- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
WETENSWAARDIGHEDEN.
Historische Kroniek.
HUMOR.
WARE WOORDEN.
haaltjes en denkbeeldige spoken. Hier had lk ten minste
rust en hier verdien lk mijn brood, met mijn handwerken.
Ik heb weinig noodig...
Hij staarde haar met groote oogen aan. Het verhaal
leek zoo fantastisch, zoo ongelooflijk... Bulten loeide
de storm en speelde een woest spel met halfafgerukte
jaloezieën en rammelende ramen, zonder ruiten... Ze zag
zijn ongeloovige blik, met iets als afgrijzen op haar ge
vestigd. En met een toonlooze stem, die zóó eindeloos
droef, zóó grondeloos wanhopig klonk, dat het hem door
de ziel sneed, sprak'ze zacht: Nee, natuurlijk, je gelooft
me niet... niemand gelooft me... Ik ben levend dood...
Ze eindigde in een doffe snik.
Hij legde zwijgend een hand op haar schokkende
schouder.
„Geloof je niet, dat het mogelijk is, opnieuw te be
ginnen, heelemaal opnieuw?" vroeg ze, met een door
tranen verstikte stem, terwijl ze haar oogen, nat van
tranen, naar hem ophief.
„Ik geloof van wel," zei hij, en staarde in de verte,
naar de ruine van zijn eigen leven: fortuin, rijkdom,
vrienden, alles had hij verloren, zelfs het respect voor
zich zelf... als een lafaard was hij weggeloopen, had hij
zich door den dood aan alles willen onttrekken, aan de
schande en de minachting... de verguizing der menschen
Maar er werd iets nieuws in hem geboren. De sublieme
moed van deze vrouw, die hem tot het leven teruggeroe
pen had, deed iets nieuws in hem ontwaken...
Nog heel lang spraken ze dien vreemden nacht in het
vreemde huis.
Toen de morgen daagde, had de schipbreuk twee
menschen tot nieuw leven doen ontwaken.
Het nieuwe begin...
OOK EEN LEEPE!
(Paeres Gaies.)
De laatste boot naar New-York is
reeds vertrokken, miinheer.
Is er dan ffeen bruff voor hen, die
de laatste boot misten?
IS HET U BEKEND:
dat men in Pransche badplaatsen zonnebrillen met lin
nen neusschermpjes draagt, .om te voorkomen, dat er
zonnesproeten op den neus komen, of dat de neus gaat
vervellen?
dat John D. Rookefeller, op negentigjarigen leeftijd,
zich als padvinder heeft laten inschrijven?
dat er in Duitschland meer dan 500 fokkerijen voor
zilvervossen en andere pelsdieren zijn, waar ze uitslui
tend om hun pels gefokt worden?
dat een metaal, dat ln Zuid-West-Afrika gevonden
wordt, en bekend staat als zink-blende, een helder licht
afgeeft, wanneer er tegen geslagen of op gewreven
wordt, zelfs onder water?
dat men tegenwoordig bont in elke gewenschte kleur
kan verven?
dat Londen binnen enkele jaren 20 vliegvelden in de
buitenwijken zal noodig hebben, volgens Sir Alan Cob-
ham, den beroemden aviateur?
dat een olifant per dag ongeveer 100 K.G. hooi, mais,
wortelen enz. eet?
dat de beroemde St. Paul's kerk te Londen, de derde
kerk van dien naam is, die op de zelfde historische
plek staat? De eerste kathedraal van dien naam werd
in 607 door Ethelbert, koning van Kent, gebouwd.
menten van een bom bij den verongelukte of waarschijn
lijker, bij den vermoorde lagen.
Die gek! mompelde Nicolo ln zichzelf die gek van
een Ignace Ferroni! HU wou niet luisteren naar den
ouden Nicolo! Enfin, misschien is het juist goed zoo,
misschien kun je me van dienst zijn nu je dood bent,
Ignace; tijdens je leven heb je het nooit gekund!
Nicolo legde de courant neer en ging door met In zich
zelf te praten.
