SchagerCourant HET MEISJE UIT DE STAD. POLDER ANNA PAULOWNA Tweede Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Dinsdag 7 October 1930 73ste Jaargang. No. 8743 Strafzitting ven Vri|dag 3 October 1930. ZENUWEN ZIJN ONGEWENSCHTE MEDE PASSAGIERS. Ingevolge een op de zitting van 29 Augustus geno men beslissing tot aanhouding, werd heden voortge zet een verkeersovertredingszaakje contra den heer Adriaan F., courier van het Dagblad „De Tijd" te Alkmaar, die op 23 Juli per rijwiel plotseling het Ritsevoort over willende steken, ten einde de Vrou wenstraat in te slaan, verzuimde ter juister tijd het vereischte verkeersteeken te geven, waardoor een aanrijding ontstond, met een anderen wielrijder, den heer Jacob Ril, die op deze onverwachte manoeuvre niet verdacht was. Op de vorige zitting was niet te genwoordig een der opgeroepen getuigen, 'n automo bilist, die thans behoorlijk present zijnde, eerlijk moest toegeven dat hij, hoewel behoorlijk gedagvaard, zich zonder eenige kennisgeving buiten de stad had begeven en zich (Jus aan zijn wettelijke plicht, hem voorgeschreven bij artikel 444, wetb. van Strafrecht, had onttrokken. Hij ontving dienaangaande een re primande en werd hem 'n vermoedelijke strafvervol ging bereids aangezegd, Wat de verdere behandeling der zaak betrof, deze leverde voor den verdachte, die toegaf een zenuw achtig wielrijder te zijn, geen voordeel op en werd hij mitsdien veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen bechtenis. eeBETER HARD „GEBLAZEN" DAN DEN MOND GEBRAND. Een automobilist uit Anna Paulowna, zekere heer Anth. H., kwam op Maandag 12 Mei te Alkmaar met een door hem bestuurde automobiel den zeer zeker niet ongevaarlijken hoek Breestraat-Schoutenstraat omrijden, ten einde zich in de richting Langestraat te begeven. Hij verzuimde echter de daar vooral zeer noodige signalen te geven, zoodat de heer D. Hartog, opzichter der gemeentewerken, die per rijwiel zich rechts van de Schoutenstraat voortbewoog in de richting Laat, onbewust van de nadering van het vernietigend monster, door dit motorrijtuig werd aangereden en kwam te vallen zonder gelukkig eenige lichamelijke of materieele schade te bekomen. Niet alleen echter de aangeredene, doch ook een an dere aanwezige, de heer Huisman, had er op gelet, dat geen geluidsignaal was gegeven en de chauffeur was er blijkbaar zelf ook niet rotsvast van overtuigd, althans toen de heer Huisman hem op dit verzuim attent maakte, vroeg hij verwonderd: Hé, heb ik niet geblazen? Het zal echter den niet ter zitting ver schenen verdachte nu wel duidelijk zijn, dat hij in gebreke is gebleven, aangezien hij tot f 10 boete subs. 10 dagen werd veroordeeld, overeenkomstig ar tikel 15 der Motor- en Rijwielwet. DAT WERD EEN PEPERDUUR BOTER HAMMETJE. Op Vrijdag 1 Augustus had te Bergen op den hoek Ooster- en Dorpsweg een krachtige aanrijding plaats tusschen twee elkander ontmoetende vrachtauto's, waarbij de auto, in gebruik bij den vrachtrijder Modder en bestuurd door diens knecht J. J. C. Otten, nogal tamelijk beschadigd werd. De schuld van die aanrijding werd geweten aan den 22-jarigen heer N. J. van W., chauffeur in dienst van den handelaar in bouwmaterialen Kloet te Alkmaar en wonende te Purmerend, welk jongmensch, vergetende dat het moeilijk is gelijktijdig twee heeren te dienen, al stu rende tevens genoegelijk zijn boterham zat op te peu zelen en dus niet voldoende op de richtige vervul ling zijner verantwoordelijke taak lette. Deze chauf feur, thans terecht staande, gaf als toen, in afwijking van zijn verklaring, voor den veldwachter afgelegd, de schuld aan het onvoldoende uitzicht ter plaatse, welk verweer nader werd toegelicht door