Zijnonze kinderen
zelfstandiger geworden
Voor elck wat wils.
BE GEVAARLIJKE
OVERGANGSTIJD.
Resultaten van een rondvraag.
De steeds grooter wordende economische
moeilijkheden dwingen de jeugd meer en
meer, zich zoo vlug mogelijk onafhankelijk
te maken. Daarom hebben de ouders de
taak, hun kinderen reeds vroeg zelfstandig
te leeren optreden. Wij hebben een onder
zoek ingesteld naar de resultaten hiervan
ingesteld en •publlceeren in het volgende
enkele belangwekkende antwoorden.
De directrice van een
Montessorischool zegt:
„Laat ik vooraf het een en ander zeggen over de
Montessori-methode, die nog niet algemeen bekend is.
Zij werd samengesteld door Maria Montessori, die in
Italië de opvoeding van heel jonge volkskinderen ter
hand nam en van de gedachte uitging, dat juist die
kinderen zoo vroeg mogelijk de gewone dingen van
het dagelijksch leven moesten leeren, dat zij hun
handen en oogen goed moesten leeren gebruiken en
zelfstandig moesten worden. Nu is elk gezond kind de
neiging tot zelfstandigheid aangeboren en die wordt
alleen door de ouders onderdrukt uit overdreven be
zorgdheid of gemakzucht. Eén voorbeeld: het kost
veel meer tijd en moeite, een kind te leeren zichzelf
te wasschen en te kleeden, dan het even voor het kind
te doen. Met deze verkeerde hulpvaardigheid bewijst
men het kind echter geen dienst en zeker niet wan
neer het kind op een goeden dag eens zonder hulp
van volwassenen komt te staan.
Op grond van deze gedachte richtte Maria Montes
sori haar scholen in als een kleine maatschappij, waar
bij het toezicht der volwassenen tot een minimum be
perkt wordt. Niet alleen worden het gezicht en het
gevoel door bijzonder speelgoed geoefend, ook de dage-
lijksche dingen moeten zij goed leeren doen. De drie
jarige kleuters kleeden zichzelf uit en aan, wasschen
zich zonder hulp aan kleine waschtafeltjes, borstelen
hun tandjes en hun haar, maken de knoopjes van hun
schoenen dicht en rijgen zelfs veters. En het is voor de
kinderen een groot plezier, dat alles zelf te mogen
doen. Op etenstijd zult u zien, dat kinderen van vier
jaar de heel kleine kameraadjes helyo met inschen
ken van chocolade en het opscheppen van hun eten,
zonder dat daarbij ooit gemorst wordt. De Jongens
doen dat evengoed als de meisjes, want het doel is ook
hun onafhankelijk te maken ln huishoudelijke dingen,
omdat zij dat hard noodig zullen hebben bij toestanden,
zooals nu reeds in Amerika en later vermoedelijk ook
bij ons voorkomen. Kinderen van vijf Jaar eten al netjes
met vork en mes, zonder dat er ooit een ongeluk
gebeurt, want zij zijn veel te trotsch op hun zelfstan
digheid en zijn nergens zoo bang voor als voor het
afnemen van het een of ander, waarmee zij toonen
niet te kunnen omgaan. De kindertjes dekken zelf de
tafel, nemen hem ook weer af en wasschen het servies
nu is alles wel van kleiner formaat, waardoor zij
ook meer het gevoel krijgen, dat het hun eigen dingen
zijn, waarvoor zij moeten zorgen.
De kinderen, die op deze wijze zijn opgevoed, zijn
volgens hun ouders en onderwijzers, wanneer zij op
hun zesde jaar naar de gewone Lagere School gaan
altijd verstandelijk goed bij, aardig en inschikkelijk
voor hun broertjes en zusjes of klassegenootjes en on
afhankelijk van kleine tegenslagen. Zij hebben reeds
jong geleerd, op zichzelf te staan, wat een grooten
vooruitgang is vergeleken met de vroegere opvoedings
methode".
