SchagerCourant W.O.L.-Polder. Een kentering in de Engelsche wereldpolitiek. HAAR SPROOKJESPRINS Tweede Blad. Tengevolge van den toe stand in Britseh-Indië. Vreest geen Examen Donderdag 5 Juni 1930. 73ste Jaargang. No. 8674 LORD IRWIN onderkoning van Britsch-Indië. (Speciale correspondentie). EEN geruimen tijd is weer verstreken, sinds Gan- dhi in Britsch-Indië een aanvang nam met zijn opmarsch, welke inderdaad bleek te zijn de op- marsch naar een bloedbad. Het aantal dooden beloopt reeds honderden en het aantal gewonden is niet meer te tellen. Star en stram blijft de Britsche imperia lisme staan als een granieten rots, waartegen het natio nalisme te pletter loopt. Na den opmarsch kwamen de talrijke aanvallen op de eout-depots en weer vielen honderden slachtoffers. Is de Britsche regeering hierbij werkelijk zoo ongevoelig als eij zich voordoet? Is de lijn van de Engelsche politiek werkelijk zoo strak, als deze ons toeschijnt? Zeer vele vragen rijzen bij ons op, en buitengewoon moelijk is het om de gestelde problemen op te lossen. Toch willen wy trachten, eenig licht te werpen in de duisternis van den Indischen nationalen strijd, waarbij wij dan tevens In de gelegenheid zullen zijn, om een verband aan te geven tusschen eenige daden van de Britsche regeering, welke schijnbaar in het geheel niets met de Indische gebeurtenissen hebben te maken. Het lijkt ons gewenscht, om daarom eerst te begin nen met een uiteenzetting van den Indischen toestand, zooals deze zich ontwikkelde sedert den opmarsch van Gandhi. In de Kerstweek van verleden jaar werd te Labore 'n congres gehouden van de Indische nationalisten, op welk congres duidelijk de afkeer van vele Britsch In diërs tegen het Britsche bewind tot uiting kwam, en maatregelen werden beraamd, om aan dit bewind een einde te maken, terwijl tevens een program van actie werd opgesteld. Op de eerste plaats werd de idee van noncooperation ontwikkeld. Verder zou worden geweigerd de landbe- lasting te betalen, terwijl tevens de zoutwetten zouden worden overtreden. Een zeer belangrijk wapen achtten de nationalisten onder leiding van Motilab Nerhoe de Boycott-beweging tegen Engelsch fabrikaat, impliciet den steun aan eigen (huis) industrie. Kort hierop zond Gandhi zijn ultimatum aan Lord Erwin, den onderko ning, waarop deze zeer koel antwoordde, dat Engeland, indien dit noodig was, zijn maatregel zou weten te treffen. Een der eerste maatregelen van het Britsch-Indische gouvernement was toen de gevangenneming van Patel, een van de nationalisten-leiders en intiemen vriend van Gandhi. Tenslotte begon Gandhi op 12 Maart zijn hon- MAHATMA GANDHI. FEUILLETON door C. N. W ILLI AM SON. Een der meest Interessante romans uit de bekende Society-Reeks; "Uitgave Van Hoikema en Warendorf, Amster dam. 20. Het was stormweer en het scheen, dat het meisje er geen hinder van had. Zooals gewoonlijk ging zij naar het dek om een wandeilng te maken, terwijl haar hut een groote beurt kreeg, maar het jacht dook plotse ling en een golf sloeg over het dek en maakte het meisje kletsnat. Zij was naar beneden gegaan om zich te verkleeden en op de trap had de Silverwood een plot selinge beweging gemaakt en was zij gevallen. Juffrouw Harkness was nog niet klaar geweest met de hut van het meisje, toen de deur geopend werd en een druipende gestalte met een bleek gezicht binnenkwam. „U heeft uzelf mooi toegetakeld, juffrouw", had de oude vrouw uitgeroepen. Zij was in den laatsten tijd al niet zoo strak