EEN KWESTIE VAN GEZOND VERSTAND HAAR SPROOKJESPRINS Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 19 Juli 1930. No. 8698. ZATERD A GA V0NDSCH ETS [Vrij naar een Engelsch gegeven, bewerkt cloor S I R 0 L F. (Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden.) HET was wat men noemt een sappige schipbreuk, waar de bladen van het lieve vaderland een ge- heelen dag aan smulden en de lezers baadden eich wellustig in de overdreven détails en beschrijvin gen van den doodstrijd, het s.s. Brer.stone op een ijs berg geloopen en vergaan, alleen 80 vrouwen en kinde ren in booten gered, alle mannen, 144 stuks verdronken, Omdat er geen booten genoeg waren. Het land voelde zich natuurlijk ontzettend heldhaftig: die dappere 144 mannen, die zonder een kik te geven, vrijwillig den dood in gingen, om de vrouwen en kin deren te laten voorgaan in de booten. In ons clubje, op de soos, heerschte verslagenheid. Want onder die 144 mannen, was één van onze club, de Jonge Charly Bramwell, een jonge, aardige snuiter, van nog geen 25 jaar .schatrijk, eigenaar van een stuk of wat ijzergieterijen en banken en kolenmijnen. Geen won der, dat bij het bericht van dit fatale voorval, de nich ten van Charley Bramwell (zijn naaste bloedverwanten) zich onmiddellijk dure rouwkleeding aanschaften, een gedenkraam te zijner nagedachtenis in de kerk lieten maken, groote annonces in de bladen van den volgenden morgen lieten plaatsen Zij namen zelfs onmiddellijk be zit van Charly's groote paleiswoning en ontboden een architect, om van den tuin een Italiaansche gezonken yotstuin te maken. Als de rouw natuurlijk zou zijn af- geloopen. Maar dan waren in ieder geval de plannen vast klaar. De plaatselijke krant wijdde een heele pa gina aan Charly Bramwell, de te vroeg afgerukte bloem, de weldoener van de stad. Charly verschafte, door zijn fabrieken en zoo, arbeid en goed loon aan eenige dui zenden arbeiders, hoog en laag zoodat de huismoeders er tranen over stortten. Maar toen barstte de bom. Nee, maar, dat was ontzet tend. Een later bericht meldde, dat Charly Bramwell, de bekende milionnair, gered was, als eenigste man! Op het laatste oogenblik was een jong, armzalig meisje, dat in de derde klas voer, om ergens in 't buitenland een baan tje als kelnerin te aanvaarden, op zij gestapt de bla den maakten er dadelijk van, dat Charly haar op zij had gedrongen, geschopt, over boord gesmeten in de kille golven, die zich boven haar hoofd sloten enz. en Charly Bramwell was, vóór iemand het kon verhinde ren in de boot gesprongen. Nee, maar dat was een schande. Die nog verergerde, toen men hoorde, dat de ouders van het armzalige meisje vanwege Charly Bramwell (die in een kustplaatsje In een ziekenhuis lag, om op te knappen van de ontberin gen van de schipbreuk), een cheque van 5000 dollar hadden ontvangen, met de mededeeling, dit bedrag eik jaar opnieuw te zullen ontvangen. Bloedgeld! brulden FEUILLETON door C. N. W 11 L I A il S 0 N. Een der meest interessante romans uit de bekende Soclety-Reeks; Uitgave Van Holkema en Warendorf, Amster dam. 44. „Zeg mij, waar mijn man is en dan kan ik hem zelf telegrafeeren," zei Betty snibbig. Maar kapitein Yale verontschuldigde zich. Zelfs aan mevrouw Sheridan mocht hij dat niet meedeelen, voor dat zijn meester erin had toegestemd. „Ik zal het spoedig genoeg hooren, waar hij heen is," blufte zij, erop vertrouwend, dat Nazlo het haar zou zeggen, wiens brief haar gemeld had, dat hij een onder zoek ingesteld had. „Heel goed, mevrouw, dan kunt u zelf schrijven of telegrafeeren naar meneer Sheridan," antwoordde Yale met een onverstoorbaarheid, waarachter hij evenwel een zekere gejaagdheid niet wist te verbergen. Betty trok haar schouders op. „Het kan mij niets schelen of u hem al telegrafeert." zei zij. „Mijn echtge noot zal zeker