De tooverkracht van Indische juweelen.
TUNNELBOUW IN
OOSTENRIJK.
Voor elck wat wils.
ONSCHATBARE RIJKDOMMEN IN DE
GEHEIME GEWELVEN DER INDI
SCHE TEMPELS.
De Ster van het Zuiden. Het
wonder der weenende diaman
ten. Genezende kracht van
den donkergroenen beker van
smaragd. De cobrasteen.
HET la niet zonder reden, dat men van oudsher
Indië een wonderland heeft genoemd. Want het
is meer dan eenig ander land rijk aan goud en
juweelen, welke opgedolven zijn uit de onuit
puttelijke schoot der aarde, en thans rusten in de schat
kamers der Maharadja's of Nabobs, ook wel in de ge
heime gewelven van heilige tempels, waar zij sedert
eeuwen door de priesters nauwlettend worden bewaakt.
Zelfs de juweelen van de Amerikaansche milliardairs. al
dus lezen we in een artikel van de hand van W. Lüde-
cke in de O.H.Ct, beteekenen niet is vergelijking met de
sprookjespracht van het edelgesteente der Indische vor
sten, welke ook fantastische bedragen aan ongemunt
goud in hun bezit hebben. De Nazim van Heiderabad,
die voor den rijksten man ter wereld doorgaat, heeft in
zijn lievelingsresidentie Kiftg Xoth een goudschat ter
waarde van 500 millioen gulden, en de beide koepels
van den „gouden tempel" in Benares zijn bedekt met
dikke platen uit puur goud. Voor een Europeaan heeft
een edelsteen alleen waarde door den hoogen prijs,
dien hij er voor betalen moet, ook wel een weinig door
de aesthetisohe vreugde, die hij hem bereidt, maar een
Aziaat staat in veel inniger verhouding tot deze kost
baarheden. Voor hem hebben diamanten, smaragden,
robijnen, sapLJ en en paarlen een bijna godsdienstige
beteekenis. Hij ':ent daaraan magische krachten toe en
geheimzinnige eigenschapen. Hij gelooft, dat In «del-
steenen een wonderbaarlijke tooverkracht schuilt, die
echter slechts op bepaalden tijd werkt, hetgeen in het
bijzonder van de zon en de maan afhangt
In de schatkamers van de Indische vorsten bevinden
zich bijzondere juweelen-garnituren, die volgens oer
oude gebruiken gedragen worden bij bepaalde godsdien
stige feesten, zulk een juweelen-garnituur bestaat meest
al uit een agraaf voor den tulband, welke een wonder-
8teen bevat met diamanten omgeven. Dit is vaak een
groote smaragd, die een bijzonderen naam draagt en
als heilig beschouwd wordt, omdat hij tegen vergif be-
sdhermt en huidziekten geneest. De smaragd is de
steen der reinheid. Daarbij komen dan nog gouden oor
bellen met juweelen versierd, en als hoofdstuk paarlen
halskettingen, zeven of acht snoeren dik, waaraan dik
wijls. een groote diamant hangt. Deze paarlen zijn niet
zelden zoo groot als hazelnooten en hebben ieder hun
eigen geschiedenis.
Beroemd is het parelsnoer van de Maharadjah van
Baroda, wiens juweelenschat, opgeborgen in Nazar Bag
Palace, op 80 millioen mark geschat wordt en in 1921
ook door den Prins van Wales werd bewonderd. Aan dit
parelsnoer hangt de „Ster van het Zuiden", een reus
achtige diamant uit Brazilië van 125 karaat die alleen
al verscheidene millioenen waard is. Zijn verzameling
van smaragden is niet minder kostbaar dan die van de
Maharadjah's van Jodpoer, Palanpoer en Patiala, De
VOOR HET KLEINE VOLKJE
TABBT EN TOMMY GAAN EEN
DAGJE UIT.