meer tegen het meisje geweest. „U ziet eruit, alsof u kans geloopen heeft om overboord te val len!" „O, het is niet heel erg," zei Terry, ofschoon ze wel geschrokken was en zich ellendig voelde om de hevige pijn m haar enkel. „Ik zal mij verkleeden en dan is het voorbij. Maar ik denk, dat mijn japon hier of daar zal gedroogd moeten worden. Het spijt me erg u last te moe ten veroorzaken." ,.U ziet gruwelijk bleek; misschien is u een beetje zee ziek." Terry zei, dat zij niet zeeziek was. Maar juffrouw Harkness bleef treuzelen en nam de doorweekte japon van haar aan. „Goede hemel, u heeft de hak van uw schoen verloren!" riep zij. „En uw enkel is gezwollen! Wat heeft u uitgevoerd?" „Mijn voet een beetje verstuikt, denk ik. Anders niet." zei Terry. „Ik geloof niet, dat het veel te beduiden heeft," „Ik geloof waarlijk, dat u het niet gezegd zou hebben, geropmarsch, waaraan door een honderdtal volgelingen werd deelgenomen. De weg van dezen hongertocht, wel ke begon te Ahmedabad, zou loopen over Aslali, Mehma- dabad, Nadia, Badalpeur, Borzad en Taluka, en het einddoel was de kust aan den golf van Cambay. Gan dhi zag tegen geen vermoeinis op en vergde ook het uiterste van zijn getrouwen. Toch vielen verschillende Indiërs uit tengevolge van de doorstane vermoeienissen. Met den tocht zelf behaalde Gandhi niet het succes, dat hij verwachtte. Weliswaar werd Gandhi in verschillen de plaatsen door een talrijke menigte opgewacht, in an dere plaatsen was daarentegen de belangstelling vrij ge ring. Verschillende kleinere botsingen hadden plaats en er vielen slachtoffers, maar de opmarsch liep toch fei telijk dood op de politiek van het gouvernement, die de nationalisten liet loopen zonder krachtige pogingen in het werk te stellen, om den opmarsch tegen te houden. Lord Erwin wachtte op het psychologische moment om in te grijpen. De tartende woorden, welke Gandhi op zijn marsch uitte, hadden voorloopig geen krachtiger optreden van d« Engelschen tengevolge, al hielden zij sterke troepenmachten gereed om op gewenscht tijd stip te kunnen ingrijpen. Ten spijt van Gandhi's aan maningen gingen slechts weinig Inlandsche ambtenaren ertoe over om ontslag uit 's rijks dienst te nemen. Wel gingen intusschen troepen van vrijwilligers naar ver schillende streken, waar zij de zoutwetten overtraden, en hadden hierbij verschillende botsingen plaats, waarbij vele slachtoffers vielen en talrijke overtreders van de zoutwetten werden gearresteerd. Tenslotte ging Gandhi er zelf ook toe over de zout wetten te overtreden, door te Dandi zelf zout te winnen en dit te verdeelen. De politie nam het zout voor het grootste deel in beslag, maar nam geen verdere maatre gelen tegen de wetsovertreders. In Londen achtte men het feit van zeer weinig beteekenis, omdat het gewon nen zou niet voor consumptie geschikt zou zijn. Over de moreele waarde van deze wetsovertreding werd ech ter niets gezegd. Langzamerhand nam de toestand in Indlë een ernsti ger en bolediger karakter aan. Betoogingen en relletjes hadden in verschillende deelen van het land plaats; aan vallen op winkels met buitenlandsche goederen, aanval len op drankwinkels, overtredingen van zoutwetten, aan vallen op zoutdepots. In Bombay werd de toestand kri tiek. In Jalalpur en Karachi hadden ernstige onlusten plaats. Een van Gandhi's zonen werd gearresteerd, het geen echter ge enoogenblikkelijke ernstige gevolgen te weeg bracht Gandhi ging intusschen voort, de menschen aan te zetten tot overtreding