SchagerCourant
HET MEISJE
UIT DE STAD.
POLDER
ANNA PAULOWNA
Tweede Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Dinsdag 7 October 1930
73ste Jaargang. No. 8743
Strafzitting ven Vri|dag 3 October 1930.
ZENUWEN ZIJN ONGEWENSCHTE MEDE
PASSAGIERS.
Ingevolge een op de zitting van 29 Augustus geno
men beslissing tot aanhouding, werd heden voortge
zet een verkeersovertredingszaakje contra den heer
Adriaan F., courier van het Dagblad „De Tijd" te
Alkmaar, die op 23 Juli per rijwiel plotseling het
Ritsevoort over willende steken, ten einde de Vrou
wenstraat in te slaan, verzuimde ter juister tijd het
vereischte verkeersteeken te geven, waardoor een
aanrijding ontstond, met een anderen wielrijder, den
heer Jacob Ril, die op deze onverwachte manoeuvre
niet verdacht was. Op de vorige zitting was niet te
genwoordig een der opgeroepen getuigen, 'n automo
bilist, die thans behoorlijk present zijnde, eerlijk
moest toegeven dat hij, hoewel behoorlijk gedagvaard,
zich zonder eenige kennisgeving buiten de stad had
begeven en zich (Jus aan zijn wettelijke plicht, hem
voorgeschreven bij artikel 444, wetb. van Strafrecht,
had onttrokken. Hij ontving dienaangaande een re
primande en werd hem 'n vermoedelijke strafvervol
ging bereids aangezegd,
Wat de verdere behandeling der zaak betrof, deze
leverde voor den verdachte, die toegaf een zenuw
achtig wielrijder te zijn, geen voordeel op en werd
hij mitsdien veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen
bechtenis.
eeBETER HARD „GEBLAZEN" DAN DEN MOND
GEBRAND.
Een automobilist uit Anna Paulowna, zekere heer
Anth. H., kwam op Maandag 12 Mei te Alkmaar met
een door hem bestuurde automobiel den zeer zeker
niet ongevaarlijken hoek Breestraat-Schoutenstraat
omrijden, ten einde zich in de richting Langestraat
te begeven. Hij verzuimde echter de daar vooral zeer
noodige signalen te geven, zoodat de heer D. Hartog,
opzichter der gemeentewerken, die per rijwiel zich
rechts van de Schoutenstraat voortbewoog in de
richting Laat, onbewust van de nadering van het
vernietigend monster, door dit motorrijtuig werd
aangereden en kwam te vallen zonder gelukkig
eenige lichamelijke of materieele schade te bekomen.
Niet alleen echter de aangeredene, doch ook een an
dere aanwezige, de heer Huisman, had er op gelet,
dat geen geluidsignaal was gegeven en de chauffeur
was er blijkbaar zelf ook niet rotsvast van overtuigd,
althans toen de heer Huisman hem op dit verzuim
attent maakte, vroeg hij verwonderd: Hé, heb ik niet
geblazen? Het zal echter den niet ter zitting ver
schenen verdachte nu wel duidelijk zijn, dat hij in
gebreke is gebleven, aangezien hij tot f 10 boete
subs. 10 dagen werd veroordeeld, overeenkomstig ar
tikel 15 der Motor- en Rijwielwet.
DAT WERD EEN PEPERDUUR BOTER
HAMMETJE.
Op Vrijdag 1 Augustus had te Bergen op den hoek
Ooster- en Dorpsweg een krachtige aanrijding plaats
tusschen twee elkander ontmoetende vrachtauto's,
waarbij de auto, in gebruik bij den vrachtrijder
Modder en bestuurd door diens knecht J. J. C. Otten,
nogal tamelijk beschadigd werd. De schuld van die
aanrijding werd geweten aan den 22-jarigen heer N.
J. van W., chauffeur in dienst van den handelaar
in bouwmaterialen Kloet te Alkmaar en wonende te
Purmerend, welk jongmensch, vergetende dat het
moeilijk is gelijktijdig twee heeren te dienen, al stu
rende tevens genoegelijk zijn boterham zat op te peu
zelen en dus niet voldoende op de richtige vervul
ling zijner verantwoordelijke taak lette. Deze chauf
feur, thans terecht staande, gaf als toen, in afwijking
van zijn verklaring, voor den veldwachter afgelegd,
de schuld aan het onvoldoende uitzicht ter plaatse,
welk verweer nader werd toegelicht door een para
bel van twee wandelaars, die door niemand werd be
grepen. Hoewel ook de getuige Otten toegaf dat het
uitzicht beter kon zijn. kwam voldoende naar voren,
dat onoplettendheid hier de oorzaak was van het
ongeval en werd de hongerige chaufeur, die de kwel
lingen van Tantalus niet verkoos te ondergaan, ver
oordeeld tot niet minder dan f30 boete of 30 dagen.
