EEN KWESTIE
VAN GEZOND VERSTAND
HAAR
SPROOKJESPRINS
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 19 Juli 1930. No. 8698.
ZATERD A GA V0NDSCH ETS
[Vrij naar een Engelsch gegeven, bewerkt cloor
S I R 0 L F.
(Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden.)
HET was wat men noemt een sappige schipbreuk,
waar de bladen van het lieve vaderland een ge-
heelen dag aan smulden en de lezers baadden
eich wellustig in de overdreven détails en beschrijvin
gen van den doodstrijd, het s.s. Brer.stone op een ijs
berg geloopen en vergaan, alleen 80 vrouwen en kinde
ren in booten gered, alle mannen, 144 stuks verdronken,
Omdat er geen booten genoeg waren.
Het land voelde zich natuurlijk ontzettend heldhaftig:
die dappere 144 mannen, die zonder een kik te geven,
vrijwillig den dood in gingen, om de vrouwen en kin
deren te laten voorgaan in de booten.
In ons clubje, op de soos, heerschte verslagenheid.
Want onder die 144 mannen, was één van onze club, de
Jonge Charly Bramwell, een jonge, aardige snuiter, van
nog geen 25 jaar .schatrijk, eigenaar van een stuk of
wat ijzergieterijen en banken en kolenmijnen. Geen won
der, dat bij het bericht van dit fatale voorval, de nich
ten van Charley Bramwell (zijn naaste bloedverwanten)
zich onmiddellijk dure rouwkleeding aanschaften, een
gedenkraam te zijner nagedachtenis in de kerk lieten
maken, groote annonces in de bladen van den volgenden
morgen lieten plaatsen Zij namen zelfs onmiddellijk be
zit van Charly's groote paleiswoning en ontboden een
architect, om van den tuin een Italiaansche gezonken
yotstuin te maken. Als de rouw natuurlijk zou zijn af-
geloopen. Maar dan waren in ieder geval de plannen
vast klaar. De plaatselijke krant wijdde een heele pa
gina aan Charly Bramwell, de te vroeg afgerukte bloem,
de weldoener van de stad. Charly verschafte, door zijn
fabrieken en zoo, arbeid en goed loon aan eenige dui
zenden arbeiders, hoog en laag zoodat de huismoeders
er tranen over stortten.
Maar toen barstte de bom. Nee, maar, dat was ontzet
tend. Een later bericht meldde, dat Charly Bramwell, de
bekende milionnair, gered was, als eenigste man! Op het
laatste oogenblik was een jong, armzalig meisje, dat in
de derde klas voer, om ergens in 't buitenland een baan
tje als kelnerin te aanvaarden, op zij gestapt de bla
den maakten er dadelijk van, dat Charly haar op zij had
gedrongen, geschopt, over boord gesmeten in de kille
golven, die zich boven haar hoofd sloten enz. en
Charly Bramwell was, vóór iemand het kon verhinde
ren in de boot gesprongen.
Nee, maar dat was een schande. Die nog verergerde,
toen men hoorde, dat de ouders van het armzalige
meisje vanwege Charly Bramwell (die in een kustplaatsje
In een ziekenhuis lag, om op te knappen van de ontberin
gen van de schipbreuk), een cheque van 5000 dollar
hadden ontvangen, met de mededeeling, dit bedrag eik
jaar opnieuw te zullen ontvangen. Bloedgeld! brulden
FEUILLETON
door
C. N. W 11 L I A il S 0 N.
Een der meest interessante romans
uit de bekende Soclety-Reeks; Uitgave
Van Holkema en Warendorf, Amster
dam.
44.
„Zeg mij, waar mijn man is en dan kan ik hem zelf
telegrafeeren," zei Betty snibbig.
Maar kapitein Yale verontschuldigde zich. Zelfs aan
mevrouw Sheridan mocht hij dat niet meedeelen, voor
dat zijn meester erin had toegestemd.
„Ik zal het spoedig genoeg hooren, waar hij heen is,"
blufte zij, erop vertrouwend, dat Nazlo het haar zou
zeggen, wiens brief haar gemeld had, dat hij een onder
zoek ingesteld had.
„Heel goed, mevrouw, dan kunt u zelf schrijven of
telegrafeeren naar meneer Sheridan," antwoordde Yale
met een onverstoorbaarheid, waarachter hij evenwel een
zekere gejaagdheid niet wist te verbergen.
