Raad Wieringen.
Transpireerende
Vergadering van den Raad op Vrijdag 29 Augustus
1930, des middags 2 uur.
Afwezig Is de heer M. Kootj.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, Secreta
ris de heer C. P. v. Duin.
De Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering en doet mededeeling van de volgende
Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen de vol
gende stukken: van J. H. Eden bericht van aanneming
zijner benoeming tot onderwijzer aan de O. L. school te
Hippolytushoef; van Ged. Staten de goedgekeurde 3e
supplctoire begrooting dienst 1929; van dezelfden het
goedgekeurd raadsbesluit tot het doen van af- en over
schrijvingen; van dezelfden het goedgekeurde raadsbe
sluit tot het aangaan van een geldleening groot f 140.000
goedk. wijziging Bouw- en Woningverordening; van B.
en W. de maandstaat der Zeegras-exploitatie over Juli;
in deze maand is geen zeegras verkocht Deze stukken
worden voor kennisgeving aangenomen.
Mej. K. J. Duijvetter verzoekt ontslag als onderwij
zeres aan de school te Hippolytushoef wegens benoe
ming te Hengeloo (O); Mej. M. G. Dekker idem als on
derwijzeres aan de school te Oosterl&nd wegens benoe
ming te Amstelveen. B. en W. stellen voor de gevraagde
ontslagen eervol te verleenen een door B. en W.
te bepalen datum. Aldus wordt besloten.
De heer M. Bais verkrijgt op zijn verzoek voor een
half jaar ontheffing van zijn aanslag in de honden
belasting.
Verzoek Commissie voor de malariabestrij
ding door de bevolking ln Noord-Holland.
Van de Commissie voor de malariabestrijding door de
bevolking in Noord-Holland bereikte B. en W. weder
het verzoek om, evenals vorige jaren, ook op de begroo
ting voor 1931 een post te willen uittrekken voor sub
sidie aan. genoemde Commissie, berekend naar 1 cent
per inwoner.
Aangezien de Commissie naar de meening van B. en
W. in do gelegenheid moet worden gesteld haar nuttig
werk voort te zetten, stellen zij voor ook over 1931 aan
haar een subsidie uit de gemeentekas toe te staan en
dit te bepalen op f 50. B. en W. merken hierbij op, dat
het provinciaal subsidie afhankelijk is van de gemeente
lijke bijdragen.
Aldus wordt besloten.
Ook van het Hoofdbestuur der vereeniging ter bevor
dering van hot vakonderwijs in West-Friesland is een ver
zoek ingekomen om voor 1931 een subsidie te mogen ont
vangen. B. en W. stellen voor de subsidie aan deze ver
eeniging te continueeren en voor 1931 een bedrag uit
te keeren van f 25. Wordt goedgevonden.
Van een 13-tal bewoners is Ingekomen het verzoek
om een lichtpunt te Vatrop. Het verzoek wordt ter afdoe
ning in handen gesteld van B. en W.
Een Kooij-en commissie.
Aangeboden worden de rekening en balans van de Zee-
grascxploitatie, dienst 19291930 en de gemeentereke
ning dienst 1929.
De Voorziter wijst de heeren P. Kooij, J. Kooij en M.
Kooij aan om deze rekeningen na te zien. De heeren
P. en J. Kooij, die ter vergadering aanwezig zijn, ne
men deze benoeming aan..
Aangifte door C. TUsen Jbz., tot aanleg van
een straat.
Door C. Tijsen Jbz., te Den Helder is alsnog, overeen
komstig art. 8 der bouw- en woningverordening, aan
gifte gedaan van den aanleg eener straat op 't perceel
voorheen ten kadaster bekend in sectie A No. 2670 en
sedert kadastraal aangeduid met het nummer 2702, aan
sluitende aan de Hofstraat te Den Oever. Volgens art.
9 dier verordening, waarvan de onlangs vastgestelde wij
ziging echter nog niet in werking is getreden, kan de
Raad de richting, het peil en de breedte der aan te leg
gen straat aanwijzen, waaraan de aanlegger verplicht is
zich te houden. Aangezien de breedte op 10 meter is aan
gehouden, voldoet de weg aan het bepaalde in art. 11
der aangehaalde verordening. Eene situatie-teokening is
kier bij overgelegd.
