IJ&Juxd&b Oto Tbffëee.
VERMAKELIJKE KRONIEK
BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ
Het Texelsche schaap.
Gemengd Nieuws.
Een merkwaardig proces.
Sprinkhaanbestrijders uit het dierenrijk.
VAN
Groot Gortbuikenburg,
door
DIRK
DUYVEL Junior.
Hoofdstad van Opper-Kafferstein
Voor ons Noord-Hollanrlers is het wel overbodig
om iets over het Texelsche schaap te gaan schrij
ven. Waar we onze oogen ook wenden of keeren, op
markten en in weiden, overal zien wij echte verte
genwoordigers van dit typische schapenras. waar
van dus met recht kan gezegd worden ik kwam, zag
en overwon. Daarvoor moeten redenen bestaan en
al de goede eigenschappen van deze dieren, waar
aan het ras zijn reputatie heeft te danken willen wij
c ns met elkaar nagaan Ik doe dit aan de hand van
gegevens die indertijd zijn gepubliceerd door de Ver-
ecniging tot Verbetering van de Schapenfokkerij in
Noord-Holland. Dit betrouwbare adres is alleszins
bevoegd om eischen te formuleeren waaraan het
Texelsche schaap moet en kan voldoen. Vooraf gaat
de volgende opmerking.
De meest op den voorgrond tredende rassen on
zer huisdieren zijn in den regel ontstaan in een be
paalde streek van dikwijls beperkten omvang. Wel
ke omstandigheden er toe geleid hebben, dat het
zware trekpaard juist ontstaan is in België, het
Yersey-rund op het eiland van dien naam, is thans
moeilijk meer uit te maken. Waarschijnlijk is de
veronderstelling niet ver van de waarheid, dat de
omstandigheden in de betreffende streek voor de
ontwikkeling van een bepaald ras buitengewoon
gunstig waren, doch daarnevens dat enkele fokkers
iu die streek door lange ervaring een buitengewoon
scherp oog hebben gekregen voor de fokwaarde van
hunne dieren en die door teeltkeuze hebben weten
te ontwikkelen. In het bijzonder moet deze laatste
factor van beteekenis zijn geweest bij het ontstaan
van nieuwe rassen door kruising, zooals dit b.v. is
geschied met de meeste rundvee- en schapenrassen
in Engeland. Wanneer daar niet het geoefend fok
kersoog zich had doen gelden, waren nooit de ru-
sultaten bereikt waatop thans de Engelsche fokkers
terecht trotseh zijn.
Hetzelfde is ook van toepassing op het Texelsche
schaap.
De bakermat van dit schapenras wordt gevonden
op Texel, het grootste onzer Wadden-eilanden. Het
eiland Texel heeft een oppervlakte van 18.000 H.A.,
en bestaat grootendeels uit zandgrond. De bodem
heeft verschillende hoogteliggingen, gedeeltelijk bo
ven de zee en was voor betrekkelijk korten tijd nog
zeer onvruchtbaar. Het plantenbestand bestond uit
verschillende minderwaardige grassen en onkrui
den. Het ligt voor de hand dat het Texelsche schaap
in die dagen een matig ontwikkeld dier was, temeer,
omdat hoegenaamd nooit werd bijgevoederd. Het was
een schaap van geringe afmetingen, la a trijp en wei
nig vruchtbaar, meestal één lam Door de slechte om
standigheden gaven de dieren natuurlijk ook niet
veel melk. Zij leverden goede wol, doch de vacht
woog wat licht. Het vleesch was mager en goed van
smaak. Betreffende de vruchtbaarheid dient nog te
worden opgemerkt, dat men tijdelijk geselecteerd
heeft in do richting van één lam. Wanneer in die
dagen 2 lammeren werden geboren, werd er veelal
zelfs één afgemaakt, omdat wolproductie hoofdzaak
was en kwaliteit en kwantiteit der wol te veel
scheen te lijden door het grootbrengen van 2 lam
meren.
Reeds in den Romeinschen tijd bestond Texel en
hei vermoeden bestaat, dat de bewoners zich o.a. al
tijd met schapenfokkerij hebben bezig gehouden. In
verschillende werken worden mededeelingen gedaan
over den invoer van uitstekende schapen in de 17de
eeuw uit Britsch of Nederlandsch Indic, welke voor
al ook op het Texelsche schaap grooten invloed zou
den hebben uitgeoefend en dat daardoor verwant
zou zijn aan het Oost-Friesche en Vlaamsche schaap.
