Uturn Hitus-
Uitmuit- Liullinillil
Schagen voteert de resteerende
f 2850.-.
RONDOM DE
GROENE TAFEL.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen.
Eerste Blad.
Voor het Kanaal
Stolpen=Schagen=Kolhorn.
Met de leerlingen der U.L.0. School
te Schagen naar Duitschland.
1Ü
i
Zaterdag 9 Augustus 1930.
SCHAKER
73ste Jaargang No. 8710
COURANT
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTF.N-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
In de spoedeischende vergadering
van den Raad van Schagen wordt
met algemeene stemmen het voor
stel aangenomen om de nog ont
brekende i 2850 voor het Kanaal
StolpenSchagenKolhorn bij te
dragen.
Spoedeischende vergadering op Donderdag 7 Augus
tus 1930, des avonds half acht uur.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
secretaris de heer C. Mol.
Afwezig de heeren Lookman en Schoorl.
Na opening der vergadering zegt Voorzitter, dat de
ze vergadering spoedeischend is belegd en de notu
len niet af zijn. Het eenige punt der agenda: voorstel
tot verhooging van de bijdrage voor den aanleg van
het kanaal StolpenSchagenKolhorn, wordt aan de
orde gesteld.
Voorzitter deelt mee, dat Zaterdag per expresse
een brief van Ged. Staten is ingekomen, welke wordt
voorgelezen en waaruit blijkt dat er nog aan het-toe-
gezegde bedrag voor het kanaal Stolpen—Schagen—
Kolhorn f4400 ontbrak, maar dat na gehouden bespre
kingen, nog f1550 is toegezegd, en thans dus nog
f2850 ontbreekt. Wegens het bijzonder belang dat
Schagen bij dit kanaal heeft, vragen Ged. Staten of
de Raad bereid zou zijn het nog ontbrekende bedrag
van f2850 voor zijn rekening te nemen. Ged. Staten
verzoeken voor 9 Augustus a.s. bericht.
Voorzitter zegt, deze brief met gemengde gevoelens
te hebben gelezen. Er bleek uit dat Schagen er met
zijn eerste toezegging van f5000 per jaar voor 40 jaar
niet af was. Nog grooter opoffering werd gevraagd.
Maar toch deed het spr. genoegen dat uit dezen brief
tevens bleek dat Schagen tenslotte dan toch zijn ka
naal zou kunnen krijgen, al is het dan ook met nog
grooter opoffering.
Hoewel B. en W. dan ook van meening zijn, dat
van Schagen een belangrijk financiëel offer wordt
gevraagd, achten zij het toch èn in het belang der
gemeente èn in het belang van de streek, waarvan
Schagen middelpunt is, dat de gevraagde bijdrage
door den Raad wordt verleend.
De heer Van Erp wijst op de conferentie dio te
Haarlem door verschillende colleges met Ged. Staten
is gehouden, waar voorzitter en de wethouders de
gemeente Schagen hebben vertegenwoordigd. Spr.
varagt waarom of de Zijpe en Hazepolder daar niet
was vertegenwoordigd.
Voorzitter zegt, dit niet te weten, de gemeente Zijpe
was er vertegenwoordigd door Burgemeester De
Moor. Waarom of de Zijpe en Hazepolder niet ver
tegenwoordigd was is spr. onbekend.
Den heer Van Erp doet het groot genoegen dat deze
brief is gekomen en als gevolg -an hetgeen in de
laatste comité-vergadering van den Raad is afge
handeld, blijkt het wel dat als de zaken goed worden
aangepakt er ook nog wel wat is te bereiken. Het is
nu wel een ander bedrag dan toen is genoemd, maar
er is op deze wijze toch wat goeds tot stand te bren
gen. Spr. zal met blijdschap zijn stem aan het voor
stel van B. en W. geven. Spr. had gewezen op de af
wezigheid van Zijpe en Hazepolder, om, als van dit
polderbestuur nog een bijdrage mocht worden toege
zegd, dit toch moet komen in mindering van het be
drag dat Schagen nu nog toezegt.
Voorzitter maakt zich over de toezegging van Zijpe
en Hazepolder niet veel illusies, maar oordeelt dat
het voor de provincie er alleen op aan komt of het
bedrag dat belanghebbenden bijeen moeten brengen,
werkelijk bijeen komt, van wie het komt maakt niet
uit.