Hoewel deze aangifte veel eerder had dienen te ge
schieden, vloeien hieruit in dit geval geen bezwaren voort,
omdat inderdaad, zooals aangever schrijft, tevoren door
hem met B. en W. overleg is gepleegd.
Aangezien de aanleg der straat naar behooren is ge
schied, behoeven volgens B. en W. niet alsnog de aan
wijzingen te worden verstrekt, waarvan hierboven sprake
is. De Raad kan daarom volstaan met de aangifte voor
kennisgeving aan te nemen, waartoe B. en W. bij de
zen het voorstel doen.
Goedgevonden.
Aanbrengen van ©en uurwerk in den toren
te Oosterland.
Nadat het lid van den Raad, do heer M. Bakker, in
de vergadering van 30 Mei j.1. de wenschelijkheid had
betoogd tot het doen aanbrengen van een uurwerk in
den toren te Oosterland, hebben B. en W. ter zake een
onderzoek ingesteld. Met den heer Bakker zijn zij van
oordeel, dat de openbare tijdaanwijzing ook In dit deel
der gemeente verzorging behoeft en dat de toegenomen
bebouwing aldaar het doen van een uitgaaf tot dit doel
wettigt.
De firma B. Eysbouts to Asten (N.B.) die in 1917 in
den toren tc Hlppolytushoof een nieuw acht-daagsch
uurwerk plaatste wil een dergelijk uurwerk ook leveren
te Oosterland voor den prijs van f 1240, geheel compleet
met 4 koperen wijzerplaten enz. Dit uurwerk kan ook
worden ingericht met electrische automatische opwin
ding; de gewichten hangen dan aan stalen rollerkettin
gen onder het uurwerk en worden door een aangebouw-
den eloctro-motor om do acht uren opgewonden, terwijl
bij eventueelo stoornis in den stroomtoevoer het uurwerk
nog ongeveer 8 uren blijft doorloopen. De prijs wordt in
dit goval f 1425, waarin echter niet zijn begrepen de
kosten van hulp voor het plaatsen en die van de elec
trische leiding naar den motor.
Aangezien gebleken is, dat een dergelijk uurwerk zon
der bezwaar in den toren te Oosterland geplaatst kan
worden, geven E. en W. in overweging daartoe over te
gaan en stellen zij voor hierbij de keus te laten vallen
op het uurwerk met automatische opwinding zooals
boven is omschreven. Wel zal ook hierbij wel eenig toe
zicht noodig blijken, dooh dit kan vermoedelijk van ge
ringen omvang zijn.
Overeenkomstig den voordracht wordt besloten.
Aanleg gedeelten rloleerlng.
Eenige eigenaren en bewoners van perceelen aan de
Klieftstraat hebben het verzoek ingediend een gedeelte
rioiecring aan to brengen langs het Zuidwestelijk deel
dier straat, ten einde aan de ondervonden bezwaren by
de tegenwoordige situatio tegemoet te komen.
Volgens de roming van den gemeente-opzichter zullen
de kosten van do aldaar te leggen 56 meter riool, te we
ten vanaf den Oosthoek van het perceel genummerd 37
en bewoond door L. Ploeger, tot het einde van de Klieft
straat, beloopcn f 240, waarin begrepen is het plaatsen
van 3 straatkolken van genormaliseerd groot model. De
rioolbuizen krijgen eene wijdte van 20 c.M.
Reeds eenigen tyd was bij B. en W. in overweging het
aanbrengen van rioleering langs den weg te Zandbu-
ren, waarvan echter tot nu toe wegens de kosten was
afgezien. Nu aldaar steeds meer woonhuizen komen,
lijkt het hun billijk tegemoet te komen aan de klachten
van de daar wonenden over de st&nkverspreidlng van de
greppels.
Blijkens rapport van den opzichter zal langs de Zuid
zijde van dezen weg de leiding moeten bestaan uit 289
meter betcnriool van 20 c.M. diameter,, vanaf het per
ceel van Jb. Lont Jbz. tot en met het perceel van K.