FEUILLETON
Uil het Engelsch van
ff. A. V a c h e l l.
Dat eenvoudige antwoord was hem genoeg. Ze kon
rijn gedachten lezen terwijl hij naar de kleine graven
ttaarde. Toen. bevreesd dat hij haar ten huwelijk zou
vragen met de allervreemdste, ouderwetsche formule:
Zal mijn gebeente bij het uwe begraven worden? zei ze
vriendelijk: Dit is zoo'n droevig plekje en het ls zoo'n
hemelsche morgen: Zullen we liever verder rijden?
George knikte, terwijl hij vooruit reed, het struikgewas
Jn, langs een smal pad, omzoomd door mazanita en wil
de seringen. Het pad kronkelde zich naar een topje,
vanwaar men een prachtig uitzicht op de hoeve had.
George stond stil en keek op In de blauwe lucht, terwijl
hij zijn oogen met zijn hand overschaduwde.
Waar kijk je naar, vroeg Hazel.
Aasgieren. Een van mijn veulens is in een geul ge
vallen of er ligt een kalf te sterven. Dat weten ze, ze zijn
altijd bij de hand. We moeten gaan kijken wat er aan
de hand is. Het spijt me dat ik je ritje moet bederven,
maar misschien valt er een leven te redden.
Ik wil graag helpen. Mijn oogen zijn heel goed,
antwoordde Hazel beminnelijk.
25e tuurde naar beneden in de vallei, die doorkloofd
was met spleten door zware regens uitgespoeld. Maar
George hiel de gieren in de gaten. Hij zag er drie.
Daarginds is de narigheid.
Hij wees naar een rotsspleet, ongeveer een halve mijl
▼er.
Wil je hier wachten? vroeg hij.
Kan ik niet meegaan?
Het zal een moeilijke tocht zijn.
Iets in zijn oogen wekte haar aandacht. Beschouwde
hij haar alleen maar als een speelkameraad, die enkel
pleizier zocht langs den gemakkelijken weg?
Ik wou graag mee.
- Goed.
Hij drong dichter in het kreupelhout Hazal volgde.
De taaie manzanita-takken sloegen haar tegen de wan
gen. Haar paard struikelde en slipte langs de steile
DE 'A.P.C.-MIJNHEER HAD REDEN TOT
DOENING.
De Hoofdvertegenwoordiger van de American Pe
troleum Company te Alkmaar, reed op Woensdag 9
Juli in een door hem bestuurde luxe Chrysler op den
Bergerweg tot zijn niet onverdeeld genot achter een
zwaar beladen hooiwagen aan, loerende op een kans
je, deze ongewenschte „voorganger" voorbij te kun
nen schieten. Eindelijk deed zich de geschikte gele
genheid voor en juist was de heer F. J. K. bezig om
zijn voornemen tot uitvoering te brengen, toen een
van de andere zijde, een ongezien motorrijder nader
de, een Indian, bereden door den heer W. Bakker,
afdeelingschef van de firma Spaander en wonende
te Bergen. Deze heer, die eensklaps de auto voor
zich zag opduiken, schrok natuurlijk en maakte een
zwaai naar rechts, waardoor hij eenige langs den
weg staande onpractische boompjes raakte en eenige
ontvellingen aan zijn hand en motorrijwielschade be
kwam. De heer van de A.P.C., den motorrijder be
merkende, stopte direct en bezigde vlug het „reti
rade" pedaal, teneinde zich achter den hooiwagen,
dien hij niet kwijt scheen te kunnen raken, opnieuw
weer op te stellen, zoodat een aanrijding door deze
activiteit werd voorkomen.
De heer K. besteedde voorts met loffelijke sportivi
teit aan den motorrijder alle zorg en nam hem mede
in zijn wagen, doch het scheen echter dat de heeren
niet tot een vriendschappelijke schikking hadden
kunnen komen, aangezien de heer K. heden terecht
stond ter zake de hem ten laste gelegde overtreding
en de heer W. Bakker tegen hem een civiele vorde
ring indiende ten bedrage van fSi.50, teruggebracht
tot f50( aangezien de kantonrechter van een hooger
bedragen geen kennis neemt.