Honderd duizend dollar... dat is een hoop geld
wij werkten voor een heeleboel minder in den ouden tijd
voor een heeleboel minder! En die jongen Is pienter,
heel pienter, die vindt de duiten vast en zeker terug
als do politie uit zijn buurt blijft! En die bende, die
bende van Baldy Vickers daar hoeven we ons den kop
niet over te breken, die heeft geen armen die ver rei
ken, zooals de politie... en zooals de oude Nicolo!... Die
gek; die verduivelde gek Ignace! Hij wou niet naar
me luisteren, hij zat daar in dat park natuurlijk aan die
bom te prutsen... en heeft zichzelf in de lucht laten
vliegen. Die gek... maar de oude Nicolo heeft geen
reden om zich te beklagen! Het zal de politie hier in
huls brengen... en dezen keer zal de politie welkom we
zen, hè? We zullen eens kijken of Nicolo Capriano nog
altijd tegen ze is opgewassen!...
Een half uur ging voorbij; een half uur dat de oude
Italiaan rustig en onbeweeglijk in de kussens lag. Buiten
in do hal was Teresa bezig met haar hulshoudelijkcn
arbold. Toen was er opeens beweging aan de voordeur;
de bel ging en Nicolo hoorde Teresa open doen. Nicolo
luisterde nu gespannen naar het stemmen gegons aan
de deur en er kwam een triumfantelijke blik in zijn
oogen.
Een oogenbllk later kwam Teresa de kamer binnen.
Ze sloot de deur achter zich.
Daar is inspecteur Barjan, vader, zei ze zacht.
Hij wil u spreken over die ontploffing van vannacht.
Zoo! Een schelmsch lachje gleed over Nicolo's ge
zicht Hij wenkte zijn dochter om vlak bij het bed te ko
men en toen zij daar was. trok hij haar hoofd naar zijn
mond. Denk er om Teresa, fluisterde hij haar in het
17 Aug. 1581 verliet de hertog van Anjou Frankrijk om
op te rukken naar Vlaanderen aan het
hoofd van een leger van 45000 man. Daar
Oranje in zijn strijd tegen Philips nog maar
steeds hulp uit het buitenland verwachtte,
had hij de Staten-Generaal ertoe overge
haald bij het verdrag van Plessia Les Tours
in 1580 de souvereiniteit over de Nederlan
den op te dragen aan den hertog van
Anjou. Nadat dan de Staten-Generaal den
24sten Juli Philips hadden afgezworen en
hem van zijn heerschappij over de 7 provin
ciën hadden vervallen verklaard, rukte de
hertog naar de Nederlanden om er in het
dwangbuis der 27 artikelen, welke zijn
macht omschreven, te regeeren.
18 Aug. 1584 werd Maurits na den dood zijns vaders tot
hoofd benoemd van den Raad van State. HU
was geboren in 1568, was stil en terugge
trokken van karakter, maar zeer verstandig
en buitengewoon vroegtijdig ontwikkeld. Hij
bezat uitnemende kwaliteiten als veldheer,
veel minder als staatsman. Ook bezat Mau
rits een groote vaardigheid in de kunst van
belegeren, terwijl hij daarenboven ln zijn
bewegingen altijd even vlug was.
19 Aug. 1748 brak boven Amsterdam een zwaar onweer
los, gepaard met hevige hagelbuien. Ten
gevolge van deze ramp werd een groote
verwoesting aangericht ln de stad.
20 Aug. 1672 aanvaardde Caspar Fagel het ambt van
raadspensionaris van Holland. Tengevolge
van de groote ontevredenheid van het volk,
als gevolg van den treurigen toestand,
waarin het land door den oorlog met
Frankrijk en Engeland verkeerde, moest
Johan de Wit wel zijn ontslag als raads
pensionaris aanvragen, hetgeen hem werd
verleend. Fagel volgde hem toen op, waar
door het volk echter geenszins was gerust
gesteld.
21 Aug. 1678 behaalde de Ruyter een overwinning op de
Engelschen ter zee. Den 7en Juni had hij
eerst de Fransch-Engelsche vloot verslagen
onder dEstrées, daarop Prins Robert bij
Schooneveld en een week daarna bij de
Theems. Tenslotte volgde de slag bij Kijk
duin, waardoor een landing van de Fran-
schen en Engelschen opnieuw werd voorko-
enm. Zoo Hepen de krijgsbedrijven van deze
vijanden tenslotte toch op een groot fiasco
uit, want nadat in dezen oorlog 2800 schepen
waren opgebracht, waarvan de meesten En-
gelsche, teekenden de mogendheden den
vrede van Keulen, waarbij Engeland al ifln
vroeger eischen moest prijsgeven.