Maaskant, met 18 stuks straatkolken van het bekende
model, waarvan de aanlegkoston worden begroot op
t 1098. Het aanleggen van eene leiding langs de Noord
zijde van den weg is eveneens al enkele malen verzocht.
Dit gedeelte, over een afstand van het perceel tegenover
dat van Jb. Lont Jbz. tot en met het perceel van S. ten
Bokkel, zal eene lengte hebben van 170 meter met 8
stuks genormaliseerde betonstraatkolken. De kosten
hiervan worden geraamd op f 660.
B. en W. stellen voor hun ter uitvoering van deze wer
ken credieten tot genoemde bedragen te verleenen.
De heer J. Kooij vraagt of het geheele stuk nu al van
riool moet worden voorzien.
De heer Bosker deelt mede dat dit gewenscht ls.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Toelating tot de school voor biutengewoon
lager onderwijs te Den Helder.
B. en W. deelen mede, dat onlangs door den Raad
der gemeente Den Helder is vastgesteld een regeling,
betreffende de toelating van leerlingen, afkomstig uit
andere gemeenten, tot de school voor openbaar buiten
gewoon lager onderwijs te Den Helder.
Uit deze regeling, waarvan een exemplaar aan den
Raad wordt overgelegd, blijkt, dat zoodanige toelating
slechts kan plaats hebben, Indien do gemeente der
woonplaats van den leerling zich bereid verklaart tot
het betalen aan de gemeente Den Helder van een bij
drage in de netto-kosten der school, berekend per leer
ling en zich garant stelt voor de betaling van het
schoolgeld.
In verband met een bij het Gemeentebestuur van Den
Helder ingekomen aanvrage om toelating van een leer
ling uit Wieringen, heeft dat Bestuur tot B. en W. de
vraag gericht of de gemeente Wieringen op de ln de
regeling vervatte voorwaarden haar medewerking wil
verleenen.
Hoewel het B. en W. niet bekend is, hoe groot on
geveer het bedrag zal zijn, dat jaarlijks per leerling
moet worden bijgedragen, zijn zij er voorstanders van
aan deze zaak medewerking te verleenen, omdat het
een algemeen belang is, dat aan achterlijke kinderen,
voor wie deze school is bestemd, bijzondere zorgen
worden gewijd ten einde hen beter weerbaar te maken
bij het verlaten der school. Zij stellen daarom voor hun
op te dragen de door het Gemeentebestuur van Den
Helder gestelde vraag bevestigend te beantwoorden.
De aldus gedane toezegging sluit intusschen niet in
zich, dat de gemeente Wieringen ook de kosten van ver
voer naar of van huisvesting in Den Helder van de
leerlingen voor hare rekening neemt De kosten daar
van, gesteld dat meerdere kinderen van hier de ge
noemde school gaan bezoeken, zullen in dat geval zoo
hoog worden, dat deze alleen voor dit doel on
evenredig zouden stijgen. Er is namelijk reden om aan
te nemen, dat inderdaad voor meerdere kinderen uit
Wieringen het onderwijs aan die school gewenscht
wordt Het is, volgens de meening van B. en W. echter
niet mogelijk voor een ongelimiteerd aantal leerlingen
de bedoelde vervoerkosten enz. ten laste der gemeente
te nemen.
De heer P. Kooij zegt dat het geval waar het om
gaat bekend is en acht het gewenscht dat ook de ver
voerkosten door de gemeente worden betaald. Spr. wijst
er op dat voor kinderen van meergegoeden die de R.H.
B.-Scholen bezoeken door de gemeente wel hoogere be
dragen moeten worden betaald als hier voor schoolgeld
en reiskosten. Het eenlgste wat die kinderen meege
geven kan worden ls behoorlijk onderwijs.
De heer Kaan vraagt of het voor een arm kind ls.
De heer P. Kooij zegt van een Zulderzeewerker, als
f 26 per week wordt verdiend, kunnen reiskosten en
schoolgeld niet worden betaald.
De Voorzitter zogt dat B. en W. meenen niet verder
te kunnen gaan, de vervoerkosten worden geraamd
op klein f 300 per jaar.
De heor Kaan wil in beginsel besluiten dat de ge
meente de reiskosten niet vergoedt, maar ln een bij
zonder geval kan daarvan afgeweken worden.