Betty trok haar schouders op. „Het kan mij niets
schelen of u hem al telegrafeert." zei zij. „Mijn echtge
noot zal zeker terugkomen, als hij hoort, dat ik hier
ben. En ik zal mij heel op mijn gemak voelen in mijn
eigen mooie hut ik weet nog precies, hoe die is tot
dat hij komt. En wat mijn kamenier betreft, ik zal een
hut voor haar uitkiezen."
Er klonk iets als een bedreiging in haar woorden,
maar kapitein Yale kon onmogelijk met geweld de
vrouw van zijn meester van het jacht laten verwijderen
ten minste niet. als hij er geen bevel voor kreeg. En
als zij aan boord bleef, dan zou zij de eigenaar zijn in
plaats van haar man.
Zooals Yale, scherp van geest, geraden had, verbeeld
de mevrouw Sheridan zich, dat haar hut, de weelderigste
aan boord, aan de gast was gegeven. Hij begreep ook
dadelijk, dat het een teleurstelling voor de dame zou zijn,
dat men haar die beleediging niet had aangedaan. Boos
als hij was door haar plotselingen aanval op hem. grin
nikte de kapitein, toen h(j dacht aan de uitdrukking die
mevrouws gezicht zou aannemen, als zij de donkere
en met stoflakens bedekte hut zag, die heilig gehouden
de bladen, en er verschenen pagina's vol woedende aan
klachten tegen den laaghartigen millionnair-moordenaar
die zijn leven had gekocht, de ellendeling, gekocht voor
5000 dollar per jaar, van dat armzalige kelnerinnetje,
kind uit een armelijk gezin met negen kinderen.
De andere, wel ter dege omgekomen mannen, werden
nu nog grooter helden! Charly Bramwell was het laag
ste gemeenste individu dat er ooit bestaan had, toon
beeld van moderne verwording, want de ongelooflijke
schurk had aan een nieuwsbladcorrespondent zelfs ver
klaard, dat hij zich had laten redden, omdat hij dit een
„kwestie van gezond verstand" had gevonden... anders
niets!
Dat was het toppunt: een kwestie van gezond ver
stand! Wat een egoist, wat een bloedhond! Het gansche
brave land brulde van verontwaardiging en woede en
voelde zich zoo nobel, dat het zonder eenige terughou
ding of reserve op Charly Bramwell spuwde en hem alle
mogelijke allerlaagste eigenschappen toeschreef, hij was
de schande van de natie!
We zaten er mee, in onze club. Wat moesten we doen,
als Charly terugkwam? Hem negeeren? Hem sarcas
tisch de deur wijzen? Hem dood verklaren? Zooals
eigenlijk die redacteur van de plaatselijke krant had
gedaan, die eerst het bericht van overlijden en de heele
pagina levensbeschrijving en edelaardige uiting van
rouw over de „te vroeg afgerukte bloem" had gegeven,
toen ze nog dachten dat Charly dood was. en die daarna
met geen woord over de wederopstanding van Charly
gerept had en hem dus had dood gelaten!
Op een Zondagmorgen kwam Charly terug, aan de
arm van een verpleegster en ging regelrecht naar de
kerk. Onder den dienst ontdekte hij het gedenkraam.
Hij werd beurtelings rood en bleek en toen gebeurde het
afschuwelijke: de jongen lachte! Hij zag plotseling de
heele comedie, want tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis
had hij geen kranten gelezen. De brave menschen in
de kerk, die toch al van afschuw over zijn brutaliteit
om in de kerk te komen beefden, schuwden hem nu hee-
lemaal als de pest. En na den dienst keek niemand hem
aan en keerde ieder hem den rug toe.
Charly Bramwell bespaarde ons veel moeilijkheden,
toen hij zich dadelijk daarna op zijn buitenhuis aan den
rand van de stad vestigde, en zich nergens liet zien.
Alleen één van onze club, de oude dokter Boats bezocht
hem twee keer in de week, als dokter. En van hem hoor
den we, dat Charly het uitstekend maakte en het erg
prettig vond, dood te zijn, omdat hij nu kon leven, zoo
als hij wilde, en met niemand rekening hoefde te hou
den. Maar als we wel eens schampere opmerkingen over
hem maakten, stoof onze anders zoo goedige dokter Boats
woedend op en zei: „Hou je koppen dicht, stommelingen,
voor jelui is Charly Bramwell immers dood, nietwaar?
Zwijg dan..."
