Marktberichten. Het gestolen luchtballonnetje De geschiedenis van twee deugnieten. O Eenige mannen in lange witte jassen, een merk waardige verzameling potjes en kwasten met zich dragend, inspecteeren de rijen der danseurs en dan seuses. De gekleurde opnamen vereischen een zeer speciale „make-up" en het felle rood dat zij op de wangen der meisjes en jongens smeren, is voor het menschelijk oog verre van mooi, zelfs een beetje be lachelijk. Even nog wat haastig heen en weer geloopeen slok watereen laatste trek aan een cigaret. Kleedsters trekken nog wat recht aan de costuums, musici stemmen de snaren, blazen 'n hoog nootje Deuren sluiten, commandeert Riesner. De dikke deuren, net die van een brandkast, vallen toe. De koude lucht van buiten is plotseling afgeslo ten. Met wordt stiller. Dan klinkt een hevig gesis. De machtige Klieg-lampen gaan branden. Geknipper met oogen. Ken laatste blik van den regisseureen sein, een motor zoemt een oogenblik hoorbaar, wordt dan omgeschakeld en gaat geruischloos loopen. Muziek klinkt op. Bessie Love schuift voor een rij meisjes, zingt een microfoon, door onzichtbare handen geleid, gaat mee, als zij naar links beweegteen liedje dansendialoogdansen Zoo werd er gewerkt aan de Metro Goldwyn-film „Luchtkasteelen" die het leven van een reizend re vuegezelschap in beeld brengt. De resultaten van dien arbeid zal men binnenkort ook in ons land kun nen aanschouwen. Kort verhaal Magaret's Proeftijd. „Aha", zei Tobias R. Brown, „ben je daar, Marga- rct?" en hij keek belangstellend en met een flauwen glimlach om zijn lippen naar het meisje dat zijn jkantoor binnenkwam. „Dag, oom Toby", groette Margaret Harris en zwaai de joviaal naar den ouden man. „Daar ben ik weer, *t spijt me wel dat ik die gezellige familie Osborn alleen heb moeten laten met hun schreeuwend kroost en hun moestuintje, maar aan den anderen kant, ben ik toch ook weer een beetje blij, dat ik hier terug ben. „Zoo, dat doet me plezier." Tobias Brown ging in zijn bureaustoel zitten, kruiste zijn beenen over el kaar en kucihtte. „Ja, meid, en nu verder." Het was een beroemd zinnetje, dat Margaret al ver scheidene malen had gehoord en dat evenzoovele ma len een nieuw gedeelte van het leven voor haar had open gelegd. Margaret was reeds vroeg een wees, ze kon zich van haar ouders niets meer herinneren. De broer van moederszijde had haar in huis geno men en voor haar opvoeding zorg gedragen. Bij vele menschcn ging den heer Tobias R. Brown voor een zeer exentriek man door. Dat werd wel niet open lijk gezegd, want hij was een persoon, die veel in vloed bezat en zijn naam deed vaak wonderen. Maar er waren zonderlinge staaltjes in omloop om trent zijn doen en laten. Ook de manier waarop hij Margaret's opvoeding, na het genoten schoolonderwijs ter hand had genomen, vonden velen vreemd. Margaret was een knap en intelligent persoontje met een paar groote donkere oogen en een weelde van donkerblond haar. Algemeen had men verwacht, dat zij wel spoedig op partijen en bals zou verschijnen en dat het dan niet lang zou duren of de naam Harris zou door een anderen worden vervangen. Maar het liep anders. Tobias Brown zond haar naar een huishoudschool om daar alle bezigheden te leeren, die een huisvrouw weten moet. De buren keurden dat af, want Margaret zou een goed huwe lijk kunnen doen. Ze kon dan immers een keuken meid nemen en had met de kook-bezigheden niets te maken. Tobias trok er zich niets van aan. Zoodra Margaret de huishoudschool verliet, stuurde hij haar naar een klein dorpje in de buurt, waar ze als gouvernante in dienst trad, bij een klein gezin. Geruimen tijd bleef ze daar, om vervolgens in een grooten bockhan del te worden geplaatst. Verscheidene andere betrek kingen vervulde Margaret nog en men schudde het hoofd als er in de stad over gesproken werd. Alleen Margaret zelf had kunnen zeggen, of zij de ideeën van