Een onderwijzer zegt:
„Ongetwijfeld zijn de kinderen tegenwoordig zelfstan
diger dan vroeger. Wij zien dit vooral ln de betere
kringen, want de arbeiderskinderen vertoonden ook
vroeger een zekere zelfstandigheid, omdat er thuis
minder aandacht aan hen besteed werd. Tegenwoordig
ziet men hetzelfde verschijnsel onder den drang der
omstandigheden ook optreden in de vroeger rijke
standen, die nu tot de conclusie zijn gekomen, dat ook
hun kinderen liefst zoo zelfstandig mogelijk moeten
opgroeien.
Dat openbaart zich in allerlei kleinigheden. De kin
dertjes uit de eerste klasse willen al niet meer gehaald
en gebracht worden en de meisjes willen niet meer naar
naar school gaan onder het geleide van hun moeder
of een gouvernante. Verder maken de kinderen ook
veel gebruik van de openbare middelen van vervoer,
waardoor zij eveneens zelfstandiger worden. Met het
oog op dit alles raad ik de ouders altijd aan, hun
kinderen tijdig aan het stadsverkeer te wennen en
hen de regels van den weg en de noodige voorzich
tigheid bij te brengen, voordat zij den schoolplichtlgen
leeftijd bereikt hebben.
De uiterlijke zelfstandigheid gaat uit den aard der
zaak gepaard met een innerlijke. En die wordt nog
meer aangekweekt door den grooten werkelijkheidszin,
waardoor de tegenwoordige kinderen zich zelfs van
jonge onderwijzers onderscheiden. Nu openbaart dat
sterke gevoel van zelfstandigheid zich ook in den vorm
van brutaliteit en dat is minder aangenaam, maar
toch is de brutaliteit in den grond niet een gevolg van
te groote zelfstandigheid, maar een gebrek aan eerbied
voor de gestelde machten. Dit gebrek aan eerbied wordt
alleen niet meer verborgen gehouden. Daarentegen heb
ik opgemerkt, dat brutaliteit niet voorkomt, wanneer
een onderwijzer zijn gezag bewijst door meerdere kennis
en ervaring, maar wel, wanneer het gegeven gezag
moet dienen als een dekmantel voor zijn ongeschikt
heid als opvoeder. Wie geschikt is voor zijn werk. eer
lijk en rechtvaardig is en de kinderen tracht te be
grijpen, kan ook nu goed met hen omgaan, ondanks
hun zelfstandigheid".
Een treinconducteur zegt:
„WIJ merken heel goed, dat de kinderen zelfstandiger
geworden zijn. Als er vroeger eens een kind alleen
moest reizen, gaf dat een vreeselijke opwinding bij de
ouders en bij de kinderen zelf. Hoewel wij de ouders ver
zekerden, dat wij goed voor de kinderen zouden zorgen,
moesten wij toch elk kind in ons dienstboek noteeren
met het nummer van den coupé, waarin zij reisden,
zoodat wij op elk station naar hen konden omkijken en
ondanks al die maatregelen waren de ouders voortdu
rend in angst. En de kinderen zaten benauwd ln een
hoekje. Hoeveel kleine meisjes zijn niet wagenzlek ge
worden van angst? Maar nu stappen de kinderen in en
gunnen zich nauwelijks den tijd voor een afscheidskus
of goedendag wuiven; zij vinden het alleen reizen bui
tengewoon interessant en wij hebben soms moeite ge
noeg, erop te letten, dat de kinderen niet te lang op
de tusschenstations bulten blijven. Ze zijn dikwijls nog
beleedlgd ook. als wij op elk station op hen letten, wat
toch onze plicht is. Maar dat geeft niets, die kleine
ondernemende passagiers zie ik liever dan de bange
hazen van vroeger. Want later zullen deze kinderen
goede reizigers worden en het treinpersoneel weinig
last bezorgen.
