President Kruger. De weg naar succes. Het duel der sprinkhanen Ook reclame! Voor elck wat wils. 1825 - 10 October - 1930. Een oude spotprent op Rockejeller. WIJ kennen allen uit de foto's het door duizenden fijne rimpeltjes bedekte gezicht van John D. Rockefiller, vermoedelijk de rijkste man ter we reld. Vele van deze foto's die vooral uit de negen tiger jaren afkomstig zijn en geregeld door de wereld pers hun ronde doen, stellen hem voor bij het golf spel, zijn meeste geliefkoosde sport naast schieten met pijl en boog. Het meeste van wat ik hier laat volgen, deelde hij mij mede op het golfveld, hoewel hij enkele van de be handelde onderwerpen ook wel heeft besproken aan tafel of tijdens de automobieltochten, die ik met hem maakte door de prachtige bosschen van zijn landgoed te Cleve- iand. Bij al die gesprekken gebruikte hij nooit het woordje „ik", maar sprak hij altijd van „wij" als hij het over succes had. „De menschen denken altijd," zei hij eens, „dat ik een geweldige werker ben geweest, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in touw was en zomer en winter door werkte zonder één dag vacantie. Maar toen ik in de vijf tig was, nam ik al lange vacanties, toen heb ik al de boomen voor deze bosschen geplant, terwijl ik wegen en tuinen liet aank ;gen, om naar buiten te kunnen gaan en 'daar met mijn gezin te kunnen genieten van mijn va canties. Ik heb nimmer al mijn gedachten aan mijn werk gegeven en dat heeft nooit uitsluitend mijn leven ge- ,vuld. Ik heb wel veel van mijn tijd gegeven voor Zon dagsschoolwerk en liefdadigheid. En ik kan het van de zakenmenschen, die mij dikwijls komen opzoeken, niet begrijpen, dat zij zich zoo volkomen laten beheerschen door hun zaken. Het lijken mij geen levende menschen meer toe. John D., de rijkste man ter wereld. Toch is Rockefeller de man geweest, die het type van den modernen ondernemer creëerde en zijn zaak was de eerste, waarin niet meer met den „mensch" gerekend •werd en de deugden van den ondernemer geen persoon lijke eigenschappen meer waren, maar objectieve econo mische principes werden. Zoo vroeg ik Rookefeller eens, hoe hij op het idee gekomen was, de „Standard Oil" te vormen, de eerste trust ter wereld. Zijn antwoord luidde ongeveer als volgt: „Eigenlijk- kwam het idee van aaneensluiting niet van ons. De menschen van de „Western Union Telegraph Company" zijn ermee begonnen door een paar kleine telegraaflijnen op te koopen. De Standard Oil was bo vendien niet zoozeer het resultaat van een idee, als wel van een bittere noodzakelijkheid. In dien tijd werden alle petroleumraffinaderijen bedreigd' door een brankroet, omdat de prijs der petroleum lager was dan de produc tiekosten. Overal heerschte ontstemming en jalouzie. Zoo had ik een paar jaar lang tot een van mijn concur renten geen woord gesproken. Toen riep ik hem op een goeden dag toe, of wij niet eens met elkaar konden spre ken. Hij ging daarop in en twee uur lang sprakén wij over de olie. Hij was er evenals ik van overtuigd, dat het zoo niet langer ging. En tenslotte verkocht hij mij zijn zaak voor een zeer behoorlijk bedrag. „Hoe kwaan u aan het geld daarvoor?" „Dat was de eerste keer, dat ik een iets grooter bedrag bij een bank opnam, en wel 10.000 dollar. Dat was een groote som voor dien tijd, die zoo arm aan kapitaal was Ik kreeg het geld, omdat de directeur van de bank mij persoonlijk kende en wist hoe eenvoudig ik leefde, hoe zuinig ik was en omdat mijn vroegere baas hem verteld had, dat ik als betrouwbaar bekend stond. Als men cre- diet wil krijgen, moet men eerst een goeden naam heb ben. Die had ik al bij mijn eerste transactie. Later vroeg Jk de menschen altijd of zij contant geld