Laatstgenoemde rassen zouden echter meer in de
melknchting, het Texelsche later in de richting van
vleesch en wol zijn gefokt. Het is zeer jammer, dat
een en ander niet meer nauwkeurig is na te gaan.
Volgens overlevering hebben de Texelsche fokkers
altijd met veel zorg de beste ooien en rammen af
komstig van de beste fokdieren, voor de verdere fok
kerij aangehouden. Dit verklaart misschien ook
ecnigszins het feit, dat de Texelsche lammeren
vooral in de omstreken van Leidon waar de grond
vruchtbaarder is reeds vroeger gezocht waren
en betere eigenschappen ontplooiden dan op Texel.
In de laatste helft der vorige eeuw zijn de wei
landen op Texel door gebruik van hulpmeststoffen
veel verbeterd. Gelijktijdig ongeveer heeft men het
oude Texelsche schaap met verschillende Engelsche
schapenrasseti gekruist en is men begonnen de
schapen in den winter krnchtvoeder te geven. Hoe
deze groote omwenteling tot stand is gekomen, is
niet meer precies na te gaan. Betreffende de kruising
bestaan ook geen historische gegevens Op grond van
overlevering mag als zeer waarschijnlijk worden
aangenomen, dat zoowel Border Leicester, Leicester
als I.incoln-rammen zijn gebruikt benevens vermoe
delijk ook enkele Southdorons, Mampshiredorons en
Wensleydales. Toen eenigen tijd met deze rassen was
gefokt, schijnt men niet rammen van het oude ras
„teruagekruist" te hebben. Hoe alles precies gegaan
is weten we echter niet. Vast staat echter, dat door
de veranderde erfelijke en niet-erfelijke factoren een
schaap is ontstaan dat zeer veel verschilt met het
oude ras. doch ook geen gelijkenis heeft met de voor
de kruising gebezigde rassen. Het welslagen van
deze kruising die geleid heeft tot nieuwvorming van
een ras, moet toegeschreven worden aan de in het
begin van dit schrijven genoemde factoren.
Eigenschappen van het ras.
Net nieuwe Texelsche schaap munt vooral uit door
zijn groot aanpassingsvermogen. Het is aan de eene
zijde sober, zoodat het zelfs op vrij schralen bodem
gehouden kan worden; aan de andere zijde weet het
te profiteeren van een rijke voeding en kan het on
der deze omstandigheden in den kortst mogelijken
tijd slachtrijp zijn en een zeer groot gewicht berei
ken. Door do proeven welke onder leiding van Prof.
I)r. D. I.. Rakker te Wapeningen zijn genomen, is
dit nader bevestigd. Rij uitsluitend weidegang onder
minder gunstige omstandigheden en zonder btjvoe-
dering bereikten Texelsche schapen de volgende ge
wichten:
Op een leeftijd van: Gewichten in K.G.:
7 weken 30 K.G.
5 maanden45 K.G.
O maanden50 K.G.
8 maandenCO K.G.
10 maanden90 K.G.
18 maanden100 K.G.
Deze proeven welke zich uitstrekten tot het slach
ten onder controle, hebben ook bevestigd, dat de ver
houding tussohen vleesch en vet goed in overeen
stemming is met de daaromtrent bestaande eischen.
De vruchtbaarheid van Texelsche schapen is thans
uitmuntend en de levensvatbaarheid der jonge larp-
meren zeer groot. Van de bij de vereeniging ingeschre
ven schapen waren de cijfers daaromtrent als volgt:
Jaar. Aantal ooien. Geboren lamme- Grootgebracht
ren per ooi. per ooi.
1918 982 1,09 1,49
1919 089 1.74 1,61
1921) 1092 1,68 1,56
1921 1504 1,82 1,66
1022 1851 1,71 1,56
1923 1969 1,73 1,60
1924 1900 1,83 1,65
In dit verband moet er nog op gewezen worden, dat
de Texelsrhe schapen op het vasteland van N.-H.
