Uit het Rijk der Vrouw.
KNUTSELWERK.
Nieuwe Herfsthoeden.
Richelieuwerk.
Overeenkomstig het advies van den gemeente-opzichter
wordt aan L. C. van Wel ontheffing verleend van de art.
19 en 23 der bouwverordening. Het blijkt dat de voorga-
nomen verbouwing reeds klaar is.
Benoemingen.
Aan den heer J. P. Goelema wordt met ingang van
11 Sept. 1930 eervol ontslag verleend als ambtenaar van
den burgerlijken stand en in diens plaats met algemeene
stemmen benoemd de heer W. L. Corelje.
Voor benoeming van een lid-werknemer van de com
missie van toezicht op het correspondentschap der ar
beidsbemiddeling, bevelen B. en W. aan: 1. Jb. Nannis,
Oudesluis; 2. M. van Dok, St. Maartensbrug. De heer
Nannis wordt met algemeene stemmen benoemd.
Allerlei.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
gunstig beschikt op het verzoek van de Harmoniever-
eeniging „Concordia" te Oudesluis, om een subsidie van
f 30.
Van de commissie voor den legwedstrijd te Beemster,
is een verzoek ingekomen een klein bedrag op de ge-
meentebegrooting te plaatsen ten behoeve van den leg
wedstrijd. B. en W. stellen voor, voor 1931 een subsidie
van f 15 toe te kennen. Zonder discussie wordt hiertoe
besloten.
Van het bestuur der woningbouwvereniging „Zijpe"
was het verzoek ingekomen om een extra bijdrage van
f 50 per jaar in de exploitatie van de 10 woningen, ten
einde het salaris van den secretaris-penningmeester met
genoemd bedrag te kunnen verhoogen.
B. en W. stellen voor het verzoek in te wilHgen.
Door den Voorzitter wordt toegelicht dat de penning
meester, de heer Paarlberg, terecht oordeelt dat zijn sa
laris te klein is. Er is aan de functie, vooral door het
ophalen van de huur, heel wat drukte verbonden.
De heer Van der Oord, die deel uitmaakt van de
commissie van toezicht, zegt wel eenigermate op de
hoogte te zijn van de werkzaamheden en spr. oordeelt dat
als er één baantje is dat 6lecht wordt betaald, dan is
het 't baantje van den heer Paarlberg. Spr. beveelt daar
om het voorstel van B. en W. bij den raad aan.
Zonder bespreking wordt overeenkomstig het voorstel
Van B. en W. besloten.
Door B. en W. wordt voorgesteld tot onderhandsche
verhuring, van de verbouwde onderwijzerswoning te
Petten aan het hoofd der openbare lagere school aldaar
tegen een huurprijs van f 300 per jaar, ingaande 16
Augustus j.1.
De Voorzitter licht toe, dat het thans na de verbouwing
een keurig huis is, netjes ingericht en B. en W. oor-
deelen dat een huur van f 300 gemotiveerd is.
De Keer Dignum vraagt hoe hoog de huur tot nu toe
was waarop geantwoord wordt van f 200.
De heer Doorn vraagt hoe de voorgestelde huur te
genover die der onderwijzerswoningen te Burgerbrug en
St. Maartensbrug staat.
De Secretaris deelt mede dat de huren voor de on
derwijzerswoning te Oudesluis is f 390, Schagerbrug f 300,
en de overigen f 250.
Overeenkomstig het voorstel van B. en%W. wordt met
algemeene besloten.
Artikel 13 der Lager Onderwijswet.
Van den heer J. Wijnja te St Maartensvlotbrug, Belk-
merweg, is het verzoek ingekomen om tegemoetkoming
in de kosten verbonden aan het bezoeken der bijzon
dere lagere school te Krabbendam door 2 zijner kinderen
B. en W. stellen voor een vergoeding te verleenen van
f 75 per jaar, te rekenen van 1 September 1930 af.
De Voorzitter licht toe dat adressant een arbeider is
van den heer P. Kater, dat de vervoerkosten bedragen
f 86. maar de man zelf f 11 wil bijdragen, en een zeer
geschikte regeling voor* vervoer is getroffen. Adressant
heeft zijn best gedaan om het vervoer zoo goedkoop
mogelijk gedaan te krijgen.