terugkomen, als hij hoort, dat ik hier ben. En ik zal mij heel op mijn gemak voelen in mijn eigen mooie hut ik weet nog precies, hoe die is tot dat hij komt. En wat mijn kamenier betreft, ik zal een hut voor haar uitkiezen." Er klonk iets als een bedreiging in haar woorden, maar kapitein Yale kon onmogelijk met geweld de vrouw van zijn meester van het jacht laten verwijderen ten minste niet. als hij er geen bevel voor kreeg. En als zij aan boord bleef, dan zou zij de eigenaar zijn in plaats van haar man. Zooals Yale, scherp van geest, geraden had, verbeeld de mevrouw Sheridan zich, dat haar hut, de weelderigste aan boord, aan de gast was gegeven. Hij begreep ook dadelijk, dat het een teleurstelling voor de dame zou zijn, dat men haar die beleediging niet had aangedaan. Boos als hij was door haar plotselingen aanval op hem. grin nikte de kapitein, toen h(j dacht aan de uitdrukking die mevrouws gezicht zou aannemen, als zij de donkere en met stoflakens bedekte hut zag, die heilig gehouden de bladen, en er verschenen pagina's vol woedende aan klachten tegen den laaghartigen millionnair-moordenaar die zijn leven had gekocht, de ellendeling, gekocht voor 5000 dollar per jaar, van dat armzalige kelnerinnetje, kind uit een armelijk gezin met negen kinderen. De andere, wel ter dege omgekomen mannen, werden nu nog grooter helden! Charly Bramwell was het laag ste gemeenste individu dat er ooit bestaan had, toon beeld van moderne verwording, want de ongelooflijke schurk had aan een nieuwsbladcorrespondent zelfs ver klaard, dat hij zich had laten redden, omdat hij dit een „kwestie van gezond verstand" had gevonden... anders niets! Dat was het toppunt: een kwestie van gezond ver stand! Wat een egoist, wat een bloedhond! Het gansche brave land brulde van verontwaardiging en woede en voelde zich zoo nobel, dat het zonder eenige terughou ding of reserve op Charly Bramwell spuwde en hem alle mogelijke allerlaagste eigenschappen toeschreef, hij was de schande van de natie! We zaten er mee, in onze club. Wat moesten we doen, als Charly terugkwam? Hem negeeren? Hem sarcas tisch de deur wijzen? Hem dood verklaren? Zooals eigenlijk die redacteur van de plaatselijke krant had gedaan, die eerst het bericht van overlijden en de heele pagina levensbeschrijving en edelaardige uiting van rouw over de „te vroeg afgerukte bloem" had gegeven, toen ze nog dachten dat Charly dood was. en die daarna met geen woord over de wederopstanding van Charly gerept had en hem dus had dood gelaten! Op een Zondagmorgen kwam Charly terug, aan de arm van een verpleegster en ging regelrecht naar de kerk. Onder den dienst ontdekte hij het gedenkraam. Hij werd beurtelings rood en bleek en toen gebeurde het afschuwelijke: de jongen lachte! Hij zag plotseling de heele comedie, want tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis had hij geen kranten gelezen. De brave menschen in de kerk, die toch al van afschuw over zijn brutaliteit om in de kerk te komen beefden, schuwden hem nu hee- lemaal als de pest. En na den dienst keek niemand hem aan en keerde ieder hem den rug toe. Charly Bramwell bespaarde ons veel moeilijkheden, toen hij zich dadelijk daarna op zijn buitenhuis aan den rand van de stad vestigde, en zich nergens liet zien. Alleen één van onze club, de oude dokter Boats bezocht hem twee keer in de week, als dokter. En van hem hoor den we, dat Charly het uitstekend maakte en het erg prettig vond, dood te zijn, omdat hij nu kon leven, zoo als hij wilde, en met niemand rekening hoefde te hou den. Maar als we wel eens schampere opmerkingen over hem maakten, stoof onze anders zoo goedige dokter Boats woedend op en zei: „Hou je koppen dicht, stommelingen, voor jelui is Charly Bramwell immers dood, nietwaar? Zwijg dan..." Het was een rare kerel, die Charly