Waar zij onder gunstiger omstandigheden worden'
gehouden vrij wat meer lammeren werpen dan
hun rasgenooten op het eiland. Gedurende 6 jaar wa
ren dc hierop betrekking hebbende geboortecijfers als
volgt:
1919 1920 1921 1922 1923 1924
Texelsche ooien
op Texel 1,71 1,66 1,82 1,68 1,71 1,82
Texelsche ooien
op het vasteland 1,86 1,83 1,92 1,83 1,87 191
De melkrijkheid der moederdieren is zoo groot, dat
zij gemakkelijk 2 en zoo noodig 3 lammeren kunnen
groot brengen. Bij zeer goede levensvoorwaarden
kunnen lammeren van 7 weken een gewicht berei
ken van 30 K.G. en hooger. De besten zijn dan al
geschikt voor de slachtbank en een belangrijk aan
tal wordt geslacht geëxporteerd.
De vacht weegt gemiddeld 5% K.G. De wol munt
uit door groote fijnheid, hoewel in mindere mate dan
die van Merino's. Zij is voor vele doeleinden geschikt:
er kan zoowel goede bruikbaar laken als sterke sajet
en warme dekens van gemaakt worden.
Verbetering van het ras.
Het ligt voor de hand. dat onmiddellijk na de krui
singspcriode dc uniformiteit te wenschen overlaat. Dc
eischen van de afnemers der lammeren hebben ech
ter dadelijk hun invloed doen gelden en het spreekt
van zelf, dat men zich beijverde lammeren te fokken,
die het best werden betaald. Hierdoor werd reeds
eenige uniformiteit verkregen.
Evenals vóór de kruising maakten de fokkers er
veel werk van om uitsluitend van de beste en best
fokkende dieren het fokmateriaal te kiezen.
Reeds sedert vele jaren wordt door de afdeeling
Texel van de Holl. Maatij. van Landbouw jaarlijks
een rammenkouring gehouden, welke zonder twijfel
een uitstekenden invloed heeft op de uniformiteit
en de uiterlijke vormen van het ras. De laatste ja
ren wordt deze keuring in samenwerking met de
Vereeniging tot verbetering van de Schapenfokkerij
in Noordholland en de afdeeling Texel van den L
T. B. gehouden.
Vanaf 1909 is de verbetering op krachtige wijze
ondersteund door de reeds genoemde Vereeniging
tot verbetering van de Schapenfokkerij in N.-H. Zij
tracht haar doel te bereiken door:
1. Het fokken in zuivere teelt.
2. Het uitoefenen van een deugdelijke en uniforme
controle en het voeren van een centrale stamboek
houding.
3. Het bevorderen van den aan -*n verkoop van
goede fokdieren, de omwisseling van rammen en het
rationeel opfokken van jonge dieren.
4. Het steunen en organisceren van tentoonstellin
gen en keuringen.
5. Het verspreiden van nuttige kennis over alles
wat met de schapenhouderij cn fokkerij in verband
staat, speciaal wat betreft voeding, verpleging en
teelt.
6. Alle andere wettige en gepaste middelen.
Aan dit werkplan wordt onder meer uitvoering ge
geven door de volgende middelen:
a. het fokmateriaal minstens tweemaal per jaar
te inspecteeren en bij die inspectiën gegevens te ver
zamelen, die voor de beoordecling der fokdieren van
nut kunnen zijn.
b. Deugdelijk bevonden ooien en rammen vóór den
doktijd van een controlemerk te voorzien in het rech
ter oor.
c. de afstammelingen van een ingeschreven ooi en
ram, voor zij van de moeder worden genomen, te
voorzien van een jongvee-nummer.
Het merken geschiedt door den inspecteur der ver
eeniging door middel van een tatoeueermork, zoodat
de afstamming met voldoende zekerheid vaststaat,
zoowel van moeders- als vaderszijde.
Evenals bij verschillende andere fokkerijen cn of
enkele dieren zeer veel invloed hebben gehad en er
bijna geen teplt is die tot groote resultaten heeft ge
leid of daarbij is inteelt toegepast, is dit ook het ge
val bij het Texelsche schaap.
De Vereeniging had 1 jaar bestaan, toen in Octo-
bcr 1910 ram no. 54 werd ingeschreven. Deze ram
nu heeft een bijzondere groote rol gespeeld en in
den stamboom van de meeste fokdieren komt hij
één of meermalen voor. Dat inteelt in deze jonge
fokkerij zulke gunstige resultaten heeft gegeven,
schrijft Prof. Bakker toe aan het feit, dat het nieuwe
Texelsche schaap bij de oprichting der Vereeniging
op Texel reeds een groote mate van raszuiverheid
cn blijkbaar voor verschillende raseigenschappen te
vens een groote mate van fokzuiverheid bezat.