Het was een rare kerel, die Charly Bramwell, want
een jaar later ging hij werkelijk dood. Hij was nooit sterk
geweest, zei dokter Boats, en hij had iets aan het hart
gehad
Wat zullen de nichten lachen, nu ze toch de erfenis
binnen krijgen, zei een van ons.
Ik denk het niet, zei dokter Boats droog. Ze krijgen
elk honderd dollar. De rest gaat aan liefdadige instel
lingen, ziekenhuizen, instituten van onderzoek voor zui
gelingenzorg, voor hulp aan gevallen vrouwen en meis
jes
was als een herinnering aan haar wittebroodsweken.
Het was Betty onmogelijk om te reizen zonder een han
dige kamenier, die aan haar gewoon was. Even zoo on
mogelijk zou het een jonge „Pekinese" geweest zijn om
naar China terug te wandelen. Zij had haar meid, die
zij vertrouwde, meegebracht uit New York. Zij was
een Parissinne, met veel talent voor haar betrekking,
maar zonder genegenheid of dankbaarheid. Estelle kende
al de geheimen van mevrouw Sheridan, die noodig wa
ren, en nog andere, met wie zij nu niet bepaald te maken
had. Zij had veel gevoel voor humor en dat gevoel werd
opgewekt, nu zij met haar mevrouw de hutten doorging.
Daar was de statiehut van Monsieur en overal lagen
nog articles en toilette; klaarblijkelijk was de bewoner
dus maar voor een paar dagen op reis .Er waren ver
scheidene hutten, die niet in gebruik waren en een was
er, waar heel wat mooie eigendommen schenen achter
gelaten te zijn. Deze hut moest, volgens Betty, voor haar
kamenier worden gereedgemaakt
„Breng alles hier in de hut van juffrouw Harkness",
beval zij, met gloeiend gelaat en glinsterende oogen.
Estelle dacht met leedvermaak, dat zij haar mevrouw
nog nooit zoo ordinair en vulgair had gezien.
Zij waagde te zeggen, haar spot verbergend: „Maar,
als mevrouw het mij niet kwalijk neemt, ben ik volstrekt
niet lastig, waar het mijn hut betreft. De kast hier is
zoo vol en dan die koffer onder het bed. De kleine hut
aan den anderen kant van die juffrouw Harkness is
goed genoeg voor mij, en..."
„Doe wat ik zeg! Deze hut is dichter bij de mijne en
ik vind het beter, dat je deze neemt."
„Zooals mevrouw wenscht," zei Estelle gedwee, verrukt
over het booze humeur, dat zij mevrouw bezorgd had.
„Ik wilde mevrouw slechts bewijzen, dat er voor mij
niet zooveel omslag hoefde gemaakt te worden."
Het was twaalf uur, tben Betty met haar kamenier
en bagage aan boord was gekomen. Betty had volstrekt
geen honger, maar zij had barstende hoofdpijn, en had
een flauw gevoel over zich; daarom vroeg zij dadelijk
om haar lunch. Toen de lunch was opgediend, at zij
echter weinig; zij verkruimelde een broodje, en proefde
van de geurige kalfszwezerik, doch dronk verscheidene
glazen champagne. De koude sprankelende wijn bedaar
de haar zenuwen, zooals zij gehoopt had. (Een ding zou
dat nog beter hebben gedaan, maar in maanden had
zij zoo goed als niets ervan gebruikt). Zij begon zich
slaperig te gevoelen na een rusteloozen nacht, dus schreef
zij een kort briefje en ging een uur rusten. Zij had
Estelle gezegd haar om drie uur te roepen, en deze was
precies op tijd. Madame ziet er beter uit," zei de Fran-
sche vrouw, toen zij de gordijnen opentrok.
„Zag ik er dan eerst slecht uit?" De vraag werd op
scherpen toon gedaan, want Betty verlangde er wanhopig
naar om er heden op haar best uit te zien.
Haha, zeiden wij, dat is zijn geweten... bloedgeld...
wroeging...
Toen werd die goeie dokter Boats zóó kwaad, als we
hem nog nooit gezien hadden, en hij brulde ons met
bliksemende oogen toe: „Ja, schijnheilige schoften die
jelui zijn, trap maar op de nagedachtenis van Carly
Bramwell, die zijn leven kocht voor 5000 dollar per jaar,
hè! Toen hij nog leefde heb ik niet mogen spreken, dat
heb ik hém moeten zweren... maar nu zal ik spreken!
