VADER EN MOEDER ZIJN- OF WORDEN? Waar weet ik niet, maar ergens las ik: „De mensch is wat hij elk oogenblik minstens is". Dit nu lijkt mij een zeer ver heven opvatting, maar toch eigenlijk tot wanhoop voerend. Hoe meer ik over dit aphorisme nadenk, des te meer kom ik tot df overtuiging: „neen, de mensch is wat hij in zijn beste oogenblikken is". Dan blijft er werkelijk nog genoeg te klagen en te lamenteeren over, omdat die beste oogenblikken zoo weinig in aantal zijn, maar zij zijn dan toch ook even zoovele krachtpunten in zijn leven, die altijd weer opnieuw aansporen, om steeds weer op nieuw zich tot de hoogst mogelijke hoogte op te werken, waardoor toch langzaam maar zeker het levensniveau stijgt. Gesteld ik ben vader Of wel ik ben moeder. Ben ik nu vader of moeder met die In tensiteit en in dien graad, waarop ik het elk oogenblk van m'n leven minstens ben? 't Is niet te wenschen, want, lieve hemel, wat ontbreekt er in het gewone, alle- daagsche gedoe ontstellend veel aan 't prachtige en rfan het heroïeke, dat toch met die namen „vader" en „moeder" ge geven is. Neen, maar de vraag is: tot welke hoogte kan ik in bepaalde gevallen, in be paalde omstandgheden, opstijgen? En dat bepaalt dan den inhoud van mijn vader-, of van mijn moeder-zijn. Want vader- of moeder-zijn is feitelijkheid zeker. 't Is een natuurlijk gebeuren, een mo ment in het natuurproces. Maar 's is meer, veel meer. 't Is een taak, een roeping. „Jede Gabe ist eine Aufgabe". Dostojewsky zegt ergens: „Men is geen vader omdat men ten leven verwekt heeft; men ls vader, als men zich dien naam waardig maakt.! Daarin ligt spanning' Daarin ligt strijd en moeite! En datzelfde geldt ook wanneer men den naam van „vader" vervangt door üten van „moeder". „Liefhebben alleen zegt zoo weinig" heet het elders. En: liefde moet zich uiten in daden! Zou 't niet ook zoo wezen, dat wij op de daden ons moeten instellen, ik zou bijna zeggen, naar het verrichten van daden zóéken, opdat de liefde steeds grooter en inniger worde? Er is een bedenkelijke opvatting, die misschien meer bij vaders dan bij moeders leeft misschien, hoewel ik er heelemaal niet zeker van ben. Deze: „Je moet mij liefhebben want Je bent van mijn bloed". Daar ie wel volstrekt het tegendeel aanwezig van wat ik in de eerste regels boven aar de orde stelde: „hetgeen men ieder oogenblik minstens ls, dat is men" leidt tot wanhoop. Hier is alle schoonheid, bijna zou je zeggen al het menschelijke, dat immers doel stelt en dus worsteling kent, verdwenen. Daarom het is van 't allergrootste belang dat wij weigeren het vader- of moeder-zijn als een factum te aanvaar den, 't is een proces, 't is dynamisch van aard, 't is de uiterste gespannenheid, die ontzaggelijke verantwoording op de schou ders la»t.. Z. NASS1 GOKENG. Benoodigd 500 Gr. overgeschoten rijst, 5 6 groote uien, 2 eetlepels boter, Spaansche peper (1 of 2), koud vleesch, 3 eieren, zout. peter selie. Bereiding De uien snippeen en fruiten in de boter tot ze geel zien Een weinig zout toevoegen. De Spaansche peper(s) fijn snijden. Uefpt even in een vijzel fijnmaken en bij de uien doen. Dit alles bij elkaar een klein kwar tier door laten bakken, waarna men er dobbelsteentjes koud vleesch doorroert. Dit vleesch kan ook vervangen worden door ham Nu roert men de droge overgebleven rijst er doorheen, in steeds kleine hoeveel heden, opdat de rijst goed vermengd wordt. De geheele mass? door laten bakken totdat dt rijst goed verwarmd ls. Dan klopt men de drie eieren even In een kopje door elkaar en bakt ze dan tot eer platte omelet, na wat peterselie GTJn- ehakt) er overheen gestrooid te hebben. APPELSOEP. Benoodigd 1 L. water, 400 Gr. zure appe len, 50 Gr. suiker, citroenschilletje, sago. Bereiding