S. V.
De verantwoordelijkheid van den chirurg.
Een onnoodige operatie.
Een merkwaardig proces is voor de civiele rechtbank
te Montpelller ten einde gebracht
Jean Rives, een tienjarige knaap, had gerulmen tijd
geleden een spijker ingeslinkt Men snelde met het kind
naar den dokter, die na een Röntgenonderzoek con
cludeerde, dat een spoedoperatie noodzakelijk was. Deze
geschiedde, doch men vond den spijker niet welke ech
ter een dag later langs natuurlijken weg het lichaam
verliet
Daar de door de operatie veroorzaakt wonde niet op
bevredigende wijze genas, was een tweede operatie
noodig, na afloop waarvan de medicus een rekening van
4000 frans indiende.
De vader van het patiëntje weigerde deze te betalen.
De zaal< kwam voor de rechtbank, die besliste dat de
rekening inderdaad niet betaald behoefde te worden.
Alleen moest de vader den medicus 500 frans betalen
voor diens eerste hulp en onderzoek..
Edoch, de vader diende een tegenaanklacht in en
eischte 8000 fres. schadevergoeding van den dokter
omdat deze zijn zoon noodeloos bad geopereerd. Hij
heeft ze toegewezen gekregen want de rechtbank was
van oordeel dat de medicus te overhaast had gehandeld
en pas chirurgisch had moeten ingrijpen toen er geen
mogelijkheid was den patiënt te redden.
Niet alleen onder de vogels, maar ook on
der dc Insecten telt de mensch zjjn bondge-
nooten in den strijd tegen de sprinkhaan-
plaag.
In het jongste nummer van den Anzeiger für Schad-
lingskunde (afl.5, 1930) schrijft O. F. Raum, als oogge
tuige, over de sprinkhaanplaag in 1929 in Oost-Afrlka
en hare bestrijding.
Merkwaardig is het aantal vijanden zegt R. o.m.
dat de natuur in den strijd tegen de sprinkhanen
in het werk stelt In het Kilimandjaro-gebied zag hij
troepen van wel 1000 ooievaars, die In het dichtste
van een sprinkhaanzwerm rustig rondvlogen, en met
grappig-plompe bewegingen de vliegende sprinkhanen
ln hun lange bekken ln de vlucht vingen. Ook van een
Oost-Afrika talrijk voorkomenden mllaan zag hij hoe
die met zijn klauwen in de lucht naar sprinkhanen
greep en ze in de vlucht met zijn snavel ving. Ongetwij
feld nemen de kleinere, insecten-etende vogels ook ijve
rig deel aan de bestrijding van de plaag. Naar mede-
deeling van den beheerder van het Kruger-Nationaal-
park in Zuid-Afrika, vervullen, naast ooievaars, ook een
kleine, witte reigersoort parelhoenders, de zwarte buf
fel-wevervogel, een «charrelaar- en een drongo-soort een
rol als verdelgers van nog onvolwassen sprinkhanen.
Vermeidenswaard is stellig het feit zoo vervolgt R.
dat maraboe's die in Transvaal zeldzaam zijn, in het
gevolg van vliegende zwermen sprinkhanen kwamen
opdagen, en in de nabijheid der sprinkhaan-broedplaat
sen 8 tot 10 dagen op het uitkomen der larven wacht
ten om zich daaraan te vergasten.
Behalve door vogels worden de sprinkhaangelederen
ook door insecten gedund. Uit de broedplaatsen in ie
omgeving van het Parelgebergte meldde men, dat 60
percent der sprinkhaan-larven door een parasiet-vlieg
waren aangetast Ook ten koste der volwassen sprink
hanen leeft een parasiet-vlieg; deze zet hare eieren
op de sprinkhanen af; de daaruit voortkomende madev
boren zich door de ohltine-huid van hun gastheer heen
en maken dan hun verdere ontwikkeling in diens
lichaam door.
DE INSTORTING TE GENUA.
Het aantal dooden bedraagt zeven-
Uit Rome werd Donderdag gemeld:
Volgens de laatste berichten bedraagt het aantal
slachtoffers, dat bij de instorting van het emigranten
hotel te Genua werd gedood, zeven.