Eens op een Zaterdagmorgen zei Mevrouw Tabita
Poes tot haar kleinzoon: „Tommy, Tommy, wanneer je
klaar bent met je toilet en je hebt al je liedjes ingestu
deerd, die je morgen kennen moet op de zangles, en het
Is dan nog vroeg, dan zullen we samen naar Mevrouw
Mimi gaan en daar een bezoek brengen."
Tommy vond dat zoo heerlijk, dat hij zich netjes en
vlug waschte, hij hing zelf zijn pyama, met een T. op
den zak geborduurd, aan den kapstok en pakte een lek
ker kippenboutje in voor Mimi Kat.
Mevrouw Tabita was een oranje poes met witte sok
jes, een wit vest en een wit puntje aan haar staart, ter
wijl haar zoontje Tommy een wit puntje aan zijn staart
had, een wit vest en witte sokjes.
Toen zij na een flinke wandeling op den hoek der
straat aankwamen, waar mevrouw Mimi woonde, kwa
men al haar zeven kinderen blij naar hun toe rennen.
Hun moeder had hun naar de dagen der week genoemd,
Zondag. Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrij
dag en Zaterdag, en zij waren allemaal wit, zuiver wit,
zonder iets anders dan wit, behalve Zaterdag, die had een
zwarte punt aan zijn staart.
Mevrouw Tabita had sokjes voor hen gebreid, omdat
hun eigen moeder het zoo vreeselijk druk had met haar
zeven kinderen, ieder kreeg nu een andere kleur, tesa-
«nen al de kleuren van de regenboog. Zondag kreeg rood,
Maandag oranje, Dinsdag geel, Woensdag groen, Donder
dag paars, Vrijdag indigo en Zaterdag violet. En het
kwam zoo prachtig van pas want juist dien morgen
hadden alle zeven poesen staan huilen, omdat hun sok
jes heelemaal versleten waren. Hun oogjes waren nog
vol tranen.
„Och," zei Tommy, „hoe kunnen jullie deze mooie
nieuwe sokjes zien, als jullie oogjes vol tranen staan.
Kom laten we eerst een vreugdedans doen om deze zeven
paar nieuwe sokjes".
Na den dans vonden zij in den tuin een groote hou
ten doos staan Zij keken er allemaal in, doch hij was
leeg
„Weet Je wat," zei Tommy ,„we gaan hout zoeken voor
jullie moeder ,dan kan zij het fornuis straks aanmaken"
Zoo gezegd, zoo gedaan Alle acht sleepten zij zooveel
hout tot de doos heelemaal vol was Daarna vonden zij
een pan achter in den tuin liggen, waar zij mee hadden
gespeeld Vlug werd deze schoongemaakt en weer in de
keuken teruggebracht Opeens herinnerde Woensdag zich
dat zij drie dagen geleden allemaal een boon hadden
geplant Die moesten noodig water hebben. Vlug gin
gen zij erheen met een emmer water en wat zien zij
daar? Al de zeven paar oude sokjes hingen aan de tak
grootste bezienswaardigheden van zijn schat zijn echter
een gordel en een borstdoek van anderhalven meter
lang, die geheel met diamanten, smaragden, robijnen en
paarlen bezet zijn.
Het is nog niet lang geleden, dat de Maharadjah van
Tanjore in Zuid-Indië een oud diamanten halssnoer aan
een bankier in Madras verkocht. Deze wilde dit hals
snoer met Nieuwe Jaar cadeau geven aan zijn schoon
dochter en bracht het naar een juwelier om het op mo
derne wijze te laten zetten. Dit halssnoer had als aan
hangsel een diamant van 5Vz karaat, welke in een ring
moest worden gezet Deze had gewoonlijk een llcht-
blauwen weerschijn, die echter overdag een rose tint
aannam. In het volle zonlioht echter was hij zuiver
blauw. In het donker verloor hy zijn glans. Toen de Ju
welier hem echter eens des avonds na zondsondergang
uit de brandkast nam, zag hy tot zijn verwondering, dat
de steen fel schitterde, en dat de watten, waarop hy ge
legen had, vochtig geworden waren.