een para bel van twee wandelaars, die door niemand werd be grepen. Hoewel ook de getuige Otten toegaf dat het uitzicht beter kon zijn. kwam voldoende naar voren, dat onoplettendheid hier de oorzaak was van het ongeval en werd de hongerige chaufeur, die de kwel lingen van Tantalus niet verkoos te ondergaan, ver oordeeld tot niet minder dan f30 boete of 30 dagen. FEUILLETON Uil het Engelsch van ff. A. V a c h e l l. Dat eenvoudige antwoord was hem genoeg. Ze kon rijn gedachten lezen terwijl hij naar de kleine graven ttaarde. Toen. bevreesd dat hij haar ten huwelijk zou vragen met de allervreemdste, ouderwetsche formule: Zal mijn gebeente bij het uwe begraven worden? zei ze vriendelijk: Dit is zoo'n droevig plekje en het ls zoo'n hemelsche morgen: Zullen we liever verder rijden? George knikte, terwijl hij vooruit reed, het struikgewas Jn, langs een smal pad, omzoomd door mazanita en wil de seringen. Het pad kronkelde zich naar een topje, vanwaar men een prachtig uitzicht op de hoeve had. George stond stil en keek op In de blauwe lucht, terwijl hij zijn oogen met zijn hand overschaduwde. Waar kijk je naar, vroeg Hazel. Aasgieren. Een van mijn veulens is in een geul ge vallen of er ligt een kalf te sterven. Dat weten ze, ze zijn altijd bij de hand. We moeten gaan kijken wat er aan de hand is. Het spijt me dat ik je ritje moet bederven, maar misschien valt er een leven te redden. Ik wil graag helpen. Mijn oogen zijn heel goed, antwoordde Hazel beminnelijk. 25e tuurde naar beneden in de vallei, die doorkloofd was met spleten door zware regens uitgespoeld. Maar George hiel de gieren in de gaten. Hij zag er drie. Daarginds is de narigheid. Hij wees naar een rotsspleet, ongeveer een halve mijl ▼er. Wil je hier wachten? vroeg hij. Kan ik niet meegaan? Het zal een moeilijke tocht zijn. Iets in zijn oogen wekte haar aandacht. Beschouwde hij haar alleen maar als een speelkameraad, die enkel pleizier zocht langs den gemakkelijken weg? Ik wou graag mee. - Goed. Hij drong dichter in het kreupelhout Hazal volgde. De taaie manzanita-takken sloegen haar tegen de wan gen. Haar paard struikelde en slipte langs de steile DE 'A.P.C.-MIJNHEER HAD REDEN TOT DOENING. De Hoofdvertegenwoordiger van de American Pe troleum Company te Alkmaar, reed op Woensdag 9 Juli in een door hem bestuurde luxe Chrysler op den Bergerweg tot zijn niet onverdeeld genot achter een zwaar beladen hooiwagen aan, loerende op een kans je, deze ongewenschte „voorganger" voorbij te kun nen schieten. Eindelijk deed zich de geschikte gele genheid voor en juist was de heer F. J. K. bezig om zijn voornemen tot uitvoering te brengen, toen een van de andere zijde, een ongezien motorrijder nader de, een Indian, bereden door den heer W. Bakker, afdeelingschef van de firma Spaander en wonende te Bergen. Deze heer, die eensklaps de auto voor zich zag opduiken, schrok natuurlijk en maakte een zwaai naar rechts, waardoor hij eenige langs den weg staande onpractische boompjes raakte en eenige ontvellingen aan zijn hand en motorrijwielschade be kwam. De heer van de A.P.C., den motorrijder be merkende, stopte direct en bezigde vlug het „reti rade" pedaal, teneinde zich achter den hooiwagen, dien hij niet kwijt scheen te kunnen raken, opnieuw weer op te stellen, zoodat een aanrijding door deze activiteit werd voorkomen. De heer K. besteedde voorts met loffelijke sportivi teit aan den motorrijder alle zorg en nam hem mede in zijn wagen, doch het scheen echter dat de heeren niet tot een vriendschappelijke schikking hadden kunnen komen, aangezien de heer K. heden terecht stond ter zake de hem ten laste gelegde overtreding en de heer W. Bakker tegen hem een civiele vorde