van de wetten, tot boycott van buitenlandsche goederen, enz. Tenslotte mocht het gou vernement dit niet leidelijk toezien. In den nacht van 4 op 5 Mei werd de volksleider te Karadi-kamp gearres teerd en per auto vervoerd naar Poona. Van te voren had Gandhi voor een eventueele gevangenneming reeds een opvolger benoemd. Echter werden achtereenvolgens de verschillende leiders o.a. Abdas Tyabyi en eenige zoons van Gandhi eveneens gearresteerd. Een van de leidende persoonlijkheden is thans de dichteres Naidee. In dezen tijd kwam weer de Engelsche berekendheid aan het licht Gandhi werd namelijk niet vervolgd we gens overtreding van wetten, maar werd slechts geïn terneerd, waarbij hem een betrekkelijk groote vrijheid werd toegestaan. Vooral wil Albion den grooten tegen stander Gandhi niet geheel van zich afstooten. Nog steeds hoopt zij op een wending van de nationale be weging in voor Engeland gewenschte banen, waarbij Gandhi een grooten invloed op de Indische leide zou moeten uitoefenen. Wel werd officieel tegengesproken, dat het Britsch- Indische gouvernement onderhandelingen had aange knoopt met Gandhi, echter kan niet worden ontkend, dat Gandhi langs zijdelingschen weg meerdere malen is gepolst over een mogelijk te sluiten compromis. Alle maatregelen zijn genomen, om de tusschenpersonen eventueel te kunnen verloochenen. Merkwaardig is, dat verschillende leiders van het kerst-congres te Lahore den laatsten tijd op den achter grond blijven. Zij moeten hun lei schoon houden, om ten allen tijde de werkelijke leiding te kunnen hebben èn b\j een onafhankelijk worden van Indië èn (dat zal wel het uiteindelijk resultaat van de actie worden) bij de verheffing van Indië tot dominion. Inmiddels werden de Indiërs door tweederangsleiders opgezweept. Overal volgden nu aanvallen op zout- als ik het niet toevallig had opgemerkt," zei juffrouw Harkness. „Wel nee, het zou de moeite niet waard zijn geweest" moest het meisje toegeven. „Als het erger wordt, zal ik mijn voet in het koude water stoppen." Maar nadat zij voor de allereerste maal haar hulp aan juffrouw Divine had opgedrongen en haar haar natte kleeren uitgetrokken, (wat een kind leek zij in haar kimono), bracht de vrouw haar een smeersel en een zwachtel. ,,'t Is een geluk, dat er niets gebroken is," mompelde zij. „want we hebben geen behoorlijken dokter aan boord. Ofschoon, mijn meester is om zoo te zeggen van nature een chirurg. Dat was hij altijd, ook als kind. De men schen brachten hem honden met gebroken pooten en vogels met gebroken vleugels, en hij maakte ze als nieuw. Hij had op die manier best zijn brood kunnen verdienen, ais dat noodig was geweest. Maar dat hoeft niet. jammer genoeg misschien; hij hoeft 't niet eens te verdienen met de schilderijen, die hy schildert op die vreemde moderne manier. Maar als het op dokteren aankomt, dan ben ik zelf ook zoo min nog niet, voor eenvoudige gevallen natuurlijk." Terry kromp niet ineen en gaf geen geluld onder de handgrepen der stevige, oude handen. Toen haar enkel gezwachteld was, stond zij erop, dat zij zichzelf verder zou aankleeden en zij zou ongetwijfeld haar geluk nog maals aan dek beproefd hebben, had juffrouw Hark ness haar niet gezegd, dat het geen weer was voor een kreupel mensch en dat de meester boos zou zijn, als hy wist, welk gevaar zij had geloopen. Toen Terry dit hoorde, werd zij volgzaam. Zij begreep, dat Sheridan het vervelend zou vinden als zij over boord viel of zich zoo bezeerde, dat zij