De heer Van Erp gelooft ook niet veel van een bij
drage van dat waterschap, maar meent dat het toch
logisch is dat elk bedrag dat nog binnen komt in
korting komt van Schagen's laatste bijdrage, daar
mee dient men toch rekenschap te houden.
Voorzitter oordeelt evenzoo, 't is voor Schagen een
zeer groote opoffering.
De heer Van Erp wil dat aan Ged. Staten meedee-
len, ook de heer Gorter dringt daarop aan, wat Voor
zitter doet beloven dit te zullen doen.
De heer Leguit zegt, dat verschillende colleges zijn
aangeschreven om nog bij te dragen en als gevolg
daarvan zijn dan ook nog bedragen binnengekomen.
Van wie zal spr. maar niet noemen.
De heer De Vries wil het voorbehoud maken bij het
toestaan dezer laatste subsidie dat het werk niet te
lang in zijn uitvoering op zich zal laten wachten.
Voorzitter zegt, dat de heer De Vries in deze een
open deur wil intrappen. Ged. Staten toch zijn in deze
zeer actief.
De heer De Vries acht dat van die open deur een
geijkte term. Er zijn meer open deuren die niet open
gaan (Voorzitter: ze klemmen) en meent dat hier
wel eenige aandrang op zijn plaats is. Spr. vil des
noods een termijn noemen, bijv. 1 Januari 1932, of
als dat niet goed wordt geacht, dan tich de wen-
schelijkheid betoogen daarvan.
De heer Van Nuland zegt, noodgedwongen, maar
toch met blijdschap voor het voorstel van B. en W.
te zullen stemmen. Wat de heer De Vries wil moet
spr. ontraden. Het is z.i. gevaarlijk een termijn te
stellen. Ged. Staten betrachten alle spoed, maar het
hangt niet alleen van dat college af. Het hangt ge
heel af van den minister van Waterstaat en de 2e
Kamer, of die de van het Rijk gevraagde bijdrage
spoedig zullen toestaan. Wij weten dat de minister
op antwoord van Ged. Staten heeft aangedrongen om
zijn begrooting te kunnen opmaken.
1 Na nog een opmerking van den heer Van Rijswijk
die eveneens aandrong dat elk bedrag dat nu nog
binnen komt, in korting kwam van Schagens laatste
toezegging, werd het voorstel van B. en W. om nog
boven de reeds toegestane f5000 nog f 2850 voor 40
jaar toe te staan, met algemeene stemmen aange
nomen.
Voorzitter uit zijn genoegen over dit genomen be
sluit, het is voor de gemeente Schagen een zeer be
langrijk besluit en spr. vindt het zeer aangenaam dat
de Raad zooiets belangrijks voor de gemeente heeft
kunnen doen en verbindt daaraan de wensch dat de
kanaalplannen voor Schagen en omgeving nu spoe
dig verwezenlijkt mogen worden.
Hierna sluiting.
't Is met groote opgewektheid en met volkomen
instemming met Schagens laatste raadsbesluit, dat
wij dit overzichtje schrijven. En wat in onze over
zichten niet zoo heel veel keer is gebeurd, graag
thans, een eeresaluut brengen aan Schagens gemeen
tebestuurderen voor de ferme wijze waarop ze dit
maal de zaken hebben aangepakt en blijk hebben
gegeven een open oog te hebben en een goed in
zicht voor wat onze gemeente voor haar toekomstig
bestaan noodig heeft.
Werkelijk het is met groote dankbaarheid dat wij
dit raadsbesluit aanvaarden, omdat het o.i. aan
stonds zal brengen het kanaal, dat Schagen en zijn
omgeving zoo bitter en bitter noodig hebben.
Wij erkennen het volmondig, het was lang geen ge
makkelijk besluit, groot, heel groot als de schulden
last is, die daarmee gedurende 40 jaar op ons ge
meentenaren wordt gelegd. Het is heel veel en nog
lang niet alles wat zeker straks, als gevolg van dit
raadsbesluit, nog van ons Schager burgers zal wor
den geëischt.
En toch, wij zeggen het vrij uit: is 't met blijdschap
dat wij al die lasten zullen helpen dragen, omdat wij
van dit kanaal voor onze gemeente en hare omgeving
veel verwachten.
