- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
HET MEESTERSTUK.
Historische Kroniek.
WARE WOORDEN.
WETENSWAARDIGHEDEN
ZATEnnAnAVONDSCHETS
Vrij naar een Engelsch moiief, bemerkt door
S I R O L F.
(Nadruk verboden alle rechten voorbehouden).
Het is natuurlijk niet om me zelf te roemen, maar Ik
ben over het algemeen nogal „bij", zooals men dat noemt
En lk kan nu eenmaal niet goed zien, dat een ander
fouten maakt en ik veroorloof me dan ook altijd, mijn
medemenschen op hun fouten te wijzen. Al worden mijn
goede bedoelingen dan ook dikwijls miskend. Nog on
langs gingen we uit kampeeren, mijn vrouw en ik. En
alles was gereed, we hadden een mooi plekje uitgezocht,
ver van de wereld en de menschen, een verlaten plekje
op de hei, waar geen sterveling voorbijkomt De „tafel"
was gedekt en ik zou juist den primus snelkoker aan
steken om koffie te zetten, toen ik tot de ontdekking
kwam, dat ik de lucifers vergeten had. Nu, dat is na
tuurlijk een heel menschelijke tekortkoming en toen
mijn vrouw mij woedend er op wees, dat ik met mijn
fitterij altijd op andere menschen, liever niet zoo'n uils
kuiken moest zijn om zelf het voornaamstp te vergeten,
was ik werkelijk verontwaardigd. En ik wees haar op
de fout, om zich boos te maken over gedane zaken, die
geen keer nemen. In plaats van dankbaar te zijn, dat ik
haar op deze fout attent maakte, ging ze te keer als 'n
wilde, dat we nu den heelen dag van dorst konden ver
smachten, dat ik de heele picnlc bedorven had en der
gelijke kleinigheden meer. Nu vraag lk U. En toen ik
eindelijk, bij wijze van grapje, opmerkte: Had lk maar
twee stukjes hout, dan kon ik die tegen elkaar slaan,
om vuur te maken, toen merkte mijn vrouw op haar
beurt ijshoud op: Waren er maar twee van die kerels
als jij, dan kon ik jelui met je koppen tegen elkaar slaan,
om vuur te maken!
Niettemin, ik heb het mijn vrouw niet kwalijk geno
men en besloot mij, ondanks miskenning,, aan de taak
van haar verdere verbetering te wijden. Nu wil ik niet
beweren dat zij bepaald slordig is, maar ze is af en
toe werkelijk wat gedachtenloos. Ze is bijvoorbeeld al
tijd haar taschje kwijt, waarin haar huishoudgeld zit
En wie er nu in huis Is, hetzij de werkster of de gla-
zenwasscher of de pianostemmer, ze hebben hun hielen
nog niet gelicht of mijn vrouw is haar taschje kwijt met
haar huishoudgeld van de heele week. Om na een uur
zoeken tot de ontdekking te komen, dat het onder in de
linnenkast lag, of in het fornuis of in de derde pan van
links op de bovenste plank in de keukenkast. Ik heb bet
haar natuurlijk al meermalen gezegd, en dan krijg ik
eeh betooverend glimlachje en het antwoord: „Ja, lie
verd, ik weet dat ik beter op mijn tasch moet passen".
Maar nog geen vijf minuten later laat ze het taschje
onder in het aanrechtkastje slingeren, terwijl de man
van de gasfabriek komt om den meter in dat kastje op
te nemen. Ik beschuldig niemand, maar ik verzeker U,
dat het stom toeval is, dat haar taschje niet drie keer in
de week gestolen wordt. En daar al mijn wijze vermanin
gen blijkbaar niets hielpen, besloot ik haar een les te
geven.
Op een morgen zag ik haar taschje op den paraplul-
standaard vlak bij de straatdeur liggen. De eerste de
beste kon het pakken en het geld eruit halen. Wacht,-
dacht ik, nu zal ik haar eens te pakken nemen. En daar
ik haar voetstappen hoorde, greep ik gauw het geld uit
het taschje en stopte het los in mijn zak, bij mijn eigen
geld. Het taschje legde ik fluks weer neer en pakte
meteen een schuier, om me zelf zoogenaamd af te bor
stelen, want reeds klonk haar vraag! „O, man, heb je
mijn taschje ook ergens gezien!"
„Je taschje?" vroeg ik dood onschuldig. „Nee. Waar
heb je het gelaten?"
„Dat weet ik juist niet. Ik heb het daarstraks nog ge
had, toen ik den melkboer betaalde.