22 Aug. 1632 viel Maastricht bij den tocht langs de
Maas in handen van Stadhouder Frederik
Hendrik. Toen het beleg voor de stad werd
geslagen, trokken de Spaansch-keizerlijke
troepen onder Pappenheim tot ontzet van
de stad op. Een aanval op de belegeraars,
te zhmen met een uitval van de beleger-
den waren evenzoovele vruchtelooze pogingen om de
stad te bevrijden, want Maastricht moest
zich tenslotte overgeven. De stad lag op
Luiksch gebied en werd nu gemeenschap
pelijk bezit van Luik en van de Vereenigde
Nederlanden.
23 Aug. 1^96 werd Floris V, die later door de edelen
op een valkenjacht om het leven werd ge
bracht, naar Muiden vervoerd.
GEEN GELUKKIG SLOT.
(Wahre Takob.)
Heeft uw roman een ffelukkiff slot?
Neen. helaas niet. Zij keert weer
naar haar verloofde teruff.
oor je weet niets, zelfs niets van die ontploffing dat
heb je van hem gehoord, begrijp je Je weet evenmin
iets over Ignace!
Goed, fluisterde ze terug. Ik zal er aan denken.
Prachtig! Ga dan nu naar hem terug en zeg dat ik
hem niet wil ontvangen. Zeg dat hij weg moet graan dat
lk niet wensch lastig gevallen te worden door die ver
draaide politie-spionnen! En laat de deur open, Teresa,
kleine meid, hoor je, laat de deur open, dat ik alles
kan hooren!
Waarom wilt u dat, vader? vroeg het meisje ver
baasd.
Ha, ha, dat zul je wel zien, kleine meid, dat zul je
wel zien! De oude man streelde haar hand. We zijn
onze schuld aan Tony Lomazzi niet vergeten. Je zult
het wel zien! Zeg jij maar tegen die sluwe vos van een
Barjan dat hij moet ophoepelen!
Teresa ging de kamer uit en liet de deur achter zich
open. De oude Nicolo stopte geluidloos de courant on
der de dekens en luisterde gespannen.
Het spijt me heel erg, hoorde hij Teresa zeggen,
maar mijn vader weigert positief om u te ontvangen.
Zoo? antwoordde de inspecteur sarcastisch. Dan
spijt het mij ook, maar dan zal ik hem toch van ge
dachten moeten doen veranderen. Neemt u me niet
kwalijk, juffrouw Capriano, als ik...
Een zware, snelle stap klonk ln de hall. De oude Ita
liaan liet zijn houding van gespannen luisteren onmid
dellijk varen; hij werkte zich omhoog in de kussens,
hield zich met en hand overeind en balde de andere tot
een vuist, die hij heftig schudde in de richting van de
deur, toen de gestalte van den inspecteur in burgerklee-
ren zichtbaar werd.
De oude Nicolo scheen ten prooi aan een paroxysme
van woede.
Ga hier vandaan! schreeuwde hij met zijn hooge,
scherpe stem. Heeft mijn dochter je dat niet gezegd'
Ga weg! Ik wil niets met je te maken hebben! Je kunt
naar den duivel loopen met de heele politie erbij! Kun
julUe de oude Nicolo niet in vrede laten sterven, hè?
Dat is best hoor, zei Barjan bedaard. Hij keek over
Hij: Ik, hm, ik zou je wel willen vragen...
Zij: O, Herreman, het is zoo plotseling!
Hij: ...of we n iet samen een lekkere portie roomijs...
Zij: O, Herreman, zalig, ik ben er dol op!
Hij:... zouwe gaan eten, als het weer maar wat war
mer was en ik genoeg cente had...
Rechter: Je geeft toe, dat je getuige met een flesch
op het hoofd sloeg. Wat gebeurde er toen?
Beklaagde: Nou, toen wier hij prikkelbaar, edelacht
bare.
Mevrouw A.: Praat Uw man in zijn slaap?
Mevrouw B.: Nee, dat maakt me juist zoo woedend.
Hij lacht alleen maar.
Vader (theatraal): Als jij met mijn dochter trouwde,
zou het mijn dood zijn!
Jonge man: Kan ik daar vast van op aan?