Bramwell, want een jaar later ging hij werkelijk dood. Hij was nooit sterk geweest, zei dokter Boats, en hij had iets aan het hart gehad Wat zullen de nichten lachen, nu ze toch de erfenis binnen krijgen, zei een van ons. Ik denk het niet, zei dokter Boats droog. Ze krijgen elk honderd dollar. De rest gaat aan liefdadige instel lingen, ziekenhuizen, instituten van onderzoek voor zui gelingenzorg, voor hulp aan gevallen vrouwen en meis jes was als een herinnering aan haar wittebroodsweken. Het was Betty onmogelijk om te reizen zonder een han dige kamenier, die aan haar gewoon was. Even zoo on mogelijk zou het een jonge „Pekinese" geweest zijn om naar China terug te wandelen. Zij had haar meid, die zij vertrouwde, meegebracht uit New York. Zij was een Parissinne, met veel talent voor haar betrekking, maar zonder genegenheid of dankbaarheid. Estelle kende al de geheimen van mevrouw Sheridan, die noodig wa ren, en nog andere, met wie zij nu niet bepaald te maken had. Zij had veel gevoel voor humor en dat gevoel werd opgewekt, nu zij met haar mevrouw de hutten doorging. Daar was de statiehut van Monsieur en overal lagen nog articles en toilette; klaarblijkelijk was de bewoner dus maar voor een paar dagen op reis .Er waren ver scheidene hutten, die niet in gebruik waren en een was er, waar heel wat mooie eigendommen schenen achter gelaten te zijn. Deze hut moest, volgens Betty, voor haar kamenier worden gereedgemaakt „Breng alles hier in de hut van juffrouw Harkness", beval zij, met gloeiend gelaat en glinsterende oogen. Estelle dacht met leedvermaak, dat zij haar mevrouw nog nooit zoo ordinair en vulgair had gezien. Zij waagde te zeggen, haar spot verbergend: „Maar, als mevrouw het mij niet kwalijk neemt, ben ik volstrekt niet lastig, waar het mijn hut betreft. De kast hier is zoo vol en dan die koffer onder het bed. De kleine hut aan den anderen kant van die juffrouw Harkness is goed genoeg voor mij, en..." „Doe wat ik zeg! Deze hut is dichter bij de mijne en ik vind het beter, dat je deze neemt." „Zooals mevrouw wenscht," zei Estelle gedwee, verrukt over het booze humeur, dat zij mevrouw bezorgd had. „Ik wilde mevrouw slechts bewijzen, dat er voor mij niet zooveel omslag hoefde gemaakt te worden." Het was twaalf uur, tben Betty met haar kamenier en bagage aan boord was gekomen. Betty had volstrekt geen honger, maar zij had barstende hoofdpijn, en had een flauw gevoel over zich; daarom vroeg zij dadelijk om haar lunch. Toen de lunch was opgediend, at zij echter weinig; zij verkruimelde een broodje, en proefde van de geurige kalfszwezerik, doch dronk verscheidene glazen champagne. De koude sprankelende wijn bedaar de haar zenuwen, zooals zij gehoopt had. (Een ding zou dat nog beter hebben gedaan, maar in maanden had zij zoo goed als niets ervan gebruikt). Zij begon zich slaperig te gevoelen na een rusteloozen nacht, dus schreef zij een kort briefje en ging een uur rusten. Zij had Estelle gezegd haar om drie uur te roepen, en deze was precies op tijd. Madame ziet er beter uit," zei de Fran- sche vrouw, toen zij de gordijnen opentrok. „Zag ik er dan eerst slecht uit?" De vraag werd op scherpen toon gedaan, want Betty verlangde er wanhopig naar om er heden op haar best uit te zien. Haha, zeiden wij, dat is zijn geweten... bloedgeld... wroeging... Toen werd die goeie dokter Boats zóó kwaad, als we hem nog nooit gezien hadden, en hij brulde ons met bliksemende oogen toe: „Ja, schijnheilige schoften die jelui zijn, trap maar op de nagedachtenis van Carly Bramwell, die zijn leven kocht voor 5000 dollar per jaar, hè! Toen hij nog leefde heb ik niet mogen spreken, dat heb ik hém moeten zweren... maar nu zal ik spreken! Luister dan, nobele helden... wat er werkelijk gebeurd is Toen de Brenstone op een ijsberg liep, en iedereen wi3t, dat het