De Voorzitter deelt mede, dat het gaat om 2 kinderen
die niet betalen kunnen en om 2 kinderen die het
vermoedelijk ook niet kunnen betalen.
De heer P. Kooij deelt nog mede, dat zoowel het
hoofd der school te Den Helder en de dokter onder
zoeken of de kinderen nog wat kunnen leeren; B. en
W. kunnen dat niet beoordeelen.
De heer Oden zou een bepaalde grens voor het in
komen willen stellen, waarbij de gemeente de vervoer
kosten betaalt
De heer Kaan zegt dat het nogal een bedrag wordt
als het een 4-tal kinderen betreft waarop de heer P.
Kooij nog eens wijst op de bijdragen voor de R.H.B.-
Scholieren.
De heer Lub vindt de genoemde autobuskosten nogal
hoog, waarop de heer Oden mededeelt dat een retour-
kaartje bij Prins 75 cent kost
De hoer Jb. Lont is tegen het stellen van een grens.
Als iemand bijv. f 1150 Inkomen heeft, krijgt hij ver
voerkosten vergoed, is het inkomen f 1200, niet en dat
vindt spr. niet billijk
De heer Lub meent dat dit bij Iedere grensbepaling
het geval is.
't Voorstel-P. Kooij om ook de vervoerkosten voor reke
ning der gemeente te nemen, wordt verworpen met 7
tegen 8 stemmen, voor stemden de heeren P. Kooij,
Lub en Oden.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Toekenning gratificatie aan den gemeente-
deurwaarder.
De gemeente-deurwaarder C. Duijnker heeft zich tot
B. en W. gewend met het verzoek te bevorderen, dat
hem, behalve de opbrengst der vervolgingskosten, een
zekere vaste belooning wordt toegekend.
De gemeente-ontvanger, over dit verzoek gehoord,
is van oordeel, dat hetgeen thans aan vervolgingskos
ten wordt ontvangen een onvoldoende belooning vormt
voor de werkzaamheden aan de betrekking verbonden.
In de laatste jaren toch wordt hier een groot aantal
vervolgingsstukken uit andere gemeenten ter uitreiking
aan alhier verblijvende personen ontvangen. Vaak kost
het veel moeite deze personen op te sporen, dikwijls
zijn zij niet thuis te treffen, soms moeten er lange
afstanden voor worden afgelegd, enx.
Met den ontvanger zijn B. en W. daarom van oordeel,
dat er aanleiding bestaat zij het in anderen dan den
gevraagden vorm aan het verzoek te voldoen. Daar
om wordt voorgesteld den deurwaarder over het jaar
1930 een gratificatie toe te kennen groot f 100. Mocht
voor bedoelde werkzaamheden ook volgende jaren op
een groot deel van den tijd van den deurwaarder beslag
worden gelegd, dan zal het weder toekennen van een
gratificatie opnieuw overwogen kunnen worden.
De heer Jb. Lont vraagt wat voor Wieringen wordt
gedaan, want als andere gemeenten een knecht nemen,
moeten zij dien ook maar betalen.
De Voorzitter zegt dat ook de gemeente Wieringen
elders toch eens een knecht noodig heeft.
De heer Jb. Lont vraagt verdere inlichtingen en hem
wordt medegedeeld dat de deurwaarder van een dwang
bevel 40 cent ontvangt, voor een waarschuwing 25 cent.
Het is de bedoeling naast die kosten een gratificatie te
verstrekkon.
De heer P. Kooij vraagt of een vaste belooning niet
beter is, maar de heer Bosker wijst er op dat als de Zui
derzeewerken weggaan de bemoeiingen minder worden.
De heer Jn. Lont noemt het geon mooi baantje, wat de
Voorzitter doet opmerken dat Duinker het werk goed
doet en niet gemakkelijk een ander voor de betrekking
zou zijn te krijgen.
De heer Lub zegt dat Post het vroeger deed, er niets
voor kreeg en het toch ook goed deed.
Opgemerkt wordt dat Post ook de vervolgingskosten
ontving.
