Radioprogramma
De water- en hagelschade.
Een middagmaal bij de
Chineezen.
ASPIRIN
Plaatselijk Nieuws.
Het gestolen luchtballonnetje
De geschiedenis van twee deugnieten.
woningverordening in verband met een plaats gehad
hebbende wetswijziging, waarbij is bepaald dat B.
en W. binnen 2 maanden een beslissing moeten ne
men over de aanvrage om een bouwvergunning, De
Gezondheidscommissie te Schagen ging met de wijzi
gingen accoord.
Aangeboden wordt de gemeente- en armenrekening,
die nader door een raadscommissie zullen worden
nagezien.
De gemeente-rekening over 1929 sluit wat den ge
wonen dienst betreft met een batig slot van f 6219.36,
de kapitaalsdienst met een batig saldo van f 40.55, de
Armenrekening met een batig saldo van f1525.91.
De heeren Blom en Wit zullen de rekeningen na
zien.
Financieele verhouding tusschen het Rijk
en de gemeenten. Belastingverorde
ningen.
Van de Ministers van Financiën en Binnenland-
sche Zaken is bericht ingekomen, dat een voorloo-
pige berekening voor de uitkeering per inwoner is
gemaakt, in verband met de Wet op de financieele
verhouding, en welke voor deze gemeente is f 9,409
per inwoner. De uitkomst, aldaar verkregen, zal voor
een inwonertal van 1350 dan bedragen f 12702.15,
welk bedrag zeer goed overeenkomt met dat, door
ons berekend. Wanneer het inwonertal genomen
wordt naar den toestand op 1 Januari a.sis de kans
groot, dat deze uitkeering nog iets hooger wordt.
Zooals uit de voordracht van B. en W. blijkt, wordt
thans ontvangen f23599,02 en met de nieuwe rege
ling wordt gehoopt en verwacht f26872.38, dat is een
bedrag van f3272.76 meer dan nu en wanneer dat
verwezenlijkt wordt, zullen de ingezetenen geen op
centen op de gemeentefondsbelasting behoeven te
betalen en kan met de volging der tarieven van de
Gemeentefondsbelasting worden volstaan.
In verband met de voorbereidingen door B. en W.
getroffen, stellen zij voor:
1. Accoord te gaan met de plaatsing in klasse 1
der Gemeentefondsbelasting;
2. Alsnog geen opcenten op de vorengenoemde
belasting te gaan heffen;
3. Geen opcenten op de Vermogensbelasting te
gaan heffen;
4. De gemeente te doen blijven in de 8e klasse
der Personeele belasting.
5. In te trekken de verordening opcenten Perso
neele belasting;
6. Een verordening vast te stellen betreffende de
Personeele belasting;
7. Geen woonforensenbelasting te gaan heffen.
Volgens den bestaanden toestand zijn de ontvang
sten: uitkeering wet 24 Mei 1897 f 2466.22, uitkeering
salaris burgemeester-secretaris f600, opcenten per
soneele belasting 1929 f 1468.06, G.I.B. f 19065.34, to
taal f23599.62.
Aan de hand van de hierboven genoemde voor
etellen zal de nieuwe toestand worden: Uitkeering
gemeentefonds jaarwedden burgemeestei en secre
taris f3000, idem naar het getal inwoners f 12635.70,
opbrengst personeele belasting f6630.04, gedeelte
opbrengst grondbelasting f4603.64, totaal f26872.38.
Naar raming zal dus bij den nieuwen toestand
f3272.76 meer worden ontvangen, maar waar de fi-
nantieele resultaten van de nieuwe wijze van de be
lastingregeling niet met juistheid valt te bepalen,
meenen B. en W. goed te doen, in deze den meest
veiligen weg te kiezen en de bovenvermelde voor
stellen den raad voor te leggen.
De Voorzitter legt nog het volgende staatje over.