niet aan wal kon gaan, als het daartoe moest komen. Het gansche uitstapje zou in dat geval te vergeefs zijn en zij zou niets voor hem hebben gedaan. Maar juffrouw Harkness verbeeldde zich, dat het de gehoorzaamheid van een braaf kind was. dat zij zich zoo onderwierp zonder het minste ver zet. Haar zachtheid, haar moed. haar tegenzin om er gens drukte van te maken, vereenigd met de noodzake lijkheid om haar te helpen, maakte het laatste stukje van het oude hart week. Zij merkte, dat zij over haar dacht als „het kind" en niet als „dat schepsel". Zij moest het zichzelf telkens in de gedachten brengen, dat het meisje niet datgene was, waarvoor zij haar hield en dikwijls moest zy een liefkoozend woordje, dat zy op het punt was te uiten, terugdringen. Nee, het meisje kon niet het goede kind zijn en toch... Harkey kon niet langer over haar denken als „de jonge slechte vrouw." Haar gedachten gingen: „Het arme schaap heeft zeker een slecht® opvoeding gehad; een ander is meer te be depots. Wij noteerden, om slechts een greep te doen uit de feiten, groote betoogingen te Bombay. onlusten te Wadala, te Calcutta (wier burgemeester eenige malen werd veroordeeld), te Sjolap, te Dacca, Rangoon en Pesjawaor. Eenige grensstammen werden roerig, en het Engelsche regiem moest met behulp van vliegmachines respect afdwingen voor de Engelsche wetten. De En gelsche (en Japansche) textielfabrieken lijden groote verliezen tengevolge van de boycot-beweging. Echter is te voorzien, dat deze op den duur geen stand zal hou den. Het is gemakkelijker om duizenden menschen tot betoogingen aan te zetten, dan om evenveel menschen tot intense huis-industrie te brengen. Veel belangrijker dingen vragen nog onze aandacht Nog steeds mocht het niet gelukken, om de Mohamedanen te betrekken bij de vrijheidsbeweging. Gandhi zei indertijd zelf reeds, dat, indien de Mohamedanen zich niet aansluiten, na de verdrijving van de Engelschen noodzakelijk een burgeroorlog moest volgen. Een verklaring van een der machtigste Mohame- daansche Indische vorsten, den Nizam van Hyderabad, laat omtrent de houding van de Mohamedanen tegsn- over het dreigement van Gandhi niets aan duidelijkheid te wenschen over.De vorst maant alle Mohamedanen aan zich achter het Britsch gezag te scharen. De Engel sche regeering blijkt ook hier weer tot wederdienst be reid. Is het niet opvallend, dat juist in deze dagen de Engelsche regeering veel meer gematigd optreedt tegen de Mohamedanen in Palestina, zoodat er protest vergaderingen van de Joden hiervan het gevolg waren? Is dit niet een indirecte dankbetuiging van de Engel sche diplomaten? Ook de Engelsche vlootplannen ver schijnen in dit verband in een ander licht. Engeland doet momenteel mede aan den bewapeningswedstrijd met de andere vredelievende landen. Mussolini hield zijn opzienbarende redevoering en een Fransche minister antwoordde, dat Frankrijk kalm is, omdat het sterk is. Engeland kan hierbij niet achter blijven. Echter heeft dit land een zorg meer. Wanneer de resultaten van de werkende krachten in Indië een dominion-staat is, dan moet dit nieuwe dominion een eigen vloot hebben, en het moederland is zoo vriende lijk om deze al reeds te bouwen. Ook de kalme houding van de Engelsche regeering tegen Rusland houdt wel degelijk verband met Indische belangen. Toen de be trekkingen tusschen Engeland en Rusland moesten worden hervat werden in Londen van de regeerings- tafel zeer duidelijke verklaringen afgelegd, dat de di plomatieke