haar om zoo dwaas vond. En, ze zei hot wel niet, want ze bemoeide zich wemig m^t de meri- schen in de stad, maar zij begreep de goede bedoelin gen van haar oom en waardeerde hem. Zij beklaagde zich geen oogenblik. Zij had zich een kijk op ver schillende klassen der maatschappij verworven eu ze was er Tobias Brown dankbaar voor. „En nu verder", zei Tobias Brown, „voor de laatste maal, meisje. Je gaat nu in betrekking bii Rovers en van Dijke, als typiste." En Margaret ging welgemoed. Vroolijk deed ze haar intrede in het ruime kantoor en begroette den heer Rovers, een grijzenden vijfti ger. Het bevreemdde haar echter, dat de firmant haar zoo verwonderd aankeek. En dat zelfde gevoel had ze bij de begroeting der andere heeren ook. Het was alsof zij verbaasd over iets waren. Maar zij zou zich wel vergist hebben. Toen ze er echter een paar dagen was, ontdekte ze dat er tusschen haar en het andere mannelijk pe '- soneel een afgrond scheen te bestaan. Zoodra zij zich in een vroolijke discussie mengde, verstilde het ge sprek en de een na den ander zweeg. Het stemde Margaret verdrietig. Ook v. Dijke, de jongste firmant maakte geen uitzondering op den regel. Hij behan delde haar beleefd, maar koel, en was nooit eens vriendelijk tegen haar. Op een keer besloot zij er een einde aan te ma ken. Het werk was afgeloopen. Van Dijke ging weg. Margaret ook. Ze trok de stoute schoenen aan en liep hem achterop. „Mijnheer xan Dijke!" Verrast cn lachend keek hij om, toen zag hij wie zijn naam genoemd had en zijn gelaat verstrakte. „Pardon eh Juffrouw Harris?'' „Wat is er", barstte Margaret uit, „wat bezielt iedereen op kantoor om zoo koel en afgemeten tegen mij te zijn, wat hèèft men tegen mij!" Van Dijke keek haar aan, zijn gelaat een en al verbazing. „Ik begrijp u niet", bracht hij uit en in zijn oogen was een eerlijke verwondering. „O, het ishetMargaret zocht naar woorden, maar vond ze niet, ze stampvoette. En plot seling keerde ze zioh om en liep weg zon Ier te groe ten. Weenend vond Tobias Brown haar dien middag op haar kamer, waar ze hem het heele verhaal vertelde Hij lachte zacht. „Nog een week geduld mijn kink dan zal je het begrijpen." Een week later ging Margaret wederom naar h-t kantoor. Voor het laatst, want haar proeftijd was nu afgeloopen had oom Toby haar medegedeeld. Toen ze binnenkwam zag ze allemaal vriendelijke ge zichten en den geheelen dag heerschte er een prettige stemming. Margaret begreep er niets van. Ze vroeg den ouden boekhouder een verklaring. Hij zweeg ech ter, maar bij het naar huis gaan, wie wachtte daar op haar: Van Dijke. En zijn woorden maakten alles duidelijk. Hij ver telde haar van een schrijven van oom Tol ias aan de firma, waarin hij verklaarde, om te zorgen, dat Mar garet niet afgeleid werd, dat ze een verstokte man- nenhaatster was. „O!", fluisterde Margaret, „die oom Toby toch. Hij bedoelde het natuurlijk weer heel goed. „Maar een mannenhaatster bent u niet, is het wel?" vroeg de jonge Van Dijke, har diep aankijkend. Margaret bloosde. (Nadruk verboden.) ALEX BREEMEP. BROEK OP LANGENDIJK, 9 September 1930. Aardappelen: Schotsche muizen f 4.605.10, idem groote f 2.80—3.10, Duc. f 2.202.80, edgenhelmers f 4.30 5.70, drielingen f 5.205.90, alles per 100 K.G. Bloem kool le soort f 6.2016.20, idem reuzen f 77.60, idem 2e soort f 0.801.30, roode kool f 0.604.60, gele kool f 0.603.30, vroege witte kool f 0.701.70, Deensche witte f 2.403.10, slaboonen f 512, snijboonen f 3.10 6.20, grove uien f 2.60, uien f 22.90, drielingen f 1.20 —1.30, nep f 3.10—3.70, bieten f 2.50, alles per 100 K.G. Aanvoer: 38000 Kg. aardappelen, 5500 stuks bloem kool, 53000 Kg. roode kool, 48000 Kg. gele kool, 125000 Kg. vroege witte kool, 2500 Kg. Deensche witte kool 1400 Kg. slaboonen, 80 Kg. snijboonen, 5000 Kg. uien, 250 Kg. bieten. NOORDSCHARWOUDE. 