ilftmti Biins-
Mmttitit- L
ACCOUNTANTSBUREAU en H. 1. ENNIK
GEESTELIJK LEVEN.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
0M HONDERD DUIZEND
DOLLAR
H. ERIKS, oud-Burgemeester van PETTEN.
Zaterdag 30 Augustus 1930.
73ste Jaargang No. 8722
CDU
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden nnnr plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
Stille uren.
Stilte der eeuwen en der eeuwigheid. O,
droomen-stilte, stijgend van de wereld
opwaarts, van den hoogen hemel neer,
stilte die 't onrustig hart doordringt en
't sust tot vrede. Hoe wijd, hoe lioht is
deze verrukking, deze stilte, deze zalig
heid, die mij vernietigt, die mij verheft
Hoe verbleeken de bekommernissen in de
vreugde en in den vrede, die van het le
ven de diepste waarheid zijn. Dit is de
overgave, dit de bevrijding, dit 't gebed,
dat in alle eeuwen gebeden Is. Want het
gebed is de contemplatie des levens van
uit de eeuwigheid. Het gebed is een over
gave. Het was nooit iets anders.
Just Havelaar.
DAAR zijn vele dingen in het leven van iede-
ren mensch, die op zijn levenshouding een
grooten invloed uitoefenen. Als we nauw
keurig ons eigen leven controleeren en de motie
ven onzer gedragingen trachten te ontdekken,
komen wij zeer vaak tot de beschamende ontdek
king dat toch eigenlijk maar zelden de gedragin
gen geheel en al zijn te beschouwen als openbaring
van ons eigenlijke, diepste wezen en daarvan al
léén. Er komen bijna steeds bijmengsels bij. Hoe
zelden is een daad volkomen spontaan, d.i. de on
middellijke uiting van een sterken drang in ons.
Wij leven, zonder ons daarvan geheel bewust te
zijn, in voortdurende overlegging of wat wij doen
door anderen wordt goedgekeurd; voordeel ople
vert, onzen naam ten goede komt enz. Ik ben
ervan overtuigd, dat, veel meer dan de meesten
vermoeden, de spontaneïteit, d.i. de directe, zui
vere gevoelsuiting wordt onderdrukt, omdat, van
de jeugd af aan, de mensch wordt gewend aan het
„zich netjes voordoen", evenals aan het „zijn
eigen belang niet uit het oog te verliezen" en aan
„het niet vergeten dat men zijn stand .moet op-
houdén" en dergelijke dingen meer.
Het gevolg hiervan is, dat de persoonlijkheid
zich oplost in de hoeveelheid. Hiermede bedoel ik
dit, dat men zich geheel laat beheerschen door de
gangbare meeningen, door opvattingen, welke in
een bepaalde groep geldende zijn, door een mo
raal, die niet zelf doorleefd is, maar wordt aan
vaard, omdat ze in een zeker millieu de erkende
is.
Wij zien dit ook daar, waar men zou verwach
ten dat het persoonlijk element het sterkst tot zijn
recht moet komen, n.1. op het terrein der religie.
FEUILLETON
Vit het Amerikaansch
van
FRANK L. PACKARD.
2L
Dave lachte kort maar het was geen prettige- lach.
Valstrik of geen valstrik, Millman zou zijn kaarten
moeten openleggen. Hij moest zekerheid hebben of Mill
man het geld had of dat het in de handen van een
ander was gevallen...
Zijn vingers sloten zich steviger om de revolver In
zijn zak. De kans dat Millman het geld uit de duiven
til had gehaald was tenslotte duizend op één; dat een
ander het had, één op duizend!
Ja, zei Dave koel, je hebt hier een schitterende
kamer... een heele verbetering vergeleken bij de gele
genheid waar je een paar maanden geleden woonde!
Met een abrupte hoofdbeweging wees Dave naar een
deur aan het andere einde van de kamer. Ik merk
dat je daar een gesloten deur hebt. zei hy ironisch.
Ik hoop niet, dat ik op een ongelegen moment ben
komen binnenvallen en dat je vrienden by je hebt of
iets van dien aard!