Toen hij den steen opnam, werden zyn vingers nat
Die wonderbaarlijke diamant weende. Na voortgezet on
derzoek kwam aan het licht, dat de steen bij afnemende
maan ook overdag zijn glans verloor en niet weende,
by volle maan echter vochtig was, en ook in den don
ker bleef schitteren.
Bij voorname Indiërs, mannen en vrouwen, is vooral
de planeten-armband zeer geliefd, die uit verschillende
gouden en platina ringen bestaat, welke met zeven
edelsteenen bezet zijn. Iedere steen vertegenwoordigt
een planeet: de robijn Brihaspati (Jupiter), de gele
saphier Rahu (Mercurius), enz. De Maharadja van Pa
tiala, de kanselier van de prinsenkamer, draagt altyd
zulk een armband uit platina. De Maharadja van Bundi
bezit een beker van een prachtige groene kleur, gesne
den uit een enkelen smaragd. Wanneer men 'lezen
beker met water gevuld drie uur lang in de zon plaatst,
krijgt het water geneeskracht, en kan men er huid
ziekten mede behandelen. Een Radja in het President
schap Bombay is in het bezit van een vyzel en een
stamper, die uit één enkelen saphier zyn gesneden. Deze
steen geeft aan de geneesmiddelen die er in bereid wor
den, de kracht om bloedarmoede te genezen. Koning
Thebau van Birma droeg tot aan zyn dood een paar
wonderbaar schoone oorbellen, uit purperen robynen in
den vorm van lotusbloemen. Deze robynen konden iedere
bloedvergiftiging genezen. Toen hij stierf gaf hy ze aan
een ouden dienaar, en sindsdien zyn zij verdwenen. De
heer H. W. B. Moreno, lid van den Wetgevenden Raad
van Bengalen, heeft volgens een bericht van den Indiër
Vlshun R. Karandikar een robyn in zijn bezit, die dui-
deiyk onder zyn purper-roode oppervlak het beeld toont
van een Indiër, In het wit gekleed en met een witte
pugree. het nationale hoofddeksel der Indiërs. Hoe dit
beeld in den steen is gekomen schijnt een onoplosbaar
raadsel.
Niet minder geheimzinnig is de olifantsparel uit Cey-
lon. Deze weegt 12 karaat en heeft een schitterende
goudkleur. Men schat haar ouderdom op 2000 jaar. By
een nauwkeurig mikroskopisch onderzoek kwam aan het
licht, dat zy een basis van ivoor bezit, welke onmis
kenbaar den vorm van 'n witten olifant heeft, dien men
duideiyk door de doorzichtige schaal van den parel
kan waarnemen.
Geheimzinige eigensohappen bezit ook de storm-parel,
waarvan men zegt, dat zy by den eersten regen van de
moesson uit den hemel valt. Zy heeft de kleur en de
grootte van een zaadkorrel van een granaat appel,
ken van hun pasgeplante boompjes. Blij holden zy naar
huis en riepen tegen hun moeder: Wy hebben nieuwe
sokjes en ook onze oude sokjes hebben wij teruggevon
den.
Hun moeder kwam even naar bulten en sprak: „Wat?
Hebben jullie ook je oude sokjes weer teruggevonden
en hout voor me gezocht en myn pan teruggebracht? Nu
jullie verdienen een verrassing. Kom maar gauw binnen
En even later zaten zy allen te smullen aan het malsohe
kippenboutje, natuuriyk met hun nieuwe sokjes aan.
HET IS MAAR EEN MEISJE.
De twee jongens Eggers liepen langs het ondiepe
kreekje, waar de vissohers hun booten in sleepten, om
die buiten bereik van het gety te ljebben.