„O," zei ik, „Dan ligt het zeker in de buffetla."
„Neen," zei zij, „daar is het niet!"
„Dan op het kastje van de radio?"
„Nee, daar heb ik het eerste gekeken, maar daar is
het ook niet. Ik hoop maar dat ik 't niet... Nou, kijk
nou, daar is het al! Man, wat ben je toch een sufferd,
je staat er al dien tijd naar te staren, het ligt op de pa-
rapluie-standaard
„O, dat spijt me," mompelde ik. „Ik merkte het niet
eens."
„Mijn vrouw nam het taschje op, werd achterdochtig,
doordat het zoo licht was, keek er In en riep uit: „O,
het is leeg, al mijn geld is er uit! Zelfs mijn lippenstift
Is weg!"
„Hm," zei ik streng, ziende dat mijn meesterstuk van
een lesje prachtig geslaagd was, „Hm, Is dat het eerste
waar je om denkt? Ik zou toch zeggen, dat het geld
wel het voornaamste is! De eerste de beste die aan de
deur is geweest, kan het natuurlijk gestolen hebben, het
lag daar gewoonweg te koop!"
„Nee", zei mijn vrouw, „de melkboer is het niet ge
weest, want ik heb het taschje daar pas neergelegd, toen
hij al weg was. En daarna is er niemand meer aan de
deur geweest! Nee, het moet door iemand in huis ge
beurd zijn, door een inbreker of zoo. Zou je niet liever
dadelijk naar de politie gaan, in plaats van daar te staan
kijken als een idioot schaap?" zei mijn vrouw.
„Hm," zeii k waardig. „Denk je dat de politie er een
vinger naar zal uitsteken, als ze hooren, dat jij altijd
je tasch met huishoudgeld laat slingeren? Geen denken
aan!"
Mijn vrouw dacht even na. Ze was overwonnen. En zei
met een glimlachje: „Ja, ik weet het, ik moet beter op
mijn tasoh passen in het vervolg. Wat een zonde van
mijn mooie lippenstift..."
„Vroifw," zei ik toen ernstig. „Ik hoop werkelijk, dat
je voortaan beter zult oppassen, want toevallig heb ik
dezen keer het geld uit je taschje genomen, maar het
kon net zoo goed iemand anders geweest zijn."
Mijn vrouw keek me een oogenblik ongeloovig aan en
zei dan woedend: „O, wat ben jij een gemeene bedrie
ger!"
„Je had het verdiend," zei lk streng. „En vertel me
nu maar eens, hoeveel geld je in je tisdhje had, dan zal
ik het je teruggeven."
„Je weet toch zeker wel, wat wat je eruit hebt ge
haald?" antwoordde mijn vrouw.
„Nee, dat weet ik niet, ik liet alles tegelijk in mijn
zak glijden bij mijn eigen geld."
Mijn vrouw glimlachte teeder, naar lk later me meen
de te herinneren, met iets ondeugends in haar oogen,
153. Ali ben Rachmonis begrijpt ook alles direct, al
kan hij de kinderen niet verstaan. Hij vertelt met zijn
handen dat hij de aller-allerprachtigste tulbanden en
gewaden heeft en belachelijk goedkoop. Hij geeft ze
gewoon weg, zulk een edele menschenvriend is hij...
Weldra ie Gerrit een Moor geworden. Zijn bol is ver
sierd met een reusachtigen tulband en om zijn forsche
leden slobbert een „soepjurk", waarin wel drie Ger-
ritten verpakt konden worden. Dan komen Dioky en
Dirrekie aan de beurt. Ze krijgen allebei een prachtig,
wit gewaad. Jammer maar, dat het hun veel te wijd
en veel te lang is. Dirrekie kan zich haast niet ver
roeren, want dan raken haar voetjes verward in haar
sleep. En Dioky lijkt op een kleine sneeuwpop, die
begint te smelten. Jullie zien er vaan uit, zegt
Gerrit opgetogen, net twai bailetjies op een schaur-
stainlasie. Maar Dicky en Dirrekie zien elkaar beteu
terd aan. Moet ik zóó in de auto zitten? vraagt
Dirrekie. 't Is net of ik een drooglijn ben, waar ze
de wasch aan opgehangen hebben. En ik kan geen
voet verzetten, klaagt Dioky. Mijn mouwen sleepen
haast op den grond,, 't Lijken wel broekspijpen...
toen ze zei: „Wat een geluk, dat ik mijn geld zoo goed
geteld heb, toen de melkboer daar straks om zijn geld
kwam. Eens kijken, ik moet dan hebben van je... zeven
en vijftig gulden zestig cent!"
