daartoe te houden bespreking werden
aangewezen de beeren II. Wit en F. C. Jong, welke
heeren op 7 Mei 1930 tot een onderhoud dienaan
gaande door den Waterstaat werden uitgenoodigd,
met den volgenden uitslag:
Hoewel het bedoelde wegtraject nog niet geheel
officieel was geprojecteerd, kwam toch vast te staan,
dat bij uitvoering van een sluisplan, zooals zulks
was gedacht en in het rapport opgemaakt door het
ingenieursbureau W. C. K. de Wit te Amsterdam
werd verwerkt, de te graven toevoersloot en den pri
mairen weg elkander tusschen Verlaat en de Weel
zouden moeten kruisen.
De Hoofdingenieur-Directeur gaf bij deze bespre
king te kennen, dat hij zoo eenigszins uitvoerbaar
op een andere wijze, den bouw eener brug in be
doeld weggedeelte zou willen voorkomen, terwijl hij
het heter en voordeeliger achtte om met de uitvoe
ring der sluisplannen. in dit waterschap te wachten,
tot de uitvoering van het kanalenplan, omdat een te
graven kanaalgedeelte is geprojecteerd en officieel
zal worden uitgevoerd vanaf den z.g. Rolpaal in de
richting van den Leijermolen, waarom het plan be
ter gelijk met en in aansluiting op dit kanaalge
deelte zou kunnen worden uitgevoerd.
Aangezien dit dus eene belangrijke besparing zal
kunnen teweegbrengen en het bezwaar van omva
ren ook grootendeels wordt opgeheven door de om-
kunnen grijpen maar de arme jongen had zijn arm ge
broken en meneer Miles had hem gezet.
De „slingerlatten" lagen op tafel en Terry slaagde er
in om iets te eten, ofschoon een geluld van brekend por-
celein zoo nu en dan haar zenuwen in de war bracht
Roberts was belust op sensatie: een alarmist. Hij deed
verhalen over de stormen, die hij op zee had bijgewoond
maar de storm van dezen avond dat was „de grens",
voor zoo'n klein vaartuig. Hij verwachtte, dat 't er door
zou komen, maar als de dingen nog heviger werden, ja,
dan kon je nooit weten.
Het leek Terry. alsof de dingen ieder oogenbiik erger
werden. Het jacht lag niet' slechts geheel op de eene
zijde alsof het nimmer meer zou oprichten, om dan naar
de andere zijde over te hellen, maar de gansche zee
scheen zichzelf omhoog te tillen om zich dan te gieten
over het schip. En dat was nog niet eens het allerergste
Iedere plank kraakte en kermde by een vernieuwden
aanval. Het meisje kon haast niet anders geloovcn, of
het jacht zou elk oogenbiik in stukken breken, als een
verbrijzeld ei. Zij vroeg Roberts of zij daar aan tafel kon
blijven zitten, ook toen het diner was afgeloopen. „Ik
geloof", zei zij, „dat Ik maar niet probeeren zal om naar
den salon te gaan en het is hier niet zoo eenzaam als
in mijn eigen hut"
De hofmeester moedigde haar tot blijven aan en zei,
dat hij niet veraf zou zijn „als er iets gebeurde."
„U is dicht bij uw eigen statiehut. juffrouw," zei hij
„en u weet waar uw reddingsgordel is, als u hem noo
dig heeft. Niet, dat ik geloof, dat u hem werkelijk zult
noodig hebben." En spoedig kwam hij terug en bracht
haar een stapel oude Magazines, benevens verscheidene
publicaties der politie, om haar wake te verlevendigen.
Maar Terry kon niet lezen of platen kijken, want het
gevaar leek haar een monsterlijke, levende spookver
schijning. Zij vroeg zich af of het vrees was want men
kon toch niet bang zyn om te sterven, als er niemand
was, die ons lief had om voor te leven. Zy geloofde in
de mooie dingen na het leven. Vele harer zoetste droo
men waren geweest over een andere wereld dan deze.
En toch... o, zij vreesde, dat zy bang was! Zy wenschte
in deze wereld lang genoeg te leven om alle lieflijkhe
den te leeren kennen. Overigens zou het vreeseiyk zijn
om door die koude zee zonder genade gegrepen tc wor
den en meegesleurd. En alleen. Als haar Prins maar
zoo wreed niet was als hij maar vriendelylc was en
zeggen zou: „Als je gaat, dan ben Ik by je," dan zou zy
het lang zoo erg niet vinden. Ten minste, dat dacht zij.
Toen met een luid gekraak kwam er weer een gólf en
het jacht wentelde in een dal van de zee en het leek
een smal dal tusschen hooge bergen.
Wordt vervolgd.