WAAR DE VROUW
BEL AN G IN STELT.
C1 a r a B o w.
VOO R HET KLEINE VOLKJE
Wat er op* het po'esenbal
voorviel.
De geluks-
tol.
1
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12/
13
14
15
16
OVER STOFFEN
EN KLEUREN.
In een vorig stukje hebben wij al reeds erop gewe
zen, dat de mode der lange rokken nu eenmaal een
voldongen feit is geworden; 's avonds rokken, welke
tot op den grond hangen of zelfs sleepen, 's middags
zoo lang, dat zij 25 k 30 c.M. van den grond verwijderd
blijven, 's morgens iets korter 'of even lang, al naar
gelang men'dat zelf verkiest Wij willen nu even zien,
wat de mode voorschrift omtrent stof, opwerking,
kleur en vorm.
Voor den herfst koopen wij wollen stoffen, doch voor
den winter een weinig zwaardere. Tweed en tweed
achtige stoffen, laken, gabardine en cheviot zullen
dezen winter vast weer veel worden gedragen. De op
werking bestaat in smalle ver van elkaar verwijderde
strookjes, welke vaak uit een rij van dicht aaneenge-
naalde puntjes bestaat. Deze opwerking met schubbe
tjes, welke in het voorjaar en in den zomer zoozeer
in den smaak viel, zai ook nog in den herfst veelvuldig
in gebruik blijven, daar de Fransohe mode deze ver
siering nog wil verlengen vanwege het succes dat zij
gehad heeft. Inderdaad valt het niet te loochenen, dat zij
zeer chic staan. Hoofdzakelijk zijn dezen: beige, zand
kleur, fel bruin, roodbruin, diep donker rood, hard-rood,
Nijl-groen, Russisch-groen, zacht lila, Turksch blauw,
marine-blauw en natuurlijk ook zwart. Deze kleuren
zullen effen of gebloemd worden gedragen. De model
len der blouses zijn, half lang of lang kort, met
nauwsluitende mouwen. De blouse maakt men ook
liefst nauw sluitend, zoodat de taille goed uitkomt. Een
lakriem of een leeren riem, met 'n metalen gesp, of
soms ook met stras bezet, zal erg graag gezien worden.
De sluiting bestaat uit een of twee rijen beenen, hou
ten of metalen knoopjes, welke men ook op zij, of voor
op de rok kan herhalen. De rokken met plooien vanaf
de heupen of de knie, blijven nog altijd den voorkeur
genieten.
Karakteristiek is het voor de Fransche blouses en
mantels, dat de gestreepte stoffen altijd zoo worden
verwerkt, dat de banen in den rug schuin op elkaar
toeloopen, terwijl de kraag en de revers geen andere
versiering meer noodig hebben, omdat de omgelegde
stof op zich zelf afwisdfelend genoeg is. Bij een trois-
GELUKKIG!
(Nageis Lastige Welt.)
Mopper toch niet zoo en ben blij, dat je geen
duizendpoot bent!
plèces lette men op het volgende: Het manteltje half
lang is aardig, maar beter is een mantel zoolang als
de rok, welke laatste echter hoogstens 3 tot 5 c.M.