Geen der beide compasanten was genegeh de
schuldvraag bevestigend te beantwoorden. Volgens
den heer Bakker was hft de heer K., die roekeloos
en onvoorzichtig, terwijl het uitzicht op den weg niet
vrij was, had getracht den hooiwagen voorbij te rij
den, terwijl van de andere zijde een voertuig nader
de. Naar het oordeel van den verdachte droeg de
heer Bakker de schuld, daar hij zich als een zeer on
bekwaam motorrijder had doen kennen en van dc
hem nog tijdig geboden gelegenheid om te stoppen,
waardoor de aanrijding met de boomen voorkomen
had kunnen worden, geen gebruik had gemaakt.
Als getuige a decharge werd op verzoek van den
heer I\. nog gehoord de heer D. de Vries, garagehou
der te Alkmaar, die op den bewusten dag aldaar
eiengen tijd achter den motorrijder had getuft,
waarbij het hem had gefrappeerd dat deze blijken
gaf zeer onbedreven te zijn. Hij morrelde aan aller
lei knopjes en instrumenten en reed onvast over den
weg, zoodat de heer De Vries schroomde hem voor
bij te rijden.
De heer B. moest zelf trouwens toegeven, sinds
1921' geen motor meer te bben gebezigd en zich eerst
kortelings een Indian te hebben aangeschaft. Hij had
in een zeer kalm vaartje, op de le versnelling gere
den. De heer ambtenaar, aanvankelijk de zijde kie
zende van de benadeelde partij, wijzigde na het ge
tuigenverhoor zijn standpunt en requireerde vrij
spraak, in welken geest de kantonrechter vonnis
wees, met afwijzing der civiele vordering ad f50.
TWEE BEJAARDE MF.NSCHEN TEGEN DE
VLAKTE GEREDEN.
Op den 15 Augustus, een R.K. feestdag, begaf het
bejaarde echtpaar A. S. Brouwer, timmerman aan
den Omval, te Alkmaar, en diens echtgenoote, na den
bijgewoonden morgendienst in de St. Laurentius kerk
te Alkmaar, zich huiswaarts en bewandelden het of
ficieel aangewezen rijwielpad langs den Schermer-
weg. Dit was feitelijk niet toegestaan, doch de Scher-
merweg biedt voor voetgangers al vrijwel geen vei
lige gelegenheid meer. Het bleek echter dat ook deze
wandelweg niet van gevaren was ontbloot, aangezien
in de nabijheid van hun woongehucht beiden werden
aangereden door een bijzonder woesten en gehaasten
fietser, den 19-jarigen arbeider op de inlegfabriek
Jozef B.. wonende onder, gemeente Oudorp, die wei*:
nig tijd had om zijn schafttijd te benutten en nu
over het stuur gebogen met de snelheid van een Piet
Moeskops voortrace-de. Zijn mede-inlegger. Jan So-
mers, reeds niet minder wild. doch was althans zoo
humaan de twee oudjes op het rijwielpad te ontwij
ken doch Jozef B. nam die voorzorg niet, smakte eerst
de oude vrouw tegen den grond en wierp daarop den
bejaarden houtbewerker tegen de zich aldaar bevin
dende stoomtramrails aan. De oude heer kwam er
nog goed af, doch zijn echtgenoote bloedde hevig aan
het achterhoofd en bleek een hersenschudding be
komen te hebben, zoodat opneming in het zieken
huis noodzakelijk was. Met tranen in de oogen ver
klaarde de heer Brouwer Vrijdag, toen de roekelooze
wielrijder terecht stond, dat zijn vrouw als gevolg
van de aanrijding nog steeds niet hersteld was.
Wat voorts het al te haastige jongemensch betreft,
hij had van zijn snelheidsbevlieging niet veel voor-
W IJ BREIEN
en repareeren alle soorten WolleD Kleeding, Kousen
en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid-
straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel.
Depot Schagen: C. de Moei, Noord.
helling. De hitte was ontzettend.
Wat mooi! riep ze, toen ze uit een kreupelbosch
in een mooi laantje kwam.