.Weet je het zeker?" vroeg ik, want lk kon bijna ge
zworen hebben, dat er maar zeven en twintig gulden in
haar taschje had gezeten. Maar wat kon ik zeggen?
„Heel zeker", zei mijn vrouw, en nam van mij f 57.60
aan met een vriendelijk en hartelijk: „Dank je wel, hoor
mannie!"
Maar ik kwam later van mijn eigen geld dertig gulden
tekort! Het eenige wat ik nu hoop, is, dat den volgenden
keer haar taschje werkelijk gestolen wordt. Dat Is goed-
kooper voor mij, dan dat ik het zelf steel!
Zoodat ik dan maar zeggen wil, dat ik me voortaan
maar liever met mijn eigen zaken zal bemoeien, en de
menschheid niet langer attent maken op haar fouten.
Het wordt mij te duur!
154. Maar Ali ben Rachmonis weet overal raad op. Hij
komt met een lange schaar aanzetten en hij snoeit
Dicky en Dirrekie of ze Aalbessenboompjes zijn en hij
zelf een tuinman. Dat gaat wat gemakkelijk met die
Oosterache gewaden. In vijf minuten zijn ze precies pas.
Dan trekken de drie kersversche Arabieren naar de
markt om fruit te koopen voor de reis. Haur es, zegt
Gerrit, ik hait nou faurtaon Ali ben Gauchum...
»«- En lk wil Suleika genoemd worden, net als de fee
Uit het sprookjesboek, beveelt Dirrekie. Als we geen
Oootersche namen hebben, merkt iedereen toch da
delijk, dat het niet echt is. Nou, noem mij dan maar
Alibaba, zegt Dicky. Ik heb wel geen wonderlamp
om schatten te zoeken, maar die vinden we misschien
wel ergens. De inwoners van Benghasi zien het edele
drietal stom verwonderd na. Bij de snorharen van
Ibrahim, mijn kater, prevelt een oude heer, zulk
een gedrochtelijke wezens hebben mijn verbaasde blik
ken nog nimmer aanschouwd. De grootste van het
drietal heeft een neus, die in geen enkel beschaafd
land thuis behoort en de andere twee zijn stellig bij
de Boschjesmannen weggeloopen...
7 Sept. 1481 werd Nieuwenrode door de Utrechtenaren
ingenomen en verbrand; dit geschiedde ten
tijde van de Hoeksche en Kabeljauwsche
twisten.
8 Sept. 1724 deed Philips V, koning van Spanje, afstand
van de regeering ten behoeve van zijn
zoon,, die. 16 jaar oud was. Philips V was
aan de Regeering gekomen na den Spaan-
schen Successie-oorlog; bij den vrede van
Utrecht werd bepaald, dat Philips Spanje
zou behouden en haar koloniën. Toen
echter de 16-jarige opvolger reeds na 7
maanden kwam te overlijden, nam Philips,
daartoe aangespoord door alle standen van
den staat, op dezen dag plechtig de hem
aangeboden kroon weder aan.
9 Sept. 1746 werd Jacob Gilles tot Raadspensionaris
van Holland benoemd. De steden lieten zich
liefst door een of anderen bekwamen ad
vocaat voorlichting geven, waarom zij een
ambtenaar benoemden, wiens vak het was
de steden bij te staan. Ofschoon de naam
van deze functie in alle provinciën niet
eensluidend was, kwam het te verrichten
werk toch in wezen op hetzelfde neer.
Maar niet in voornaamheid, want hetgeen
door den Raadspensionaris van Holland
werd gezegd, was ook voor de Sta ten-
Generaal van gewicht en voor de andere
provinciën, in zoover zij onder den in
vloed stonden van het zoo machtige Hol
land. Daar de macht van den pensionaris
in stadhouderlooze tijdperken het grootst
was, is Gilles niet van zoo groote betee-
kenis, wijl Willem IV toen oppermachtig
was.
10 Sept. 1672 werden 16 regenten van Amsterdam uit
hun bediening ontzet. Het was toen im
mers in de benarde dagen, dat niemand
eigenlijk meer wist, wat er van de toe
standen zou worden, daar ons land met
verschillende staten tegelijkertijd in een
'oorlog gewikkeld was. Nadat het gepeupel
eerst de Witten had vermoord, en de op
standige beweging toen nog niet was op
gehouden, ja het volk van Amsterdam zelfs
dreigde het huis van de Ruyter t& zullen
plunderen, machtigden de Staten-Generaal
den prins eigenmachtig op te treden. Wil
lem bracht toen, zonder het aristocratisch
beginsel aan te tasten, verschillende van
zijn partijgenooten op de kussens, hetgeen
bij deze gelegenheid ook te Amsterdam ge
schiedde.