Een gymnastiekleerares zegt:
„Als er iets heeft meegewerkt aan het vroeg zelfstan
dig worden der jeugd, is het wel de sport. Mijn col
lega's en Ik merken met vreugde op, dat vooral de
meisjes door de sport niet alleen lichamelijk flinker
worden, maar ook een zelfstandiger en onafhankelijker
karakter kTijgcn. De sport kweekt moed, voorzichtig
heid en vastberadenheid aan en de meisjes stellen er
een eer ln, niet voor de jongens onder te doen. Laatst
maakten wij een roeitocht en dacht u, dat zij zich door
de jongens wilden laten helpen bij het te water laten
van de boot? Ze moesten alles zelf doen en dat is
ook goed. Het verweekelyken van de vrouwen is zeker
een van de voornaamste fouten van den ouden tijd en
wie onze gezonde opgroeiende meisjes ziet. weet dat
zij later als gezonde moeders hun taak zullen kunnen
vervullen tegenover gezonde kinderen. Wel is de al te
groote zelfstandigheid van de meisjes voor de ouders
dikwijls niet gemakkelijk en ook de mannen zullen het
misschien liever niet zien, maar in de, tegenwoordige
omstandigheden is zelfstandigheid voor een vrouw even
noodig als voor een man."
Een tramconducteur zegt:
„De kinderen uit de groote steden van tien. elf Jaar
zijn beslist zelfstandig. Zij gedragen zich soms rustiger
dan de volwassenen, volgen nauwkeurig de voorschrif
ten voor het in- en uitstappen, zijn beslist in hun op
treden kortom, ik zie ze graag als passagier. Zij
denken weieens te veel aan zichzelf: zij staan b.v. niet
graag op voor een volwassene, maar dat is met een
beetje flinkheid gauw in orde gebracht."
Een kruidenier in een
arbeiderswijk zegt:
„De kleinste peuters komen soms lnkoopen bij mij
doen en al kunnen zij dikwijls nog niet lezen, wat hun
moeder op het papiertje heeft geschreven, zij weten met
het geld om te gaan en met de waren ook. De kleine
meisjes kiezen soms even flink als hun moeder en
willen evengoed voor zoo min mogelijk geld den groot-
sten haring en de grootste zure augurk hebben. Zelfs
al zou men het probeeren, men kan ze niets in de hand
stoppen, zij weten van antwoord te dienen en zijn niet
op hun mondje gevallen. Dat was altijd al min of meer
het geval, maar tegenwoordig kur.nen de jongens al
evengoed inkoopen doen als de meisjes en zij zijn dus
ook daarin zelfstandiger geworden."
(Nadruk verboden).
Sensationeele
ontsnappingen.
Naar aanleiding van de uitbraak uit de
Scheveningsche strafgevangenis. De
ongelooflijkste verhalen over ontsnappin
gen uit buitenlandsche gevangenissen.
Verleden week was op Maandag de groote sensatie
het vergaan van de R 101, den Engelschen luchtreus,
thans, een week later, is de ontsnapping van twee
boeven uit Scheveningen's bijzondere strafgevangenis
en hun weder gevangenneming het gesprek van den
dag. Spoedig komt dan kritiek los, de bewaking
deugt niet, het toezicht is te slap, er is lm'o van
buiten geweest enz.
Hoe goed de bewaking in een gevangenis ook
moge zijn, hoe nauwlettend ook wordt toegezien op
bezoeken, brieven, op gedrag van de delinquenten, in
elk systeem van bewaking schuilen zwakke- plekken,
want de menschelijke factor kan nu eenmaal niet-uit
geschakeld worden. Iloe zelfs de allerbeste en mo
dernste gevangenisoutillage, de scherpste bewaking
kan toch falen, toont ons de lezing van een onlangs
verschenen boek: „You can escape", van de hand
van wijlen E. H. Smith, voltooid door zijn vriend E.