Bij een zuiver inkomen van f 1000 werd aan G.I.B.
over 19301931 betaald f 10.37, wat volgens de ge-
meentefondsbelasting zal worden, voor gehuwden
f5, ongehuwden f7; bij f1500 zuiver inkomen res
pectievelijk f35.09 f 15 en f 18; bij f2000 f 62.97, f30
en f33; f2500 f 92.92, f45 en f48; f3000 f 124.59, f60
en f63; f3500 f 158.85. f75 en f78; f4000 f 197.10,
f90 en f94; f4500 f 239.G8, f 110 en f114: bij f5000
•zuiver inkomen aan G.I.B. belasting f290.68, aan de
hand van de gemecntcfondsbelasting voor gehuw
den f 130, ongehuwden f 134.
Uit dit staatje blijkt dus, zegt de Voorzitter, dat
het voor onze gemeente een aanmerkelijke verla
ging is.
Nog enkele inlichtingen worden gevraagd en dooi
den heer Brak gewezen op de onbillijkheid die zit
in de heffing van de personeele belasting, terwijl de
Voorzitter bepleit om het eerste jaar die belasting
onveranderd te handhaven. Wel erkent spr. de on
billijkheid die in deze belastingheffing zit.
De heer Stoop wil het ook vooi een jaar aanzien.
De heer A. Wit onderschrijft het bezwaar van den
heer Brak niet, waarna de heer Brak zijn standpunt
nader uiteenzet. Vele menschen, die een dienstbode
hebben zullen dat meer als een noodzakelijk kwaad
beschouwen.
Tenslotte gaat de raad accoord met het voorstel
van B. en W. t.a.v. de heffing der personeele belas
ting, alleen de heer Brak stemde tegen.
Do overige voorstellen van B. en W. worden met
algemecne stemmen aangenomen.
Ingekomen is een adres van het regelingscomitè
inzake de geleden hagel- en waterschade aan veld
vruchten op 12 Juni j.1. B. en W. hebben het adres
nog niet behandeld.
Het adres van het comité luidt als volgt:
Het zal U bekend zijn, dat door het noodweer dat
in den avond van 12 Juni j.1. woedde, belangrijke
schade is toegebracht aan land- en tuinbouw.
Hoe groot deze schade is, is gebleken uit de nauw
keurige opname door verschillende deskundigen,
welwillend en belangeloos -verricht, onder leiding
van de heeren Ir. G. Hazeloop, rfjkstuinbouwconsu
lent te Alkmaar en. G. Veenstra, rijkslandbouwcon-
sulent te Schagcn.
Door de verschillende inwoners der hieronder ge
noemde gemeenten is de volgende schade geleden:
Schagcn
f
7655.—
Sint Maarten
f
8029.—
Harenkarspel
f19082.—
Broek op Langcndijk
f
2020.—
Noordscharwoude
f
6249.—
Zuidscharwoude
f
1969.—
Oudkarspel
f
1943.—
Sint Pancras
f
1906.—
Koedijk -
f 10064.—
Oydorp
f
217.—
Warmcnhuizcn
f
105.—
Totaal f59239.—
Tot regeling van de noodlottige gevolgen van deze
ramp heeft zich onder voorzitterschap van onderge-
teekende een commissie gevormd, waarin o.m. zit
ting hebben beide bovengenoemde rijksconsulenten,
eenige leden van Prov. Staten en vertegenwoordi
gers van bovengenoemde gemeenten. Do bedoeling
is uit bijdragen van rijk, provincie, gemeenten, vei-
lingsverecnigingen en particulieren de getroffenen
zooveel mogelijk vergoeding van schade te geven.
De commissie vertrouwt, dat ook Uw college be
reid zal zijn, haar in haar streven te steunen en
verzoekt U beleefd, maar dringend, haar een gelde
lijke bijdrage te verleenen.
Daar de toestand voor vele getroffenen zeer ern
stig is, en spoedige hulp gewenscht, zou de commis
sie het zeer op prijs stellen, indien de beslissing op
haar verzoek spoedig kon worden genomen.
Het bedrag dat door U mocht worden gevoteerd,
gelieve U te doen overmaken aan den penningmees
ter der commissie, den heer J. Dam, gemeente-secre
taris, Dirkshorn.
't Welk doende, enz.