„Sam beweert, dat de grot vroeger door smokkelaars
werd gebruikt", wist Victor te vertellen.
„Ja, maar we kunnen er nu toch niet heen. Want Sam
is met het sleepnet uit en verder kan er geen mensch
mee", zei Bob.
„Maar ik kan toch wel roeien, laten we een boot los
maken en alleen gaan".
„O. maar!" hygde Bob.
„Nou ga jy dan niet mee, als je geen lust hebt. Maar
je weet zelf, dat dit onze laatste gelegenheid is, want
Maandag gaan we naar huis en vandaag is het al Zater
dag!"
De jongens hadden de zomervacantie op een klein
plaatsje aan de kust doorgebracht. Diohtby het strand
was een gevaariyke plek, die algemeen doorging als „De
Bank". Daar het nog een heel eind voorby, in de open
zee, kon je de pinken zien. Want die waren uitgevaren,
omdat er een school makreelen te zien was, zoodat nu
iedere visscher zyn geluk wilde beproeven.
Bob hield den blik weer op het land gericht, „Kyk,
daar komt dikke Anna!"
„Laat haar komen!" zei Victor.
Een flink uitziend meisje van een jaar of vyftien
kwam het strand af, yverig breiend. Haar vriendeiyk
gezicht vol sproeten werd een breeden glimlach, toen ze
de kinderen zag. Ze was de dochter van de hospita en
daar ze nogal gezet, was, noemden zy haar „dikke An
na"
„Kom eens even hier", riep Victor. „Je kunt ons hei
met de pink van ouwen Jozef naar zee te sleepen. Bob en
ik wilden naar de grot van de smokkelaars gaan."
„Dat kunt u met zyn beidjes, toch niet'gedaan krij
gen, jongeheer Victor, dan deed u beter my mee te ne
men!"
„Maar pas op Anna, dat je er geen woord van aan
moeder zegt! Of ik niet alleen een bootje kan sturen!
Ik ben tooh al dertien, moet je denken!"
Anna zag, dat er niets aan te doen was: hielp hen de
boot in het water sleepen en gaf hen nog enkele wyze
vermaningen mee, terwyl Victor de riemen vatte en
zyn tocht begon.
„Ik zal ze maar eens goed in het oog houden", dacht
Anna en zette zich, met haar breiwerk aan het strand,
Victor roeide een eindje voort, terwyi Bob achter
over geleund zat en slechts genoot.
„Net of dikke Anna ons nu van dienst kan zyn!"
spotte de groote broer. Het is immers maar een meisje."
„Hoe lang is het nu al geleden, dat er smokkelaars
waren in de grot?" vroeg Bob.
„O, al jaren," antwoordde Victor vaag. „We konden
er wel eens den een of anderen verborgen schat vinden,
of... of..." wond Bob zich steeds meer op.
.Maar jongen, hoe kan ik nu geregeld voortroelen, als
jy over den eenen kant leunt?" Victor spande zich by-
zonder in met roeien, maar, daar hy het niet gewoon
was, werd hij er vreeeeiyk moe van en vormden zich
blaren in zyn handen. Dat was toch anders, dan wan
neer Sam meeging, die wist altyd precies wat er gedaan
moest worden. En nu kwam alles op hem aan, want
op Bob viel niet te rekenen, die was ook pas negen jaar
schittert als het bliksemlicht, en beschermt haar eige
naar volkomen tegen gevaren van onweder en storm.
In het district Poonah Is een Indiër erin geslaagd een
Cobra-steen te verkrijgen, een uiterst zeldzaam juweel
van sprookjesachtige afkomst, hetwelk een magische
geneeskracht bezit by slangebeten. Deze steen hecht
zich van zelf aan de wonde, indien de beet van den
slang giftig was, en valt van zelf af, als hy het gif uit
de wonde gezogen heeft. Dan wordt hy in koemelk ge
doopt, en met dit product van Indië's heiligste die ge-
wasschen. Deze melk wordt met gras en houtbrei ver
mengd en verbrand. Volgens het volksgeloof smelt deze
steen en verandert in gif, zoodra de Cobra in woede ont
brandt. Daarom is het zoo uiterst moeilyk zulk een
steen te verkrygen. Ook de Cobra-steen moet des nachts
licht verspreiden, terwyl £e slang in zyn hol verborgen
op de loer ligt en wacht op de padden en de muizen,
die door het licht worden aangelokt, en dan worden
verzwolgen.