Hij (knagend aan een eigengebakken koek van zijn
vrouw): Het is jammer dat ik geen struisvogel ben!
Zij: Gelijk heb je. Dan zou ik ten minste nog eens af
en toe een behoorlijke veer voor mijn hoed krijgen!
Er werd een aanvraag tot echtscheiding voor de recht
bank behandeld, daar de vrouw zich door het onrede
lijke gedrag van haar man gekrenkt gevoelde. „Edel
achtbare, ik houd het niet meer uit! Mijn man schold
me zelfs uit, terwijl ik juist chauffeeren leerde voor zijn
plezier!"
Rechter: Wat zei hij dan?
Jong vrouwtje: Hij lag in de sloot, aan den kant van
den weg, en toen hij zijn oogen opsloeg, waren zijn
eerste woorden tot mij: stomkop van een uilskuiken dat
je bent, zag je die vrachtauto niet?
Slechts dat, wat in den mensch leeft, kan in den
ander geboren worden.
o
Wij klagen allen over de kortheid van den tijd en
hebben toch meer tijd dan wij kunnen gebruiken. Wij
klagen, dat onze dagen zoo weinige zijn en handelen,
als kwam er geen einde aan.
o
Groote ideeën worden niet in één dag verwezenlijkt.
In de geschiedenis der menschheid telt de tijd niet met
seconden, maar met eeuwen.
o
Hem is de winst, die zich verwint
o
Geef ieder oogenblik zijn recht; dat is het eerste
vereischte om gelukkig te worden.
147. Na een half uur is het heele gezelschap weer ge
kleed en wel en zoo droog als één groote en twee kleine
stokvisschen. Nou motte we es errenstig poekelen 1)
zegt Gerrit, terwijl hij allebei zijn handen in zijn zakken
steekt. De graute kwepsie 2) is... waor motte we
naor toe... Ik wait een belabberd schaantje van de
kaort, maor ik gelauf, dat Aofrikao nogal graut is...
Viermaal zoo groot als Europa, vertelt Dicky. En er
wonen negers en- Transvaalsche boeren en leeuwen en
nijlpaarden en slangen en neushoorns, voegt Dirrekie
erbij om te laten merken, dat ze ook wel wat weet
Dat is vaan, zet Gerrit, dan naime we fan al die
baiste een monstertje mal faur de Volvettendamsche
Diergaorde. Worre we tot airelaije benoemd en magge
d'r altaad voor noppes in. Maor airst motte we es loeke
of er soms geen plaosie in de buurt is, waor we wat
bikken kunnen. 't Zal wel even kijken, zegt Dicky.
En dadelijk klautert hij in een hooge, slanke palm. Daar
ziet hij een minaret (slank torentje) van het stadje
Benghasi...
1) praten, bedoelt Gerrit
2) kwestie, wou Gerrit zeggen.
148. Hallo, roept Dicky uit den palm. Ik zie een
stad, ginder achter de heuvels. Hoera, roept Dirre
kie. Dan krijgen we gelukkig wat te eten. Mijn maag
rommelt als een onweersbui.
Is het een erge naigera? vraagt Gerrit die niet
veel vertrouwen in Afrika heeft Een negorij? roept
Dicky verontwaardigd terug... 't Is een mooie stad,
zoo wit of ze heelemaal van marmer is gebouwd...
Mooi, Jó! Veel fijner dan Volvettendam met al die fa
brieken. Laten we er maar gauw heengaan, stelt
Dirrekie voor. Ik krijg het hier erg warm met mijn
zijn schouder. Teresa stond in de hall, vlak voor hem.
Neem me niet kwalijk, zei hij en sloot de deur. Luis
ter nu eens kalm, richtte hij zich tot den ouden man,
er is geen enkele reden om je zoo op te winden. Ik heb
absoluut geen kwaad in den zin. Er is een aangelegen
heid niet zoo heel belangrijk overigens waarover ik
een gesprek met je moet hebben, of je wilt of niet. Dat
is alles! Ik zal maar meteen tot de zaak komen. Wat
weet je van die geschiedenis in dat park in de beneden
stad vannacht?
Nicolo Capriano zonk met een nijdig gegrom terug in
de kussens. Hij schudde opnieuw zijn vuist tegen den
inspecteur.