De heer Jb. Lont zegt de vroesaanjaging dat
er geen ander voor te vinden za] zijn. niet aan te ne
men, overal zyn personen voor te vinden.
oksels en voeten
behandele men met Purolpoeder. Dit is het
meest afdoende middel daarvoor. Het kost
45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol,
verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten
De Voorzitter zegt geen vrees te hebben aangejaagd,
maar alleen op de geschikheid te wijzen.
De heer P. Kooij oordeelt dat de raad daarover niet
behoeft te spreken. Het gaat er alleen om of de gra
tificatie noodig wordt geoordeeld.
Met 7 tegen 3 stemmen wordt het voorstel van B, en
W. aangenomen, tegen stemden de heeren Jb. Lont, Bak
ker en J. Kooij.
Instelling ophaaldienst van huisvuil te De
Haukes.
In verband met de in één van de vorige vergaderingen
uitgesproken wenschelijkheid om over te gaan tot het
doen ophalen van huisvuil te De Haukes, is krachtens
de verleende machtiging hiermede gedurende enkele we
ken een proef genomen. Door D. van Duin is het vuil
opgehaald te De Haukes tot en met het perceel van N.
Luljt aan den Poelweg en tevens aan de huizen in den
Waterweg. Hij ls bereid hiermede voort te gaan tegen
eene vergoeding van f 160 per jaar, waarvoor hij weder
paard en wagen, alsmede een opslagplaats beschikbaar
stelt, terwijl het ophalen elke 14 dagen zal plaats heb
ben.
Daar ook naar de meening van B. en W. in dit deel
der gemeente gelegenheid moet zijn zich van het vuil
te ontdoen, stellen B. en W. voor hen te machtigen hier
toe aan D. van Duin een opdracht te verleenen conform
de hiervoren medegedeelde regeling.
De heer Jb. Lont vraagt of we nu aan het eind
zijn, of dat de dienst nog meer moet worden uitge
breid.
De Voorzitter zegt dat de dienst zich stelselmatig
wel zal uitbreiden.
De heer Jb. Lont wil dan een regeling in eens. Als
steeds met f 100.— tot f150.— wordt uitgebreid, ko
men we tot het eindelooze. Het is hier weer voor een
huis of wat.
De Voorzitter zegt, dat Haukes geen huis of wat is.
De heer Jn. Lont wijst op de bevoegdheid die de
gemeenten hebben om extra belasting to heffen. Spr.
wijst ook op de schuld van f 14000 van de electrische
centrale, waarvan een deel der gemeente profiteerde,
maar waaraan de buitenwijken mee moeten betalen.
De heer P. Kooij vraagt of de tijd niet gekomen is
om een vaste man in gemeentedienst te nemen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. dit ook al hebben
besproken en Van Duin is daartoe niet ongenegen.
De quacstie die de heer Lont aanroert is door B. en
W. niet besproken.
De heer J. Kooij is daar sterk voor.
De heer Kaan dacht dat een dergelijke regeling be
trof Amsterdam, toen het andere gemeenten, waar
een andere leefwijze bestond, annexeerde.
De heer Jn. Lont zegt dat dit niet in de wet staat
omschreven.
De Voorzitter merkt op dat wat de electrische cen
trale betreft als die schuld niet werd afgelost, kre
gen we geen electrischen stroom van de pro
vincie.
De heer Jb. Lont deelt mee, dat als hij goed is in
gelicht, te Westerland ook een request circuleert,
waarin om een ophaaldienst wordt gevraagd.
De Voorzitter zegt dat dit aan B. en W. niet be
kend was en zij dan hun voorstel intrekken. Van
Duin gaat door met het ophalen van vuilnis en hem
zal als het bedoelde request inkomt, worden gevraagd,
hoeveel daarvan te moeten hebben. B. en W. zul-,
len ook ter sprake brengen het nemen van in vasten
dienst en ook de quaestie door den heer Jn. Lont ge
noemd.
De heer P. Kooij: Welke belasting krijgen we dan,
een vuilnisbakkenbelasting?
De belastingvoorstellen.
Aan de orde komt de voordracht van B. en W.
tot vaststelling en wijziging van belastingverordenin
gen in verband met de wet regelende de finantieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. Blijkens die
toelichting, die wij in het no. van Dinsdag j.1. opna
men, komen de voorstellen van B. en W. op het vol
gende neer:
lo. de gemeente te rangschikken in de eerste
klasse voor de gemeentefondsbolasting.