Luister dan, nobele helden... wat er werkelijk gebeurd is
Toen de Brenstone op een ijsberg liep, en iedereen wi3t,
dat het met een uur afgeloopen zou zijn, en dat alle man
nen verdrinken moesten, toen kwam die Charly Bramwell
in gesprek met dat arme kelnerinnetje... dat hem alles
van de misère van haar thuis vertelde... Hij wilde haar
een testament of een briefje of zoo meegeven, om al
zijn geld en goed te verdeelen onder nuttige, liefdadige
instellingen... maar de tijd was te kort. Charly Bramwell
vervloekte de gedachte, dat zijn millioenen onder een
stelletje nuttelooze leegloopers zou verdeeld worden, die
het zouden verkwisten, onder zijn gierige nichten en de
rest van het op de erfenis azende stelletje verwanten.
Die zouden r^uurlijk, al had hij tijd gehad een testa
ment of brief te schrijven en dat aan het meisje mee
te geven, het niet geloofd hebben en de wet in den arm
genomen hebben, om dat testament te vernietigen... het
arme meisje zou misschien wel in de gevangenis gegooid
zijn, wegens poging tot misleiding en diefstal, want dat
testament zou ook een schenking van 5000 dollar per
jaar voor haar familie hebben ingehouden... Neen, de
eenigste weg, om zijn millioenen uit de handen van de
erfenisjagers te redden en er alle liefdadigheidsinstellin
gen en de stichtingen van maatschappelijk nut mee te
zegenen, was... het zelf te doen, zich te redden en bij
eigen leven al deze schenkingen in orde te brengen. En
dat zag dat arme meisje ook in. Ze was zwak en tering
achtig, en wist zelf wel, dat ze, als ze gered werd, maar
een jaar of zoo nog te leven had. Toen deed ze aan Char
ly het voorstel, dat hij haar plaats zou innemen in de
reddingboot en aldus zichzelf en al de millioenen te red
den voor de arme, lijdende menschheid... Daarom had
Charly Bramwell gezegd, dat het een „kwestie van ge
zond verstand" was geweest, dat hij zich had laten red
den... Snappen jelui dat?"
Patroon: Alweer te laat, meneer Smith.
SmithJa, mijnheer, maar mijn vrouw heeft
me vannacht een zoon geschonken.
Patroon: Ze hadt u beter een wekker
kunnen schenken.
Smith: Ik geloof, dat het op hetzelfde
neerkomt, mijnheer! (Passing Show).
„Dat niet, madame, slechts een beetje bleek en moe.
De rust heeft mevrouw veel goed gedaan."
Om vier uur was Betty gekleed in een tooverachtige
japon van zijden tricot van dezelfde bleekgele tint als
de kleur van haar haar. Zij droeg een Parijsch hoedje,
dat in kleur met haar toilet overeenkwam en gegarneerd
was met een toef van turkooisblauw, net als haar
oogen. Suède schoenen en dunne zijden kousen, ook van
een gellgen tint en toen een half uur later, een taxi
haar afzette voor de deur van het St. Georgehotel, scheen
het, alsof de elegante gestalte in geel beschenen werd
door de namiddagzon.
Er was geen openlijk schandaal geweest over de flir-
tation van Betty met Paul dl Salvano of over welken
man ook, aan wien zij haar gunsten gaf; en zij was er
van overtuigd dat het schandelijke gedrag van Miles
haar tot een sympathieke figuur had gemaakt. Zij was
vreeselijk ongelukkig om Paolo, en toch ging er een
trilling van plezier door haar heen, toen zij het terras
opslenterde. Zij geloofde dat zij heel mooi was mooier
dan de vrouwen, die aan haar tafeltjes gezeten, opkeken
•bij haar langs gaan. Als Rose Calahan er zou z{jn met
Salvano, dan kon het niet missen, of hij zou getroffen
worden door het contrast tusschen haar beiden; de
sierlijke, volmaakt getolletteerde vrouw, die hij liefhad
en het ordinaire schepsel, dat hij 't hof maakte slechts
om haar geld.
Betty sohrok niet terug voor al die starende oogen. Er
was geen enkele reden, waarom zij liever niet gezien
werd! Zij groette wat menschen uit New York, die zij
kende, met een zachten treurigen glimlach en hij hoopte,
dat haar groote blauwe oogen een tragische uitdrukking
zouden hebben. Haar vrienden schoven hun stoelen ach
teruit om haar te begroeten. Verscheidenen trachtten
haar over te halen een kop thee met hen te drinken,
maar Betty weigerde vriendelijk. Zij zei, dat zij eigenlijk
hoopte, dat haar man komen zou. Zij was pas dien och
tend aangekomen om hem te verrassen, maar hij was
weggegaan, want hij had haar niet verwacht. Hij kon
echter leder oogenblik terugkeeren en zich bij haar voe
gen, want zij had een briefje aan boord van het jacht
achtergelaten om hem te zeggen, waar hij haar kon
vinden.