Vrienden?, vroeg Millman verbaasd. En toen op
eens kwam er een trek van begrypen in zyn vriende
lijke oogen. O, ik weet het al. verklaarde hy gemoe-
delyk; het is moeiiyk hè. om een oude gewoonte af
te wennen! Neen, er is niemand hier behalve wij
tweeën. Maar misschien voel je je nog geruster ais je
jezelf kunt overtuigen?
Graag, antwoordde Dave plompverloren.
Ga je gang dan maar!
Millman maakte een uitnoodigend gebaar ln de
richting van de deur.
Ik volg jou liever!
Millman wende zich naar de deur, aarzelde een mo
ment en bleef opeens staan.
Dave. wat is er met jou?,, vroeg hy voor de
tweede maal.
Waarom is iemand roomsch? Waarom protes
tant?
Is het omdat men, na ernstig denken en zoeken,
na onderling vergelijken en beoordeelen, zich een
richting heeft gekozen?
Soms is dit zoo. Bijvoorbeeld bij verandering
van kerk op gevorderden leeftijd. Als een protes
tant overgaat naar de roomsche kerk (en wanneer
dit niet geschiedt om een vrouw of een man of
om een positie) dan is er alle kans dat hij waar
achtig overtuigd roomsch is. En omgekeerd: wan
neer een roomsche zijn kerk vaarwel zegt, omdat
hij haar leer niet meer kan aanvaarden, dan is dit
een uiting van grooten ernst en geestelijke zelf
standigheid. In beide gevallen kunnen wij respect,
eerbied gevoelen voor hem of haar, die toont zijn
eigen weg te durven gaan.
Deze overgangen zijn echter uitzonderingen.
De regel is dat men roomsch is of protestant
(om bij deze twee uitersten ons te bepalen) omdat
men in een bepaald gezin is geboren en in een
bepaalde richting is geleid. Het gaat buiten de
persoonlijkheid en haar zelfstandig zoeken om!
En de geestelijke traagheid is de oorzaak dat men
in die richting blijft volharden. En ook dan zelfs,
wanneer men twijfel voelt opkomen, wanneer het
diepste gevoelen of het klare denken zich gaat ver
zetten, blijft men maar bij zijn kerk, zijn roep.
zijn genootschap, uit vrees voor het oordeel van
anderen en waar dit geschiedt, waar dus naar de
stem van dit diepste gevoelen of dit klare den
ken niet wordt geluisterd, daar wordt schade ge
daan aan de persoonlijkheid-zelve, daar lost zij
zich op in de hoeveelheid, d.w.z. daar sterft zij af!
Daar is nog iets anders, wat wij niet uit het
oog mogen verliezen. Het leven wordt steeds druk
ker, steeds gejaagder. Het tempo, waarin wij le
ven versnelt zich. Het toenemend snelverkeer met
zijn tallooze ongelukken is er een beeld van. De
een wil den ander voorkomen, daartoe moet hij
zien in den kortst-mogelijken tijd zich toe te rus
ten met kennis, met vaardigheid, opdat hij in staat
zal zijn zich een plaats te veroveren aan den groo
ten levensdisch en, als 't mogelijk is, een goede
plaats, liefst een eerste en voorname. En dan wil
men ook nog deel hebben aan de algemeene ont
wikkeling en er is zoo ontzaglijk veel te verwer
ken; de literatuur is zoo uitgebreid. Er wordt ge
grepen van het eene boek naar het andere. Het
kan niet anders of dit moet de oppervlakkigheid
in de hand werken. Men wil graag wat weten:
daarom weet men niet grondig en goed. Dit
maakt buitendien den mensch moe, geestelijk moe.
En met zijn vermoeiden geest snelt men het le
ven door, jagend naar stoffelijke voordeelen, ter
wijl men terloops wat tweede- of derdehandsche
kennis verzamelt.
Maar de ziel, het wezenlijke in den mensch
komt niet tot zijn recht, de persoonlijkheid groeit
niet op tot die sublieme schoonheid, welke gele
gen is in het moedige streven naar eenheid van
leven met de innerlijk doorleefde waarheden.