met een uur afgeloopen zou zijn, en dat alle man nen verdrinken moesten, toen kwam die Charly Bramwell in gesprek met dat arme kelnerinnetje... dat hem alles van de misère van haar thuis vertelde... Hij wilde haar een testament of een briefje of zoo meegeven, om al zijn geld en goed te verdeelen onder nuttige, liefdadige instellingen... maar de tijd was te kort. Charly Bramwell vervloekte de gedachte, dat zijn millioenen onder een stelletje nuttelooze leegloopers zou verdeeld worden, die het zouden verkwisten, onder zijn gierige nichten en de rest van het op de erfenis azende stelletje verwanten. Die zouden r^uurlijk, al had hij tijd gehad een testa ment of brief te schrijven en dat aan het meisje mee te geven, het niet geloofd hebben en de wet in den arm genomen hebben, om dat testament te vernietigen... het arme meisje zou misschien wel in de gevangenis gegooid zijn, wegens poging tot misleiding en diefstal, want dat testament zou ook een schenking van 5000 dollar per jaar voor haar familie hebben ingehouden... Neen, de eenigste weg, om zijn millioenen uit de handen van de erfenisjagers te redden en er alle liefdadigheidsinstellin gen en de stichtingen van maatschappelijk nut mee te zegenen, was... het zelf te doen, zich te redden en bij eigen leven al deze schenkingen in orde te brengen. En dat zag dat arme meisje ook in. Ze was zwak en tering achtig, en wist zelf wel, dat ze, als ze gered werd, maar een jaar of zoo nog te leven had. Toen deed ze aan Char ly het voorstel, dat hij haar plaats zou innemen in de reddingboot en aldus zichzelf en al de millioenen te red den voor de arme, lijdende menschheid... Daarom had Charly Bramwell gezegd, dat het een „kwestie van ge zond verstand" was geweest, dat hij zich had laten red den... Snappen jelui dat?" Patroon: Alweer te laat, meneer Smith. SmithJa, mijnheer, maar mijn vrouw heeft me vannacht een zoon geschonken. Patroon: Ze hadt u beter een wekker kunnen schenken. Smith: Ik geloof, dat het op hetzelfde neerkomt, mijnheer! (Passing Show). „Dat niet, madame, slechts een beetje bleek en moe. De rust heeft mevrouw veel goed gedaan." Om vier uur was Betty gekleed in een tooverachtige japon van zijden tricot van dezelfde bleekgele tint als de kleur van haar haar. Zij droeg een Parijsch hoedje, dat in kleur met haar toilet overeenkwam en gegarneerd was met een toef van turkooisblauw, net als haar oogen. Suède schoenen en dunne zijden kousen, ook van een gellgen tint en toen een half uur later, een taxi haar afzette voor de deur van het St. Georgehotel, scheen het, alsof de elegante gestalte in geel beschenen werd door de namiddagzon. Er was geen openlijk schandaal geweest over de flir- tation van Betty met Paul dl Salvano of over welken man ook, aan wien zij haar gunsten gaf; en zij was er van overtuigd dat het schandelijke gedrag van Miles haar tot een sympathieke figuur had gemaakt. Zij was vreeselijk ongelukkig om Paolo, en toch ging er een trilling van plezier door haar heen, toen zij het terras opslenterde. Zij geloofde dat zij heel mooi was mooier dan de vrouwen, die aan haar tafeltjes gezeten, opkeken •bij haar langs gaan. Als Rose Calahan er zou z{jn met Salvano, dan kon het niet missen, of hij zou getroffen worden door het contrast tusschen haar beiden; de sierlijke, volmaakt getolletteerde vrouw, die hij liefhad en het ordinaire schepsel, dat hij 't hof maakte slechts om haar geld. Betty sohrok niet terug voor al die starende oogen. Er was geen enkele reden, waarom zij liever niet gezien werd! Zij groette wat menschen uit New York, die zij kende, met een zachten treurigen glimlach en hij hoopte, dat haar groote blauwe oogen een tragische uitdrukking zouden hebben. Haar vrienden schoven hun stoelen ach teruit om haar te begroeten. Verscheidenen trachtten haar over te