„Arme meid, zou zij het werkelijk niet weten?" fluis
terden de vrouwen elkaar toe. „Hoe vreeselijk voor haar,
als zij er achter komen!"
En een of twee mompelen, wat een merkwaardige toe
valligheid het was, dat de Prins di Salvano nu juist ln
Algiers was, want men had veel over hem en de arme
Betty gepraat, vóór zijn geschiedenis met de Calahans.
En iedereen voelde een soort van opwinding, zich ver
bazend wat er wel zou gebeuren. Zij dachten, en zij hoop
ten, dat er niets zou gebeuren, maar diep in hun hart
smachtten zij naar een emotie en was het, alsof zy zaten
WAAR DE VROUW
BELANG IN STELT.
Vrouwen ln de gevangenis.
In een der groot Weensche bladen schrijft Hermann
Röll iets over gevangen vrouwen en kunst. In Duitsch-
land zijn ongeveer 12 gevangenissen en tuchthuizen, die
uitsluitend voor vrouwen bestemd zijn. Deze vrouwen
gevangenissen zijn wel niet zoo groot als die voor man
nen, maar het aantal gevangenen loopt er in de duizen
den, ze zijn helaas steeds bezet.
De vrouwen die er zijn, zijn meestal nog jong. het
overgroote deel is niet ouder dan veertig jaar. Zooals ook
bij mannen het geval is, moeten zij voor het grootste
deel hun straftijd in eenzaamheid doorbrengen. Van het
oogenblik, dat ze de gevangenis binnentreden, totdat ze
deze weer mogen verlaten, moeten ze allerlei nuttig
werk doen, zoodat ze niet door verveling geplaagd kun
nen worden. In hoofdzaak komt het werk neer op: ta
bakstrippen, matten vlechten voor stoelen, kameelharen
pantoffels maken, sorteeren van peulvruchten en bijhou
den van den schoonen wasch. In vele tuchthuizen moeten
de vrouwen zakjes plakken en naaien. De arbeidstijd
is ongeveer 8 tot 9 uur per dag. Het loon is heel slecht,
zooiets van 10 a 15 cent per dag. Nadat de dagtaak vol
bracht is, mogen de vrouwen zich aan eigen bezigheden
wijden. Dit oogenblik wordt met verlangen tegemoet ge
zien, daar ze dan e«n oogenblik hun groot leed en het
gevangen zijn vergeten, om zich in een andere wereld
te begeven, om den drang te volgen iets moois, iets
kunstzinnigs te maken. Het overgroote deel der vrouwen
grijpt dan naar brei-, haak- of borduurwerk. De mooiste
kleedjes, kussens, kant en overtrekken worden dan ge
maakt; daaronder zijn meesterstukken van onvergete
lijke schoonheid. Een gevangene heeft het tot een der
gelijke hoogte op dit gebied gebracht, dat een van de
groote kanthuizen in Frankfort al haar werk kocht en
er niet weinig voor betaalde. Alles wat deze vrouw, die
tot 12 Jaar gevangenisstraf veroordeeld was. maakte,
was zoo volmaakt, zoo mooi, als alleen een kunstenaar
wrochten kan.
Naast deze vrouwen, die zoo vaardig zijn met naald
en draad, zijn er weer anderen, die naar potlood en pa
pier grijpen, wanneer ze een oogenblik zichzelf mogen
zijn. Ze brengen alles op papier wat hun verlangen en
hun fantasie bezighoudt. Het arbeidsmateriaal laten ze
zich even als de anderen, door familie sturen. Meestal
schilderen ze bloemen, landschappen, dieren, deels ge- :1
reproduceerd, deels uit het hoofd. Weinigen komen er
echter bovenuit, de meesten werken karikaturaal. Hier
mee is echter niet gezegd, dat deze vrouwen niet be
gaafd zijn, zij missen de scholing, óók is vaak door de
gevangenschap de fantasie verzwakt.