Drie personen worden nog vermist. Zestien personen
werden gewond, van wie negen vreemdelingen.
DE KRANT AAN BOORD.
Aan de „Chicago Tribune" wordt uit New York ge
meld, dat aan boord van het Donderdag naar Europa
vertrokken passagiersschip „America" voor den eersten
keer in werkelijkheid radiografisch een heele krant wordt
overgebracht, zoodat de passagiers eiken morgen een
volledige krant in fotografie kunnen lezen.
VLIEGONGELUK.
Twee dooden.
Reu'pr s>int uit Malta
Een Brü-ch marine watervliegtuig stortte neer bij
haar basis Calafranca. Twee vliegers werden gedood.
RIDENDO DICERE VERUM!
Waar gij de rauwe waarheid biedt;
Zoo doet het schertzend,
Want... dan kwetst ge niet!
Gloedvol geliefde lettervreters van de
Söhager Vrijheids-knokker!
Gij allen, beminde luisterleeuwerikken, zult ln uw
onmisbaar huis en lijforgaan, dat u steeds zoo getrouw
op de hoogte houdt van de slechte wereld en haar el
lendelingen, wel met diepe verontwaardiging hebben ge
lezen, de walgelijke en van alle menschelijk gevoel ver
stoken maniere waarop te Stein, 'n stinknegerij uit het
zoo hoog opgeschroefde en ons dikwerf als voorbeeld
van Hymulaja hoog verheven christen en burgerdeugd
onder onze Noordhollandsche boeresnotneuzen gewre
ven, nooit volprezen zuiden, een drietal stom bezopen
slampampers een arme weerlooze bok op hemelstergende
wijze hebben doodgemarteld.
Doodgemarteld alleen uit de allerlaagst staande dron-
kenmansbaldadigheid, uit weerzinwekkende jeneverover-
moed en dat op een manier, waarop ik, als mensch, mij
schamend voor zulke medemenschen, geen verdere om
schrijving wensch te geven.
Maar dat het een verregaand gruwelstuk is geweest,
kan wel worden geconstateerd uit den eisch van het
openbaar Ministerie, die tegen deze laffe dierenbeulen
6 maanden gevangenisstraf vorderde, het maximum,
wat volgens artikel 254 van het wetboek van strafrecht
kan gevorderd worden. Voor dit ergerlijke feit nog veel
te gering, wat de officier en daarvoor brengt de woe
dende Dirk Duivel hem een eeresaluut, tot zijn leed
wezen moest erkennen.
Alléén vindt ik het, als ik het zoo zeggen mag, wel wat
belachelijk, dat volgens artikel 254 (bis) het maximum
straf bedraagt 2 jaren of 6000 piek boete voor... het uit
oefenen van hazerdspel,. met andere woorden, 'n gokkie
op de wedrennen van 'n paar tientjes. Voor het- doodmar
telen op de allerschoftigste manier van een gezond, le
vend wezen, dat bulten staat is zich te verdedigen, en
moet toelaten dat het levend de ingewanden uit het lijf
worden ge3cheurd, uit de grap: 6 maanden,
en voor 'n spelletje vijfhonderden, miezemauze, skats of
kienen 2 jaar of tewel de opbrengst van een net
burgerwoonhuis als boete. Wat kan je toch best merken
uit welke hoek de wind waait! Eet ze met smaak en
proef ze met aandacht!
Maar wat ik niet begrijp is. of er in dat beruchte die
renbeulengat Stein nog redelijke en met gevoel en mo
raliteit bedeelde menschen wonen! Ik kan jelui wel de
verzekering geven, geachte vergadering, dat als ik God
zal me hoop ik bewaren, de twijfelachtige eer had om in
dat nest te wonen en ik was van deze bestraliteiten ge
tuige geweest, dat ik beslist, als ik het tegen die drie
met bokkebloed en aardappeljenever bedropen bassie-
roeten niet had kunnen keezen, ik het jammerlijk lot
van die rampzalige „kermisfeest"-bok wel zou gedeeld
hebben. Maar ik had zeker de laatste lap van mijn fla
nelletje van 't lijf geknokt! Maar vermoedelijk is er
ook in dat brave Stein, dat blijkbaar absoluut geen po
litietoezicht noodig heeft, geen enkele „sjampieter" te
vinden, want als dat wel zoo was, zou ik deze rustbewa-
kers geen knip voor de neus waard achten.