verlangden of aandeelen in Standard 011. Mijn chéqueboekje kon ik langzamerhand wel thuis houden, want zij namen haast altijd aandeelen. „Later," vervolgde Rockefeller, „heb ik den trust steeds meer uitgebreid om meer te kunnen doen en meer ka pitaal te krijgen, om één groote belangrijke zaak te ,Btichten lnplaats van een groot aantal kleine zaakjes. De mogelijkheden van die zaak bleken duidelijk, toen ons kapitaal van 5 millioen dollar onvoldoende bleek te zijn. Wij brachten het daarom op 17 millioen en konden ook dit bedrag nog rendabel maken. Het doel bleef echter steeds hetzelfde; onze zaak uitbreiden, om daardoor •en steeds beter en goedkooper product te leveren. Dat zegt de oude man zoo terloops, terwijl hij een golfballetje wegslaat Hij vertelt echter niets van de werkmethode van zijn trust, of van het feit, dat hij in Zijne Excellentie Dr. W. J. Leyds, Gezant der voormalige Züid- Afrikaansche Bóeren-Republieken, wijdt ter gelegenheid van de her denking van den 105en geboortedag van Staatspresident Kruger eenige woorden aan zijn nagedachtenis. Wij zijn er van overtuigd, dat onze lezers deze woorden met In stemming lezen en met eerbied zullen terugdenken aan het vele, dat Paul Kruger zoowel voor het Hollandsch-Afriltaansche volk, als voor onzen geheelen stam in zijn rijk leven heeft gedaan. De persoon van Krüger, die in al zijn daden blijk gaf een groot en edel mensch te zijn, zal onze stamgenooten in Zuid-Afrika tot in lengte van dagen tot lichtend voorbeeld strekken. Tegenwoordig worden ook grafsteenen voor reclame ge bruikt, tenminste in Amerika. Op de grafsteen van een Manhattansch meisje, Millier-Suchay genaamd, staat onder den sterfdag de volgende spreuk: „Zij stierf van verdriet, omdat zij haar mooie tanden moest missen. Dat zou niet gebeurd zijn, als zij tijdig C. C. Hawkins' Mondwater had gebruikt". Hê-je die nieuwe ballonbande al gezien? Ballonbande? Mensch, wat zeg-ie? 'k het nooit gewete, dat 'n ballon bande hadl 'SK SMFSï*' Gaarne voldoe ik aan uw verzoek om iets te zeggen naar aanleiding van den lOen Oc.tober a.s., den dag, waarop Pre sident Krüger 105 jaar geleden geboren werd. Ik acht dit zelfs een voorrecht, waar ik dezen merkwaardigen man zoc goed gekend heb, wellicht beter dan eenig ander onder de levenden en diep doordrongen ben van zijn grootheid als mensch en als historische figuur. Reeds meermalen heb ik het uitgesproken dat onder de vele hoogstbekwame menschen, die ik in mijn leven heb leeren kennen er geen is, die in natuurlijke begaafd heid hem heeft overtroffen. Zeker, hij had geen onderwijs genoten, hij kende, naar hijzelf toegaf, zelfs zijn eigen taal niet, waaronder hij dan het Nederlandsch niet het Afrikaansch ver stond; de geschiedenis, behalve die van de Republieken, was hem vreemd en daaruit kon hij dus niets leeren. Maar toch, welk een begrip van toestanden en omstandigheden die hem, naar men moest veronderstellen, vreemd waren, welk een ruime blik, waar men bekrom penheid verwachtte. En hij was bij al zijn orthodoxie in kerkelijke zaken, in derdaad een liberaal denkend man; alle kerkgenootschappen b.v. werden bij de toekenning van grond voor kerken en scholen gelijkelijk door hem bedacht. En in de politiek was hij meester, zoowel in het. manoeuvreeren tusschen de binnen- landsche partijen al9 in het handhaven van zijn standpunt tegenover de Britsche aanmatigingen. Hij is het die, na de Voortrekkers, Zuid-Afrika geleerd heeft te strijden voor vrijheid, een les die nog altijd ter harte wordt genomen. Te Pre toria is dan ook een standbeeld voor hem opgericht, en geen man, die er in Trans vaal meer recht op heeft. Laat mij daaraan een woord toevoegen. Het is mij bekend, dat