Onschatbare rykdommen bevatten de geheime gewel
ven der Indische tempels. Deze komen slechts by groote
volksfeesten en plechtige ommegangen van de afgods
beelden, aan het daglicht, en worden dan aan de ge-
loovige gemeente getoond. In een heiligdom te Travan-
core bevindt zich een standbeeld van Gennesha, den
olifantengod, dat uit één enkelen robyn is gesneden,
en een beeld van Vishunn uit een saphier gehouwen.
Een byzonder pronkstuk van den gouden Tempel te
Amritsar, het pelgrimsoord en de heilige stad der Sikhs,
welke tempel in een vijver gelegen is, bestaat uit een
grooten gouden uitgespannen regenscherm, welke be
zaaid is met smaragden, robynen en diamanten en waar
van als byzonder sieraad dikke parelsnoeren afhangen.
Het record echter wordt behaald door de schatten van
den tempel te Madura, welke gewijd is aan de echtge-
noote van Shivah. De schatkamers van dezen tempel
zyn afgesloten met dozynen massief gouden deuren, bezet
met edelgesteente. Op een groote met zwart laken ge
dekte tafel liggen de juweelen van de godin: gouden
tiara's met edelsteenen versierd, slangachtige hangers
bestaande uit robynen en paarlen, een duizend jaar oude
halsketting, die zoo zwaar is, dat men haar met één
hand nauweiyks kan oplichten, een borstlap met sa-
phieren, die zoo groot zijn als noten, gouden stygbeu-
gels met diamanten bezet, gouden handen en voeten.
In de onderaardsche kelders bevinden zich de stallen
van de godin, waarin zilveren en goiiden koeien en
paarden in natuurlyke groote staan, aan wier tuig ju
weelen schitteren. Daar is ook een koe met een vrou
wengezicht, dat edelsteenen in de ooren en in den lln-
kerneusvleugel draagt, een zilveren leeuw, een gouden
pauw met uitgespreiden staart met smaragden in zyn
gevederte. Ook zyn er draagzetels uit massief goud en
groote bloemen samengesteld uit diamanten en robynen,
die tooverachtig schitteren bij het licht der fakkels.
Technische prestaties, welke on
der de grootste van de wereld
kunnen worden gerangschikt.
Byna negentig jaar geleden by den aanleg van het
eerste deel van den spooriyn WeenenGloggnitzer, werd
de eerste spoorwegtunnel gebouwd door den „Katabühel"
by Gumpoldskirchen. Ondanks de geringe lengte van
deze tunnel, zy was meer 165 M. lang, kostte zy onge
veer f 100.000. Om eenigermate een verontschuldiging
te hebben voor deze groote uitgave, liet Ingenieur
heelemaal niet ken. Toen ik hem er naar vroeg, zei hy,
Schönerer, leider van deze werkzaamneden, boven den
tunnel-ingang de inscriptie aanbrengen „Recta sequi"
(houdt den rechten weg), welk gezegde later steeds by
den Oostenrykschen tunnelbouw werd toegepast
In het midden van de vorige eeuw werd als voorlooper
van de latere spoorwegtu: - de 1.032 M. lange Semme-
ring-tunnel gebouwd. De o werkelijk groote tunnel
was de Arlberg-tunnel, welke tien K M lang was en in
1884 gereed kwam. Deze tunnel is op vier na de groot
ste spoorwegtunnel van Europa. In het jaar 1901 werd
byna tegelijkertijd begonnen met den bouw van drie
groote tunnels, om een alpenketen te droordringen, na
melijk de Karawanken-tunnel, ruim 8 K.M. lang, de
Borsuck-tunnel, ruim 5 KJM. lang en de Tauern-tunnel,
welke 8.5 K.M. lager ligt dan het hoogste punt hier
van, dat 3000 M. hoog ligt. Later volgde de bouw van de
Gösing- en de Martinswand-tunnel. Sindsdien zyn, ook
in den laatsten tyd, in verschillende tunnels belangrijke
werken geschied, om de tunnels in stand te houden,
b.v. metselwerk voor bescherming tegen het indringen
van water en het losraken van rotsgedeelten.