Hoe moet ik iets weten van jullie miserabele ge
schiedenissen? schreeuwde hij. Ik weet niets van oen
park! Ik weet heelemaal niets! Waarom laat jullie me
niet met rust? Al vijftien jaar lang doen jullie niets an
ders dan de oude Nicolo bespionneeren en ln die vijftien
jaar heeft de oude Nicolo jullie geen stroo in den weg
gelegd!
Dat is volkomen waar tenminste voor zoover we
weten, was het ironische antwoord. Maar het geheu
gen van de politie reikt verder dan vijftien jaar geleden
Nicolo, en dat maakt ons, neem me niet kwalijk, wel
eens een beetje wantrouwend, en... af en toe ben je ons
van groot nut geweest...
Bah! Het was alsof de oude man deze uitroep den
ander In het gezicht spuwde.
Wat die geschiedenis van vannacht betreft, ging
Barjan onverstoorbaar voort, dat Is iets wat in jouw
Hjn ligt, Nicolo. Ik dacht dat je ons misschien op het
goede spoor zou kunnen brengen, weet je?
Ik weet niet, waar u het over hebt, snauwde de
oude man.
Ik heb het over den man die door de explosie
van een bom aan stukken gereten is, verduidelijkte de
Inspecteur, die niet In het minst zijn geduld verloor.
Voor het eerst tijdens het gesprek toonde Nicolo's
gezicht teekenen van belangstelling.
Ik weet niets van een man die door een ontploffing
in stukken gereten is!, zei hij.
leege maag. En ik zou ook wel trek hebben in een
glaasje Ranja met spuitwater. Slg toch niet van die
ferfailende dingen, moppert Gerrit, maan tong is auk
sau draug as de stofdoek van maan moeder. Maar Dir-
rekies raad wordt toch dadelijk opgevolgd. Zij zelf
neemt plaats ln de auto en Gerrit gaat weer op de
„stuurkast" zitten. Dan draalt Dicky den motor aan...
en de lange reis door Afrika begint. Wat zal daar wel
allemaal gebeuren? Maar daar denken de kinderen
niet aan... ze willen ln de eerste plaats een hapje eten
en een mondje drinken...
Dat is dan wel heel merkwaardig, Nicolo. Dan ben
jij waarschijnlijk de eenige in heel San Francisco, die
daar niets van gehoord heeft!, merkte de inspecteur
lachend op.
Idioot!, viel Nicolo, met een vef-toon van woedende
verontwaardiging nu weer uit, Ik lig waarachtig al
drie jaar als een hulpbehoevend wrak op mijn bed! Ik
vertel u dat dit het eerste is wat ik er van hoor. Ik
lummel niet meer bij de straat rond om nieuwtjes op te
doen. Zit me niet zoo met je valsche sphonnengezicht
aan te kijken!, viel hij zichzelf kwaadaardig in de rede.
Wat voor inlichtingen verwacht u van mij te krij
gen? Als ik niets weet, kan ik moeilijk iets vertellen,
niet waar? Wie was die man?
Dat is juist wat we willen weten! Alles wat we
gevonden hebben zijn, behalve een onherkenbaar ver
minkten man, de brokstukken van een lantaarnpaal,
van een bank en stukken metaal, die zonder eenigen
twijfel van een bom afkomstig moet zijn.
Hoe laat is het gebeurd?, vroeg Nicolo, zonder
zijn bezoeker aan te kijken.
Om drie uur vannacht.
De vingers van den ouden bommenkoning begonnen
weer aan de dekens te plukken. Zijn oogen zochten
even die van Barjan en wendden zich toen weer af.
De Inspecteur verbrak het stilzwijgen dat er een
oogenblik geweest was.
Dus je weet er meer van, hé Nicolo?, drong hij
gemoedellijk aan.
Ik wist niet dat er iets bijzonders gebeurd was.
voor U het vertelde, bromde de Italiaan terug.
Maar je leest toch kranten?
Natuurlijk; maar die krijg ik niet zoo vroeg. Als
mijn dochter uit gaat om boodschappen te doen, brer.g
ze altijd meteen een ochtendblad mee. Maar, ging Ni
colo onverschillig voort nu dat dan gebeurd schijnt
te zijn, zou ik wil willen weten of de man dood 's?
Dood? riep Barjan uit Allemachtig! Hij is om
zoo te zegg?rt t*-1 rtcmen uit elkaar geslagen!
Wordt vervolgd.