betrekkingen slechts zouden worden her vat onder eenige nader genoemde voorwaarden, o.a. een definitieve regeling van de oude Russische schulden. Tegenwoordig hoort men niets meer van die Britsche eischen. Toezeggingen van Russische zijde betreffende Britsch-Indië zijn hieraan niet geheel vreemd. Engeland wordt het grootste textiel-land van de ge- heele wereld genoemd. De grootste textiel-fabrlek is Downing-Street. Van hieruit gaan vele draden uit; zij vormen een heel netwerk over den aardbol en die eind punten keeren weer terug in Downing-Street. want er is een middel dat U kalm houdt en waardoor Uw geest helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten. rispen dan zij. En. o, het is een schande, want nooit zag Ik zoo iets liefs en zachts." Zij brandde van verlangen om meneer Miles het voor val mee te deelen en hem te zeggen, op welke wijze het slachtoffer het had opgenomen. Maar hij had haar eens afgesnauwd en dus was zij op haar hoede. Maar voor het eerst keurde zij de houding van haar afgod tegen over zijn gast op het jacht af. Onbewust stelde zij zich tegenover hem. aan de zijde van het meisje. Miles vernam het dubbele avontuur van juffrouw Di vine door middel van Yale, den kapitein, een goedhartig oud man, die al volwassen kinderen had. Van de brug af had hij gezien, hoe het meisje de stortzee over het lijf had gekregen en nadat zijn wacht was afgelost, had bij juffrouw Harkness ondervraagd of de „juffrouw erg geschrokken was geweest", en toen had Harkness hem het geval meegedeeld. „Ik wed dat de jonge dame voor vandaag een flinke dosis van de zee heeft gehad," had hij tot zijn werkgever gezegd. „En ik vrees, dat ze nog wat te wachten heeft voor het morgen zal zijn; ik verwacht een gierenden storm." Silverwood was een jacht van drie duizend tonnen- maat, maar dien avond leek het slechts een notedop op de golven. Kapitein Yale moest wenden tengevolge van de monsterlijke kracht van den tegenwind. Zee en lucht waren in geweldige beroering. Alles was zwart, behalve het doodsche wit van het schuim, dat boven het schip hing als de top van een waterhoos. Nooit had Terry zoo iets kunnen droomen. Voordat de storm nog op zijn hevigst was, was zij verbaasd geweest en ook bemoedigd door de aankondiging, dat het diner klaar was. Zy had niet kunnen denken, dat het moge lijk zou zijn een maaltijd op te dienen in zulk een wer velstorm. Maar zij was niet ziek en had zelfs geen hoofdpijn; en de angst voor het wilde gehuil en de ja gende golven had haar de pijn aan haar enkel doen vergeten. Toen zij voor het diner werd geroepen, ver wachtte zij, dat het jacht zou omslaan en met vreugde greep zij de verontschuldiging aan om haar hut te kun nen verlaten en een vriendelijk gezicht te zien zooals dat van Roberts. Het gezicht was vriendelijker dan zij het nog ooit ge zien had en juffrouw Harkness was juist komen toe- loopen om haar gerust te stellen betreffende den storm: en daar stonden zij nu beiden buiten de deur van haar hut. Roberts legde haar uit. dat hij was gekomen om juffrouw Divine naar de eetzaal te brengen en juffrouw Harkness zei, dat zij wel eer zou zijn gekomen, als zij niet bezig was geweest om meneer Miles te helpen. Een matroos was bijna over boord geslagen. Gelukkig was meneer Miles in zijn buurt geweest en had hem intijds Dinsdag 3 Juni 1030, des avonds 8 uur vergaderde in het lokaal van den heer (i. Ligthart te Zijdewind het bestuur van den W.G.L.