de mantel uit mag komen. De mantel moet van de
zelfde stof zijn als de rok en liefst ook nog van de
zelfde of een nauwverwante kleur. Gebruikt men een
rok met een of andere versiering, dan moet begrijpelij
kerwijze hetzelfde motief terug worden gevonden in den
mantel, wil de harmonie, welke de mode voorschrijft,
niet worden verstoord. Daarom moet men er ook zooveel
mogelijk voor zorg dragen, dat de grond-kleur der trols-
pièces zooveel mogelijk gelijk is. daar de blouse ook
wel in de rok gedragen wordt met of zonder riem. Zoo
zal men bij een hei-beige blouse een ietwat donkerder
beige mantel nemen, waardoor men bij het elkaar hoo-
ren van de trois-pièces laat uitkomen. De mantel zij
onvoorwaardelijk lang, dat is hoogst klassiek en ty
pisch voor de komende Fransche mode. Aan het on
derlijf en vooral bij de taille moet de mantel nauw
sluitend worden gemaakt om te vermijden, dat er bij
het dragen plooien in vallen; doch op de heupen wordt
hij direct veel wijder, hetgeen door klokken en door
plooien gemakkelijk wordt bereikt. Wel moet men er
steeds voor zorgen, dat de plooien bij het gaan heel
naturlijk en gemakkelijk vallen, zoodat men er dan
geen hinder van heeft. De mantel wordt van voren met
een rij knoopen gesloten, of wanneer zij breed over
slaat, met een dubbele rij, hierdoor wordt de bijzonde
re elegance verkregen. De kraag is smal en meest naar
het model van een heerenkraag gemaakt. Met de ver
siering, welke voornamelijk uit zakken bestaat zij men
zeer voorzichtig. Men moet deze zelden, als bij de
heerenmode opzetten, maar bijna altijd inzetten. Ten
slotte zijn og even gewag gemaakt van den schouder-
kraag en de losse banen stof, welke zich in den rug
van den modernen mantel bevinden en in de schouder
naad zijn ingewerkt, of ook wel met druksluiting. Deze
versiering biedt wel een bijzonderen charme voor slanke
figuren
Diplomatie.
Diplomatie is een ambt voor llstigaards. Je mag eigen
lijk nooit wat zeggen als je een of andere diplomaat
bent, tenminste niet tegen een anderen diplomaat want
die lui zijn zoo listig, dat ze uit een half woord, waar
mee niets wordt bedoeld een diplomatieke nota van 78
vellen folio fabriceeren.
Zooiets doen ze dan om twee belangrijke redenen, ten
eerste om elkaar wat in de haren le zitten en ten twee
de om hun leegen tijd wat te vullen. Want als je niks
te doen hebt en je doet ook werkelijk niks. zoo uitge
sproken demonstratief niks, nou dat staat niet voor een
diplomaat
U mag toch nooit vergeten wat een diplomaat is. Dit
is een meneer met een keurige sik, blauw bloed en
witte slobkousen. Een man dus die wat in de melk heeft
te brokken. Goed beschouwd is een diplomaat eigenlijk
niets meer en niets minder dan een postbode, zij het dan
ook postbode voor deftige brieven. De diplomaat, die in
een of ander land gezant is zijner regeering neen, niet
sergeant ontvangt de diplomatieke stukken in nor
male taal heet dat doodgewoon brieven en deelt die
uit. Van den andeïen kant ontvangt hij alle brieven,
die hij naar zijn regeering moet doorzenden. Nu zult u
misschien denken, dat het ambt van diplomaat een
sinecure is, maar dat is het om de dooie dood niet! Ik
zal U dat even bewijzen ook.
Een stuk of wat gezanten krijgen op een gegeven
moment zwaar bonjé. Komt herhaaldelijk voor. In vak
termen heet het dan, dat er een diplomatieke quaestie
is geschapen. De beleedigde gezant A, althans de gezant,
die meent beleedigd te zijn, licht de quaestie toe aan
zijn regeering, die begint met een witboek te schrijven,
waarin gezant B. zwart wordt gemaakt. De regeering
van gezant B. antwoordt daarop in een groenboek, waar
in terloops de belangen van een andere regeering wor
den aangetast, die rood wordt van nijd en een geelboek
schrijft, waardoor het de regeering van gezant B. paars
voor de oogen schemert. De regeering van gezant A. wil
dan verzoenend tusschenbeide treden en verder alles
blauw laten, schrijft deswege een bruinboek, maar zij
loopen natuurlijk een blauwtje. Zoover gevorderd zijnde
geeft regeering A. een oranjeboek, regeering B. een
roodboek en regeering C. een beigeboek. waarin zij alle
drie zwart op wit beweren, dat 't meer dan grijs is, dat
er om zulk een futiliteit zoo'n herrie wordt gemaakt en
waarin tenslotte wordt voorgesteld de witte vlag te nij-
schen en deze grauwe bladzijde uit de diplomatiek voor
goed dicht te slaan. Ik twijfel er niet aan, geen mensch,
nog ooit beweren zal, dat diplomatieke vertegenwoordi
ger een sinecure is. En het is geen wonder, dat al die
diplomaten kleurenblind zijn.