9 September 1930. Schotsdhe muizen f 4.905.30, idem groote f 2.60— 2.90, R. Duken f 2.50—3.20, eigenheimers f 2.70, bl. dito 4—6, driel. 5.50—6, uien 2—2.30, driel. 1.30—1.50, gr. uien f 33.30, gele nep f 2.603.40, spercieboonen 4.50 12.80, kroten f 0.702.40, roode kool f 0.604, witte kool f 0.701.30, gele kool f 0.603.30, alles per 100 Kg. Bloemkool 4.50—10.40 per 100 stuks. Aanvoer: 47600 Kg. aardappelen, 12400 Kg. uien, 5300 Kg. spercieboonen, 4500 Kg. kroten, 32600 Kg. roode kool, 33800 Kg. witte kool, 17000 Kg. gele kool, 2500 stuks bloemkool. WARMENHUIZEN, 9 September 1930. Schotsche muizen 44.60, drielingen f 4.805.70, grove f 2.202.90, eigenheimers f 5.306.20, blauwe aardappelen f 6.20, roode kool f 0.602.70, gele kool f 0.70, witte kool f 1.10—1.40, nep f 2.90—3.40, uien 2, drielingen f 0.901.10, slaboonen f 7.3013.10. Aanvoer: 38833 Kg. aardappelen, 9350 Kg. roode kool, 3200 Kg. gele kool, 34500 Kg. witte kool, 3075 Kg. nep, 2150 Kg. uien, 795 Kg. slaboonen. MEDEMBT .TX, 9 September 1930. Schotsche muizen 1.452.80, kleine muizen 33.10, witvl. aardappelen 1.451.50, per 50 K.G. Witte kool 1.10—1.25 per 100 K.G. PURMEREND, 9 September 1930. Op de heden gehouden weekmarkt waren aanvoer »n prijzen als volgt: Kaas: 18 stapels Fabriekskaas f 41, 25 st, boerenkaas f 40, In totaal 43 stapels, wegende 33000 K.G. Kandel goed. 1842 K.G. boter 1.30—1.65 per K.G. Vee. 556 runderen, w.o. 360 vette 11.10 per Kg., han del vlug; 126 melk- en geldekoeien f 190425, handel matig; 70 stieren; 43 paarden f 100200, handel matig, 28 vette kalveren f 1.101.30 per Kg., handel vlug; 121 nuoht. kalveren, slacht f 1240, fok f 1626, handel vlug; 313 varkens, zouterij 6063 ct., slacht 6268 ct., handel matig; 32 magere varkens f 2546, handel vlug, 252 biggen 1827, handel vlug; 464 schapen 3445, handel vlug; 655 lamemren 2334, handel vlug; kip eieren 67, eendeieren f 4.50. PURMEREND, 9 -September 1930. Coöp. Ver. Centr. Elerveiling GA. in Hotel „Paradijs". Aangevoerd: 44306 eendeieren 4.804.90, 79767 kip eieren: 76—80 Kg. f 7.60—8, 65—66 Kg. 7.40—7.60, 63— 64 Kg. f 7.20—7.50, 60—62 Kg. f 6.70—7.30, 58—59 Kg. 6.60—7, 56—57 Kg. 6.50-6.80, 53—55 Kg. 5.70—6.50, 50—52 Kg. 5.20—5.50. 48—49 Kg. 4—4.80. Eierveiling (in het gebouw der Afslagvereenlging). Aangevoerd 26592 kipeieren A f 6.207.40, 1083 idem B f 3.605, 5656 eendeieren A f 4.80. Verschillende berichten. BRAND IN EEN PETROLEUMBRON. In een petroleumbron te Tazlau in het gouverne ment Moldavië is wegstroomende petroleum in brand geraakt. Vijftien arbeiders zijn ernstig gekwetst. Eenige hunner liggen op sterven. Toen het wegstroo- men van de petroleum ophield is men er in geslaagd den brand te blusschen. of 29. Pim droomde dat een groote vlinder, Snel door het luchtruim naar hem vloog, 't Was een mannetje met een clownmuts, Die lachend naar hem keek en boog. Pim schrikte in zijn droom en dien vlinder, Welk gevaar 't weer wezen zou. Uit angst hield hij steviger den stok vast. En hij voelde veel berouw. Knutselwerk en spelletje: Een windmolen nit lucifersdoosjes. Uit lucifersdoosjes zijn met eenige handigheid al lerlei aardige dingen te maken. Zoo kan men b.v. uit vijf doosjes een windmolentje samenstellen. Uit twee der doosjes drukt men den bodem, be plakt deze veryolgens met grauw papier en schuift hen kruisgewijs in elkaar. Deze vormen het voetstuk van den molen. Op den bovenkant van deze schraag zet men een doosje, met den bodem naar boven. Plak links en rechts de loodrechte zijwanden eraan vast. welke eveneens getormd worden door twee doosjes, waarna ons nog slechts rest dak en molewieken te vervaardigen. Van de vijf overgebleven schuifjes snijden wij uit twee den bovenkant, plakken hen scheef tegen elkaar en zetten ze, zooals de figuur aangeeft, als dak van den molen op de zijwanden. De molenwieken stellen wij samen uit twee aan- strijkvlakken. waardoor wij een spel steken, die in het dak geprikt wordt. Uit den