Een groote winterharde elk spreidde zijn reusachtige
takken over het nog groene gras. Een bron ontsprong
uit den heuvel en vloeide in en over een paar troggen.
Iets lager was een weitje, waar vee graasde. Verschil
lende boomsoorten teekenden zich af tegen den grijs
groenen achtergrond der heuvels. Hij stak de open
plek over, gevolgd door Hazel. Ze had graag wat ge
rust bij de bron, maar ze merkte dat George wou door
zetten.
Het dier is nu bijna dood, er zijn vijf gieren, zei
hij. Ze gingen opnieuw door het kreupelhout, gleden
nieuwe hellingen af en kwamen eindelijk op den bodem
van de geul; een rivierbed, nu leeg, op de cactusplanten
na, bezaaid met rotsblokken.
George vloekte woedend.
Stijf tegen den rotsmuur, nog op de pooten, maar
klaarblijkelijk worstelend met den dood, stond een veu
len.
Voor een moment herkende Hazel het niet als zoo
danig, want de kop van het dier was tot monsterachtige-
afmetingen opgezwollen. Hij zag er uit als een ponnie,
met den kop van een nijlpaard.
Wat mankeert dat beest? vroeg Hazel.
Slangenbeet.
Hij gleed uit den zadel en ging naar het veulen toe,
terwijl hij het met zachte stem toesprak. Het arme dier
deed geen poging om zich te bewegen. George klopte
het op den nek en aaide het over de trillende zijden.
Toen kwam hij bij Hazel terug.
Hij is gebeten door een slang. Ik kan hem mis
schien redden, maar het zal er om gaan. Stap eens af.
Ze gleed In zijn armen. Hij bond de beide paarden
vast en nam een lasso van zijn zadel.
Ga daar in de schaduw van de rotsen zitten, beval
h«.
Hazel gehoorzaamde, terwijl ze God dankte, dat ze
geen man was. Onder het gaan keek ze angstig van
links naar rechts, in verwachting de ineengerolde ra
telslangen te zien, gereed voor den doodelijken beet Toen
ging ze zitten en keek naar wat George deed. Hij bond
het veulen vast en gooide het op den grond. Later leg
de hij uit dat een paard het domste en ondankbaarste
dier is, klaar om den man die hem helpen wil. aan te
vallen en niet in staat vriend van vijand te onderscheiden
Toen haalde hij een groot mes uit zijn zak, opende het
en voelde met zijn duim erlangs. Hazel dacht: Nu
gaat hij dat arme dier afmaken! Ze had wel graag haar
oogen van dien wanstaltigen kop afgewend, maar ze kon
het niet George bekeek neus en lip, op zoek naar den
beet Toen sneed en hakte hij er op los, Hazel wendde
Een uitstekende spijs
vertering verkrijgt gij met
behulp van Foster's
Maagpillen. die zeer
zacht werken.
f0.65 per
flacon.
deel. Behalve een vernielde rijwiel moest hij heden
terecht staan, werd duchtig gekapitteld voor zijn on-
behouden optreden en ten slotte veroordeeld tot f20
boete of 20 dagen hechtenis.
DE MISDAAD VAN ONWETENDHEID WORDT
DOOR DEN KANTONRECHTER OOK GESTRAFT.
De laatst^ iwezige verdachte was een net gc-
costumeer.'i - ^rig heer, genaamd Arie L. en ver
tegenwoordiger, te Alkmaar woonachtig, welke heer
in den avond van Maandag 22 September aldaar op
den Westerweg door een agent werd aangepompt, op
grond van het feit, dat nummer en letter van de door
hem bestuurde auto onverlicht waren.
De heer L. had even te voren alles nog gecontro
leerd en in orde bevonden, doch was het een z.g. los
contact, dat het lichtgebrek veroorzaakt had.
Er was natuurlijk geen sprake van eenig opzet,
doch dit is bij een overtreding geen wettelijk ver
eischte en al druischte het misschien tegen des hee
ren L.'s rechtvaardigheidsgevoel in, kon 'n veroordee
ling, zeer billijk gesteld op f2 boete of 2 dagen, he
laas niet uitblijven.
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd
ingelanden van den Anna Paulownapolder, op Zaterdag
4 October 1930, des morgens 11 uur ln het Polderhuis
te Kleinesluis.
Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans Zr., Dijkgraaf,
secretaris de heer C. Keijzer. Afwezig is de heer G. J.
Lovink, hoofdingeland.