Vit de Filmwereld
CLARA BOW, de type van de „electric girl", werd
den 5en Augustus 1906 te Brooklyn geboren;
haar vader, die onbemiddeld was, beoefende het
vak van kellner in een hotel te Coney Island.
Clara genoot eerst lager onderwijs te Brooklyn en
bezocht vervolgens korten tijd de handelsschool aldaar.
Toen in 1922 een in die stad verschijnend magazine een
sohoonheids wed strijd uitschreef, behaalde Clara. terwijl
zij nog op school ging, daarbij den eersten prijs. Hier
door aangemoedigd, wilde zij probeeren, zich bij de film
een plaatsje te veroveren. Zij begon al zeer ongelukkig,
toen haar eerste optreden als figurante mislukte. Men
waagde het daarop eens haar een kleine rol te geven,
ofschoon haar „sreentest" mislukt was. met het gevolg,
dat men het- gedeelte, waarin zij optrad, moest cou
peeren.
Daarop ging Clara typen en steno leeren, met de be
doeling in haar levensonderhoud te voorzien met kan
toorwerkzaamheden. Een zelfstandig producer, die een
goedkoope kraoht noodig had, leerde haar kennen en
engageerde haar voor „Down to the sea in the ships".
Daar de film 18 maanden zou blijven liggen, moest
Clara terug naar het kantoor, doch werd spoedig daarna
opnieuw ontdekt, door regisseur Elmer Clifton, die be
weerde, dat zij na een geslaagde test een engagement
kreeg van 50 dollar per week. Later is zij bij de Para-
mount gekomen.
Intuschen is het haar vader eigenaardig gegaan. Toen
Clara's moeder ongeveer op het oogenblik, dat de roem
van haar dochter begon te groeien, stierf, richtte Clara
voor haar vader een glazenwasscherij op en maakte Pa
tot chef. Maar de zaak scheen niet goed te gaan. want,
nadat de vader gehuwd was met een vrouw, die even
jonger was dan zijn dochter, ging hij ertoe over te
Hollywood een restaurant op te richten. Op de ramen
schilderde hij den naam van zijn dochter; zij zelve be
zocht in den beginne vaak het restaurant, waardoor
de zaak scheen te gaan rendeeren. Maar toen de be
zoeken van de dochter verminderden, daalden de in
komsten, zoodat het eerste boekjaar sloot met een na-
deelig saldo van 10.000 dollar. De vader meende door
CLARA BOW.
nieuwe reclame met zijn dochter's naam den toestand
te verbeteren. Doch de Paramount vezocht hem. dit na
te laten, aan welk verzoek vader Bow gehoor gaf, tegen
een salaris van 200 dollar per maand.
Al is Clara nog maar een meisje van 23, zij is .;en
vrouw met vele en sterk uitgesproken eigenaardighe
den. Zij bezit bovendien dat niet te defineeren ,,it", het
geen zij vooral heeft getoond in de film „It" naar l.et
gelijknamig boek van Elinor Glyn. Deze vrouw krijgt
maandelijks 35.000 brieven thuis, waaruit men wel kan
besluiten, dat zij de lieveling is der Yankees; zü krijgt
de meeste verzoeken om foto's, aanzoeken om te hu
wen, telt de meeste bewonderaars en is de jongste van
alle Hollywood-artisten.
Voor eenige jaren woonde zij met een verpleegster
tezamen, maar toen deze trouwde kocht Clara een
groot Spaansch „mansion" met veel bedienden. Nu be
woont deze Venus een eenvoudig huis in Beverly Hills,
terwijl zij bovendien nog een optrekje bezit in Malibon.
Zooals wij reeds zeiden, ontvangt Clara zeer veel hu
welijksaanzoeken; van haar gewezen minnaars noemen
wij: Gilbert Roland, de twee Mullers, Gary Cooper cn
Victor Fleming. In Januari zou zij in het huwelijk
treden met Harry Rlchman, een cineast, dien zij in
September 1929 bij den heer Schenck van United Ar-
tists leerde kennen. Nadat eerst de Amerikaansche
kranten de bezwaren tegen dit huwelijk hadden benan-
deld. werd Hollywood plotseling opgeschrikt door Ue
tijding, dat Clara Bow door een messteek was gewond.