2o. Als de begrooting voor 1031 gereed is, vast te
stellen hoeveel opcenten op de gemeentefondsbelas
ting zullen worden geheven.
3o. Het aantal te heffen opcenten op de vermo
gensbelasting te stellen op 50.
4o. Geen gebruik te maken van de bevoegdheid
tot heffing van een woonforensenbelasting.
5o. Voor de personeele belasting dc gemeente te
rangschikken in de 7e klasse.
6o. op de personeele belasting 130 opcenten te
heffen.
Het onder punten 1 en 2 genoemde wordt goed
gevonden.
Wat betreft het voorstel om het aantal te heffen
opcenten op de vermogensbelasting op 50 te stellen,
merkt de heer Oden op, dat niet verder mag worden
gegaan.
De Voorzitter zegt dat het Rijk nooit opcenten
heeft geheven, nu heft het 50 opcenten en ook de
gemeente.
Wat dc woonforensenbelasting betreft, zegt de
Voorzitter, dat dit een impopulaire belasting is.
Do heer Lub zegt dat dit mot alle belastingen het
geval is, spr. zou weinig belastingen kunnen noemen
die populair zijn.«Zijn de bezwaren zoo overwegend?
Vroegere jaren werden alle belastingen door de ge
meente geheven en nu doet het Rijk het. Spr. vraagt
ook naar den invloed op de gemeentcfinantiën.
De Voorzitter zegt, dat het buitengewoon moeilijk
is om aan te toonen dat iemand 90 dagen in de ge
meente is.
De heer P. Kooij zegt dat dc grootste moeilijkheid
is de inning. Spr. vindt het de misselijkstc belasting
voor de arbeiders. Voorheen was de gemeente ook
niet zoo mildgevend, maar het bezwaa ris de inning.
We hebben hier wel eens 800 aanslagen gehad, en
2—3 jaar geleden heeft de belasting naar schatting
f 10 a f 12000 opgebracht.
De Voorzitter erkent dat als de medewerking der
werkgevers wordt verkregen, het nog wel gaat. Spr.
wijst op de verandering, vroeger geschiedde de aan
slag naar het inkomen, maar nu wordt den aange
slagene door de gemeente een bepaald bedrag op
gelegd.
Nog enkele Inlichtingen worden ingewonnen en
door den heer P. Kooij verstrekt en daarna verecnigt
de vergadering zich met het voorstel van B. en W.
om geen forensenbclasting in te stellen.
Vervolgens komt in behandeling het voorstel om de
gemeente voor de personeele belastingi in de 7e klasse
te rangschikken en om 130 opcenten op de personeele
belasting te heffen.
De heer P. Kooij zegt, dat B. en W. oordeelen dat
bij de herschatting der perceelen een onjuist stand
punt is ingenomen. Het is wel gemakkelijk een der
gelijk oordeel uit te spreken, maar spr. is het niet
met B. en W. eens. Immers de grondprijzen waren
naar een schatting van 20 Jaren geleden en er kan
toch niet gezegd worden dat er sinds dien niets was
veranderd. Spr. wijst op de scheeve verhoudingen
dio er bestonden en oordeelt dat het dus tot een her
schatting moest komen. B. en W. hebben gewezen op
den niot-normalen toestand, maar de belastingamb
tenaren hebben zich niet gehouden aan de niet-nor-
male huurprijzen. Huizen van Tijsen b.v., die f6
huur doen, zijn geschat op f3.50 en dus kunnen B.
en W. niet zeggen dat ze te hoog zijn geschat. Maar
bovendien, ondanks deze redeneering van B. en W.
willen zij toch de gemeente in de 7e klasse rang
schikken en baseeren zij hun voorstel op wat zij zelf
afkeuren.