bodem van een an der doosje kan men nog een kleine trap snijden, die aan de tegenovergestelde zijde aan den molen beves tigd wordt. De Q-truc. Vervolgens verzoeken wij één der aanwezigen een getal in gedachte te nemen, dat niet grooter is, dan het aantal geldstukken, dat op tafel ligt. De betreffende persoon moet nu, bij A beginnende en naar links omgaande, zooveel munten aftellen, als het in gedachte ganomen getal aangeeft( dus b.v. tot aan B (voor het getal 7) en dan, met B te begin nen weer opnieuw aftellen, nu echter in tegenover gestelde richting en steeds den kring van den Q volgend. Hij komt dan b.v. bij C. Dit aftellen rnoogt gijzelf echter niet zien, en na tuurlijk mag U ook het in gedachte genomen getal niet weten. Niettegenstaande dit kunt U toch aan geven. waar de persoon, met wien U dit experiment uitvr art heeft opgehouden met tellen, dus de plaats waar C is. C is namelijk altijd evenveel munten naar rechts geteld, te beginnen bij de aanhechting van den staart van den Q, als de staart zelf munten telt. Als dus, zooals op onze afbeelding, de staart uit vier geld stukken bestaat, dan is C altijd het vierde geldstuk naar rechts van den kring, waarbij het getal, dat de persoon in gedachte heeft genomen, niet de minste invloed uitoefent. Probeert het maar eens! Boemrang-werpen in de kamer. De Boemrang of Boemerang, een wapen der Australische inboorlingen, is een zeer interessant in strument. Als het goed wordt geworpen, keert het vanzelf terug in de hand van den werper. Men moet echter uiterst voorzichtig hiermee zijn, daar de mo gelijkheid niet uitgesloten is, dat de werper zelf door den boemrang wordt getroffen en dat is met het oog op het feit, dat de Australische Boemrang van een soort ijzerhout is vervaardigd, waarschijnlijk niet bepaald een aangename gewaarwording. Kent ge den Q-truc al? Dan gaan we bom samen leeren, want met die truc heeft men altijd succes. <5 @c A© Op een tafel leggen wij een aantal geldstukken of speelpenningen neer, zoodanig dat zij een groote Q vormen. Daarom moeten zf), die het Boemrangwerpen niec tot in de finesses beheerschen, er steeds zorg voor dragen, dat zij op een volkomen open terrein, onder inachtneming van de noodige voorzichtigheid, deze sport beoefenen. De tegenwoordige sportwinkel3 verkoopen namaak. Boemrangs op ware grootte. Men kan echter ook in de*huiskamer het Boem- rang-werpen beoefenen. Natuurlijk niet met echte, doch met heel kleine „Boemrangetjes", die men uit kartonnen doozen kan knippen. Wij teekenen één van de figuren, die de afbeelding aangeeft, op het karton na en knippen haar nauw keurig uit. Dan legt men de kleine Boemrang op den kant van een boek, zoodat één der punten over steekt, of beter nog men klemt een punt onder den rand van de linkerwijsvingernagel en knipt met de rechterwijsvinger tegen den Boemrang aan, zoodat het wapen wegvliegt. Bij eenige oefening zal het ge lukken de kleine Boemrangetjes zóó af te schieten, dat zij weer precies op de plek neervallen, waarvan men ze heeft afgeschoten. Nu nog een kangeroe en een ring door den neus en wij zijn net echte, Australische negers! Vrouw gewurgd te Rotterdam. Van den dader geen spoor. Toen gistermorgen omstreeks 10 uur de pension houdster S. uit de Prinsenstraat te Rotterdam een van de vrouwen, die bij haar op kamers wonen, wil de wekken, kreeg zij op haar herhaald geroep geen antwoord. De bedoelde vrouw, de 36-jarige A. van Rijt, gescheiden vrouw van Z., had de voorkamer op de tweede verdieping, met de aangrenzenden alkoof in gebruik. De alkoof komt met een ventilaticraampje uit op de gang. Juffrouw S. is bij het raampje ge klommen, waardoor zij een gedeelte van de alkoof kon overzien. Zij merkte toen, dat er iets in het bed lag. Wat het precies was. kon zij niet onderscheiden. De deur, die toegang geeft tot de voorkamer, was op slot, zoodat juffrouw S. niet naar binnen