een comité er naar streeft om hem ook hier te lande in beeld te vereeuwigen. Steijn heeti reeds zijn monument te Deventer, volkomen te recht. Doch daarnaast behoort ook Kru ger te staan, hij, die Holland en de Hollanders steeds een warm hart heeft toegedragen, en die hier grootendeels de ballingschap van zijn ouden dag heeft gesleten. Van ganscher harte hoop ik, dat het streven van het Utrechtsche Comité zal worden beloond en Nederland een standbeeld rijker zal worden, waarop het trotsch kan zijn. Dit Is nog een betrekkelijk onschuldig voorbeeld, drie jaar geleden liet de firma Berson, die een moutextract op de markt brengt, een Turk van 101 jaar overkomen. Hij moest bijna uitsluitend het door hun gefabriceerde moutétxract gebruiken en toen hij binnen het jaar aan die kuur stierf, kreeg hij een grafsteen met het volgende opschrift: „Hier ligt Aboe Hassan ibn Taoe-el-Sahab bijgenaamd de Wijze. Hij stierf in den ouderdom van 102 jaren en bereikte dezen leeftijd door het gebruik van Berson's moutextract Deze grafeteen vond heel veel bekijks en twee weken later kocht de cosmetische fabriek Ellenboghen het daarnaast gelegen tenminste leege graf, plaatste er een hek om en legde er een steen op met het op schrift: „Hier H*t niemand. Hij werd niet geboren, omdat zijn moeder nooit Ellenboghen's cosmetische middelen gebruikte en daarom nooit een man kreeg." 1882 negen door hem beïnvloede trusts afkocht, die ove rigens zijn trust geen nadeel berokkend heeft en dat hij die trust een buitengewonen dienst bewees, door de be langen van de groote spoorwegmagnaten ermee te ver binden. „Wat deed u in dien tijd, als de menschen contant geld verlangden?" „Op de een of andere manier sloegen wij er ons altijd doorheen. Toen wisten wij al, hoe wij de banken ertoe moesten bewegen, ons geld te leenen..." Deze methode was: de spoorwegkoningen aandeelen te geven, waardoor wij voor het transport van onze pro ducten geheime tarieven en kortingen kregen. Op deze wijze wisten, wij concurreerende zaken te verlammen evenals de tusschenhandelaren. Zoo kwam de petroleum- handel van de Vereenigde Staten en van bijna de geheele wereld in onze handen!! In 1907 werd de Standard Oil voor deze praktijken ver oordeeld tot een geldboete van 29 millioen dollar, maar in hooger beroep werd het vonnis vernietigd. „Ik denk bijna nooit meer aan den strijd van die ja ren, verklaarde Rockefeller. „Ik ben blij, dat ik dien tijd kan vergeten. Als onze menschen niet allemaal hard en eerlijk gewerkt hadden, hadden zij de tientallen ja ren van strijd niet kunnen doorkomen. De Standard Oil is nooit mijn onderneming geweest. Ik heb altijd samen gewerkt met menschen, die een sterke persoonlijkheid hadden, doch wij allen hadden hetzelfde doel. Wij waren het dikwijls wekenlang oneens over een voorstel, maar vroeger of later konden wij het altijd tot een goed einde brengen. Sprekend over de jongere generatie zegt Rockefeller: „Tegenwoordig willen de jonge menschen, dat er veel voor hen gedaan wordt. Zij verlangen premies, gratifi caties en alle mogelijke voordeelen. En daarbij hebben ze nu veel meer mogelijkheden om vooruit te komen dan vroeger. Het tegenwoordige zakenleven geeft misschien tienmaal zooveel kansen als zestig jaar geleden. Door film en radio en door veel verbeterde techniek van het credietwezen zijn er de laatste jaren tal van nieuwe mo gelijkheden geopend. IJver, hard werken, een gezond ver stand, spaarzaamheid en zelfvertrouwen, dat zijn nog altjjd de middelenom succes te hebben. Het recept van John D. Rockefeller bestaat dus uit slechts vijf woorden. Of hij werkelijk daarmee alleen de Standard Oil creëerde met een kapitaal van een half