Spr. gaat dan verder het voorstel van B. en W. na
en deelt dan mede, hoe voor zijn perceel naar de 8e
klasse wordt betaald (met 80 opcenten) f23.40 en naar
de 7e klasse met 130 opcenten (zooals B. en W. voor
stellen) f24. Ziedaar wat nu een verlichting van be
lasting beteekent. En spr. gaat dan na hoe de toe
stand zal worden als de gemeente in de 6e klas wordt
geplaatst en becijfert dat volgens den toestand in 1929
de opbrengst aan belasting f57500 is en bij plaatsing
in de 6e klasse en 80 opcenten op de personeele be
lasting f52000. Om het bedrag van f57500 te berei
ken, zullen dan 25 opcenten op de gemeentefondsbe
lasting dienen te worden geheven. Daarom stelt spr.
dan ook voor de gemeente te rangschikken in de 6e
klasse. De grondslag paarden wil spr. doen verval
len, omdat deze voor de gemeente opbrengt f150, op
gebracht door arme oude boerenmenschen die Zon
dags eens met hun oude moeder uit rijden gaan.
Voor alle grondslagen wil spr. dan 90 opcenten op de
personeele belasting heffen.
De heer Jb. Lont zegt, dat als straks dan maar geen
60 opc. op de gemeentefondsbelasting geheven moe
ten worden. Of het aan de eene belasting ot aan de
andere moet worden betaald, maakt spr. niet uit.
De heer P. Kooij wijst er echter op, dat de opcenten
op de gemeentefondsbelasting de billijkste belasting
is.
De heer Jn. Lont gevoelt wel voor de redeneering
van den heer P. Kooij, als dan de opcenten op de ge-
mecntefondsbelasting niet meer dan 25 worden.
De Voorzitter zegt. dat die veel meer worden. Blij
kens mededeeling van den inspecteur is de hoofdsom
der personeele belasting f 13000, aan verschillende
opcenten f11400, totaal ruim f24000. Bij plaatsing in
de 7e klasse gaat er van de hoofdsom af f2175, in de
6e klasse f5300. B. en W. hebben nu geoordeeld dat
liet gewenscht was dat de personeele belasting het
zelfde bedrag zou opbrengen en dan dienen 130 op
centen geheven te worden. Als nog een klas werd
verlaagd, zouden wel ruim 200 opcenten geheven
moeten worden.
De heer P. Kooij wijst er den heer Jb. Lont op, dat
de uitkeering uit de gemeentefondsbelasting plaats
vindt naar 5515 ingezetenen, de personeele belasting
wordt opgebracht door 1160 perceelen. liet is dus be
ter het zwaartepunt op de 5515 te leggen.
De Voorzitter zegt, dat waar andere gemeenten
staatjes geven van te heffen belasting, om het ver
schil aan te toonen, B. en W. dat niet hebben gedaan,
omdat de uitgaven hier zoo wisselvallig zijn. Er zul
len zeker 30 of meer opcenten geheven moeten wor
den.
De heer P. Kooij zegt, dat zijn becijferingen aan
den lagen kant zijn en hij buiten beschouwing heeft
gehouden de opbrengst van de dividend- en tantième
belasting, wat toch ook een aardig bedrag is.
De heer Oden herinnert er aan, dat vorig jaar ge
sproken is over de plaatsing in een andere klasse
en toen gezegd is de finantieele regeling af te wach
ten. En nu blijkt de toestand slechter te worden door
de hooge opcenten.
De heer P. Kooij zegt, dat gewone menschen die
wonen in een behoorlijke woning, wel f 50 perso
neele belasting betalen.
Het voorstel-P. Kooij om de gemeente in de 6e klas
se te plaatsen, wordt verworpen met 7 tegen 3 stem
men. voor stemden de heeren P. Kooij, Lub en Oden.
Het voorstel van B. en W. 7e klasse, wordt aange
nomen, tegen de heer Oden, blanco de heer P. Kooij.
UitbniteriJ Struisvogelpolitiek. Zak
kenrollerij.
In stemming komt het voorstel van B. en W. oin
130 opcenten te heffen, wat de heer Oden schande
lijk noemt. Het is uitbuiterij, struisvogelpolitiek, oor
deelt spr.
De heer P. Kooij zegt, dat het een beetje zakkenrol
lerij is. Spr. herhaalt dat de billijkste belasting is
die naar het inkomen.
De heer Jb. Lont stelt voor 100 opcenten te heffen.