ring indiende ten bedrage van fSi.50, teruggebracht tot f50( aangezien de kantonrechter van een hooger bedragen geen kennis neemt. Geen der beide compasanten was genegeh de schuldvraag bevestigend te beantwoorden. Volgens den heer Bakker was hft de heer K., die roekeloos en onvoorzichtig, terwijl het uitzicht op den weg niet vrij was, had getracht den hooiwagen voorbij te rij den, terwijl van de andere zijde een voertuig nader de. Naar het oordeel van den verdachte droeg de heer Bakker de schuld, daar hij zich als een zeer on bekwaam motorrijder had doen kennen en van dc hem nog tijdig geboden gelegenheid om te stoppen, waardoor de aanrijding met de boomen voorkomen had kunnen worden, geen gebruik had gemaakt. Als getuige a decharge werd op verzoek van den heer I\. nog gehoord de heer D. de Vries, garagehou der te Alkmaar, die op den bewusten dag aldaar eiengen tijd achter den motorrijder had getuft, waarbij het hem had gefrappeerd dat deze blijken gaf zeer onbedreven te zijn. Hij morrelde aan aller lei knopjes en instrumenten en reed onvast over den weg, zoodat de heer De Vries schroomde hem voor bij te rijden. De heer B. moest zelf trouwens toegeven, sinds 1921' geen motor meer te bben gebezigd en zich eerst kortelings een Indian te hebben aangeschaft. Hij had in een zeer kalm vaartje, op de le versnelling gere den. De heer ambtenaar, aanvankelijk de zijde kie zende van de benadeelde partij, wijzigde na het ge tuigenverhoor zijn standpunt en requireerde vrij spraak, in welken geest de kantonrechter vonnis wees, met afwijzing der civiele vordering ad f50. TWEE BEJAARDE MF.NSCHEN TEGEN DE VLAKTE GEREDEN. Op den 15 Augustus, een R.K. feestdag, begaf het bejaarde echtpaar A. S. Brouwer, timmerman aan den Omval, te Alkmaar, en diens echtgenoote, na den bijgewoonden morgendienst in de St. Laurentius kerk te Alkmaar, zich huiswaarts en bewandelden het of ficieel aangewezen rijwielpad langs den Schermer- weg. Dit was feitelijk niet toegestaan, doch de Scher- merweg biedt voor voetgangers al vrijwel geen vei lige gelegenheid meer. Het bleek echter dat ook deze wandelweg niet van gevaren was ontbloot, aangezien in de nabijheid van hun woongehucht beiden werden aangereden door een bijzonder woesten en gehaasten fietser, den 19-jarigen arbeider op de inlegfabriek Jozef B.. wonende onder, gemeente Oudorp, die wei*: nig tijd had om zijn schafttijd te benutten en nu over het stuur gebogen met de snelheid van een Piet Moeskops voortrace-de. Zijn mede-inlegger. Jan So- mers, reeds niet minder wild. doch was althans zoo humaan de twee oudjes op het rijwielpad te ontwij ken doch Jozef B. nam die voorzorg niet, smakte eerst de oude vrouw tegen den grond en wierp daarop den bejaarden houtbewerker tegen de zich aldaar bevin dende stoomtramrails aan. De oude heer kwam er nog goed af, doch zijn echtgenoote bloedde hevig aan het achterhoofd en bleek een hersenschudding be komen te hebben, zoodat opneming in het zieken huis noodzakelijk was. Met tranen in de oogen ver klaarde de heer Brouwer Vrijdag, toen de roekelooze wielrijder terecht stond, dat zijn vrouw als gevolg van de aanrijding nog steeds niet hersteld was. Wat voorts het al te haastige jongemensch betreft, hij had van zijn snelheidsbevlieging niet veel voor- W IJ BREIEN en repareeren alle soorten WolleD Kleeding, Kousen en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid- straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel. Depot Schagen: C. de Moei, Noord. helling. De hitte was ontzettend. Wat mooi! riep ze, toen ze uit een kreupelbosch in een mooi laantje kwam. Een groote winterharde elk spreidde zijn reusachtige takken over het nog groene