Nadat men de appelen heeft geschild, snijdt men ze in vieren, verwijdert de klok huizen, zet de vruchten op in het kokende water, waarin een citroenschilletje is ge daan, en laat ze daarin fijn koken. Roer er de suiker door, verwijder de citroenschil en bind de soep met de aangemengde sage. Giet ze vervolgens door een paardenharen zeef in de soepterrine en wrijf het vruch tenmoes in de zeef fijn. BESSENSAPPUDDING. Benoodigd 1 eiwit, 'A flesch bessensap, 100 Gr. suiker, 30 Gr. gelatine. Bereiding Klop het eiwit stijf, voeg er dan bij kleine hoeveelheden en steeds flink klop pende het vruchtensap bij, afgewisseld door kleine hoeveelheden suiker. Na onge veer een half uur kloppen voegt men er de in kokend water opgeloste gelatine bij. Blijven roeren tot het geheel gelei-achtig wordt en de gelatine niet meer zakt en laat dan de pudding in den van te voren vochtig gemaakten vorm koud worden De pudding zonder saus op te dienen, maar presenteer er droge biscuitjes bij. ONZE PATRONEN. Patronen van de modellen van mantels en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij onze mode-redactrice Mejuffr. L Berendes, ioan Maetsuyckerstraat 96, Den Haag. De patronen voor dames kosten f 1. die voor kinderen f 0.80. Het duurt onge veer 10 dagen alvorens ze in het bezit komen van degenen die patronen aanvragen Aan de lezeressen die een patroon bestel len, wordt beleefd verzocht bij de aanvrage het verschuldigde bedrag in te sluiten, ter voorkoming van administratiekosten. REDACTIE. HOE KAN MEN EEN PATROON ZELF KNIPPEN? Deze weck zullen we een aardige hals- afwerkig^ bespreken door middel van een Jabot. Als U een lijfje met punthals geteekend heeft, kan daar meteen de jabot op getee kend worden. Neem de jabot op de schou der 5 c.M. breed en zet vanaf de diepte van de hals op 12, 31 en 44 c.M. een water- paslijn en meet op de bovenste 34 c.M. en op de 2e waterpaslijn 7 cM af en teeken de jabot verder geheel volgens teekening. ti- - }/- •/-(■ VROEGER EN NU. Vroeger liep Je op Je sloffen Kon Je kalm je wegje gaan. Nu is het een hollen, draven En een Jagend voortbestaan.... Zoo de ouden vroeger zongen. Piept geen enk'le Jonge sijs Twlntigeeuwsche menschen leven, Naar moderne wereldwijs. Vroeger was Je een copietje Van Je Pa en van Je Ma Nu doe Je de wilde sprongen, Van de inboorlingen na Vroeger bloosden Jonge meisjes Heel natuurlijk en gezond Nu ls „lippenstift" en voque, Voor een frisschen, rooden mond! Hedendaagsche récréatles Wie heeft vroeger ooit gekend Charleston. Black-Bottom, dancings, Jazz' en Cocktails zonder end Vroeger had de vrouw haar woning. Tot een tempelhuis gewijd Nu spreekt men, uit ver verleden. Van den goeden, ouden Tijd H H. DE BRUIN-LEON (Nadruk verboden). WAT DE NIEUWE WINTERMODE ONS BRENGT. In de groote Parijsche kleermakers- hulzen heerscht een koortsachtige opwin ding, daar de nieuwe wintermode gelan ceerd moet worden. Wat zullen wij als nieuwtjes te zien krijgen? Sinds langen tijd is er een grooten veld slag aan den gang over de kwestie van lange of korte rokken. Wij hadden gedacht dat deze ten voordeele van de lange rok ken beslist was. Maar de nieuwe winter collecties toonen ons, dat de strijd nog steeds gaande is. De sleepjapon, die men algemeen ver wachtte, is vrijwel totaal verdwenen. Voor gekleede middagjaponnen zijn de rokken iets langer, maar voor alle sportmodellen blijven zij kort. De handschoenen, die voor elk zomer- avondtollet onmisbaar waren, zijn als bij tooverslag verdwenen. Daarentegen ziet men ze bij de middagtoiletten meer en meer verschijnen. Zij zijn zeer eenvoudig van snit, maar bezitten een groote fantasie wat betreft kleur en materiaal. Zoo zien wij er, die gevoerd