Wij kennen de pessimistische redeneeringen van
velen wel, die alleen letten op den druk der slechte
tijden van thans, die alleen kijken op hun belasting
papier, die het hoofd schudden en donker en zwart
inzien wat wellicht nog komen zalmaar wij
gelooven in Schagens bloei, in Schagens vooruitgang
en groei als de gelegenheid tot jntplooien zich maar
biedt. En als het kanaal komt, zal dat zeer zeker het
geval kunnen zijn. Ook Schagens omgeving zal daar
van ongetwijfeld rijke vruchten kunnen oogsten.
En het vervult ons ook met trots dat Schagens be
stuur dit besluit heeft genomen. Immers Schagen is
de bakermat van de Westfriesche Kanaalvereeniging,
in Schagen is geboren geworden de gedachte van de
kanalisatie van Westfriesland, vanuit Schagen is
die beweging opgekomen en heeft zich, met de krach
tige medewerking van knappe koppen en invloedrijke
mannen van verder-af, kunnen uitbreiden tot wat de
beweging tenslotte is geworden: een algemeene actie
in onze provincie tot kanalisatie van Westfriesland.
En nu op het oogenblik dat er vrees bestond dat
die actie geen resultaat zou geven, dat er kans was
dat het plan van de kanalisatie van Westfriesland
groote stagnatie zou ondervinden, wellicht zou stran
den. omdat de toezeggingen van de belanghebbenden
niet rijkelijk genoeg vloeiden, nu er voor geen enkel
kanaalvak het vereischte één zesde bijeen was, nu is
het weer Schagen dat voor het kanaalvak Kolhorn-
Schagen-Stolpen den doorslag geeft en hoe zwaar of
het met het oog op de gemeentefinantiën ook valt,
volmondig tot Ged. Staten zegt: w)J zullen ook die
laatste bijdrage opbrengen.
Werkelijk, een dergelijke daad, die getuigt van een
goed regeeringsbeleid, regeeren is immers vooruit
zien, mag niet alleen worden toegejuicht, maar ook
ten voorbeeld worden gesteld aan die andere deelen
onzer provincie, waar de vele bestuurderen in starre
kortzichtigheid steeds hun veto over de kanaalplan
nen blijven uitspreken.
Loopt alles nu in Haarlem en in Den Ilaag rond en
daaraan mag niet worden getwijfeld, gezien den
grooten steun en krachtige hulp die daar wordt ge
geven, dan krijgt Schagen en omgeving zijn kanaal
en zal dan ook de waterverbinding met den a.s.
nieuwen Wieringermeerpolder tot stand komen, met
als niet te onderschatten gevolg daarvan, het krijgen
van goede wegen daarnaast.
Jaren en jaren geleden, toen Schagens Raad f60.000
toestond voor het kanaal SchagenStolpen, was
Schagen in feesttooi, serenades werden gebracht,
muziek klonk er door de straten, er was hoop en
blijde verwachting in ieders oog. Schagen viert
thans geen feest, er klinken nu geen fanfares, er is
geen hoera-geroep. daarvoor is 't nog niet de tijd
maar toch leeft Schagen in blijde afwach
ting van wat de toekomst zal brengen
dat het niet te lang moge duren!!l
(Vervolg.)
Woensdag, de derde dag van onze buitenlandsche
reis. 's Morgens vroeg aantreden, want we moesten
om ongeveer half negen aan het station te Königs-
winter zijn. Daar lag ons gezelschapsbiljet naar Ass-
mannshausen klaar. In den trein, die al gauw bin-
nenstoomde, was zooveel ruimte, dat we in twee
naast elkaar gelegen afdeelingen plaats konden no
men en de spoorreis begon, die om half twaalf eindig
de, Geen oogenblik hebben we ons behoeven te ver
velen.
Voor 't eerst zagen de jongelui de hooge, steile
rotsen, die op sommige plaatsen den Rijn zóó dicht
naderen, dat een tunnel doorgang aan den trein moet
verleenen. Stukje voor stukje werd de afgelegde
weg op een groote kaart nagegaan, zoodat we van
steden, dorpen, kasteelen, die we passeerden, den
naam konden noemen.