-polder met stemgerech tigde ingelanden. Voorzitter de heer J. Wit Sr., secretaris de heer F. C. Jong. De vergadering was niet druk bezocht, waarover de Voorzitter bij de opening zijn teleurstelling uit sprak. De notulen worden door den Secretaris gelezen, waarna ze onder dankzegging werden goedgekeurd. Mededeellngen. Door den Voorzitter wordt er aan herinnerd, dat in de vorige vergadering besloten was een nieuwe waaier aan te koopen en de oude te doen repan i n. Deze reparatie moest echter f145 kosten en daar kwam het bestuur tegenop, met het resultaat dat voor f 145 een extra nieuwe waaier zal worden ge leverd. Ten aanzien van het stroomverbruik is 1929 een gelukkig jaar geweest, er is voor f 1100 stroom ver bruikt. Voor het herstel van de valbrug was een bedrag op de begrooiing van 1929 uitgetrokken, maar in dat dienstjaar is niet over het bedrag beschikt, dat wordt in dit jaar gedaan en dat bedrag zit dus nog in het saldo over 1929. Bestuursvoorstellen. Door het bestuur wordt voorgesteld om in opdracht van Ged. Staten een bedrag van f125 rentegevend te beleggen, zijnde het bedrag ontvangen bij den ver koop van den Oosterkampermolen. Het bestuur zal het bedrag tegen een rente van 4 beleggen bij de Boerenleenbank De heer Zuurbier betwijfelt of dit soort belegging wel de bedoeling van Ged. Staten weergeeft, doch de Voorzitter oordeelt, dat het is te probeeren. Wordt goedgevonden. Ten tweede stelt het bestuur voor, om een overeen komst aan te gaan met de Banne Oude Niodorp, waarbij in overeenstemming met een desbetreffend besluit van het Heemraadschap der Niedorper Kogge Strijkmolens, de jaarlijksche vergoeding voor het on derhoud der kadijken langs Raaksmaatboezem, zal worden verdubbeld in verhouding met de bijdrage volgens het bestaande contract van 1843 en gebracht op f 120 per jaar. Volgens het oude contract is de vergoeding f 60 per jaar. Wordt goedgevonden. Uitstel van sluisplannen. Vervolgens wordt door het bestuur voorgesteld om de aanhangige sluisplannen voorloopig uit te stellen en wel op grond van de volgende overwegingen. In verhand met de voorgenomen sluisplannen. is overeenkomstig de eischen gesteld door en vanwege den Provincialen Waterstaat, in het desbetreffend rapport rekening gehouden met den aanleg van een primairen weg, in het te doorkruisen weggedeelte Verlaatde Weel, wat tengevolge zou hebben, dat eene eventueel daar te bouwen brug eene rijbreedte zou moeten hebben van 17 Meter, zoodat de bouw kosten dientengevolge geraamd moesten worden op een bedrag van f 10.500. Naar aanleiding daarvan werd in de bestuursver gadering van den 4den Februari 1930 besloten om te dier zake eene bespreking aan te vragen met den Provincialen Waterstaat, omdat het bestuur de mee ning was toegedaan, dat bij eventueelen bouw der eerder genoemde brug de billijkheid zou meebren gen, dat de meerkosten ontstaan door aanleg van den primairen weg, voor rekening der Provincie zouden komen. Voor eene daartoe te houden bespreking werden aangewezen de beeren II. Wit en F. C. Jong, welke heeren op 7 Mei 1930 tot een onderhoud dienaan gaande door den Waterstaat werden uitgenoodigd, met den volgenden uitslag: Hoewel het bedoelde wegtraject nog niet geheel officieel was geprojecteerd, kwam toch vast te staan, dat bij uitvoering van een sluisplan, zooals zulks was gedacht en in het rapport opgemaakt door het ingenieursbureau W. C. K. de Wit te Amsterdam werd verwerkt, de te graven toevoersloot en den pri mairen weg elkander tusschen Verlaat en de Weel