Hiermede hebben wy in het kort de geschiedenis van
den tunnelbouw in Oostenrijk verteld. Het is een ge
schiedenis van technische prestaties, welke onder de
grootste van de wereld kunnen worden gerangschikt.
By den aanleg van den tunnel wordt op de eerste plaats
de as en de hoogte-ligging bepaald. Dan is het tydstip
gekomen, om van beide zijden een horizontale schacht
door den berg te maken, waarvan de bodem meestal
de bodem van den tunnel wordt Na dit opensluiten
van den berg begint men van hieruit den eigenlijken
tunnel te maken. Vanuit de twee eindpunten van de
schacht maakt men dan de eigeniyke tunnel door uit
breken van de rotsen, en werkt dan stukken van zes
tot tien meter tegelijkertyd af.
Jarenlang moet men moeizaam arbeiden, om een tun
nel te voltooien. Voor de Arlberg-tunnel had men drie
jaar noodig, voor de Karawankan-tunnel vijf, voor de
Bosruck-tunnel vier en voor de Tauern-tunnel zelfs acht
jaar. Waterdoorbraak, het uitstroomen van schadelyke
gassen, hooge temperaturen in het inwendige van het
gebergte, het aantreffen van sloten in de bergen, dit
zijn allemaal hindernissen, welke den mensch het in
dringen in de bergen belemmert. Gebergten onder hoo
gen druk worden aangetroffen, of verschuivende geberg
ten, bergen, welke afbladeren. Zelfs een gemetseld tun
nel-profiel kan soms den druk van den berg niet weer
staan en vertoont een breuk, welke dringend voorzie
ning eischt In hardsteenen gedeelten van den berg
treden soms explosies op, waarbij stukken rots los sprin
gen. Menig arbeider viel als slachtoffer van dergelyke
ontploffingen. Soms dringt water door van krachtige
gesteentebronnen of dringt het water van een oeek
binnen; enkele malen kan aldus duizenden liter water
per seconde in de tunnel geraken. Kostbare veiligheids-
inrichtingen en krachtige pompen moeten dan worden
aangebracht. Tot het afleiden van giftige gassen of ver
laging van de te hooge temperaturen in het binnenste
van den berg moet men luchtkanalen aanbrengen en
koelinrichtlngen aanleggen. Luchtverversching is ook
dringend noodzakelyk in tunnels, waardoorheen stoom
treinen gaan.
Idiaal voor berjftunnels zyn dus in dit opzicht de
electrische treinen. Zonder de hulpmiddelen van de mo
derne techniek, in het bijzonder de boormachines, zou
het aanleggen van een tunnel een ondoenlyk werk zy'n.
By de portalen van verschillende tunnels zyn kerk
hoven aangelegd, waar de arbeiders zyn begraven, die by
hun werkzaamheden noodlottig om het leven kwamen.
Op den feestdag van de H. Barbara worden zy, die
by de uitoefening van hun beroep vielen, in Oostenrijk
herdacht. De oude mynwerkersgroet „Glück auf' is ook
de groet geworden van hen, die werkzaam zyn by den
tunnelbouw, want ondanks alle technische vooruitgang
speelt ook hier het kleine woordje „Geluk" een groo
ten rol.