halen een kop thee met hen te drinken, maar Betty weigerde vriendelijk. Zij zei, dat zij eigenlijk hoopte, dat haar man komen zou. Zij was pas dien och tend aangekomen om hem te verrassen, maar hij was weggegaan, want hij had haar niet verwacht. Hij kon echter leder oogenblik terugkeeren en zich bij haar voe gen, want zij had een briefje aan boord van het jacht achtergelaten om hem te zeggen, waar hij haar kon vinden. „Arme meid, zou zij het werkelijk niet weten?" fluis terden de vrouwen elkaar toe. „Hoe vreeselijk voor haar, als zij er achter komen!" En een of twee mompelen, wat een merkwaardige toe valligheid het was, dat de Prins di Salvano nu juist ln Algiers was, want men had veel over hem en de arme Betty gepraat, vóór zijn geschiedenis met de Calahans. En iedereen voelde een soort van opwinding, zich ver bazend wat er wel zou gebeuren. Zij dachten, en zij hoop ten, dat er niets zou gebeuren, maar diep in hun hart smachtten zij naar een emotie en was het, alsof zy zaten WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Vrouwen ln de gevangenis. In een der groot Weensche bladen schrijft Hermann Röll iets over gevangen vrouwen en kunst. In Duitsch- land zijn ongeveer 12 gevangenissen en tuchthuizen, die uitsluitend voor vrouwen bestemd zijn. Deze vrouwen gevangenissen zijn wel niet zoo groot als die voor man nen, maar het aantal gevangenen loopt er in de duizen den, ze zijn helaas steeds bezet. De vrouwen die er zijn, zijn meestal nog jong. het overgroote deel is niet ouder dan veertig jaar. Zooals ook bij mannen het geval is, moeten zij voor het grootste deel hun straftijd in eenzaamheid doorbrengen. Van het oogenblik, dat ze de gevangenis binnentreden, totdat ze deze weer mogen verlaten, moeten ze allerlei nuttig werk doen, zoodat ze niet door verveling geplaagd kun nen worden. In hoofdzaak komt het werk neer op: ta bakstrippen, matten vlechten voor stoelen, kameelharen pantoffels maken, sorteeren van peulvruchten en bijhou den van den schoonen wasch. In vele tuchthuizen moeten de vrouwen zakjes plakken en naaien. De arbeidstijd is ongeveer 8 tot 9 uur per dag. Het loon is heel slecht, zooiets van 10 a 15 cent per dag. Nadat de dagtaak vol bracht is, mogen de vrouwen zich aan eigen bezigheden wijden. Dit oogenblik wordt met verlangen tegemoet ge zien, daar ze dan e«n oogenblik hun groot leed en het gevangen zijn vergeten, om zich in een andere wereld te begeven, om den drang te volgen iets moois, iets kunstzinnigs te maken. Het overgroote deel der vrouwen grijpt dan naar brei-, haak- of borduurwerk. De mooiste kleedjes, kussens, kant en overtrekken worden dan ge maakt; daaronder zijn meesterstukken van onvergete lijke schoonheid. Een gevangene heeft het tot een der gelijke hoogte op dit gebied gebracht, dat een van de groote kanthuizen in Frankfort al haar werk kocht en er niet weinig voor betaalde. Alles wat deze vrouw, die tot 12 Jaar gevangenisstraf veroordeeld was. maakte, was zoo volmaakt, zoo mooi, als alleen een kunstenaar wrochten kan. Naast deze vrouwen, die zoo vaardig zijn met naald en draad, zijn er weer anderen, die naar potlood en pa pier grijpen, wanneer ze een oogenblik zichzelf mogen zijn. Ze brengen alles op papier wat hun verlangen en hun fantasie bezighoudt. Het arbeidsmateriaal laten ze zich even als de anderen, door familie sturen. Meestal schilderen ze bloemen, landschappen, dieren, deels ge- :1 reproduceerd, deels uit het hoofd. Weinigen komen er echter bovenuit, de meesten werken karikaturaal. Hier mee is echter niet gezegd, dat deze vrouwen niet be gaafd zijn, zij missen de scholing, óók is vaak door de gevangenschap de fantasie verzwakt. Een bijzondere plaats neemt onder de gevangenen, dichtkunst ln. Eenigen lukt het, werkelijk goede gedich ten te maken. Klankrijke, gevoelvolle mooie