zouden moeten kruisen. De Hoofdingenieur-Directeur gaf bij deze bespre king te kennen, dat hij zoo eenigszins uitvoerbaar op een andere wijze, den bouw eener brug in be doeld weggedeelte zou willen voorkomen, terwijl hij het heter en voordeeliger achtte om met de uitvoe ring der sluisplannen. in dit waterschap te wachten, tot de uitvoering van het kanalenplan, omdat een te graven kanaalgedeelte is geprojecteerd en officieel zal worden uitgevoerd vanaf den z.g. Rolpaal in de richting van den Leijermolen, waarom het plan be ter gelijk met en in aansluiting op dit kanaalge deelte zou kunnen worden uitgevoerd. Aangezien dit dus eene belangrijke besparing zal kunnen teweegbrengen en het bezwaar van omva ren ook grootendeels wordt opgeheven door de om- kunnen grijpen maar de arme jongen had zijn arm ge broken en meneer Miles had hem gezet. De „slingerlatten" lagen op tafel en Terry slaagde er in om iets te eten, ofschoon een geluld van brekend por- celein zoo nu en dan haar zenuwen in de war bracht Roberts was belust op sensatie: een alarmist. Hij deed verhalen over de stormen, die hij op zee had bijgewoond maar de storm van dezen avond dat was „de grens", voor zoo'n klein vaartuig. Hij verwachtte, dat 't er door zou komen, maar als de dingen nog heviger werden, ja, dan kon je nooit weten. Het leek Terry. alsof de dingen ieder oogenbiik erger werden. Het jacht lag niet' slechts geheel op de eene zijde alsof het nimmer meer zou oprichten, om dan naar de andere zijde over te hellen, maar de gansche zee scheen zichzelf omhoog te tillen om zich dan te gieten over het schip. En dat was nog niet eens het allerergste Iedere plank kraakte en kermde by een vernieuwden aanval. Het meisje kon haast niet anders geloovcn, of het jacht zou elk oogenbiik in stukken breken, als een verbrijzeld ei. Zij vroeg Roberts of zij daar aan tafel kon blijven zitten, ook toen het diner was afgeloopen. „Ik geloof", zei zij, „dat Ik maar niet probeeren zal om naar den salon te gaan en het is hier niet zoo eenzaam als in mijn eigen hut" De hofmeester moedigde haar tot blijven aan en zei, dat hij niet veraf zou zijn „als er iets gebeurde." „U is dicht bij uw eigen statiehut. juffrouw," zei hij „en u weet waar uw reddingsgordel is, als u hem noo dig heeft. Niet, dat ik geloof, dat u hem werkelijk zult noodig hebben." En spoedig kwam hij terug en bracht haar een stapel oude Magazines, benevens verscheidene publicaties der politie, om haar wake te verlevendigen. Maar Terry kon niet lezen of platen kijken, want het gevaar leek haar een monsterlijke, levende spookver schijning. Zij vroeg zich af of het vrees was want men kon toch niet bang zyn om te sterven, als er niemand was, die ons lief had om voor te leven. Zy geloofde in de mooie dingen na het leven. Vele harer zoetste droo men waren geweest over een andere wereld dan deze. En toch... o, zij vreesde, dat zy bang was! Zy wenschte in deze wereld lang genoeg te leven om alle lieflijkhe den te leeren kennen. Overigens zou het vreeseiyk zijn om door die koude zee zonder genade gegrepen tc wor den en meegesleurd. En alleen. Als haar Prins maar zoo wreed niet was als hij maar vriendelylc was en zeggen zou: „Als je gaat, dan ben Ik by je," dan zou zy het lang zoo erg niet vinden. Ten minste, dat dacht zij. Toen met een luid gekraak kwam er weer een gólf en het jacht wentelde in een dal van de zee en het leek een smal dal tusschen hooge bergen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5