H. 'NOLET.
Voorzitter der Commissie tot regeling der
schade tengevolge van het noodweer op
12 Juni 1930.
De Voorzitter licht toe, dat in de vergadering van
het comité verleden week na ampele bespreking is
besloten, zich rechtstreeks om steun te wenden tot
de gemeenten en niet met lijsten te loopen, omdat
men zich ook zou wenden tot Rijk en Provincie. Ook
zou het comité zich om steun wenden tot de Centrale
Veilingsvereenigingcn. Verder zou, in samenwerking
met het Kennemerland, met behulp van de bladen
een beroep worden gedaan op weldadig Nederland.
Aanvankelijk was de schade voor onze gemeente
berekend op f5700, nu is dat bedrag f8029 geworden,
doordat gemeentenaren ook in andere gemeenten
land hebben.
De heer Blom vraagt, hoe B. en V nu er geen
prae-advies is, dachten te handelen.
De Voorzitter wijst er op, dat er op spoed is aan
gedrongen, we weten allen dat de ramp heelt plaats
gehad en hoewel liet spr. spijt dal liet college van
B. en W. niet voltallig is, ineent spr, dat gevoege
lijk een beslissing kan worden genomen.
De heer A. Wit wil eerst hooien of de raad in be
ginsel voor het verleenen van steun is en daarna
kunnen B. en W prae-advies uitbrengen. Het blijft
een moeilijke taak. er kan nog heel wat terecht ko
men. Spr. heeft iemand gesproken, die aanvankelijk
dacht dat een aardappelveld geheel verloren was
gegaan, maar het blijkt nu, dat de kanten weg gaan,
maar liet midden blijft.
De Voorzitter zegt, dat met zulke omstandigheden
door de deskundigen wel rekening is gehouden.
Voor aardappelvelden zijn verschillende percentages
van schade genomen.
De heer Gootjes beaamt dit, Deze spreker is voor
het verleenen van een knappen steun. Spr. zou nog
geen cijfer willen noemen, maar zich willen ver
klaren voor het verleenen van steun naar vermo
gen. Als de gemeenten slecht voorgingen, zou het
geen goeden indruk op rijk en provincie maken.
De Voorzitter zegt, dat van het loopen met lijsten
in de betrokken gemeenten weinig resultaat werd
verwacht, met het oog op ,de slechte finantieele re
sultaten in het afgeloopcn jaar. Verleden week heeft
oud-minister Kan een bezoek gebracht aan Koeten
burg en deze was, wat den toestand daar betrof,
ook pessimistisch gestemd. Gelet op de goede finan
tieele uitkomsten die uit de rekening 1929 blijkt, kan
de gemeente voor de getroffenen een behoorlijk be
drag voteeren. Maar men zal zich niet de illusie be
hoeven te stellen, dat de f 60.000 zullen binnenko
men.
De heer K. Wit is daar ook bang voor, gelet op het
geen plaats heeft gehad in het geheele land na de
ramp in onze omgeving.
De heer Brak kan er zich best mee vereenigen, dat
er steun wordt verleend door de gemeente, maar
spr. zou willen dat B. en W. dan eerst een bedrag
voorstelden. Misschien was 't het beste dat B. en W.
zich daaromtrent eerst verslonden met deB. en W.'s
van de andere gemeenten, want het mooiste zou zijn
als iedere gemeente hetzelfde percentage van de in
haar gemeente geleden schade voor steun toezegden.
De heer Gootjes zou dat, als dat mogelijk bleek,
ook wel 't mooiste vinden.
De heer K. Wit merkt op. dat de steun voor ge
meenten die 't zwaarst zijn getroffen, ook 't moei
lijkst is op te brengen.
De Voorzitter zegt, dat de raad dus in beginsel
voor het verleenen van steun is. B. en W zullen dan
spoedig vergaderen en dan een spoedvergadering
uitschrijven.
De heer Stoop erkent ook de moeilijkheid van het
bepalen van een bedrag en tevens dat de gemeente
die 't zwaarst is getroffen, 't minst in staat is om
steun te verleenen.
Besloten wordt het adres in handen te stellen van
B. en W. tot het uitbrengen van prae-advies.
De rondvraag levert niets op, zoodat sluiting volgt.
Een wel heel ongewone manier
van rijst-eten.