verzen zijn niet zelden. Niet slechts gedichten, maar ook novellen en kleine schetsen, zelfs romans probeeren ze te schrijven. Deze vrouwen willen iets zeggen, zij uiten zich, bevrijden haar ziel en verzachten haar pijn, zij het dan ook voor slechts korten tijd... Waarvoor azijn goed is. Het nut van azijn kan bijna niet genoeg worden ge acht. want behalve, dat wij het voortdurend gebruiken bij de bereidine van gerechten zijn er nog honderden dingen, waarbij azijn onschatbare diensten bewijzen kan. Het koken van eieren waarvan de schillen zijn gescheurd, kan dikwijls zeer lastig zijn. Indien men voor zulk een geval staat, voegt men een weinig azijn toe aan het wa ter en het ei zal even gemakkelijk worden gekookt als anders. Wanneer het noodig is vleesch te bewaren en de gewone manier is onmogelijk, dan zal azijn ons weder om in deze moeilijkheid redding brengen. Men wikkelt het vleesch eenvoudig in met azijn gedrenkte lappen en het zal volkomen frisch en lekker blijven. Natuurlijk te wachten op een schouwspel in de Grand Guignol. Betty wees een bewonderenden kellner een klein ta feltje aan voor twee gedekt en zij ging zitten en staarde treurig met opgetrokken wenkbrauwen over de uitge strektheid der violetblauwe baai. Zij zag er uit, alsof z\j peinsde. „Waarom ia de wereld zoo lieflijk en gelukkig ,als ik zoo treurig ben?" Maar hoe aantrekkelijk het ook leek, zij dacht er slechts aan, of Salvano en de Calahans of hij met Rose spoe dig zou opdagen. Toen zij het hotel inging, had zij den portier even on dervraagd. Zij had een brief geschreven voor den Prins di Salvano. Was hij nog in het hotel? Ja? En Monsieur Calahan met mademoilselle zijn dochter uit Californié? O, dat was uitstekend. Zij wilde den brief aan den por tier geven, maar misschien dronken de Prins en zijn vrienden thee op het terras? In dat geval zou zij hen zeker zien. Betty wist, dat als dat het geval was, zij al heel wei nig kans zou hebben om een paar woorden met Paolo te wisselen. Maar zij was zenuwachtig begeerig om hem te zien. Haar brief, bij den portier achtergelaten, was dreigend geweest. Salvano zou haar door dien brief kun nen laten vervolgen wegens bedreiging als hij dat wenschte. Maar dat zou vast en zeker het allerlaatste zijn, dat hij zou ondernemen. Zelfs als hij getrouwd was, zou zij hem, naar zij meende, bij den ouden Calahan kunnen ruineeren. En in geval hij niet getrouwd was, dan moest hij tot haar terugkeeren. Als hij er opgewon den uitzag, wanneer hij haar zag, des te beter! De Cala hans zouden het bemerken en dat wilde zij Juist. Ze dacht erover, of Paolo den brief ontvangen zou hebben en hem gelezen, alvorens naar het terras te komen, als hij nog durfde komen! Hij zou de hand op de enveloppe herkennen en als hij door den portier hoorde, dat een dame hem den brief had gegeven, zou hij schrikken, verrader die hij was! Betty verbeeldde zich, dat hij in zelfverdediging den brief dadelijk zou openen. Dan zou hij terug willen gaan om de vrouw niet te zien, die hij bedrogen had of trachtte te bedriegen zelfs al be minde hij haar ook nog in zijn hart. Toch zou hij het niet wagen om haar de kans te geven, Rose en haar va der in zijn afwezigheid te ontmoeten. Alles te samen ge nomen, was Betty er voor zichzelf van overtuigd, dat zij Paolo ontmoeten zou. En zij hoopte, dat Nazlo zou komen als de ontmoeting voorbij was. Dan zou de Schoenenko ning haar welkom zijn! „Breng mij Chineesche thee mét oranjebloesemwater in plaats van melk en niets te eten," onderrichtte zij den buigenden kellner. Bereidwillig draafde hij weg en toen haar oogen de kleine zwarte gedaante volgden, zag zij Rose Calahan het terras opkomen. Achter haar aan slenterde de oude man en achter hem bevond zich Paul di Salvano.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 13