Men meende hier te doen te hebben met een aanslag
op haar leven, door haar verloofde gepleegd. De ac
trice was juist voornemens op te treden in een film,
welke „Station S.E.X." zou heeten.
Miss Bow werkt hard. Dikwijls is zij zoo vermoeid,
dat zij zich lang terugtrekt van de andere vrienden en
vriendinnen en haar tijd in droeve overpeinzingen slijt.
Zij noemt haar wijze van spelen, die geheel tegenover
gesteld is, een vergoeding van haar eenzaamheid. Clara
Bow trad op in nog andere films dan die welke wij
noemden, n.1. in „Wings", „Boeven en Burgers"; maar
uit „It" is zij toch wel het meest bekend. Zij is in
Amerika een der meest populaire filmsterren.
't Was Zwart-Jan, de gastheer die dit jaar den eersten
prijs op de kattententoonstelling bad gekregen, die nu
heel vriendelijk zijn gasten ontving. Wel was hij eenigs-
zins verbaasd een hond en een aap te zien verschijnen.
Maar Mop leek hem heelemaal ge enhond toe, die het
land aan katten had, en Joko pakte met zijn twee han
den zoo vriendschappelijk zijn zwart voorpootje, dat hij
al dadelijk begreep, dat het de goede vrienden van de
aardige Mimi Kat waren.
„Ik vind het heel lief, dat jullie ook gekomen bent",
begon hij dan ook, „en ik hoop, dat jullie je hier thuis
zult voelen. O, daar begint de muziek al." riep hij, toen
een drietal oude katten heel zacht begonnen te miau
wen. „Ze spelen de mooiste dansmuziek, die je ooit hebt
gehoord."
Terwijl Zwart-Jan zoo tot hen sprak, keken Mimi Kat,
Mop en Joko even rond naar wat er te eten viel. Mimi
Kat zag toen al heel vlug eenige vette muisjes en een
heerlijke muizenpastei en nog wat fijne rattenboutjes.
Doch Mop zag tot zijn spijt nog geen worst en ook geen
kluifjes, terwijl Joko tevergeefs naar alle kanten rond
keek, of hij soms ergens een tros bananen zag. Tijd om
nog verder rond te kijken hadden zij niet, want er werd
een two-step gedanst en toen moesten ook Mop en Joko
die meedansen. Maar toen die dans uit was en er door
•enige oude katten een echte ouderwetsche menuet werd
gedanst, toen keek Joko nog eens rond. Maar zoodra
eenige groote katten met groene oogen hem wat boos
aankeken, voelde hij zich lang niet prettig en keek da
delijk voor zich.
Ook Mop was tusschen al die vreemde katten niet op
zijn gemak. Hij liep al dien t$d Heel gedwee achter Mimi
Kat aan, doch durfde niets tc zeggen. Alleen keek hij
zoo nu en dan eens naar de muizenpastel, die er wel
heel smakelijk uitzag, doch een vet kluifje was hem
liever geweest.
„Zoo'n echt-ouderwetsch menuet is toch vrij wat mooier
dan al dat nieuwerwetsche gespring," fluisterde juist
een oude poes tot Mimi Kfit. „O!" riep ze opeens, „daar
zit die ondeugende kleine snoezepoes aan de muizen
pastei. die bestemd is voor ons souper, straks na het dan
sen." De oude poes vloog op Snoesepoes af en gaf haar"
een beet in haar oor. Daarna kwam ze weer terug ®bij
Mimi Kat en begon weer: „Nu zal ze er wel afblijven!
Ze denkt zeker, dat al dat fijne eten vaor haar alleen
bestemd is. Houdt jij ook veel van muizenpastei?" vroeg
ze aan Mop.
„Ik houd meer van een kluifje," zei Mop.
„Dat moet je hier niet zoeken." sprak de Poes. „Dat
vindt Je in den winkel van den slager."
„En bananen, waar zijn die?" begon Joko, die ook wat
dichterbij kwam en erg veel trek in een banaantje had.