Want deze innerlijke waarheden worden ver
onachtzaamd, omdat men in den jachtenden tijd,
zich- zelf verliest!
ADMINISTRATIËN
BELASTINGZAKEN.
Hoofdkantoor: HAARLEM, Wflholmlnasfraat. Tel. 11601. Na 6 nur TeL 11621
Bijkantoor; 's GRAVENHAGE, Akeleistraat 56.
Speciale afdeelingen voor BLOEMBOLLENCULTUUR,
LAND- EN TUINBOUW en VEETEELT.
INLICHTINGEN bij onzen CORRESPONDENT, den heer
Niets bijzonders. Laten we eerst dit even in orde
maken, hè? Loop maar door: ik wil graag even zien
hoe je verder behuisd bent. Het is altyd een genoegen
om ,te merken dat een oude vriend in aangename om
standigheden leeft!
Zonder verder een woord te zeggen, liep Millman de
kamer door en opende de bewuste deur. Die bleek naar
de slaapkamer te voeren en achter dit vertreK iag een
badkamer. Deze drie kamers vormden Millman's ap
partement
Dave Henderson inspecteerde ze zwygend. Hy keek
Millman met gefronste wenkbrauwen aan, met een
blik van niet-begrijpen, toen ze weer in de zitkamer
terug waren en zei op grimmigen toon:
In orde! De eerste zet is voor jou! Maar hoe zit
het met een zeker klein pakje? Ik zal je even moeten
lastig vallen met het verzoek om het me te overhandi
gen, Millman!
De aangesprokene schudde het hoofd met iets van
toegeeflijke verbazing.
Ik snap niets van je, Dave, zei hij langzaam,
heusch, ik snap je niet. Wat doe je toch vreemd? Ik
heb met verlangen naar deze samenkomst uitgezien
en jy hebt nog niet eens een handruk voor een ouden
vriend. Nogeens,, ik begryp er geen steek van!
Ik zelf ook niet!, gromde Dave terug. Maar
het is vyf jaar geleden dat ik dat bewuste pakketje hst
laatst gezien heb en misschien ben ik er daardoor een
beetje overmatig bezorgd over. Ik zou zeggen: als je
er eens mee voor den dag kwam!
Je bent een rare sinjeur, Dave, antwoordde Mill
man hoofdschuddend. Natuurlijk zal ik er mee voor
den dag komen! Waarvoor kom je anders hier van
avond, zou ik zeggen?
Hij liep naar de tafel, trok een la open, haalde er
met een touwtje gesloten pakket uit en legde het op
tafel.
Ik heb het vanmiddag uit de kluis gehaald, om
het bij de hand te hebben als je kwam, lichtte hij toe.
Met wyd-starende oogen keek Dave naar het pakje
en daarop naar Millman's gezicht. Hy had het gevoel
alsof de grond zich voor zijn voeten opende. Wat hy
ook verwacht had... dit pakje niet! Het was zoo volko
men in stryd met zyn vermoedens en verdenkingen dat
hy het eerste oogenblik niet anders kon denken of er
was een of andere truc, die hy nog niet geheel door
zag, in 't spel. Hy hield nog steeds de revolver in zijn
zak omklemd.
Er zit een papier buitenom, zei hy zacht Doe
dat er alsjeblieft af...
- Wat jou vanavond bezielt, gaat royn verstand te
boven, Dave, verklaarde Millman, terwyl hij aan het
verzoek van den jongsten voldeed. Kyk, daar heb
je het... ben je nu tevreden?
Het pakket lag op de tafel, ongeschonden, precies
zooals het er had uitgezien op den avond dat Dave het
in de duiventil verstopt had. De oorspronkeiyke bruine
omslag zat er nog om met het touw en de lakstempels
van de bank; een van de smalle kanten, die Dave voor
een haastig onderzoek in Tydeman's bibliotheek had
opengescheurd, gaapte nog wyd en liet de hoeken van
de bankbiljetten zien. Het was het pakket met de hon
derd duizend dollar, ongeschonden, onaangeroerd...
Dave Henderson liet zich werktuigelyk in de stoel
vallen die achter hem stond en trok dien by den tafel.
