riET DE ETALAGE
DE VROUW
RECLAME.
Bijvoegsel van de SCHAGER COURANT van Woensdag 24 September 1930. No. 8736.
„Wanneer U mij niet zegt,
wat U te koop heeft, waar van
daan moet ik dat dan weten?'
EN DE
„Ich kiisse Ihre Hand,
Madame 1"
HET grootste deel van alle reclame,
vóór alles de aanbiedingen be
treffende de dagelij ksohe ge-
fa ruiks-artikel en, is tot de vrouw gericht
Advertenties in de bladen, uitstallingen
achter het winkelraam, lichtreclame, prijs
couranten en catalogi, alles wendt zioh
in de eerste plaats tot de vrouw, ver
zoekt om haar aandacht en gunst De
vrouw is degene, die inkoopt, die het
geld uitgeeft; een aanzienlijk deel van
het volksvermogen gaat door haar han
den. En het eigenaardige daarbij is: de
vrouw reageert niet alleen op
reclame, zij is zelf reclame, kan dat
tenminste zijn. Reeds de uiterlijke ver
schijning van een vrouw, de smaakvolle
elegance van haar kleeding, en wat zij
verder om en aan zich draagt, dit alles
beteekent reclame.
Wat heeft de mode-industrie aan de
meest origineele invallen, de beste smaak,
de schoonste kleurschakeeringen?! Zij
blijven dood en leeg, wanneer de vrouw
niet alles bezielt en verlevendigt, wan
neer de bekoorlijkheid van de vrouw zich
daarin niet openbaart en tot het verlang
de resultaat voert. Mooie vrouwen wor
den geëngageerd, om voor de camera of
in de film als draagsters van kostbare ge
waden, van pelzen, ondergoederen, schoe
nen enz. te fungeeren, precies net eender
als de mannequins in de modesalons.
De vrouw dient de reclame, gelijk deze
op haar beurt de vrouw weer dient;» het
is een eeuwig spel van wisseling, een
innige band van samenhang. De man is
met betrekking tot zijn kleeding, zijn in-
koopen, zijn gewoonten getrouw, conser
vatief; hij is meestal een vijand van
w i n k e 1 e n, hij heeft geen tijd, de adver
tenties de bestudeeren, deszelfs verlok
kingen te volgen. Wanneer het dan ook
z ij n zaak is, om geld te verdienen, dan
is het toch zaak van de. vrouw, om het
op de juiste manier uit te geven. Ja, de
voor den man bestemde voorwerpen wor
den vaak door.de vrouw gekocht De
vrouw is begeerig naar iets nieuws, zij
heeft afwisseling noodig, sensatie, zij is
beweeglijker, gemakkelijker voor iets te
interesseeren en enthousiaster dan de
man.
In de uitgaande wereld is het de vrouw,
die het programma voor den avond sa
menstelt, en bij de keuze van een titel
voor een tooneelstuk denken de schouw
burgdirecteur en auteurs in de eerste
plaats aan de mogelijkheid, of deze titel
de vrouw ook iets zegt, of hij haar be
langstelling kan wekken. Hoe of een
vrouw op een boek of een drama reageert,
is voor zijn lot dikwijls van zeer groote
beteekenis.
„Goede waar behoeft geen krans!" is
een van de spreekwoorden, waaraan we
al lang geen waarde meer hechten, dat
ouderwetsch, ja belachelijk geworden is.
Daarvoor is in de plaats gekomen de
Amerikaansche tegenovergestelde ten-
denz: „Wanneer U mij niet zegt, wat U
te koop heeft, waar vandaan moet ik dat
dan weten?" Een nieuwe kunst is ont
staan, de „kunst om te verkoopen", een
nieuwe wetenschap wordt geleerd:
„Klantendienst en klantenverzorging", in
Engeland en Amerika kortweg „dienst"
genoemd. Wie waren "aanprijst, richt zich
feitelijk tot allen, maar toch heeft de
enkele vrouw het gevoel, dat het tot haar
alleen is, en dat zij juist dat nog noodig
heeft, wat aangeboden wordt. De sug
gestie kan zoo intensief zijn, dat het der
vrouw onmogelijk schijnt zonder het aan
bevolen koopje verder te kunnen gaan.
Dat beleeft men dagelijks met dè artike
len, die aan mode onderhevig zijn. Toilet-
benoodigdheden, die voorheen onbekend
waren, zijn, zoodra ze mode zijn gewor
den, plotseling voor alle vrouwen onont
beerlijk.
Deze aangename atmosfeer, die het
geld-uitgeven gunstig is, deze „zonne
schijn", zooals de Amerikaan zegt
de couranten trachten hem bereids in den
vroegen morgen te scheppen. De vrouw
„bestudeert" de advertenties, die haar in
't geheugen moeten prenten, waar zij den
vóór- of namiddag of 's avonds heeft te
loopen om haar inkoopen te doen. Ook
zelfs, wanneer zij niet bepaald iets
noodig heeft, kunnen toch die behoef
ten gewekt worden; ook dat is een ver-
eischte waaraan de advertentie moet vol
doen, en waardoor de vrouw bij het lezen
ervan dikwijls invalt, wat zij zoo drin
gend noodig heeft. De advertentie is voor
haar een soort notitie-boekje geworden.
Zouden de advertenties niet bestaan, de
huisvrouw zou misschien dikwijls rade
loos zijn. Zij scheppen voor haar de gele
genheid om te vergelijken, zij leeren haar
het prijsniveau kennen, zij oefenen in
vloed uit op haar eerzucht, haar ijdelheid,
haar eer als huisvrouw, haar gevoel voor
zinkelijkheid, haar bijgeloof. (Wil je ge
lukkig zijn? Zoo ja, draag dan deze ring,
dezen armband, dezen heilige, deze
mascotte.) Zij raden haar geheime zor
gen en bevredigen ze; zij prijzen thee
aan om slank te worden en pillen om de
buste te ontwikkelen; zij bevelen pastilles
bij haar aan om voor haar echtgenoot te
koopenj om ze na het rooken te gebruiken.
Ook al is het waar, dat de vrouwelijke
belangstelling, in tegenstelling met de
manlijke, meer uitgaat naar het onbe
duidende, van de opvallende, „schreeu
wende" reclame houdt de vrouw abso
luut niet. Zij wil op beleefde manier uit-
genoodigd, maar niet gedwongen, niet ge
prest worden. Haar vrijheid blijft haar
hoogste gebod. Ook houdt een vrouw er
niet van dat de artikelen van allerlei
hoogdravende en zich zelf verheerlijken
de opschriften zijn voorzien. Critiek en
beoordeeling is zaak van de koopster,
niet van den verkooper; zij laat zich niet
gaarne vóórschrijven wat ze wèl en wat
ze niet moet koopen.'Bijvoorbeeld: „het
meest passende geschenk" of „de ele
gantste japon", de „fijnste schoen"! De
werkelijk elegante japon, de werkelijk
elegante schoen hebben deze aanbevelin
gen niet noodig.
Voldoet echter een aankondiging aan
haar verwachtingen, dan heeft zij ge
woonlijk haar doel bereikt: de bezoeker
van vandaag is de trouwe klant van mor
gen.