De staat der afzondering, waarin de Chineezen altijd
geleefd hebben, en hun wantrouwen tegenover eiken
vreemdeling, is voor reizigers uit andere landen steeds
een beletsel geweest, om zich toegang te verschaffen
tot de familiekringen van dit volk en dus op de hoogte
te komen met de verschillende zeden en gewoonten der
bewoners van het zoogenaamde Hemelsche Rijk. En of
schoon dat wantrouwen tegenover £o vreemdelingen niet
meer zoo sterk is als voorheen, gelukt het ook nu nog
zelden aan een vreemdeling om in het binnengedeelte
eener Chlneesche woning door te dringen.
„Gedurende een Jarenlang verblijf in de Chlneesche
stad Cupang", schrijft de Dultsche reiziger Zlmmerman
in een zijner reisverhalen, „gelukte het mij slechts één
maal in eene Chineesche woning toegang te verkrijgen,
en wel bij een koopman, die mij de eer deed van eene
uitnoodiging voor het middagmaal. Ik had daardoor ook
gelegenheid om met Ciloë. de vrouw van mijn gastheer,
kennis te maken en trachtto een gesprek met haar te
voeren door middel van de gebarentaal, daar ik geen
Chlneesch en Yij niet, gelijk haar man, Fransch sprak.
Vriendelijk en medelijdend zag zij mij aan, als beklaagde
ze den armen „wilde", die ver van zijn geboorteland een
zaam en verlaten leefde.
„Het vertrek, waarin zich de gedekte tafel bevond,
was klein, maar zindelijk en frisch. De driekante tafel
en de stoelen waren van bamboeriet, evenals het overige
ameublement der kamers, ja zelfs de tusschenwanden
der verschillende vertrekken. Groote vensters verschaf
ten uitzicht op de binnenplaats van het huis en aan de
wanden hingen zeldzaam sierlijk gesneden waaiers en
huisraad van Ivoor of sandelhout Het tafellaken was
klein, maar van zeer fijn damast: de borden en scho
tels van porceleln met blauwe figuren, geleken op onze
schoteltjes en bij wijze van uitzondering had men voor
mij een mes en een vork met drie punten neergelegd.
Naast de borden van Ciloë en haar man merkte ik
kleine staafjes ter dikte van een potlood op. Voor het
drinken stonden er kristallen glazen en bevond zich
helder frisch water in een sierlijk gevormde kruik van
geelachtig steen.
Toen we ons om de tafel geschaard hadden, prevelde
man en vrouw haastig eenige woorden, die op een ta
felgebed geleken, en daarna bracht de dienstbode een
schotel met gekookte rijst, dien zij voor de huisvrouw
neerzette. Deze vulde met een lepel van sandelhout een
groote schaal voor mij, aangezien de vreemdelingen om
hun grooten eetlust bekend staan.
Zoodra Ciloë mij met mijn rijst bezig zag, nam zij
haar schaaltje met de linker hand op, hield het dicht
onder haar kin. vatte de stokjes tusschen twee vingers
harer rechterhand, en roerde daarmee zoo vlug door de
rijst, dat de korrels door deze beweging precies in haar
mond terecht kwamen, zonder dat er een miste. Ik zat
er versteld naar te kijken.
Ciloë duidde mij door middel van gebaren aan, dat ik
het zoo ook eens probeeren zou. Ik waagde -de proef,
maar ondanks mijne, onder de kennissen altijd beroemde
Zonnestralen aan
(het strand
zijn buitengewoon
t krachtig,en veroorza-
I ken licht hoofdpijn.
Dan neemt U natuur
lijk Aspirin-Tabletten.
eenig op de wereld
Lel op oranje bana en bayeritruis. t'rijs 75 ets.
vingerbehendigheid, liep ze niet al te best af. Na vele
vergeefsche pogingen om op Chineesche wijze de rijst
naar mijn maag te doen verhuizen, had ik het na een
benauwd kwartiertje niet verder gebracht dan dat de
helft der korrels op mijn knieën en de andere helft on
der de tafel lag. Gelukkig voor mij, dat de dienstmaagd
nog een tweede gerecht aanbracht: gehakte kool met
kleine, roode boonen. 'k Was nu zoo wijs mij van mijn
vork te bedienen en liet mijne gastvrouw stil met haar
stokjes scharrelen, wat wéér met groote handigheid
plaats had. Daarna kwam nog een groote overheerlijke
visch op tafel, en zoodra we dit derde gerecht verorberd
hadden, bracht de dienstbode thee binnen, in nietige
kopjes zonder suiker of ander toevoegsel. Daarna kon
ik mij vergasten aan tabak in pisangbast gewikkeld.