Bij deze vraag begon de oude poes, heel vreemd ie
grijnzen, en terwijl ze op haar achterpooten ging staan,
zong ze met een echte valsche kattenstem: „Yes, we have
no bananas, we have no bananas to-day!"
Toen dacht opeens Joko, dat de kat hem voor de mal
hield, en dit maakte hem zoo boos, dat hij, vergetend
waar hij was, de poes bij haar nek pakte, haar eenige
keeren ronddraaide en toen midden tusschen de dan
sende katten wierp.
Natuurlijk gaf dat een opschudding van belang. Zwart-
Jan begon te blazen en zijn staart werd heel dik. Nicht
Angora was van schrik in de hanebalk gevlucht en daar
zat ze nu angstig te miauwen.
,,„Psst...oe...oe...psst..." blies Zwart-Jan, „wie is het,
die zich hier zoo onbehoorlijk gedraagt?"
,,'t Is die aap, die hier is gebracht door Mimi Kat!"
riep blazend de oude poes. Mimi Kat draagt van alles
de schuld. Zij heeft die aap hier gebracht, dat brutale
beest, dat vraagt of er hier ook bananen zijn.
„Jawel, bananen! We zullen hem leeren!" „Misschien
denkt hij wel, dat ze hier in de hanebalken groeien!"
blies woedend een grijze kat met groene oogen.
„Of in de melkemmers in onzen kelder." miauwde de
poes van den melkboer. Zoodra ze over melkemmers
hoorden spreken, voelden opeens alle katten, dat rij
vreeselijken dorst kregen. „Waar zijn de melkemmers?"
riepen ze allemaal dooreen. „O, o, wat hebben wij een
dorst!"
„In den kelder van mijn baas!" riep de poes van den
melkboer. „Komt meer mee, er staan wel zes emmers
vol..."
Alle boosheid was toen opeens vergeten. Allen volgden
melkboer" s poes! Op hun fluweelen pootjes verlieten zij
den zolder en zoo kwamen zij in den kelder van buur
man melkboer, waar zij dan ook dadelijk op de volle
melkemmers toeliepen. Natuurlijk waren ook Mimi Kat,
Mop en Joko er bij; ook zij deden zich aan de heerlijke
melk te goed, totdat...plons... een kat in de melkemmer
viel. Het was Mimi Kat!
„Dat komt je toe! We hebben je niet gevraagd om
mee te gaan!" blies toen weer nijdig Zwart-Jan, die nog
heel boos scheen.
„Ach, haal me er uit, haal me er uit, of ik verdrink!"
schreeuwde Mimi Kat, die in de melk lag te spartelen.
Natuurlijk haalde Joko met zijn lange armen zijn vrien
dinnetje er dadelijk uit. Proestende en blazende stond
daar toen Mimi Kat Grijnzende, miauwende en blazende
stonden de andere katten om haar heen, en hun oogen
keken zoo boos. alsof ze haar allen wilden aanvliegen.
Ja, zelfs Mop en Joko werden toen weer heel bang!
Maar ziet, wat er gebeurde! Juist toen de katten de
klauwen naar Mimi Kat uitsloegen, kwam, gewapend met
een grooten bezem, het melkmeisje de keldertrap af.
Het was dag geworden en ze had toen dadelijk het lawaai
in den kelder gehoord.
„Wacht ,ik zal jullie leeren van de melk te snoepen!"
riep zeboos, terwijl ze met den bezem links en rechts
op de katten lossloeg. Schreeuwende en blazende vlucht
te toen Zwart-Jan met al zijn gasten overal heen. Ook
Mimi Kat, Mop en Joko, die ook alle drie nog met den
bezem hadden kennis gemaakt, liepen zoo vlug ze kon
den heen. Joko had zijn krans van bloemen verloren
en ook zijn hoedje; Mop's hoedje was ook weg; het lint
van Mimi Kat's halsje was door het melkbad totaal be
dorven, en haar haren plakten en kleefden en waren als
pieken. Miauwende liep ze naar huis, gesteund door Mop
en Joko, die ook gromden en schreeuwden van doorge
stane angst, en ze zuchtte: „Ik ga nooit meer naar een
melkboer!"