11 Sept. 1185 werd Andronious, keizer van Constanti-
nopel, bekend wegens zijn wreedheden, door
het volk van den troon gestooten. Men
haatte dezen vorst zoozeer, dat men hem
met de grootste smaad bejegende en hem
de oogen uitstak.
12 Sept 1660 overleed de bekende Nederlandsche dich
ter en staatsman Jacob Cats. Hij werd in
1577 te Brouwershaven in Zeeland gebo
ren. Na eerst te Lelden te hebben gestu
deerd, promoveerde hij te Orleans in de
rechten. Na eenlgen tijd in Holland te
hebben doorgebracht, bezocht hij Engeland
en keerde vervolgens in Holland terug, om
er in het huwelijk te treden met Elisabeth
van Valkenburg. Op zijn landhoeve
Grijpskerke schreef hij vele gedichten,
waarna hij het ambt van raadspensionaris
van Middelburg aanvaardde. In 1627 nam
hij den post van gezant te Engeland op
zich, om in 1634 tot raadspensionaris van
Holland te worden benoemd. Op 74-jarigen
leeftijd bekleedde hij nog het ambt van
Grootzegelbewaarder en van stadhouder
der leonen. waarna hij nogmaals het ge
zantschap in Engeland op zijn schouders
zag gelegd. Vader Cats schreef inmiddels
nog talrijke gedichten. Hij overleed op zijn
landgoed ..Sorgvlict" te Den Ha^g in den
ouderdom van 82 jaar.
IS Sept 1746 brandde het zeemagazijn van de Oost-
Indische Compagnie te Delfshaven geheel
af. De schade bedroeg vele duizenden
guldens.
De heilige eendracht is het zout
Det stad en huls in wezen houdt.
Wat baat het of men hard zwoegt en strijdt wan
neer de goede leiding ontbreekt om al die inspanning
in een behoorlijk resultaat om te zetten?
o
Zich geheel geven is de eenige weg, om alles te ont
vangen; rust vrede, levenslust vertrouwen in het
leven.
In vele gevallen zoekt men zijn geluk zooalj men
zijn bril zoekt... terwijl men dien op den neus heeft
o
Een vaste wij, een ijverig streven
Heeft dikwijls loon naar werk gegeven,
Schonk meestal het verlangde deel.
o
De gezellige hulskamer is een toevluchtsoord in tijden
van storm en een lichtstraal in uren van lijden, maar
ook een gids, die ons het pad ten hemel wijst.
IS HET U BEKEND:
dat er in Amerikp al 100 ondernemingen zijn, die den
13-maanden-kalender gebruiken, waarvan sommigen deze
kalender al 30 jaar geleden invoerden?
dat er In Arizona bepaalde cactus-soorten groeien,
die zelfs na drie jaar droogte, heerlijke vruchten op
leveren, die al eeuwenlang door de Indianen gebruikt
worden voor siropen en gedroogde vruchten? t
dat er jaarlijks 17.000.000 goudvisschen in Amerika
gekweekt worden ter waarde van 1% millioen gulden,
en 4.500.000 fantasie-goudvisschen ter waarde van 1
millioen gulden?
d a t de Parijzenaars minder brood eten, en dat de ver
mindering in 1929 al 5.000.000 brooden bedroeg?
dat Stamboel, het oudste gedeelte van Konstantino»
pel, eigenlijk beteekent poort der gelukzaligheid?
dat er te New York meer Italianen wonen dan te
Rome, meer Duitschers dan te Bremen en meer Ieren
dan te Dublin?
d at Berlijn de grootste stad is wat oppervlakte betreft.
Zij is 830 vlerkante KM. groot en heeft een omtrek
van 225 K.M.
dat het Louvre te Parijs het grootste en het rijkste
museum ter wereld is?
Mijn beste patiënt, je bent weer heelemaal
op de been..„
„..Ge komt zeker uw rekeningetje in orde ma
ken.... Nu, daar is zoo'n haast niet bij.„.
....Ik vind het zoo aardig mijn patiënten terug
te zien. Mijn behandeling heeft je geheel ver
anderd, je bent niet meer dezelfde man van
vroeger.
De patiëntjuist, dokter.... en stuurt u de
rekening maar aan den man, die ik eerst wasl