Nogmaals prevelden mijn gastheer en zijne vrouw
eenige zachte, haastige woorden en ons middagmaal was
afgeloopen."
DONDERDAG 10 JULI 1930.
Hilversum (1875 M.)
A.V.R.O.
8.00 Tijdsein, 8.019.45 Gramofoonmuziek, 10.0010.15
Morgenwijding, 10.3012.00 Ochtend-Concert door de
Huiskapel van het Rembrandt Theater, 12.152.00 Mid-
dagmuziek door het AVRO-Kwintet. Liederen door
Mevr. Annie van BeekRistjouw, 2.002.30 Lezing door
F. de Mos. Onderwerp: „Verzekerd zijn, geweest en
worden"; 3.304.00 Solisten-Concert, 4.004.30 Een half
uur voor de Zieken, uitzending uit het Diaconessen-
huis te Rotterdam; 4.305.00 Voortzetting Solisten-
Concert, 5.006.00 Orgelconcert door Willem Zonder
land, 6.00—7.15 Concert door het AVRO-Octet, 7.15—
7.45 Radio Volks-Universiteit. Cursus: „De Mensch en
zijn plaÉris in de Wereld"; 8.00 Tijdsein, 8.009.15 Aan
sluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Uitzen
ding van het eerste gedeelte van het Volksconcert, 9.15
9.30 Gramofoonmuziek, 9.3011.00 Concert door het
Omroeporkest o.l.v. Nico Treep, 10.00 Persberichten van
Vaz Dias, 11.00 Gramofoonmuziek, 12.00 Sluiting.
Huizen (298 M., na 6 uur 1071 M.)
KRO.
8.159.30 Morgenconcert.
N.C.R.V.
10.0010.30 Tijdsein en Zang door het Dameskoortje
der Korte Ziekendiensten, 10.3011.00 Korte Zieken-
dienst door Ds. G. J. Duyvendak.
KRO.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje, 12.00 Tijdsein. 1215
1.15 Luchmuziek door het K.R.O.-Trio, 1.152.00 Gra
mofoonmuziek.
N.C.R.V.
2.002.45 Tijdsein en Gramofoonplaten, 2.453.45 Cur
sus Fraaie Handwerken, 4.005,00 Ziekenuurtje door
Ds. L. D. Poot, 5.006.30 Concert door het „Hollandsche
Harpkwartet", 6.306.40 Vaz Dias: Koersen, 6.407.40
Orgelconcert door Jac. Bonset, 7.407.55 Praatje, 7.55
8.00 Gramofoonmuziek, 8.0011.00 Uitzendavond. Spre
ker: Dr. C. Norel Jzn. Onderwerp: „De Inwendige zen
ding en haar pionier", met medewerking van het Chr.
Gem. Koor „Sions Lofzang" en de Chr. Gem. Zang-
vereeniging „Sursum Corda" te Amsterdam en orgel
spel van den heer G. ter Braake; 10.0010.10 Persbe
richten van Vaz Dias.
Hoe de Egyptenaren hun lijken
balsemden.
Onder meer met het stamsap van vygo-
boomen.
De 'oude Grieksche „journalisten", Herodotus, Diodo-
rus, e.a., die in Egypte getuige waren van het balsemen,
geven daarvan beschrijvingen, die later aanleiding heb
ben gegeven tot de conclusie, dat de Egyptenaren, om
dat zij hun kostbaar geheim niet wilden verraden, deze
bezoekers slecht hebben ingelicht. Bij de methode, die
Herodotus, schrijft, zou het lijk gedurende 70 dagen in
een sodabad worden gedompeld, nadat de lichaamsholte
met ceder-olie was opgevuld.
In het „Chemisch Weekblad" gaat de heer M. Wage
naar na, wat hiervan juist kan zijn. Hij heeft daartoe
mummie-resten en windsels uit de dertiende eeuw v.