gras. Een bron ontsprong uit den heuvel en vloeide in en over een paar troggen. Iets lager was een weitje, waar vee graasde. Verschil lende boomsoorten teekenden zich af tegen den grijs groenen achtergrond der heuvels. Hij stak de open plek over, gevolgd door Hazel. Ze had graag wat ge rust bij de bron, maar ze merkte dat George wou door zetten. Het dier is nu bijna dood, er zijn vijf gieren, zei hij. Ze gingen opnieuw door het kreupelhout, gleden nieuwe hellingen af en kwamen eindelijk op den bodem van de geul; een rivierbed, nu leeg, op de cactusplanten na, bezaaid met rotsblokken. George vloekte woedend. Stijf tegen den rotsmuur, nog op de pooten, maar klaarblijkelijk worstelend met den dood, stond een veu len. Voor een moment herkende Hazel het niet als zoo danig, want de kop van het dier was tot monsterachtige- afmetingen opgezwollen. Hij zag er uit als een ponnie, met den kop van een nijlpaard. Wat mankeert dat beest? vroeg Hazel. Slangenbeet. Hij gleed uit den zadel en ging naar het veulen toe, terwijl hij het met zachte stem toesprak. Het arme dier deed geen poging om zich te bewegen. George klopte het op den nek en aaide het over de trillende zijden. Toen kwam hij bij Hazel terug. Hij is gebeten door een slang. Ik kan hem mis schien redden, maar het zal er om gaan. Stap eens af. Ze gleed In zijn armen. Hij bond de beide paarden vast en nam een lasso van zijn zadel. Ga daar in de schaduw van de rotsen zitten, beval h«. Hazel gehoorzaamde, terwijl ze God dankte, dat ze geen man was. Onder het gaan keek ze angstig van links naar rechts, in verwachting de ineengerolde ra telslangen te zien, gereed voor den doodelijken beet Toen ging ze zitten en keek naar wat George deed. Hij bond het veulen vast en gooide het op den grond. Later leg de hij uit dat een paard het domste en ondankbaarste dier is, klaar om den man die hem helpen wil. aan te vallen en niet in staat vriend van vijand te onderscheiden Toen haalde hij een groot mes uit zijn zak, opende het en voelde met zijn duim erlangs. Hazel dacht: Nu gaat hij dat arme dier afmaken! Ze had wel graag haar oogen van dien wanstaltigen kop afgewend, maar ze kon het niet George bekeek neus en lip, op zoek naar den beet Toen sneed en hakte hij er op los, Hazel wendde Een uitstekende spijs vertering verkrijgt gij met behulp van Foster's Maagpillen. die zeer zacht werken. f0.65 per flacon. deel. Behalve een vernielde rijwiel moest hij heden terecht staan, werd duchtig gekapitteld voor zijn on- behouden optreden en ten slotte veroordeeld tot f20 boete of 20 dagen hechtenis. DE MISDAAD VAN ONWETENDHEID WORDT DOOR DEN KANTONRECHTER OOK GESTRAFT. De laatst^ iwezige verdachte was een net gc- costumeer.'i - ^rig heer, genaamd Arie L. en ver tegenwoordiger, te Alkmaar woonachtig, welke heer in den avond van Maandag 22 September aldaar op den Westerweg door een agent werd aangepompt, op grond van het feit, dat nummer en letter van de door hem bestuurde auto onverlicht waren. De heer L. had even te voren alles nog gecontro leerd en in orde bevonden, doch was het een z.g. los contact, dat het lichtgebrek veroorzaakt had. Er was natuurlijk geen sprake van eenig opzet, doch dit is bij een overtreding geen wettelijk ver eischte en al druischte het misschien tegen des hee ren L.'s rechtvaardigheidsgevoel in, kon 'n veroordee ling, zeer billijk gesteld op f2 boete of 2 dagen, he laas niet uitblijven. Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd ingelanden van den Anna Paulownapolder, op Zaterdag 4 October 1930, des morgens 11 uur ln het Polderhuis te Kleinesluis. Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans Zr., Dijkgraaf, secretaris de heer C. Keijzer. Afwezig is de heer G. J. Lovink, hoofdingeland. De Voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering en spreekt er zijn genoegen over uit. dat de vergadering zoo voltallig is; het was hem bekend dat de heer Lovink met vacantie afwezig was. De notulen worden gelezen, ze worden onder dank zegging aan den secretaris goedgekeurd. Mededeelingen. Door den Voorziter wordt medegedeeld, dat het be sluit van 28 Juni tot een nieuwe jaarwedderegeling voor de heemraden door Ged. Staten ls goedgekeurd. Op 30 Augustus heeft kasopname bij den penning meester plaats gehad. Kas en boeken werden ln orde bevonden. De verbetering der wegen. Wat de verbetering der wegen in samenwerking met de gemeente betreft, herinnert de Voorzitter eraan, dat door de vergadering van hoofdingelanden speciaal naar voreh is "gebracht, dat de polder tot nader overleg be reid is. dijkgraaf en Heemraden hebben daarom een schrijven tot het gemeentebestuur gericht, dat alleen tot effect heeft gehad, dat het in den raad voor ken nisgeving is aangenomen. D. en H. hebben gemeend, dat in verband met den tijd, een beslissing diende te worden genomen en hebben zich opnieuw tot B. en W. gewend om de zaak aanhanging te maken. De corres pondentie die daarbij is gevoerd, is vermenigvuldigd en wordt den heeren aangeboden. Deze correspondentie luidt als volgt: Schrijven van Dijkgr. en Heemraden aan het ge meentebestuur: Anna Paulowna, 8 September 1930. Bij brief d d. 14 April 11. no. 35/176 werd door ons medegedeeld, dat de polder gaarne bereid Is omtrent het verbeteren der wegen, gelegen tusschen de Coupure in den Noorddijk van de Wieringerwaard en de Kocy verder te onderhandelen. In verband daarmede zijn wij zoo vrij U hierbij over te leggen een overzicht van de door den polder reeds gemaakte kosten en eene begrooting van uitgaven, welke nog vereischt worden om het geheele traject te behandelen, gelijk aan het gedeelte, hetwelk reeds is haar oogen af, want ze wist dat het gezicht van bloed haar wee zou maken. Het was maar goed ook, dat ze niets zag. Want het bloed was bijna zwart en vloeide langzaam. Toen het overvloediger begon te vloeien, gaf George een zucht van verlichting. Hij zei tegen Hazel: Ik zal direct naar huis terug moeten rijden. Waarom in vredesnaam? We hebben een middeltje bij de hand. Er ls een tegengif voor dit vergift, dat hier in de heuvels groeit Ik heb het al dikwijls gebruikt. Negen van de tien kal veren of veulens komen er boven op. Blijf JU hier, Hier, bij de slangen? Wees maar niet bang, je zal er geen zien. Ik neem een korteren weg! Voordat zij het protest dat zij op de lippen had. kon formuleeren/ was hij op zijn paard gesprongen en uit het gezicht verdwenen. Hazel was woedend. Hoe durfde hij weg te rijden en haar alleen in dit slangenland ach ter te laten! Hoe durfde hij. Ze keek sidderend om zich heen. overtuigd dat er achter eiken steen een ratelslang zat. En dan was het onmenschelijk heet. De zonnestralen vielen loodrecht ln de kloof, waar geen briesje doordrong. De rotsen kaat sten de hitte terug. Door haar dunne schoenen heen kon zij ze voelen branden. Ze dacht aan de boschplek daar boven en ze vroeg zich af of ze daar zou kunnen komen. Ze was nooit zonder hulp op een paard geklommen. Ze besloot het te probeeren. George moest eens een lesje hebben. Ze ging naar haar ouden knol toe. Terwijl ze dat deed keek ze op en zag de gieren door de lucht zweven. Die afschuwelijke aasvogels! Als er eens Iets met haar gebeurde op deze akelige plek! Ze durfde er niet verder aan denken. Een vreemd scherp geluid, deed haar opschrikken. Het was een krekel, maar ze was overtuigd dat het de waarschuwing van een ratelslang