De Voorzitter opent met een woord van welkom de
vergadering en spreekt er zijn genoegen over uit. dat
de vergadering zoo voltallig is; het was hem bekend dat
de heer Lovink met vacantie afwezig was.
De notulen worden gelezen, ze worden onder dank
zegging aan den secretaris goedgekeurd.
Mededeelingen.
Door den Voorziter wordt medegedeeld, dat het be
sluit van 28 Juni tot een nieuwe jaarwedderegeling
voor de heemraden door Ged. Staten ls goedgekeurd.
Op 30 Augustus heeft kasopname bij den penning
meester plaats gehad. Kas en boeken werden ln orde
bevonden.
De verbetering der wegen.
Wat de verbetering der wegen in samenwerking met
de gemeente betreft, herinnert de Voorzitter eraan, dat
door de vergadering van hoofdingelanden speciaal naar
voreh is "gebracht, dat de polder tot nader overleg be
reid is. dijkgraaf en Heemraden hebben daarom een
schrijven tot het gemeentebestuur gericht, dat alleen
tot effect heeft gehad, dat het in den raad voor ken
nisgeving is aangenomen. D. en H. hebben gemeend,
dat in verband met den tijd, een beslissing diende te
worden genomen en hebben zich opnieuw tot B. en W.
gewend om de zaak aanhanging te maken. De corres
pondentie die daarbij is gevoerd, is vermenigvuldigd en
wordt den heeren aangeboden.
Deze correspondentie luidt als volgt:
Schrijven van Dijkgr. en Heemraden aan het ge
meentebestuur:
Anna Paulowna, 8 September 1930.
Bij brief d d. 14 April 11. no. 35/176 werd door ons
medegedeeld, dat de polder gaarne bereid Is omtrent
het verbeteren der wegen, gelegen tusschen de Coupure
in den Noorddijk van de Wieringerwaard en de Kocy
verder te onderhandelen.
In verband daarmede zijn wij zoo vrij U hierbij over
te leggen een overzicht van de door den polder reeds
gemaakte kosten en eene begrooting van uitgaven,
welke nog vereischt worden om het geheele traject te
behandelen, gelijk aan het gedeelte, hetwelk reeds is
haar oogen af, want ze wist dat het gezicht van bloed
haar wee zou maken. Het was maar goed ook, dat ze
niets zag. Want het bloed was bijna zwart en vloeide
langzaam. Toen het overvloediger begon te vloeien, gaf
George een zucht van verlichting.
Hij zei tegen Hazel:
Ik zal direct naar huis terug moeten rijden.
Waarom in vredesnaam?
We hebben een middeltje bij de hand. Er ls een
tegengif voor dit vergift, dat hier in de heuvels groeit
Ik heb het al dikwijls gebruikt. Negen van de tien kal
veren of veulens komen er boven op. Blijf JU hier,
Hier, bij de slangen?
Wees maar niet bang, je zal er geen zien. Ik neem
een korteren weg!
Voordat zij het protest dat zij op de lippen had. kon
formuleeren/ was hij op zijn paard gesprongen en uit
het gezicht verdwenen. Hazel was woedend. Hoe durfde
hij weg te rijden en haar alleen in dit slangenland ach
ter te laten! Hoe durfde hij.
Ze keek sidderend om zich heen. overtuigd dat er
achter eiken steen een ratelslang zat. En dan was het
onmenschelijk heet. De zonnestralen vielen loodrecht ln
de kloof, waar geen briesje doordrong. De rotsen kaat
sten de hitte terug. Door haar dunne schoenen heen kon
zij ze voelen branden. Ze dacht aan de boschplek daar
boven en ze vroeg zich af of ze daar zou kunnen komen.
Ze was nooit zonder hulp op een paard geklommen.
Ze besloot het te probeeren. George moest eens een
lesje hebben. Ze ging naar haar ouden knol toe. Terwijl
ze dat deed keek ze op en zag de gieren door de lucht
zweven. Die afschuwelijke aasvogels! Als er eens Iets
met haar gebeurde op deze akelige plek! Ze durfde er
niet verder aan denken.
Een vreemd scherp geluid, deed haar opschrikken.
Het was een krekel, maar ze was overtuigd dat het de
waarschuwing van een ratelslang was. En bovendien
was het heelemaal onmogelijk precies te bepalen waar
dat griezelige geluid vandaan kwam. Bevend bleef ze
stilstaan. Nooit in haar korte leven had ze zich zoo
hulpeloos gevoeld.