milliard, afgescheiden van zijn andere ondernemingen, die millioenen bedragen, weet ik nitllp» want ik kreeg niets meer uit hem. Wat hij verder zei, ging over hospi talen en Zondagsscholen: „Ik heb altijd getracht, iets te doen voor elledige, arme en eenzame menschen." De rest moet men opmaken uit zijn duizenden rim pels, uit den trek om zijn mond, die als met een mes in het gezicht is gesneden en uit de koude, diepliggende oogen (Nadruk verboden). Voor de krekels maakte Professor Regen gebruik van een andere, niet minder origineele methode om te bewijzen, dat zij kunnen hooren. In het midden van een weide zette hij een microfoon met een sjir- pend mannetje en van daaruit legde hij eenige dra den aan met gehoorbuizen, zoodat telefonisch het geluid werd overgebracht naar verder afgelegen dee- len van de wei. Daar zette hij de wijfjes voor de te lefoon en dadelijk stormden zij in den gehoorbuis, omdat zij natuurlijk dachten, dat het mannetje daar in zat. Hij zette zelfs vallen voor den gehoorbuis, zoodat de dieren het met hun vrijheid moesten be- koopen, maar zoo dikwijls ze vrijgelaten werden, zoo dikwijls kwamen zij ook weer terug. Daarmee is dus duidelijk bewezen, dat de krekels evenals de sprinkhanen een orgaan bezitten, dat een groote overeenkomst vertoont met het menschelijk oor. moesten dus werkelijk kunnen hooren, d.i. geluids trillingen in de lucht waarnemen. Zij schijnen een soort trommelvlies aan hun pooten te hebben. Vervolgens heeft hij zelf de rol van een sprink haan vervuld, door op een fluit de geluiden van het dier na te bootsen. De fluit gaf de gewone toons- hoogte van die geluiden weer, nl. vijfgestreept g. De spinkhaan merkte niet, dat hij ertusschen geno men werd en blies braaf zijn partij mee. Toen de Professor in het samenspel met den sprinkhaan wat meer geoefend was, ging hij de grenzen van het sprinkhanengehoor na een speelde eerst steeds hoo ger, tot de voor ons onhoorbare zevengestreepte a en daarna ging hij omlaag tot de eengestreepte a. Bij alle toonen, die daartusschen lagen, reageerde de sprinkhaan door terug te sjirpen; die tonen kon liij dus nog waarnemen. Experimenten van Professor Regen. DE H. Ambrosius, Bisschop van Milaan, heeft in de vierde eeuw de wisselzangen inge voerd en daarmee zijn naam onsterfelijk gemaakt in de muziekgeschiedenis. Zijn hymnen worden door twee koren afgewisseld gezon gen. Maar toch is er nog een oudere vorm van beurtzang en wel bij de sprinkhanen, al is deze dan ook een heel primitief soort. Zij geven heel regel matig om beurten'eén geluid, alsof er een-snel uur werk tikt. Hun beurtzang duurt drie totzes secon den en in dien tijd geven zij elk op zijn beurt één geluid en samen ongeveer twintig van die; geluiden. liet merkwaardigste is, dat de mannetjes inder daad zingen, terwijl de wijfjes er alleen op reagee- ren, want de sprinkhanen hebben geen ooren, ten minste geen afzonderlijk-orgaan ervoor. Het is wel mogelijk, dat zij daarom toch kunnen hooren op een ons nog onbekende manier, maar het kan onk zijn. dat de dieren alleen de voortgebrachte trillingen door den grond waarnemen. Het is echter een feit, dat zij bij het maken van hun eigen geluid wachten, tot dat van het andere dier weggestorven is. De Weensche natuuronderzoeker, Professor Dr. Johann Regen is nu op een origineel idéé gekomen, waar door hij uit kon maken, of de sprinkhanen het ge luid konden hooren of alleen door den grond de trillingen waarnemen. Hij bond twee sprinkhanen aan luchtballonnetjes en liet ze zoo wegvliegen. Het scheen de dieren wel te bevallen, want dadelijk begon de ebne te sjirpen en de ander viel zonder mankeeren ns dieren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 8