De heer Van der Oord vraagt of de gemeente verplicht
ts in de vervoerkosten bij te dragen, als de kinderen
naar een school bulten de gemeente gaan.
De heer Blom: Als er een christelijke school in onze
gemeente stond, niet.
De heer Van der Oord zegt dat zijn arbeider ook
christelijk is.
De Secretaris zegt dat die geen bijdrage zou krijgen,
omdat diens kinderen eentnaal op de openbare school zijn
geweest en het dan geen beginselkwestie meer is.
De heer Doorn zegt dat men ieders beginsel moet eer
biedigen, maar spr. wijst er op dat heeren werkgevers
alles in de gemeente halen en het Armbestuur daardoor
wordt belast. Datheeft de gemeente al ettelijke duizenden
guldens gekost en spr. zou heeren werkgevers willen
verzoeken daar eens rekening mee te houden. Als een
werkgever een" arbeider binnenhaalt, en die voldoet goed,
dnn moet de werkgever den arbeider voor het vervoer
der kinderen tegemoet komen, dat zou niet anders dan
billijk zijn geweest.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten.
Aanvaard wordt een schenking (gedeelte van een per
ceel water) van don polder H voor uitbreiding der al
gemeene begraafplaats te Sint Maartensbrug.
Op het verzoek van S. de Beurs om ontheffing yan zijn
aanslag ln het schoolgeld wordt gunstig beschikt.
De gevaarlijke vlotbrug te 't Zand.
Alvorens tot de rondvraag over te gaan wil spr. den
raad mededeeling doen naar aanleiding van de vraag van
den heer Dignum in de vorige vergadering over den
slechten toestand van de vlotbrug te 't Zand. Spr, heeft
zich eens persoonlijk gewend tot den directeur-ingenieur
van den Rijkswaterstaat te Haarlem en deze deelde
mede dat nog steeds gewacht werd omdat men niet wist
waar de nieuwe brug gemaakt zou worden. Spr. heeft
er toen op gewezen dat als er een nieuwe brug kwam,
er nog een paar jaar over zou verloopen eer die in ge
bruik kon worden genomen, en er beslist ongelukken
zouden gebeuren els de vlotbrug in zoo'n slechten toe
stand bleef. Er is spr. toen medegedeeld, dat den volgen
den dag een vergadering aan het Departement zou wor
den gehouden over de bruggen en dan waarschijnlijk
de beslissing zou vallen over de vlotbrug en dat dan ook
de bezwaren van spr. naar voren zouden worden ge
bracht. Spr. heeft 10 6,11 dagen gewacht, maar kreeg
geen bericht en heeft toen Haarlem opgebeld. Het ant
woord dat spr. kreog bevredigde hem niet. het stolde
hem niet gerust of er wel iets zou gebeuren en spr.
heeft zich daarom met een sehrijven tot den minister
gewend en er op gewezen dat verbetering van de vlot
brug dringend noodzakelijk was en hij het in verband
met de veiligheid zijn plicht achtte, dat voorziening niet
kan en mag worden uitgesteld en dat het niet denk
beeldig was, dat ongelukken zouden gebeuren. Het zou
ondoenlijk en onverantwoordelijk zijn te wachten tot de
nieuwe brug gereed zou zijn-
De heer Dignum dankt den Voorzitter voor zijne be
moeiingen, maar vreest dat het resultaat niet groot zal
zijn.
Meer gevaarlijke punten.
De heer Smit zegt dat hij eenige maanden geleden
gewezen heeft op den gevaarlijken hoek bij café Broer
en spr. vraagt wat B. en W. daaromtrent hebben be
sloten.
De Voorzitter zegt dat B. en W. daar niets aan heb
ben gedaan. Waarschuwingsborden plaatsen geeft toch
niets, want ze rijden evengoed hard.