„Dikke Anna heeft je anders aangeraden, dat je vlak
by het strand zou blijven. Weet Je nog wel?"
„Ja, zeker! Maar denk je nu, dat ik alles precies doe,
zooals zy dat zegt? Ik zal my niet door haar de wet la
ten voorschrijven!"
Maar vreemd hè: de wind was nu zoo heftig, dat
Victor met al zyn praats, toch maar heel moeilyk koers
kon houden, zoodat Bob riep: „Maar we komen niets
dichter by de grot! Wel by de Bank! Zal ik je even hel
pen, Victor?"
„Helpen?... De beste manier, waarop je kunt helpen is
nog maar, dat Je zwygt!"
Het bootje begon nu te schommelen. Victor gaf een
geweldigen ruk aan den riem, maar het hielp niet, hy
kreeg de boot toch niet den goeden kant uit en zijn
armen deden, o, zoo'n py'n! Het werd een vreeseiyk ge
tob en dit, terwyi de kleine broer er maar rustig by
ingeslapen was.
Wat zal dikke Anna ons uitlachen, als zy ons zoo
onverrichterzake ziet terugkomen! Ik wou dat ik in-
tusschen al terug was!... Wat zou ouwe Jozef zeggen, als
ik zyn boot eens niet goed aan wal kreeg! En wat zal
Moeder zich ongerust maken over Bob!
„Plomp!... Daar kwam ineens een heele plas water
over boord geslagen. Victor voelde een prop in zyn keel.
en sloot de oogen ,om de tranen terug te dringen.
TEEKENVOORBEELD.
Het hondje van myn buurman is van een ras, dat Ik
„Hola!... Uitkyken! klonk het daar opeens. En daar
kwam een roeibootje met een zeil op hen af en daarin
zat Anna! Zij hield het anker in de hand en toen ze de
jongens vlak opzy gekomen was, wierp ze dit uit en
stapte over in hun bootje.
„Zoo zou je nooit gekomen zyn, waar je wilde, jonge
heer! Laat ik je maar helpen, dan sturen we in een
oogenblik naar land!"
Victor was te ontsteld, dan dat hij er iets tegenin kon
brengen. Maar toen hij zag, hoe goed het ging, kwam hy
uit zichzelf met de gulle bekentenis voor den dag: „Ik
was een verwaande dommerd, Anna! En ik zal nooit
meer zeggen: ,,'t Is fnaar een meisje! want ik zie nu
toch, dat die ook nog wel iets goeds kunnen!"
Dikke Anna kreeg een kleur van genoegen en toen de
jongens eindeUjk uitstapten, bedankten ze haar nog eens.
Toen Bob dien avond Moeder alles opbiechtte, wilde
Mevrouw Eggers het niet zoo onder zich laten! Ze liet
Anna by zich komen en vroeg haar wat ze nu eens graag
wilde hebben, waarop het goede meisje met van verle
genheid stralende oogen zei, dat ze zoo graag dien
winter naar de naaischool ging. Nu, mevrouw Eggers
beloofde het geld voor dien cursus te betalen en zich
den volgenden zomer in persoon te komen overtuigen,
of Anna ook vorderingen had gemaakt.
BOOMBLADEREN-PUZZLE.
gerukt en zeven kwamen er by elkaar te liggen. De na
men van de bladeren staan er onder, maar de letters
zyn ook al door den storm een beetje door elkaar ge
raakt. Zien jullie kans de namen te ontcyferen.
•psiquepon
ua jeyndod 'joou 'dsa 'ït-iaq 'jfja 'aftrB}6int :3ujssoido
dat het een Hollandsche herder was. Ik heb hem voor
jullie geteekend. Gelooven jullie nu, dat zoo'n mormel
een Hollandsche herder is? Ik denk veel eerder, dat het
een straathond is. Probeer hem eens na te teekenen.