Zijn hand kwam langzaam uit den zak waar de revolver
zat. Toen steunde hij zyn kin op zijn beide ellebogen
en staarde als betooverd naar het pakje op de tafel.
Ik mag gehangen worden... mompelde hy.
Hy keek van het pakket op naar Millman's gezicht,
toen hy opeens diens hand zacht op zyn schouder voelde
rusten. Millman leunde naar hem over.
Wel Dave. zei de oudere man en de glimlach op
zyn gezicht ontnam alle scherpte aan zyn woorden,
tot op het moment dat ik dat pakje openmaakte, heb je
me behandeld alsof ik de grootste ellendeling van de
wereld was en nu zit je naar het pakje te kyken alsof
je een of ander wonderdier ziet. Misschien, nu ik het je
voor den derden keer vraag, wil je wel zoo vriendelyk
zyn om me te vertellen wat je mankeert!
Dave Henderson gaf niet direct antwoord. Hij stak zyn
hand weer in den zak en haalde haar daarop weer te
voorschijn met de revolver, die hij Millman voorhield,
balanceerend op het plat van zyn hand.
Ik zou zeggen, dat ik het by het verkeerde eind
had, verklaarde hij tenslotte met een zenuwachtigen
glimlach. Ellendeling is het goede woord! Ik had me
voorgenomen je dit ding voor te houden, maar dan op
een andere manier als nu...
Millman zette met»langzame bewegingen een stoel
neer aan den anderen kant van den tafel en ging zit
ten.
Ga verder Dave, zei hy bedaard, ik luister.
Dave stak het wapen weer in zyn zak en langzaam en
aarzelend deed hy het verhaal hoe dat afschuwelijke
wantrouwen tegen Millman zich van hem had meester
gemaakt, hoe het tot een bezetenheid was geworden en
hoe hij vanavond alles verwacht had, behalve het vu-
rig-begeerde pakket weer te zien.
Millman knikte ernstig, toen Dave zyn biecht geëin
digd had.
Ik begryp bet, zei hy vriendelyk. En wat nu?
Begrijpt ge nu waarom ik de boven dit ge
plaatste woorden van Just Havelaar als motto
nam?
Wie niet heeft zijn stille uren, gaat verloren
als mensch naar zijn diepsto wezen!'
Hij kan succes hebben in de wereld; lui kan
een schitterenden naam veroveren als staatsman,
als zakenman, als geleerde, hij kan millioenen op
stapelen en bij ieder millioen nog een ridderorde
krijgen, omdat men in hem den grooten onderne
mer, den genialen leider van een reuzenbedrijf wil
eeren; hij kan ook een ijverig huisvader zijn. die
zwoegt en ploetert voor zijn gezin en de lof der
menigte zal zijn deel zijn, omdat de menigte pleegt
te respecteeren ieder, die voor ..de zijnen" zich in
spant; in het kort: hij kan een respectabel burger
wezen en tóch een innerlijk-arm mensch", een
onharmonisch wezen, een stumper, die het genot
van de worsteling naar licht, naar vrede niet
kent, die zich leeg gevoelt, zoodra hij niet door
zijn werk in beslag genomen wordt, die een vreem
deling is in zijn eigen ziel en niets verstaat van do
eeuwigheidsstemmen, welke daarin kunnen wor
den beluisterd en als een niet-begrijpende ziet hij
op naar wie door een roomsche kerk els heiligen
worden vereerd, naar de wijzen, die met een glim
lach 's werelds dolle jacht aanschouwen, naar de
vromen als Thomas a Kern pis en Spinoza, naar
de gewetenstrouwen, die lijden durven omdat zij
het hoogste in zich ongerept willen bewaren,
naar allen, allen, die oen reine ziel hebben gezocht
als het opperste goed.
O! daar kan bijwijlen in ons iets leven van ja-
louzie. als we verdiepen in die mooie levens van
menschen. die hun innerlijk-zijn hebben geculti
veerd als hun kostbaarste bezit, die groot zij 11 ge
weest in waarheid, in gerechtigheid, iï\ liefde.