De heer Smit zegt dat er in onze gemeente nog een
buitengewoon gevoelig punt is, de heining bij de brug
wachterswoning te Stolpe belemmert, als men vanaf Cal-
lantsoog komt, alle utizlcht, men kan niet zien wat er
van 't Stort aankomt en ze rijden tegenwoordig op den
rijksweg zoo hard, dat het toeval is als er geen ongeluk
ken gebeuren. Spr. zou willen dat hetzij bij den brug
wachter, hetzij bij rjjksautoritelten werd verzocht om
de heining te doen verdwijnen of zóó laag op te snoeien,
dat het uitzicht niet langer wordt belemmerd.
De heer Nannis zegt, dat als het betreft, opheffing van
verkeersmoeilijkheden, hij aan de zijde van den heer
Smit staat, Maar als de gemeente in dat opzicht zal op
treden, zal zij zich officleele offers moeten getroosten
en spr. vraagt of de raad In dat geval een bedrag wil
voteeren.
De Voorzitter meent dat als voor alle gevaarlijke pun
ten moet worden Ingegrepen, de kosten zeer zullen te
genvallen.
Het sluitingsuur.
De heer De Wit zegt nog eens te willen aandringen op
het instellen van een sluitingsuur, er komen klachten
over.
De Voorzitter zegt dat er toch een rijksveldwachter is.
De heer De Wit heeft zich al eens tot den rijksveld
wachter gewend, maar zonder resultaat Spr. zegt dat
er wel 2 gemeenteveldwachters zijn.
De Voorzitter zegt dat ér één dienst doet. Spr. zal er
eens over praten met den rijksveldwachter.
De heer De Boer wil, als regent van het Weeshuis,
nog eens terugkomen op de opmerking over de rekening.
De Voorzitter zegt dat dit punt is afgeloopen en na
afloop der raadsvergadering er wel over gesproken kan
worden.
Hierna volgt sluiting.
Een practische vochtigheidsmeter.
Ren werkelijlc betrouwbaar toestelletje, waarmede
wij de vochtigheid van de ons omringende lucht
kunnen meten, hetgeen te pas kan komen, om het
weer voor de komende dagen te kunnen voorspellen,
kan men zonder kosten op de volgende wijze ver
vaardigen:
Men neemt een mooie stroohalm van ongeveer 10
of 12 c.M. lengte en splijt deze in de lengte in 5 of 6
delen. Was de halm droog, dan zullen de deelen
steeds meer of minder krom trekken en wel altijd
naar de binnenzijde van den halm.
Men neemt nu een houten plankje van de afme
ting 10 bij 15 ongeveer; door middel van een schroef
bevestigd men op dit plankje een klein houten
schijfje, waarin men een kleine inkerving heeft ge
maakt, zooals op de afbeelding duidelijk te zien is.
(Kijk maar naar de letter S-. In deze inkerving steekt
men nu een der einden van een spaan van den
stroohalm, De spaan moet stevig vastzitten. Des
noods kan men nu de spaan met een beetje lak nog
steviger bevestigen. Besprenkelt men nu de spaan
met warm water, dan zal zij zich geheel uitstrekken.
Houdt men daarentegen het toestelletje twee of drie
minuten in den oven, die op 100 graden, dus tot op
het kookpunt verhit is, dan zal het stroo sterk
gaan omkrullen. De beide eindpunten teekent men
op het hout aan met 100 voor de natte halm en 0
voor den drogen halm en de daartusschen gelegen
punten kan men nu in gelijke deelen verdeelen,
zooals de afbeelding het aangeeft, Wij moeten er
echter op letten, dat de binnenkant van den stroo
halm naar het 0-punt wijst en de buitenkant naar
het 100-punt.
Het toestel is zoo gevoelig, dat het reeds voldoende
is er tegen te ademen, om reeds een opmerkelijke
verandering in den stand van den stroohalm te kun
nen aflezen.