Assmannshausen was tot eindpunt gekozen, om
dat vandaèr uit een schitterende wandelweg in pl.m.
anderhalf uur voert naar het Niederwald denkmal
Een beschrijving van dit gedenkteeken laat ik ach
terwege, omdat ik het bij de meesten der lezers vol
doende bekend veronderstel. Zoo heel lang konden
wij er niet vertoeven, wijl we maar tot twee uur den
tijd hadden. Dan moesten we weer in Rüdesheim
zijn, om de boot te nemen, die ons naar Königswin-
ter terug zou voeren. Nu, die twee en een half uur
loopen waren niet voor de poes. Van het gedenktee
ken gingen we langs een zeer steil bergpad, dat zich
door de wijngaarden op de hellingen der bergen slin
gert, in een half uur naar beneden. Juist op tijd
kwamen we in Rüdesheim aan. Op de boot konden
we uitrusten: we hadden n.1. tot acht uur den tijd.
Een bootreis van zes uur stroomafwaarts is lang,
voor enkelen, geloof ik, te lang. Heel veel moois is
er in die zes uur te zien. We passeerden de ruïne van
den Muizentoren: bij de Lorelei weerklonk „Ich weisz
nicht, was soll es bedeuten" Maar, ondanks al het
Met de tandradbaan naar den top van den Pe-
tersberg. Op den voorgrond, de leiders
van den tocht: rechts de heer Koning,
links de heer Siestverda.
interessante, raakten de meeste jongedames uitgeke
ken. Gelukkig, er was muziek aan boord, naar ik
meen een gramofoon met luidspreker. Wonder boven
wonder in dezen tijd werd er zoo nu en dan ook dans
muziek ten gehoore gebracht en daar waren de
beenen van onze vrouwelijke reisgenooten niet te
gen bestand. Op het achterschip zwierden een acht
tal enkele uurtjes lustig rond. In dien tijd hebben
ze toch ook nog wat gezien, verklaarden ze later
plechtig.
De honger dreef ten slotte de meesten naar het
voorschip. Alles, wat aan proviand nog aanwezig
was, werd bij elkaar gezocht; maar wat was het wei
nig. Ja, zulke geïmporteerde Wandervögel moeten
van het wandern nog veel leeren. Ieder moest brood
meenemen voor den geheelen dag en ge zoudt het
niet willen gelooven, maar bij een paar was 's mor
gens elf uur de voorraad al op. Nu, de reiskas werd
in der haast nageteld, het bleek, dat 't nog eenige
Marken lijden kon en we kochten 't een en ander
om den honger te stillen.
Wat zouden we bij onze thuiskomst in het hotel
smullen! In Königswinter hadden we den vorigen
dag slager, bakker en kruidenier met een bezoek ver
eerd en jawel, toen we om pl.m. half negen in de
Jugendherberge arriveerden, lag daar een berg
eieren, ham en brood op ons te wachten. De afdeeling
„Huishoudelijke Zaken" trad direct naar voren, ging
in versnelden pas naar de keuken en misschien nog
geen tien minuten later konden de eerste drie zich
te goed doen aan spiegeleieren met
ham en brood, t Liep in de keuken t
vlot van stapel: niemand behoefde
lang z'n honger ongestild te laten
en in onze omstandigheden moch
ten we dien avond wel spreken van
een Lucullusmaal.
In den loop van den dag was de
post uit Holland aangekomen. De
een kreeg een ansicht, de tweede
een briefkaart, de derde een brief,
ja. zelfs de Schager Courant ont
brak niet op het appèl. Wat waren
we allemaal ingenomen met deze
berichten „aus der Heimat". Met
de vruchten, die w e hadden ingesla
gen. vormde dit alles een fijn des
sert. Toen theedrinken, nog wat
zitten praten en zingen in naar bed.
De Donderdag beloofde een pracht-
dag te worden.
Natuurlijk weer tamelijk vroeg
op. Niet erg, want 't weer was en J
bleef schitterend. Een niet genoeg te J-
Bewoners van het vlakke West-Friesland
als bergbeklimmers.
waardeeren iets, waar de weerberichten, uit Holland
ontvangen, zoo buitengewoon ongunstig luidden.
't Zou de dag der ezels worden. Een eenigszins
zonderlinge omschrijving, maar 't zal U spoedig dui
delijk zijn. Een paar dagen te voren had ik achttien
ezeltjes gehuurd om ons op Donderdagmorgen negen
uur naar den top van den Drachenfels te brengen.