was. En bovendien was het heelemaal onmogelijk precies te bepalen waar dat griezelige geluid vandaan kwam. Bevend bleef ze stilstaan. Nooit in haar korte leven had ze zich zoo hulpeloos gevoeld. Een tweede krekel antwoordde de eerste en toen mengde zich een derde in het concert De heele kloof zat vol ratelslangen! Toen steeg de eerste krekel gonzend op en ze zag dat ze zich een ongeluk geschrokken had van een miserabel insect. Ze lachte grimmig. Al deze angsten 20U zij George betaald zetten. IL Ze maakte haar paard los, bracht het bij een rotsblok en slaagde na eenige mislukte pogingen erin, om er bo venop te komen. afgewerkt. In dit traject zijn opgenomen, in verband met het door U eerder kenbaar gemaakt verlangen, de Nieuweweg van Z. Molenvaartsweg tot Spoorbuurt, de Spoorbuurt van Nieuweweg tot Stationsweg en de Stationsweg. Zooais uit dit overzicht blijkt worden de totaalkosten dezer voorgenomen en reeds aangevangen verbetering geraamd op f 93648.90. Wy vertrouwen, dat de uitvoering van het afge werkte weggedeelte Uw college bevredigt ln dezelfde mate, als dit by ons College het geval is. Om niet in herhaling te vervallen zulleh wij niet nader trachten aan te toonen dat wegen van een dus danige samenstelling, van groot belang zijn voor alle weggebruikers en in het bijzonder voor die ln de ge meente, terwijl de veiligheid van het verkeer daarmede ten zeerste wordt gebaat en de volksgezondheid wordt gediend. Wy houden ons overtuigd dat U met ons van oordeel zyt dat een dusdanige behandeling van de wegen ver uitgaat boven de verplichting aan den pol der opgelegd, en dat ~lve die behandeling slechts is aangevangen met 1: uitzicht op- en slechts kan worden voortgezet met t-szegging van- een beduidends bijdrage van Uwe gemeente. Wy hebben de eer U mitsdien beleefd te verzoeken wel te willen bevorderen, dat zoodanige bijdrage alsnog wordt verleend. Onzerzyds zal aan de vergadering van Hoofdingelanden worden voorgesteld het aangevangen werk te voltooien, wanneer bedoelde bijdrage ln de gemaakt en nog te maken kosten, zou kunnen beloo- pen een bedrag gelijk aan 40 dier kosten. Dijkgraaf en Heemraden van den Anna Paulownapolder, get. C. WIJDENES SPAANS. Dijkgraaf, get. C. KEIJZER, Secretaris. Begrooting van kosten der wegenverbetering in den Anna Paulownapolder door verbreeding en stofvrij maken van den weg. loopende van de coupure van Wieringerwaard tot de Kooij, over Kleine Sluis en Breezand. In den winter 19291930 is verbreed en ingewalst het gedeelte weg van M. G. de Nys af (Kleine Sluis) lot de kaasfabriek te Breezand toe, lang totaal 4.349 K.M., met een totaal-oppervlakte van 23219 M2., en met een breedte, varieeerende van 4.95 M. tot 5.50 M. In den voorzomer van 1930 is dat werk behandeld met Bristar B en met fyn grind. De totaalkosten van een en ander be dragen f37507.60 wat neerkomt op: per K.M. f 8630.—, per M2. f 1.62. Voor een gelijke behandeling van den Kerkweg is reeds verwerkt f 5835. terwijl in voorraad in aan materiaal voor eene waarde van f 1382. Aan verder benoodigd materiaal en aau arbeid wordt nog geraamd voor een be drag van f 13080. Dat wordt dan een totaal van f20297.— voor den Kerkweg, lang 2.670 K.M., breed 5.15 M., met een totale oppervlakte van 13750 M2., wat neerkomt op: per K.M. f 7602.—, per M2. f 1.47%. De overgebleven lengte te Kleine Sluis (645 M.) geschat op een breedte van 6 M., wordt dan 3870 M2., en gerekend op f 1.70 per M2. (overzetten weg enz.) wordt f 6579.— De door de gemeente gewenschte weg langs Nieuweweg, Spoorbuurt en Stations weg. lang 603 M., breed 5 M., is 3015 M2. tegen f 1.62 per M2. is f 4884.30 De verdere lengte in Breezand is 3010 M. De breedte zal daar maximaal zyn 5 M.. de oppervlakte dus ten hoogste 15050 M2. Bij een prijs van f 1.62 per M2. wordt dat dan f 24381.