Maar één ding kunnen we uit dit misselijk verhaal
toch wel leeren en dat is hoe noodzakelijk het is, de men
schen door woord en voorbeeld liefde tot de dieren bij
te brengen.
De ruwste kerel,, de grootste lap, de meest verstokte
boef. heeft innerlijk nog een goeie kern. geeerde genoo-
digden, als het blijkt dat kinderen en dieren van hem
houwen.
En dat is dan ook de bemoedigende wetenschap, die
ook uw armen Dirk Duivel staande houdt. Want alle
behaarde, beveerde, bestekelde of beglibberde dieren, die
het aanhalen waard zijn, kunnen op mijn vriendschap
en beacherming rekenen, en voor kinderen van 1 tot 30
koester ik de meeste vaderlijke genegenheid, en wordt
ik altijd met groote geestdrift als die „goeie oome Dirk"
begroet
Maar niet altijd ben ik zoo'n heilig boontje geweest
hoor. In de storm und drangperiode van mijn ondeugen
de jeugdjaren, was het toezicht der politie van weinig
beteekenis en konden we nagenoeg ongehinderd gebruik
.maken van de beruchte kattepul, tot schade van menig
vensterglas en gewelddadigen dood van mussohen en
ook zangvogels.
Het afkeuringswaardige van die baldadigheden drong
nog niet tot je door. Het gaf je een soort emotie, 'n sen
satie, je behendigheid bracht voedsel aan je straatben
gelsverwaandheid en vuurde je aan tot het uitvoeren
van allerlei zoogenaamde heldenstukken, maar gelukkig
was er te Grootgortbuikcnburg een ouwen boer, die zijn
tijd kilometers ver vooruit was en mij 'n les in dieren
bescherming gaf, die ik na 45 jaar nog niet vergeten ben.
want toen ik in mijn onbewust kannibalisme een boom
kruiper, een van de nuttigste Insectenverdelgers uit het
gevederde Rijk, met mijn venijnige kattepul had neer-
gepikt, en ik met mijn stomme opengezicht den ouwen
heer vroeg om het wild te mogen weghalen, kreeg ik
geen boomkruipertje, maar 'n pak slaag, dat meer dan
present was. Ik heb 14 dagen op een Kant van de stoel
gezeten, vanwege mijn blauwe billen.
Nu zal ik niet zeggen dat die les direct het beoogde
effect sorteerde, want ik geloof niet dat ik dien ouwe
saggerijn, onder welk etiket hij in mijn notitieboekje
stond ingeschreven, bijzonder dankbaar was, maar later,
toen mijn niet overvloedige voorraad hersenen wat meer
activiteit begonnen te vertoonen. heb ik de opvoedkun
dige waarde van een murf geklopte achterbatterij beter
begrepen. Ik was evenwel toen nog een kind en deed ik
wat des kinds is, maar ik kan me toch werkelijk niet
begrijpen, hoe volwassen menschen. achtbare burgers,
begiftigd met een normaal verstand en met voldoende
respect voor de wet bezield, zoo vervloekt onverstan
dig kunnen zijn om kinderen, die toch al geneigd zijn.
tot onbewuste wreedheid aan te zetten en aaft te moe
digen tot ergerlijke dierenmishandeling.
Ik bedoel namelijk het streng te veroordeelcn besluit
van den Larenschen boerenbond, om aan schoolkinde
ren een premie uit te looven voor elk mussohenpootje,
dat door hen wordt ingeleverd. Ik vind het al ten
eenenmale onjuist om kinderen vlinders te laten van
gen en te vernietigen, maar waar het levende vogeltjes
betreft, is een dergelijke maatregel heelemaal in strijd
met een behoorlijke opvoedkunde.
Tot welke afkeurenswaardige wreedheden zulk een
door geld aangemoedige dierenmoord aanleiding kan ge
ven, behoef ik hier niet in schrille kleuren te schilde
ren.-;De kranten ^iej- cen levepd wezen /hooger waarde
toekennen .dan een afgedankt vod, hebben, daarover
al genoeg geschreven. Maar mijn oordeel is. dat de
handhaver der wet hier moet ingrijpen en dergelijke
daden van wreedheid' en dierenverminking door Jeug
dige en onbevoegde personen, pertinent moet verbieden.