Want diep in ons voelen we dat daarin toch zit
de waarachtige beteekenis van den mensch. En
we vragen: wat is het geheim van hun leven?
En het antwoord is: zij hebben gekend hun
stille uren! Wanneer wij niet als menschen Ie
gronde willen gaan, zullen ook wij die uren moe
ten doorleven. Het zijn de heilige gebedsuren.
Want bidden is geen vragen, geen smoeken. geen
aandringen om hulp bij een denkbeeldigen God,
die ergens zou troonen in den hemel. Dat is goed
voor een kind. dat nog leeft in een sprookjeswe
reld. Neen. bidden is luisteren naar de sprake van
het machtige Leven-zelf, dat zich i n den
mensch openbaart als stuwing naar volkomen
heid.
Zoo terecht zegt Just Havelaar dat deze stilte
vernietigt èn verheft.
Immers, wanneer de mensch alleen is met zich
zelf, als hij de wereld heeft losgelaten en is bin
nengetreden in den tempel der eigen ziel, dan
doorleeft hij tweeërlei. Eerstens voelt hij, dat er
een oordeel gaat over zijn kleinheid, zijn tallooze
gebreken, dan gezien en erkend met schaamte.
Dave strekte zijn hand uit naar het pakje dat op de
tafel tusschen hen in lag.
Ik zou zeggen dat dit het antwoord is, meende hij
terwyl er weer een zenuwachtig lachje om zijn mond
trok. Hier zyn de honderd duizend dollar die je voor
mij uit de duiveltil hebt opgevischt. Impulsief stak hy
Millman de hand toe. Het spijt me, Millman, zei hy
hartelijk geef me een hand, kerel. Ik heb je schan-
delijk verkeerd beoordeeld...
Millman's grijze oogen keken een paar seconden met
een half-ernstigen, half-geamuseerden blik in die van
Dave, terwyl hij de aangeboden hand drukte.
Even was er een zwijgen en toen zei Millman:
Wel, Dave; ik herhaal mijn vraag van daarnet:
wat nu?
Dat is nog al duidelyk dunkt me. Je hebt je aandeel
eeriyk verdiend hy legde zijn hand even op het pak
bankbiljetten je moet zelf maar zeggen hoeveel!
Millman stak een sigaret op voor hy antwoord gaf.
Prachtig, zei hy toen met een raadselachtige uit
drukking in zijn oogen, terwyl hij door de blauwe rook
wolkjes heen Dave's gezicht bestudeerde. Prachtig!
Ik neem je voorstel aan, Dave. Ik wil alles hebben...
of niets!
Dave liet zich met een ruk achterover vallen ln zijn
stoel. Er was iets in Millman's stem, dat hem niet aan
stond en dat hij niet heelemaal begreep, iets dat hem op
zyn hoede deed zijn. Had hij het tenslotte tóch by het
rechte eind gehad en had Millman hem tóch een val
strik gespannen?
Wat bedoel je met dat „alles of niets"? vroeg hij en
er was een zweem van dreiging in zyn stem.
Woordeiyk wat ik zeg, was het ernstig antwoord.
Je moet 'het in den meest letterlyken zin opvatten;
ik wil alles of niets!
Dan veronderstel ik dat het „niets" zal zijn! merk
te Dave koel op.
Misschien, stemde Millman schouderophalend toe.
Maar ik hoop van niet. Hy sprak op diep-ernstigen
toon nu. Luister eens Dave; probeer eens terug te
denken aan de dagen dat we goede vrienden zyn ge
weest... toen we in elkaar geloofden... laten we praten
als man tot man. Ik zal je vertellen waarom ik gedaan
heb, wat Ik in elk opzicht als diefstal beschouw, waarom
ik het geld uit de duiventil gehaald heb. Ik hoop dat je
ervan doordrongen zult zijn dat mijn leven in de gevan
genis en het verhaal dat ik je over mezelf deed, ondank3
het feit dat ik nu het geld „gestolen" heb, geen leugen
zijn geweest. Geen levende ziel behalve jij, Dave Hender
son, weet dat Charles Millman twee jaar in de gevan
genis heeft gezeten. Als dat bekend werd, zou het zoo