kon gaan. Nadat zij ook nog een paar keer door het raampje had geroepen, zonder antwoord te krijgen, werd zij ongerust en zij alarmeerde de politie. Terstond zijn de commissaris en twee inspecteurs op onderzoek uit gegaan. De gangdeur werd opengebroken. In de voor kamer was niemand, in de alkoof vond men vrouw Van Rijt dod in het bed liggen in een groote plas bloed. Zij was geheel ontkleed. Over het lijk lag een dikke donzen deken; waardoor het lichaam nog de normale temperatuur had behouden. Men kon dus uit de temperatuur niet afleiden, hoe lang vrouw Van Rijt al dood was. De hals vertoonde twee blauwe plekken, en een punt van het hoofdkussen was met geweld in den mond geduwd, tot achter in de keel, tengevolge waar van de vrouw was gestikt. Aan het achterhoofd was een vrij groote scheurwond, welke kennelijk is toege bracht met een of ander hard scherp voorwerp. Deze wond heeft zwaar gebloed. In de afkoof noch in de voorkamer waren sporen van een worsteling te vin den. De politie staat voor een uiterst moeilijke taak. Uit het onderzoek bleek, dat de vrouw gisternacht omstreeks kwart over twaalf was thuis gekomen, in gezelschap van een man. Niemand van de medebewo ners van het pand heeft dezen man gezien, men heeft hem alleen gehoord. Aangezien de verslagene iederen avond een man mee naar huis bracht, had men er dan ook geen aandacht aan geschonken. Speciale kennissen had de vrouw onder deze mannen niet, zoodat er niet de minste aanwijzing bestaat omtrent de identiteit van de bezoeker van Maandagavond. To gen 4 uur gisternacht heeft men in de alkoof van vrouw Van Rijt eenig gestommel gehoord en een enkele medebewoonster meent omstreeks dien tijd ook een gil gehoord te hebben. Men is in het huis evenwel zóó gewend aan lawaai in het diepst van den nacht, dat men er verder geen acht op heeft ge- slagen. Ongeveer een kwartier later heeft men ieman uit de kaber van vrouw Van Rijt hooren komen en weg hooren gaan. Ook toen heeft niemand dc. bezoeker gezien. Blijkbaar heeft hij de deur ach'c zich op slot gedaan en den sleutel meegenomen. Het was bekend, adt vrouw Van Rijt binnenkort een zuster te logeeren zou krijgen en in verband hier mee wat geld had opgespaard. Veel meer dan een f10 of f 15 zou dit evenwel niet zijn geweest. In de voorkamer heeft de politie het beursje van de vrouw gevonden; er zat niets meer in. Uit de verschillende verklaringen leidt men af, dat de vrouw omstreeks 4 uur gisternacht is vermoord. Voor het overige tast men nog geheel in het duister. De fotodienst van de politie, de dactyloscopische dienst en de deskundige, dr. Van Rijsel, hebben gistermorgen bij het voorloopige onderzoek geassis teerd. Het lijk is naar het ziekenhuis aan den Cool- singel overgebracht, waar gistermiddag de sectie zou worden gehouden. Doordat niemand de vrouw met den man heeft zien binnenkomen en niemand den bezoeker heeft zien vertrekken en men ook geen enkele aanwijzing heeft, in welke richting men naar hem zou moeten zoeken, staat de politie hier voor een uiterst moeilijke taak. Intusschen wordt het onderzoek met kracht voortge zet. PEST OP DE PHILIPPIJNEN. Honderden personen omgekomen. V.D. verneemt uit Parijs: Uit Manilla wordt gemeld, dat op Luzon pest is uitgebroken. Reeds zijn honderden personen aangetast en om gekomen. NEGER GELYNCHT. In de gevangenis te Darian in den Amerikaanschen staat Georgië, was een neger opgesloten, die ervan beschuldigd was, in een revolvergevecht een politie agent te hebben gedood en drie andere politiemannen te hebben gewond. Ofschoon de gevangenis bewaakt werd door natio nale garden, bewapend met machinegeweren, werden dezen in bedwang gehouden door de lynchers, die de gevangenis wisten binnen te komen en den neger doodschoten. Kun je niet met twee woorden jawel, maar ik weet niet of ik n •uffrouw moet zeggen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7