Het voorstel van B. en W. wordt terisione in s 0ra
ming gebracht, voor stemden de heeren Bakker,
Kaan, Bosker, Tijsen en Jn. Lont, tegen de heeren
Lub. Oden, J. Kooij, P. Kooij en Jb. Lont.
De stemmen staken dus en dat terwijl voor 1 Sep
tember een beslissing over de klasse en opcenten
•dient te vallen.
Dc heer P. Kooij zegt dat de andere voorstellen toch
behandeld moeten worden.
De Voorzitter zegt dat dan de uitslag ook 55 zal
zijn, maar het verst strekkende amendement, dat van
den heer P. Kooij, wordt in stemming gebracht; het
wordt verworpen met 6 tegsn 4 stemmen, voor de
heeren Lub, Oden, Kaan en P. Kooij.
Het voorstel Jb. Lont, 100 opcenten, wordt met al-
gemcene stemmen aangenomen.
T)fi heer Oden merkt op; Het scheelt veel van wien
een voorstel komt.
De heer Lub: Het is een zooitje.
Het voorstel-P. Kooij om den grondslag paarden te
doen vervallen, wordt door B. en W. overgenomen cn
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De rondvraag.
Van weggegooid geld en arbeiders die in
do greppels liggen te vreten!
De heer Jb. Lont zegt dat er over den weg zooveel
is gesproken en adviezen worden ingewonnen. En
spr. heeft nu de vorige week gezien dat er met oen
nieuwen weg, een primaire weg is begonnen, zonder
technische voorlichting en dat afval van dc Zuider
zeewerken en den dijk is gebruikt. Spr. vraagt waar
om of dat is gedaan, nu de te ontwerpen plannen 6
of 8 September ter tafel komen. Het zal weer eenige
duizenden guldens kosten en het was beter geweest
daarmee te wachten. Wat moet het nu aanstonds
met het adviesbureau, als dat een klaren weg vindt.
De heer Bosker: Noemt u dat een klare weg. De
weg werd zoo stuk gereden dat voorziening noodig
was. Spr. licht nader toe, dat met die voorziening
was begonnen en toen mee opgehouden, en er
iemand kwam die oordeelde dat het goed ging en
men er tenminste behoorlijk over kon rijden. Wel
hadden B. en W. hij de leden kunnen rondgaan, maar
geoordeeld word dat het eenstemmig goedgevonden
zou worden. Ook de polderweg werd stuk gereden.
Spr. oordeelt dat het geen weggegooid geld is, want
de ondergrond blijft.
De heer Lub zegt. dat het wel goed geweest was
als de meening van den raad. die met spanning het
advies tegemoet ziet, was gevraagd.
De Voorzitter deelt mede, dat toen hij van verlof
terug kwam, men met den weg bezig was en de weg
die in een dcplorabelen toestand verkeerde, in een
beetje berijdbaren toestand werd gebracht. De vraag
was of doorgegaan moest worden, maar waar anders
het verkeer over den polderweg ging. is er met de
voorziening doorgegaan. De meening van den raad
behoefde niet te worden gevraagd, want de kosten
vallen binnen het kader der begrooting.
De heer Oden deelt mede, dat het een goede ver
betering was en toen spr. hoorde dat er mee opge
houden zou worden, misschien was men huiverig
voor actie, toen heeft spr. den heer Bosker geadvi
seerd den secretaris een briefje aan de raadsleden te
laten zenden. Dc heer Bosker heeft die toezegging ge
daan, maar nu blijkt, dat het niet noodig is geoor
deeld. Spr. kan er zich mee verccnigcn dat de weg
opgeknapt werd.
De heer P. Kooij: Je kreeg een hersenschudding
voor je Den Oever bereikte.
Ook de heer Tijsen licht nog nader toe, waarom
tot de verbetering werd overgegaan.
Dc hoer Kaan is het niet met den heer Jb. Lont
eens, dat het weggegooid geld is, maar wel is dan
het inwinnen van advies bij het ingenieursbureau
Nijhoff weggesmeten geld. Verleden jaar had dan
wel met de verbetering begonnen kunnen worden.
De Voorzitter zogt dat die maatregel van tijdelijke»:
aard is, Hoe zal de weg a.s. winter worden?