zijn met satijn en lamé. Mooi en practlsch tegelijk zijn de zwarte, of donker gekleurde handschoenen, die aan den polsrand met hermelijn gegar neerd zijn. De enorme tasschen, voor het meeren- deel vierkant, zien er uit als mooie, kleine reiskoffertjes en zijn onontbeerlijk bij het middagtoilet. De sportkleedlng blijft zeer sober. Dikke wollen weefsels, genre tweed, worden nog overal toegepast. Fijne jersey voor het bovenlijf mag zich opnieuw in een groote gunst verheugen. Ok de jersey ensembles, die eenigen tijd verwaarloosd waren, zal men weer veel zien dragen. Ais kleuren verschijnt er bruin, beige, grijs en een speciaal groen, gelanceerd door Patou en dat zonder twijfel overal ge zien zal worden. Voor den avond zijn het vooral pasteltinten, blauwgrijs, zacht rose en de geheele roode kleurenschaal, van bordeauxrood af tot geraniumrood toe. Maar met al deze kleurenverscheidenheid zijn er twee kleuren, waarmee gij u mor gen, middag en avond vertoonen kunt, namelijk een warm kastanjebruin en beige grijs. Een bontkraagje, meestal van hermelijn, heeft het kleine manteltje bij de diner-' japonnen vervangen. Voor gala-avonden bewonderen wij de mantels van soepel fluweel, met harmonieuzen weerschijn, die het middel duidelijk aangeven, lang zijn' en dikwijls in een kleine sleep van ach teren eindigen. De mooiste bontsoorten wedijveren 's avonds om den voorrang: Zilvervos, Hermelijn en Zibeline. Lamé en Mousseline zijn de meest gebruikte stoffel voor de groote galatoiletten. De rokkel, zijn wijd en lang, zeer lang zelfs, maar toch is het ons weer veroorloofd om een tikje van onzen enkel te laten zien. Eenigszins verlegen nog zien wij voor den avond den hermelijnen mantel op nieuw verschijnen. De ^algemeene indruk, die men van de nieuwe mode krijgt is, dat zij, hoewel zeer gecompliceerd zijnde, een zeer eenvoudig uiterlijk toont, waarbij de lijn het meest belangrijke element vormt. KRONIEK VAN DEN ARTS. VISCH ALS VOEDINGSMIDDEL. Visch is door zijn gemakkelijke verteer- baarhe'id een bijzonder goed voedingsmid del. Daarom wordt het aan herstellenden en maaglijders veelvuldig voorgeschreven. Tegelijkertijd is het 'n voedingsmiddel dat wat voedingswaarde betreft bijna dezelfde waarde heeft als vleesch. Van veel belang is ook het phosphoreiwitgehalte, dat zoo nuttig is voor de instandhouding van onze zenuwcellen. Men onderscheidt twee soorten visch uit een standpunt van voedingsleer en wel magere en vette visch. Tot de eerste soort behooren in 't algemeen de platte visschen tot de tweede soort behooren o.a. zalm, pa ling, makreel, haring! forel, tonijn en elft. Door hun hooge vetgehalte zijn deze laat ste moeilijker verteerbaar. Visch is door deze hooge voedingswaarde een der beste voedingsmiddelen. Ongeluk kigerwijze heeft hij een gebrek, en wel een zeer groot gebrek: dat is het gemak vaar- mee zijn vleesch bederft. Het eiwit van zijn vleesch ondergaat door den invloed van lucht en warmte een verandering waarbij sterk giftige stoffen kunnen ontstaan. Meent niet dat deze giftige stoffen bij koken of braden geheel vernietigd worden. Zeer zeker zöu dit het geval zijn wanneer het vleesch aan temperaturen boven de 100 gr. blootgesteld werd, maar zulks is niet hot geval, want door deze hooge tempera tuur wordt de visch oneetb. ar Ook het be waren in ijs voorkomt niet geheel deze vorming van giftige stoffen. Het komt er dus op aa i steeds versche visch te eten en wel in het bijzonder voor hen die gevoelige lever en nieren hebben. Past steeds op voor visch waarvan het vleesch week is en waarvan dc oogen troe bel zijn geworden, hetgeen er op wijst dat het rottingsproces ee.i aanvang genomen beeft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7