„Praat me niet van een melkboer gromde Mop en
praat me nog veel minder van een poesenbal!"
„Een poesenbal! Noemen jullie dat een poesenbal?"
schreeuwde Joko, „een schreeuwbal. een blaasbal, een
ruziebal was bet. Een bal, waar niets te eten was. nog
geen banaantje. Neen, nooit krijgen jullie me meer naar
zoo'n bal."
„Mij ook niet," bromde Mop.
„Ach, wat ben ik ziek van al die melk;" zuchtte Mimi-
Kat, en ze ging naar huis en kroop in haar mandje.
Na al deze avonturen in den maneschijn besloten ze
alle drie maar eens een heelen tijd 's nachts in hun
mandje te blijven en niet meer op avontuur uit te gaan.
Vacantie.*
Eindelijk was dan toch den laatsten dag voor de va
cantie geëindigd en juichend vlogen Hans, Ton en Rosy
naar huis. Ze waren gelukkig alle drie verhoogd, zoodat
zij een heerlijke vacantie tegemoet gingen ,daar 'hun
ouders er in hadden toegestemd, dat ze in het Gooi bij
een Oom en Tante mochten gaan logeeren. Dat gaf een
drukte van belang, want toen ze thuis kwamen, moest
ieder zijn eigen koffer pakken.
Den volgenden dag zouden ze al vertrekken en, Fidel,
die, lieve Fidel, de trots der kinderen, ging ook mee.
Vroeg had moeder hen dien avond in bed gestopt en
n
den volgenden morgen bracht ze haar kinderen naar
den trein. Oom Han zou hen in Bussem komen afhalen.
Moeder had voor Fidel ook een kaartje gekocht, hij
stapte heel parmantig mee de coupé in, vroolijk blaf
fend en even uitgelaten dan de kinderen. In Bussum
stond Oom Han dan ook reeds op hen te wachten. Even
later gingen zij met de autobus naar Blaricum en wer
den hartelijk welkom geheeten door tante Nel, die blij
was met deze afwisseling, daar ze zelf geen kinderen
had.
Na een flinken maaltijd .dien de kinderen alle eer
aandeden, wees tante Nel hun de slaapkamers. Fidel
mocht bij Rosy in zijn mandje slapen, terwijl Hans en
Ton samen de kamer daarnaast kregen. Zij pakten
gauw hun koffers uit en gingen naar beneden.
„Jongens," zei tante. „Oom
heeft een wip voor Jullie ge
maakt achter in den tuin, zou
den jullie niet eens gaan kij
ken?" Weg holden ze met zijn
vieren, want Fidel was bij al
les ook van de partij. Heerlijk
ging het. ze wipten om beur
ten en hadden groote schik.
Fidel holde steeds blaffend
van de een naar den ander.
Nadat ze genoeg gewipt had
den, gingen ze de omgeving
eens verkennen, want ze wa
ren nooit te voren in Blaricum
geweest. Oom Han en Tante
Nel hadden altijd In Den Haag
dicht cjj ..„n gewoond, doch een Jaar geleden waren
zij naar Blaricum verhuisd. In zoo'n nieuwe omgeving
is natuurlijk altijd heel wat te zien cn 's avonds waren
zij zoo moe, dat er vc alle vier weldra niets meer werd
vernomen, dan een regelmatige ademhaling.
Van een stukje karton wordt eerst een 6 hoekje ge
sneden, ongeveer zoo groot als dit voorbeeld. Door het
gat steek je een houten pijltje, van onderen puntig toe
loopend. Nu neem je het houtje van den tol tusschen de
vingers en draalt dit vlug in de rondte, zoodat het even
tolt. Vervolgens maak je van een flink stuk carton een
vierkant met 16 hokjes waarin cijfers zijn geplaatst,
zooalB de teekening laat zien. Het tolletje wordt nu op
dit veld gedraaid en waar hij stil houdt, wordt dit cij
fer afgelezen. Wie het hoogste cijfer heeft, is winnaar.
Een honden- en
kattenhotel.
Hiernaast zien Jullie, hoa het
in een dierenhotel toegaat Een
mooi prentje om je schilder
kunst eens op te probeeren.
Veel succes!