Ze mogen niet in danslokalen, ze mogen niet naar de
bioscoop, ze mogen niet in de rechtzaal, alabeneur, maar
laat aan die snotbiebels ook verboden worden tegen
belooning wreedheden te bedrijven, die zonder twijfel
hun karakter schaadt en de ontwikkeling van hun hu-
maniteitsgevoel kan belemmeren.
We worden tegenwoordig overstroomd door onbenul
lige en belachelijke wetsbepalingen, die niet in 't minst
meewerken tot het opvoeren van een hooger zedelijk
heidspijl bij het volk, maar hier is toch wel een deug
delijk motief om in te grijpen.
Laat dan die landbouwers, die schade lijden, een ge
oorloofde actie voeren, opdat op behoorlijke en gecon
troleerde wjjze de musschenplaag bestreden wordt.
Maar laten, wij, rustige, ordelijke en Ch r i s-
te 1 ij k e burgers ons zorgvuldig onthouden, wreedheden
te kweeken bij kinderen. Wreedheid, die den grondslag
zou kunnen leggen tot latere karaktermisvorming.
't Is al erg genoeg wat ons ten dien aanzien onder
het masker van „edel jachtvermaak" door de
groote heeren gepresenteerd wordt. Dat honderden ko
nijntjes te samen worden gedreven om door de adel
lijke en hoogverheven jagers, rustig op een veldknik
gezeten, het pïjple in den brand, aan mooten geschoten
te worden. En 'n boer, die met 'n paar wildstrikken of
'n verroeste ganzenspuit in dat geheiligde „jachtveld"
loopt, wordt uitgekafferd als ware hij den grootsten
bandiet, is zijn spuit kwijt en krijgt 'n boete, waar r.ij
'n jaar lang de anderdaagsche koorts van overhoudt.
En dan de zoo opgehemelde jachten op grof wild in
de wildernissen! Dan gaat zoo'n gezelschap van rijke
leegloopers en niksnutters er op uit in gepantserde
automobielen met 'n machinegeweer als schietwerktuig
en dan worden leeuwen, tijgers, olifanten, giraffen, edel
herten, enfin alles wat in de vuurlinie komt, wegge
maaid en aan barrelen geschoten!
De weg van zoo'n dapper jachtgezelschap is bezaaid
met bloedende, verminkte en stervende dieren. Reuze-
sterke woudbewoners, die met één slag van hun mach
tige klauw, met één beet van hun sterke muil en één
trap van hun centenaars zwaren poot die verschanste
lafbekken konden vermorselen. Maar tegen de geraf
fineerde moordmachines der moderne techniek staan
zelfs die geweldenaars van het oerwoud machteloos!
Gelukkig beginnen de regeeringen echter eindelijk
wakker te worden en zullen maatregelen worden ge
troffen ter beteugeling.
't Is echter te hopen, dat met die maatregelen niet
langer dan 50 jaar getreuzeld wordt, anders zal er niet
veel te beschermen meer overblijven.
En ten slotte, want er komt deze week van ons
Grootgortbuikenburgergijntjesfabrikaat. onomwonden ge
zegd geen bliksem, wil ik nog eens de aandacht ves
tigen op de allerschandelijkste wijze, waarop zich lo
z.g. robbenjagers misdragen, door een robben-kolonie
te overvallen, bewusteloos te knuppelen, de versufte
dieren levend villen, om de stumpers dan later huid
loos, rauw en bloedend, aan hun lot over te laten en
ze onder de afschuwelijkste pijnen langzaam te laten
verrekken. By zulke lui heeft zeker het edele bokken-
mishandelaarstrio uit het middeleeuwsche Schein les
genomen. Ik zou nog wel meer kunnen vertellen over
de weerzinwekkende manier, waarop jacht gemaakt
wordt op zilverteigers, op fraai gekleurde watervogels,
die men de vleugels afrukt, om dan de verminkte .ogcl
weer in zee te kwakken om het daar bloedend cn
zwaar gewond in het scherpe, de pijn verzwarende
zoute zeewater te laten omkomen, van humane heeren
poeliers, die kippen levend plukken en jonge duiven
tegen de straatsteenen te pletter gooien, maar ik meen
dat het nu mooi genoeg is en ik eindig met de klassie
ke verwensching: „Ode Profanum Vulgus", ik haat dit
ongewijde gespuis.
DIRK.