H. Bierstadt (Londen, Werner Laurie). De gevangene
speelt met zijn bewakers een spel van kat en muis;
maanden en maandenlang bestudeert hij niet alleen
het systeem van bewaking, hij bestudeert zijn bewa
kers. Al spoedig heeft hij kleine zwakheden ont
dekt: de eene bewaker is toegankelijk voor een kleine
versnapering, de andere houdt van een gemoedelijk
praatje en als de gevangene eenmaal de Achillespees
heeft gevonden, weet hij er op den duur partij van te
trekken.
Zonder hulp van buiten is ontsnapping vrijwel on
mogelijk. Niet om uit de gevangenis te komen; het
is nog geen onoverkomelijk bezwaar om dat zonder
hulp te bewerkstelligen. Maar zoodra de hoef buiten
de muren is, wat moet hij dan beginnen zonder geld
en in de kleeren van de gevangenis, die hem zoo
als nu weer de twee uit Scheveningen aan den jongen
bij de Haagschc Schouw direct verraden! Hoe is
het echter mogelijk, dat in het eerste bericht omtrent
de ontsnapping was gemeld, dat de uitbrekers hun
gevangeniskleeding hadden achtergelaten?
Een geoefend inbreker gaat dan gewoonlijk het
eerst naar een uitdragerswinkel, breekt daar in en
zet zich in de kleeren. Gewoonlijk verschaft de toon
banklade hem dan wel geld om door de eerste dagen
heen te komen. In Wassenaar is vermoedelijk geen
uitdragerswinkel, maar moest toch een winkelierster
haar lade ge' 4 f. worden.
Meestal eclw»r zijn ontsnappingen maanden en
maanden vooraf beraamd, is op hulp van buiten ge
rekend. Aanwijzing van die hulp komt Rewoonlijk
gedurende de bezoektijden, door het uitspreken van
een paar woorden, die in codetaal zijn gesteld en die
den gevangene mcedeelen, wanneer en hoe de ont
snapping moet geschieden. Soms komen die aanwijzin
gen per brief, en allerlei listen en lagen worden te
haat genomen om in brieven, hetzij met sympatheti-
sche inkt, hetzij door codewoorden, dat bericht over
te brengen. Wie in oorlogstijd bij de censuur heeft ge
werkt, zal wel begrijpen, dat van honderden epistels
er wel eens één doorglipt, waarvan de controle niet
doeltreffend is geweest.
Het Weer speelt een grooten factor in de ontsnap
pingen; meestal zoeken de hoeven daar maanlooze
nachten voor uit, liefst met storm en regen. Ook nu
weer heeft het kort na de ontsnapping geregend en
was er dus vermoedelijk een bewolkte lucht, toen de
beide gevangenen hun kans waagden. De buitenbe
waking is dan niet op haar hoede, zoekt dikwijls te
gen de elementen een schuilplaats. De bewakers ple
gen dan wel eens bij de kachel te zitten; geluiden
van binnen worden door den storm buiten onder
drukt, het is do ideale nacht voor een ontvluchting.
Een ontsnapping op een dag, waarop het regent of
stormt, kan vrijwel slechts dan worden afgespro
ken, wanneer een der bewakers mede ln het complot
is; zulke ontsnappingen vinden wij in dit hoek meer
malen. Oom niet den schijn op zich te laden, laat
de oneerlijke bewaker zich dan boeien of knevelen.
Oneerlijke bewakers helpen ook dikwijls bij het bin
nensmokkelen van contrabande, els vijlen, zagen en
andere werktuigen. Ook van buiten kunnen de gevan
genen deze werktuigen ontvangen. Er werd thans ver
ondersteld, dat zij met een vijl of metaalzaag de spij
len van een raam op de ziekenzaal hadden doorge
zaagd.
Het makkelijkst is de ontvluchting dan ook gewoon
lijk uit de ziekenzaal; vandaar dat simulatie 11a si
mulatie tc baat wordt genomen om daar te komen.