Chr., welke hem door de directie van het Rijksoudheid
kundig Museum te Leiden beschikbaar werden gesteld,
scheikundig onderzocht. Hij vond daarbij tusschen de
spierbundels geen soda, maar wat kalisalpeter en ver
bindingen, die hem tot de conclusie brachten, dat voor
het conserveeren een oplossing van salpeter en keuken
zout is gebruikt, zooals dit tegenwoordig nog geschiedt
voor het conserveeren van vleeschwaren.
Voorts vond hij aan de binnenzijde der windsels een
stof, die, blijkens hare reacties, slechts van een be
paalde soort vruchtboom en afkomstig kan zijn. Behalve
enkele tropische boomen, die niet in Egypte kunnen
groeien, en de moerbeiboom, die er in elk geval zeld
zaam moet zijn geweest, komt slechts in aanmerking
de vijgeboom, die reeds in het oude Egypte een der
voornaamste cultures vormde.
De heer Wagenaar merkt op, dat zoowel het stamsap
als de vrucht van den vijgeboom een buitengewoon con-
serveerende werking hebben. Het hout is uiterst duur
zaam: insecten, die de vrucht binnendrongen, worden
er gemummificeerd in teruggevonden. De heer Wage
naar is derhalve van meening, dat de „olie", waarvan
Herodotus spreekt, niet van den ceder afkomstig kan
zijn geweest, (deze boom scheidt geen olie maar hars
af), doch dat hiervoor moet worden gelezen: het stam
sap van vijgeboomen.
GESLAAGD.
Onze plaatsgenoot R. N'ottelman slaagde gister bij
het gehouden eindexamen voor de R.H.B.S. te Alk
maar, afdeeling A.
EEN PAAR AUTO-ONGELUKKEN.
Het was Zondagavond voor een paar plaatselijke
menschen geen prettig éinde van hun auto-tochtje.
De heer L. en zijn familie, die langs het Kanaal
van Bergen huiswaarts reden, geraakte met zijn
Chevrolet in het losse grint aan het slippen, met het
gevolg dat hij na een paar schuivers in het gras, een
enkele meter van het water tot staan kwam. Daar
streek de auto over zij.
De familie kon er toen uitstappen, niemand had
zich bezeerd.
Van de auto was alleen een los ruit kapot en had
den de spatschermen wat geleden.
Dit liep dus best af.
Erger was het met den heer M., die met eenige da
mes van Callantsoog naar Schagen reed.
Met zijn Cleveland de vlotbrug bij Stolpen naderend
en rustig den hoek daar omkomend, werd hij par
does door een nieuwe Ford-auto van een dokter uit
Den Helder in de flank gereden.
De Cleveland raakte omver, de passagiers werden
dooreen gesmeten en bezeerden zich deerlijk aan het
verbrijzelde glas.
De wagen was als gekraakt en benzine, olie, alles
stroomde over den weg cn was het brandgevaar niet
gering.
Politie was direct aanwezig, terwijl de dokter der
Ford-auto, die natuurlijk de botsing ook niet onge
straft doorstaan had, direct de eerste verbanden kon
leggen.
Dat de Ford met meer dan snelle vaart moet heb
ben gereden, bewijst wel het feit, dat de zware Cle
veland het volkomen tegen zijn veel lichtere coll 'ga
totaal heeft moeten afleggen. De wagen is dan ook
door de fiima Plevier naar huis gesleept moeten wor
den.
of
Maar Pim en Wim ze zeurden maar door,
Begon moeder te vervelen.
„Daar heb je een dubbie" zeide moe,
Alles eerlijk samen deelen."
De moeder van Pim keek naar haar zoon,
'n Traan in haar oog kwam gesprongen.
„Een deugniet is t\ maar 'n hart van goud,
Wat had ze hem lief, dien jongen.
En toen ze hadden, waarom gevraagd,
Begonnen ze van vreugde te springen.
Ze dansten een vreugde dans, Wat een pret.
Me hoorde ze luidruchtig zingen.
De moeders ze keken naar Wim en Pim,
Ze deelden de vreugde van beiden,
Ze lachten hartelijk mee met haar zoons,
Ze konden zich mede verblijden.