Wij waren op tijd present en de andere ezels ook.
Dat was me een gezicht, achttien van zulke rossi
nanten hij elkaar. Eenigen onzer klommen in liet
zadel, anderen werden er meer ingeheschen en daar
ging 't bergopwaarts. Niet te verwonderen, dat mij
dadelijk de regels van een schoon gedicht te binnen
schoten: „Ziet gij dien heldenstoet, mijn zoon!" Onge
vaarlijke helden, hoor! "t Was moer lachen dan
vechten. Langs een weg met éénige vergezichten
vorderden we naar den top. Vlug ging 't niet, want
onze rijdieren vonden, dat ze met zulke ruiters
eigenlijk óók voor hun plezier uil waren en moesten
zoo nu en dan door de ezeljongens wat opgeduwd
worden. Dan holde weer een achterblijver ons voor
bij, zoodat een'ander nummer laatst w erd en 't zelfde
spelletje zich herhaalde. Onder gelach der jongens,
gegil der meisjes ging het voort, tot we na een half
uur den top bereikten. En we vormden, meenden we
allen, zóó'n prachtgroep, dat we ons, zittende op de
viervoeters, in een halven kring schaarden en op
eert zeer geslaagde kiek vereeuwigd werden (gratis «e
bezichtigen voor belangstellenden).
Daar waren we dus op den Drachenfels. Hoe mooi
't daar is, is onmogelijk te beschrijven. Ik geloof,
dat de meesten der jongelui onder de bekoring van
zulke schoone natuurtafreeleu kwamen, en indien dat
zoo is, is het doel der reis bereikt. Er werd op den
berg rondgewandeld, er werden tal van ansichten
geschreven, er werd ook veel gekiekt. Ik meen nog
niet gezegd te hebben, dat een achttal van het reis
gezelschap hun fototoestel hadden meegenomen. In
't geheel zijn er meer dan honderd kiekjes genomen.
En in ieder geval zijn er heel wat geslaagd. Onder
het schrijven dezer regelen ontving ik een collectie
afdrukjes, zóó mooi, dat ze mede een der aangenaam
ste herinneringen aan den tocht vormen. Indien er
bij zijn, die geschikt blijken voor reproductie, dan zal
de uitgever van dit blad er een paar in zijn couranti
afdrukken, een attentie voor onze club, die wij zeker
zeer op prijs stellen. (Zooals de lezers zien, hebben i
we reeds een keuze uit de collectie gedaan. Red.)
Onze wandeling terug ging door het Nachtegalen
dal. Wie het kent, weet hoe wonder mooi het daar
is. Den geheelen morgen leefden we in een sprookjes
sfeer. Tot, vlak bij het einde van het dal en onze'
wandeling, een regenbui ons overviel. We droegen
echter gelaten ons lot, want 't was de eerste regen,
die we in 't Zevengebergte kregen en na een minuut
of vijf brak de zon al weer door de wolken.
's Middags gingen we op geheel andere wijze naar
den top van den Petersberg. De moderne tandradbaan
bracht ons pl.m. 350 M. hoog, een heel interessant
tochtje langs de zwaar beboschte hellingen. Boven
staat tegenwoordig een eerste klas hotel, zoo iets als
het onze, vonden wij, Jugendherbergisten. Terug
wandelden we in opgewekte stemming, over de
ruïne Heisterbach. naar Nieder Dollendorf. Dat was
een heele marsch. Sommigen waren aan het eind
dan ook doodmoe. Maar, wat nood! Een overheerlijk
maal zou spoedig alle ellende doen vergeten. De
keukenprinsessen togen in allerijl aan het werk en
na slechts luttele oogenblikken zaten de eersten
aan gebakken biefstuk met brood. Mein liebchen,
was willst du noch mehr? Voor dessert hadden we
vruchten, veel vruchten.
Je ziet hier allerlei leuzen: Eet mer visch, eet meer
brood, enz. Wij hielden ons, om in den stijl te blijven
aan: Eet meer fruit. Den eersten avond hadden we
niet genoeg gekocht: de kruisbessen moesten- ver
deeld worden, want je weet. dan nog niet zoo goed
de vereischte hoeveelheid. Er werd begonnen rnet
Hieronder: Rond den ossenwagen in hel Ahrdal.