In die zaal kan toch de bewaking nooit zoo streng
zijn als in de cellen. Daar schuilt veel eerder een
zwakke plek, vooral ook omdat een gevangene, aleer
hij in die zaal terecht komt, vrij ernstig ziek moet
zijn. Een voorgewende migraine bréngt hem daar niet.
Een der ongelooflijkste verhalen over wat iemand
er voor over had om in een bepaalde cel te komen,
vanwaar ontsnapping mogelijk bleek, vertelt de schrij
ver in een hoofdstuk, dat getiteld is: „The Madness of
Tommy Dowd".
Dowd was een „safecracker", bij het forcceren van
een brandkast gesnapt. Hij kreeg vijftien jaar, door
te brengen in de gevangenis van Joliet (Ver. Staten).
Toen hij op een dag mee moest helpen bij de groote
schoonmaak in de gevangenis, ontdekte hij, dat de
spijlen in het raam van de gckkcncel los zaten. Hij
heeft toen niet genist, alvorens hij in die cel werd
opgesloten. Hij simuleerde krankzinnigheid en met
de gruwelijkste folteringen werd hij op de proef ge
steld.
Men paste de „waterproef" op hem toe (de wijze
hoe dat gebeurt is in 's-Gravenhage's Gevangenpoort
te zien. Men hing hem aan zijn polsen op, gekluisterd
in getande boeien, en ten slotte stak de gouverneur
van de gevangenis hem een roodheeten pook toe, ter
wijl hij hem toeriep: „Hier is je zwaard, Tommy!"
Dowd aarzelde geen moment, wel begrijpend, dat als
hij maar even treuzelde, men van zijn krankzinnig
heid niets zou gelooven. Hij stortte zich op den pook,
die hem door de tralies werd toegestoken, en stootte
een vervaarlijk gebrul uit. Het vleesch van zijn hand
schroeide weg maar hij had het pleit gewonnen.
Hij kreeg de begeerde cel, den dag daama was hij
verdwenen, en de bewakers zeiden tegen elkaar: „Hij
heeft er hard genoeg voor gewerkt!"
Andere sensationeele ontsnappingen zijn die van
„Shoabox Miller", die op Hugo de Groot's wijze ont
snapte, al was het niet in een boeken-, maar in een
schoenenkist. Een ander ontsnapte in een doodkist,
nadat hij zich met hulp van den gevangenisdokter
(ook een boef, en dit verhaal komt natuurlijk uit
Amerika!) in een schijndooden toestand had laten
brengen en de dokter hem „doodverklaard" had!
In 1907 ontsnapte uit de gevangenis van Gera
(Duitschland) een zekere Schaarschmidt, die do
vuistdikke eigenhouten spijlen van zijn celraam in
een tijdvak van drie maanden had doorgeknaagd. De
afgeknaagde plekken had hij telkens met een papje
van roggebrood dichtgeplakt, zoodat de bewakers er
geen erg in hadden gehad. Hij bleef drie weken op
vrije voeten en werd toen weer geknipt. Zijn tan
den waren naar de maan, geen wonder!
De arm van Vrouwe Justitia is lang, en al weet een
boef nog zoo geraffineerd te ontsnappen, hij wordt
in negen van de tien gevallen weer achterhaald. Dit
leert dit boek ons ook, en dat moge gevangenisdirec
teuren tot troost strekken. N.R.Ct.
Waarom voortdurend
revolutie in Zuid-Amerika?