— De totaalkosten worden by die berekening f93648.90 Bij schryven van 13 September 1930, antwoordden B. en W. aan Dykgraaf en Heemraden: Naar aanleiding van Uw brief van 8 September J.I., No. 35/200, hebben wy de eer U te berichten, dat de Raad dezer gemeente reeds in 1923 in beginsel besloot tot het doen aanleggen van een trottoir aan den Zuï- der Molenvaartsweg vanaf perceel Tiessen tot Veer- burg, doch dat dit besluit tot heden niet kon worden uitgevoerd, omdat enkele eigenaren van aan dien weg liggerde pcrceelen weigerachtig bleven den daarvoor benoodigden grond af te staan. Nadien werd vanuit den Raad meermalen op de tot standkomlng van dit trottoir aangedrongen en ons college en speciaal onzen Voorzitter opgedragen zich nog eens tot vorenbedoelde weigerachtige ingezetenen te wenden en te trachten alsnog de vereischte ver gunning te verkrygen en werd in het vorig jaar ten slotte den Wethouder Stammes verzocht zich met den laatste der weigerachtige eigenaren in verbinding te stellen en ook dezen tot de gewenschte medewerking te bewegen. Ze reed langzaam de geul op, tot ze by een ruw pad kwam, dat in het kreupelhout voerde. Hazel was over tuigd dat dit pad naar het open plekje in het bosch leidde, maar haar paard had niet veel zin de geul te verlaten. Hazel, met de pedanterie van een stadskind, koos het pad toch. Het paard protesteerde, maar gaf toe. Hazel keek naar den grond, op zoek naar hoefspo ren, maar de bodem was hard en rotsig. Ze dreef het paard verder, in de overtuiging dat zy op het rechts pad was, maar ze vergiste zich. Het kreupelhout werd dichter, ondoordringbaar bijna. Eindelijk hield het spoor', een smal wegje op, by een diepe spleet. Hazel durfde niet verder gaan; ze hield het paard in. Dat gehoorzaamde dadeiyk en nam een mondjevol afalf&gras. Klaarbiykelijk moesten zy op hun schreden terug- keeren. Maar op den terugweg ontmoette zy twee sporen. Nu volgde er weer een verschil tusschen haar en haar paard Weer behaalde de eigenwijsheid van het meisje de over winning op het instinct van het paard. Alle mogeiyke sporen van paarden en vee kruisten elkaar. Nu werd Hazel roekeloos. Ze maakte zichzelf met de inbeelding der onwetendheid wijs dat alle paadjes naar de wegen der beschaving leidden. Na een uur begreep ze dat het er slecht met haar uit zag. Natuurlijk zou George haar vinden, maar op het oogenblik was ze ln elk geval verdwaald ln het wildste gedeelte van een wild veedistrict Ze merkte ook dat ze moe werd van het zitten in het zadel, dat ze vreeseiyke dorst had en dat de zon haar hoofdpyn had bezorgd. Ze leek op een wrak ln den oceaan van lichtgroen gras, waarvan de geur bedwelmend sterk werd. Ze begon haar paard toe te spreken. Ga jy maar regelrecht naar huis vriend. Ik laat het heelemaal aan jou over. 25e liet de teugels slap han gen en moedigde het dier aan om sneller te loopen. Het dier scheen haar te begrypen, want het stapte sneller door, zonder zich echter in het minst om zyn berydster te bekommeren, die meer dan eens byna uit het zadel gesleurd werd. Spoedig kwamen ze by een andere geul. Het paard stopte zich erin. Ze had het gevoel alsot ze uitgleed en ln een bodemloozen put terecht kwam. In stinctmatig trok ze aan den rechterteugel met zoo'n kracht, dat het paard omzwaaide, in zyn eigen voorpoo- ten verward raakte en viel. Hazel werd een heel eind ver uit het zadel geslingerd. Duizelig en gekneusd wan kelde ze overeind, juist bijtyds om haar trouwen metga zel kalmpjes uit het gezicht te zien draven. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 5