Een tweede krekel antwoordde de eerste en toen
mengde zich een derde in het concert De heele kloof zat
vol ratelslangen! Toen steeg de eerste krekel gonzend
op en ze zag dat ze zich een ongeluk geschrokken had
van een miserabel insect.
Ze lachte grimmig. Al deze angsten 20U zij George
betaald zetten.
IL
Ze maakte haar paard los, bracht het bij een rotsblok
en slaagde na eenige mislukte pogingen erin, om er bo
venop te komen.
afgewerkt. In dit traject zijn opgenomen, in verband
met het door U eerder kenbaar gemaakt verlangen,
de Nieuweweg van Z. Molenvaartsweg tot Spoorbuurt,
de Spoorbuurt van Nieuweweg tot Stationsweg en de
Stationsweg.
Zooais uit dit overzicht blijkt worden de totaalkosten
dezer voorgenomen en reeds aangevangen verbetering
geraamd op f 93648.90.
Wy vertrouwen, dat de uitvoering van het afge
werkte weggedeelte Uw college bevredigt ln dezelfde
mate, als dit by ons College het geval is.
Om niet in herhaling te vervallen zulleh wij niet
nader trachten aan te toonen dat wegen van een dus
danige samenstelling, van groot belang zijn voor alle
weggebruikers en in het bijzonder voor die ln de ge
meente, terwijl de veiligheid van het verkeer daarmede
ten zeerste wordt gebaat en de volksgezondheid wordt
gediend.
Wy houden ons overtuigd dat U met ons van
oordeel zyt dat een dusdanige behandeling van de
wegen ver uitgaat boven de verplichting aan den pol
der opgelegd, en dat ~lve die behandeling slechts
is aangevangen met 1: uitzicht op- en slechts kan
worden voortgezet met t-szegging van- een beduidends
bijdrage van Uwe gemeente.
Wy hebben de eer U mitsdien beleefd te verzoeken
wel te willen bevorderen, dat zoodanige bijdrage alsnog
wordt verleend. Onzerzyds zal aan de vergadering van
Hoofdingelanden worden voorgesteld het aangevangen
werk te voltooien, wanneer bedoelde bijdrage ln de
gemaakt en nog te maken kosten, zou kunnen beloo-
pen een bedrag gelijk aan 40 dier kosten.
Dijkgraaf en Heemraden van den
Anna Paulownapolder,
get. C. WIJDENES SPAANS. Dijkgraaf,
get. C. KEIJZER, Secretaris.
Begrooting van kosten der wegenverbetering in den
Anna Paulownapolder door verbreeding en stofvrij
maken van den weg. loopende van de coupure van
Wieringerwaard tot de Kooij, over Kleine Sluis en
Breezand.
In den winter 19291930 is verbreed en ingewalst
het gedeelte weg van M. G. de Nys af (Kleine Sluis)
lot de kaasfabriek te Breezand toe, lang totaal 4.349
K.M., met een totaal-oppervlakte van 23219 M2., en met
een breedte, varieeerende van 4.95 M. tot 5.50 M.
In den voorzomer van 1930 is dat werk behandeld
met Bristar B en met fyn grind.
De totaalkosten van een en ander be
dragen f37507.60
wat neerkomt op:
per K.M. f 8630.—, per M2. f 1.62.
Voor een gelijke behandeling van den
Kerkweg is reeds verwerkt f 5835.
terwijl in voorraad in aan materiaal voor
eene waarde van f 1382.
Aan verder benoodigd materiaal en aau
arbeid wordt nog geraamd voor een be
drag van f 13080.
Dat wordt dan een totaal van f20297.—
voor den Kerkweg, lang 2.670 K.M., breed
5.15 M., met een totale oppervlakte van 13750
M2., wat neerkomt op:
per K.M. f 7602.—, per M2. f 1.47%.
De overgebleven lengte te Kleine Sluis
(645 M.) geschat op een breedte van 6 M.,
wordt dan 3870 M2., en gerekend op f 1.70
per M2. (overzetten weg enz.) wordt f 6579.—
De door de gemeente gewenschte weg
langs Nieuweweg, Spoorbuurt en Stations
weg. lang 603 M., breed 5 M., is 3015 M2.
tegen f 1.62 per M2. is f 4884.30
De verdere lengte in Breezand is 3010 M.