Het horloge dat vanzelf slingertl
Een heel aardig experiment, waarmede de slin-
gerwetten duidelijk worden bevestigd, kan men
gemakkelijk maken van een horloge. En wel op de
volgende wijze:
Een slinger, dwz. een of ander gewicht, dat b.v.
aan een draad hangt, slingert, wanneer het in be
weging wordt gebracht, volgens bepaalde wetten
heen en weer. Hoe korter de slinger is, des te meer
dnn slingert het gewicht in de minuut juist 60 maal
heen en weer. Hoe korter ed slinger is, des te meer
keeren beweegt zich de slinger. Het aantal slingerin
gen staat in bepaalde verhouding tot de lengte van
den slinger. Zoo weet men b.v. dat een slinger, welke
120 maal per minuut heen en weer gaat, 25 c.M. lang
moet zijn, terwijl een slinger met 2-40 bewegingen per
minuut, 6.25 c.M. lang is.
De slinger van een eenvoudig horloge zooals
men in den vestzak draagt (dergelijke uurwerken
kan men tegenwoordig reeds voor f 1.50 koopen)
gaat juist 240 maal heen en weer in een minuut.
Deze horloges hebben nl. ook een slinger, zij het dan
ook een miniatuurslingertje. Het is het kleine raadje
met het fijne veertje, dat zich steeds heen en weer
beweegt. Wat zou er nu gebeuren, als men het hor
loge zelf tot slinger promoveerde? Wij zullen het
eens probeeren! Wij slaan een spijker in een recht
opstaand plankje, of in den muur en hangen het
horloge niet een draag daaraan op. Zorg er echter
voor, dat er steeds een tafel onder staat, zoodat het
horloge bij eventueel breken van den draad geen
grooten smak maakt. De draad maken wij zoo lang
dat de geheele slinger gemeten van het zwaartepunt
(ongeveer het middelpunt) van het horloge tot het
einde van den draad ongeveer 6.25 c.M., het komt op
geen millimeter aan, lang is. Het horloge zal nu
vanzelf beginnen te schommelen. Zoolang het uur
werk loopt, zal het horloge blijven doorschomme
len. Natuurlijk zal de slingering niet zoo overmatig
groot wezen, maar een centimeter zal zij toch zeker
wel bedragen. Het slingeren is duidelijk zichtbaar,
vooral als men de lengte van den draad vrij juist
benaderd heeft. Het i !.t. heel eigenaardig, dat het
kleine peuterige ra- in het uurwerk in staat is,
het zoovele malen gi re horloge te doen slingeren.
Op onze afbeelding is ons horloge met een s-haakje
op de gewenschte lengte aan den spijker opgehan
gen. Men kan natuurlijk ook een draad nemen. Met
het oog op de grootere wrijving zou zelfs een draad
verkieslijker zijn.
„Achter de coulissen" een geheimzinnig woord
wordt er druk gewerkt. Zelfs de étalages zullen bin
nenkort wel al het een en ander laten zien De groote
fluweelen hoeden, die wij dezen zomer vooral tij
dens de korte hittegolf zagen dragen, deden ook al
denken aan den naderenden herfst. En overal vraagt
men zich af, of die groote fluweelen hoeden er nu
werkelijk in zullen komen.
Vermoedelijk zullen de groote hoeden wel weer
gauw van het tooneel verdwijnen. Toch is het begin
van den herfst de tijd, waarin het publiek bij voor
keur de nieuwe mantels koopt en dan ligt het aan
schaffen van een bijpassenden hoed voor de hand.
Maar de nog steeds zeer populaire groote bontkragen
maken een groote hoed onpractisch en de herfstwin
den doen er ons ook niet naar verlangen.
Toch zullen de hoeden dezen winter niet meer zoo
klein zijn als de vilten kapjes, die wij verleden jaar
droegen. Overal is er meer materiaal gebruikt,, waar
door de vorm ook meer individueel gemaakt kan
worden. Vilt blijft ook nu weer het meest populair.
Naast de bekende soorten zien wij nu ook weer ve
lours soleil, een dik soort vilt, dat wel iets van plu
che heeft, en ook ruwharig vilt. Maar ook fluweel
zal tamelijk veel gebruikt worden.
De hoeden hebben van achteren nagenoeg geen
rand, zijn verder zeer onregelmatig gevormd en ge
woonlijk aan den rechterkant veel grooter dan links.