Een bijzondere plaats neemt onder de gevangenen,
dichtkunst ln. Eenigen lukt het, werkelijk goede gedich
ten te maken. Klankrijke, gevoelvolle mooie verzen zijn
niet zelden. Niet slechts gedichten, maar ook novellen en
kleine schetsen, zelfs romans probeeren ze te schrijven.
Deze vrouwen willen iets zeggen, zij uiten zich, bevrijden
haar ziel en verzachten haar pijn, zij het dan ook voor
slechts korten tijd...
Waarvoor azijn goed is.
Het nut van azijn kan bijna niet genoeg worden ge
acht. want behalve, dat wij het voortdurend gebruiken
bij de bereidine van gerechten zijn er nog honderden
dingen, waarbij azijn onschatbare diensten bewijzen kan.
Het koken van eieren waarvan de schillen zijn gescheurd,
kan dikwijls zeer lastig zijn. Indien men voor zulk een
geval staat, voegt men een weinig azijn toe aan het wa
ter en het ei zal even gemakkelijk worden gekookt als
anders. Wanneer het noodig is vleesch te bewaren en
de gewone manier is onmogelijk, dan zal azijn ons weder
om in deze moeilijkheid redding brengen. Men wikkelt
het vleesch eenvoudig in met azijn gedrenkte lappen en
het zal volkomen frisch en lekker blijven. Natuurlijk
te wachten op een schouwspel in de Grand Guignol.
Betty wees een bewonderenden kellner een klein ta
feltje aan voor twee gedekt en zij ging zitten en staarde
treurig met opgetrokken wenkbrauwen over de uitge
strektheid der violetblauwe baai.
Zij zag er uit, alsof z\j peinsde. „Waarom ia de wereld
zoo lieflijk en gelukkig ,als ik zoo treurig ben?" Maar
hoe aantrekkelijk het ook leek, zij dacht er slechts aan,
of Salvano en de Calahans of hij met Rose spoe
dig zou opdagen.
Toen zij het hotel inging, had zij den portier even on
dervraagd. Zij had een brief geschreven voor den Prins
di Salvano. Was hij nog in het hotel? Ja? En Monsieur
Calahan met mademoilselle zijn dochter uit Californié?
O, dat was uitstekend. Zij wilde den brief aan den por
tier geven, maar misschien dronken de Prins en zijn
vrienden thee op het terras? In dat geval zou zij hen
zeker zien.
Betty wist, dat als dat het geval was, zij al heel wei
nig kans zou hebben om een paar woorden met Paolo
te wisselen. Maar zij was zenuwachtig begeerig om hem
te zien. Haar brief, bij den portier achtergelaten, was
dreigend geweest. Salvano zou haar door dien brief kun
nen laten vervolgen wegens bedreiging als hij dat
wenschte. Maar dat zou vast en zeker het allerlaatste
zijn, dat hij zou ondernemen. Zelfs als hij getrouwd was,
zou zij hem, naar zij meende, bij den ouden Calahan
kunnen ruineeren. En in geval hij niet getrouwd was,
dan moest hij tot haar terugkeeren. Als hij er opgewon
den uitzag, wanneer hij haar zag, des te beter! De Cala
hans zouden het bemerken en dat wilde zij Juist. Ze
dacht erover, of Paolo den brief ontvangen zou hebben
en hem gelezen, alvorens naar het terras te komen, als
hij nog durfde komen! Hij zou de hand op de enveloppe
herkennen en als hij door den portier hoorde, dat een
dame hem den brief had gegeven, zou hij schrikken,
verrader die hij was! Betty verbeeldde zich, dat hij in
zelfverdediging den brief dadelijk zou openen. Dan zou
hij terug willen gaan om de vrouw niet te zien, die hij
bedrogen had of trachtte te bedriegen zelfs al be
minde hij haar ook nog in zijn hart. Toch zou hij het
niet wagen om haar de kans te geven, Rose en haar va
der in zijn afwezigheid te ontmoeten. Alles te samen ge
nomen, was Betty er voor zichzelf van overtuigd, dat zij
Paolo ontmoeten zou. En zij hoopte, dat Nazlo zou komen
als de ontmoeting voorbij was. Dan zou de Schoenenko
ning haar welkom zijn!
„Breng mij Chineesche thee mét oranjebloesemwater
in plaats van melk en niets te eten," onderrichtte zij den
buigenden kellner.
Bereidwillig draafde hij weg en toen haar oogen de
kleine zwarte gedaante volgden, zag zij Rose Calahan
het terras opkomen. Achter haar aan slenterde de oude
man en achter hem bevond zich Paul di Salvano.