De breedte zal daar maximaal zyn 5 M.. de
oppervlakte dus ten hoogste 15050 M2.
Bij een prijs van f 1.62 per M2. wordt dat
dan f 24381.—
De totaalkosten worden by die berekening f93648.90
Bij schryven van 13 September 1930, antwoordden
B. en W. aan Dykgraaf en Heemraden:
Naar aanleiding van Uw brief van 8 September J.I.,
No. 35/200, hebben wy de eer U te berichten, dat de
Raad dezer gemeente reeds in 1923 in beginsel besloot
tot het doen aanleggen van een trottoir aan den Zuï-
der Molenvaartsweg vanaf perceel Tiessen tot Veer-
burg, doch dat dit besluit tot heden niet kon worden
uitgevoerd, omdat enkele eigenaren van aan dien weg
liggerde pcrceelen weigerachtig bleven den daarvoor
benoodigden grond af te staan.
Nadien werd vanuit den Raad meermalen op de tot
standkomlng van dit trottoir aangedrongen en ons
college en speciaal onzen Voorzitter opgedragen zich
nog eens tot vorenbedoelde weigerachtige ingezetenen
te wenden en te trachten alsnog de vereischte ver
gunning te verkrygen en werd in het vorig jaar ten
slotte den Wethouder Stammes verzocht zich met den
laatste der weigerachtige eigenaren in verbinding te
stellen en ook dezen tot de gewenschte medewerking
te bewegen.
Ze reed langzaam de geul op, tot ze by een ruw pad
kwam, dat in het kreupelhout voerde. Hazel was over
tuigd dat dit pad naar het open plekje in het bosch
leidde, maar haar paard had niet veel zin de geul te
verlaten. Hazel, met de pedanterie van een stadskind,
koos het pad toch. Het paard protesteerde, maar gaf
toe. Hazel keek naar den grond, op zoek naar hoefspo
ren, maar de bodem was hard en rotsig. Ze dreef het
paard verder, in de overtuiging dat zy op het rechts
pad was, maar ze vergiste zich.
Het kreupelhout werd dichter, ondoordringbaar bijna.
Eindelijk hield het spoor', een smal wegje op, by een
diepe spleet. Hazel durfde niet verder gaan; ze hield het
paard in. Dat gehoorzaamde dadeiyk en nam een
mondjevol afalf&gras.
Klaarbiykelijk moesten zy op hun schreden terug-
keeren.
Maar op den terugweg ontmoette zy twee sporen. Nu
volgde er weer een verschil tusschen haar en haar paard
Weer behaalde de eigenwijsheid van het meisje de over
winning op het instinct van het paard. Alle mogeiyke
sporen van paarden en vee kruisten elkaar. Nu werd
Hazel roekeloos. Ze maakte zichzelf met de inbeelding
der onwetendheid wijs dat alle paadjes naar de wegen
der beschaving leidden.
Na een uur begreep ze dat het er slecht met haar uit
zag. Natuurlijk zou George haar vinden, maar op het
oogenblik was ze ln elk geval verdwaald ln het wildste
gedeelte van een wild veedistrict Ze merkte ook dat ze
moe werd van het zitten in het zadel, dat ze vreeseiyke
dorst had en dat de zon haar hoofdpyn had bezorgd.
Ze leek op een wrak ln den oceaan van lichtgroen gras,
waarvan de geur bedwelmend sterk werd. Ze begon haar
paard toe te spreken.
Ga jy maar regelrecht naar huis vriend. Ik laat
het heelemaal aan jou over. 25e liet de teugels slap han
gen en moedigde het dier aan om sneller te loopen. Het
dier scheen haar te begrypen, want het stapte sneller
door, zonder zich echter in het minst om zyn berydster
te bekommeren, die meer dan eens byna uit het zadel
gesleurd werd. Spoedig kwamen ze by een andere geul.
Het paard stopte zich erin. Ze had het gevoel alsot ze
uitgleed en ln een bodemloozen put terecht kwam. In
stinctmatig trok ze aan den rechterteugel met zoo'n
kracht, dat het paard omzwaaide, in zyn eigen voorpoo-
ten verward raakte en viel. Hazel werd een heel eind
ver uit het zadel geslingerd. Duizelig en gekneusd wan
kelde ze overeind, juist bijtyds om haar trouwen metga
zel kalmpjes uit het gezicht te zien draven.
Wordt vervolgd.