Voor dagelijksch gebruik zien wij een groot aantal
kapjes en barets m ook kleine hoeden, die het ge
zicht aardig omlijsten. Ze zijn eenvoudig versierd
met een lint, of met bont. Ook ziet men wel combi
naties van verschillende kleuren, vooral van zwart
en wit Dubbele randen en dubbele opstaande reepen
zullen het allernieuwste zijn. Verder zal aan den
binnenkant van den hoed ook dikwijls garneering
worden aangebracht, b.v. een aan den binnenkant
van den bol bevestigd fluweelen lint, dat aan één
zijde den breeden rand van den hoed opbindt.
Richelieuwerk blijft altijd netjes en daarom heb
ben de meeste dames er ook groote voorliefde voor.
De nieuwe medaillons, die bloempotjes voorstellen,
kan men gebruiken voor gordijntjes, tafelloopers,
kleedjes, vingerdoekjes en kussenovertrekken. Men
moet er alleen voor zorgen, dat men de randen voor
zichtig bijknipt, zoodat ze niet gaan rafelen en het
werk er daardoor slordig gaat uitzien.
De lange winteravonden korten wij ons graag met
een handwerkje. Het hier gegeven voorbeeld, een pot
met een tulp, is geschikt voor kleine vingerdoekjes
en kan ook gewerkt worden in een hoek van een
nachtzak of een zakdoekensachet of in het midden
van een groot kleed. Het patroon komt zoowel op
een witten als op een lichtgckleurden achtergrond
goed uit.
Kussens.
In moderne zoowel als in ouderwetsche huizen ziet
men altijd een groot aantal kussens op de divans en
in de cosy corners. Sommige kussens zijn van leer,
oudgoud, satijn of roode tafzij gemaakt en vertoo-
nen kubistische motieven. Gestikte kussens zijn voor
al modern in slaapkamers; zij zijn gemaakt van taf
zij en hebben b.v. een uit spitstoeloopende stukjes
vervaardigd middenstuk met effen, rechthoekige zij
stukken. Ieder stukje moet apart gevoerd, omgenaaid
en eenigszins opgevuld worden. Het is mooi, gerim
pelde en gladde stukken met elkaar af te wisselen;
wij zagen dit bij een kussen van violet satijn. Ook
mooi zijn kussens van licht fluweel, waarop in het
midden een enkele bloem is gewerkt en die omgeven
zijn door een ruche.
iets nieuws is fluweel met balletjes. Voor mantel
pakken zal men naast zwart en bruin ook donker
blauw en fleschgroen zien. Ook zullen wij mantel
pakken zien, waarbij de mantel maar weinig korter
is dan de rok; deze mantel kan dan ook nog gedra
gen worden bij een fluweelen japon van dezelfde
stof.
Nieuwe herfststoffen.
Deze toonen ons weer een toenemende voorliefde
voor fluweel. Vooral de effen kleuren zullen weer
populair zijn. Namiddagmantels en mantelpakken
worden gemaakt van velvet, een sterker soort flu
weel, dat zelfs tegen regen bestand is Namiddag
en avondjaponnen worden gemaakt van velours
chifon, dat bestaat uit dun gaas met fluweelen bloe
men. Ook bedrukt fluweel zal groot succes hebben en
Zwart Fluweel.
Het is nog geen jaar geleden, dat de strijd om den
langen rok begon en als men de eerste modellen
van de avondjaponnen voor dezen winter bekijkt, is
die strijd zelfs al gewonnen. De rokken zijn rond
om lang en zelfs zoo lang, dat het gemakkelijk zal
zijn, er gracieus mee te loopen. Men ziet zelfs enkele
uitgesproken Empire-modellen. Men moet slank zijn,
om deze kleuren te kunnen dragen, want zij kunnen
niet eenvoudig van snit zijn, maar vereischen inge
wikkelde modellen en garneeringen Als materiaal
is vooral zwart fluweel zeer populair. Door de soe
pelheid van de stof wordt voorkomen, dat de japon
zwaar lijkt en dit is juist de eisch voor deze nieuwe
toiletten, aangezien zij zoo wijd en lang zijn. Bij
zwart fluweel wordt licht bont gedragen, vooral her
melijn en ook echte gele kant. De modellen zijn dik
wijls antiek, terwijl vreemde handschoenen en korte
avondmanteltjes het toilet voltooien.