HET Is opmerkelijk, dat gedurende den na-oorlogs-
tijd met zijn revoluties en onrust Juist de drie
groote emigratie-gebieden: Rusland, China en
Zuid-Amerlka. het onrustigst waren. Al deze ge
bieden kenmerkten zich door grooten uitvoer van onbe
werkte grondstoffen en invoer vanaf gewerkte producten
Bij alle drie wordt de revolutie veroorzaakt door twee
factoren: een geestelijke, ldeeële. en een zuiver econo
mische. Rusland onderscheidt zich van de beide andere
gebieden door een volledige afsluiting van de rest van
v/creld, waardoor men Industrieel® zelfstandigheid
hoopt te bereiken. China en Zuid-Amerika vertoonen
echter een merkwaardige overeenkomst, hoewel er tus-
schen de belde gebieden geen contact !s. De ingewikkel
de economische inrichting van Europa en Noord-Amerl-
lia moet voortdurend produceeren en kan ook alleen ln
stand worden gehouden door Bteeds te blijven producee
ren; de meer primitieve bewoners der grondstofgebieden
kregen daardoor steeds meer levensbehoeften en zoo
werden zij gedreven tot eischen aan het leven en aan de
maatschappij, waar zij vroeger niet over gedacht zouden
hebben. Daarbij is men er nog in geslaagd. ,een zeer
ongewenscht gevoel van haat aan te kweeken tegen de
vreemde overheerschers. waaronder de bevolking zich
voordien gewillig geschikt had. De hoogste levensstan
daard beteekende loondienst in het belang van den
werkgever. De haat deed zoowel in China als in Zuid-
Amerlka het verlangen ontstaan naar een geheel an
ders Ingerichte maatschappij.
De strijd voor of tegen het communisme is in China
nog niet definitelf beslist. In Zuid-Amerika begint deze
strijd pas Wel heeft men daar nog den eeuwenouden toe
stand, dat de geschiedenis er gemaakt wordt door de
generaals, maar toch ziet men bij de revoluties van den
laatsten tijd andere drijfveeren, dan tot dusverre. Vroe
ger was een revolutie een actie uit winstbejag, want wie
de macht in handen had, had ook de baantjes te ver
geven, beschikte dus ook over de middelen om snel rijk
te worden. Het waren geen eigenlijke revoluties, want
behalve de naaste belanghebbenden merkte niemand iets
van de verandering. Deze onbeduidende staatsgrepen zijn
voorbij. Thans ziet men duidelijk een geestelijke, eenheid
ontstaan ln dit werelddeel, waar men vroeger dozijnen
verschillende nationale gevoelens vond. En op een vreem
de wijze zijn de bewuste en onbewuste gevoelens van het
volk dooreen geloopen.
Afgezien van de enkele succesvolle Europeanen, die
In Zuid-Amerika bovenaan staan op den maatschappelij-
ken ladder, heeft men er weinig behoeften. De bevol
king is lui en werkt, alleen, voor zoover dat noodig is.
om in haar levensonderhoud te voorzien. De moderne
economische problemen zijn daar onbekend, evenals de
heksenketels der beurzen te New York, Chlcago en Lon
den. Men weet er alleen, dat het aanvoeren van de ruwe
producten vleesch, koffie, rubber enz. vroeger een
ruim bestaan mogelijk maakte en nu niet meer, zoodat
men verarmt, terwijl men toch evenveel werkt als vroe
ger.
De menschen vermoeden vaag, dat de een of andere
duistere macht aan het werk is en onbarmhartig hun
bestaan In den wortel aantast. Do schuldige wordt ge
zocht en gevonden In den „Gringo", den vreemdeling, die
ln het heele land goede sier maakt, vooral do man uit
de Vereenigde Staten. En de regeering duldt deze men
schen en om de een of andere reden vermoedelijk een
zeer baatzuchtige laat zU rustig toe, dat die men
schen, die hier niet thuishooren, de hand leggen op do
rijkdommen van het land. Zoo mag Fcrd een reusachtig
gebied in de oerwouden de Amazone gebruiken ais rub
berplantage en de bevolking verneemt, dat de bondsre-
geering te Rlo de Janeiro deze concessie verleend heeft
ondanks het lulde protest der daardoor benadeelde
Noordelijke staten. In Chili ziet men de rijke salpeter-
velden overgaan ln handen der Yankee's. De reusachtige
productie van bananen in de kleine mlddenstaten wordt
beheerscht door een Amerlkaansche maatschappij. Uit
de een of andere krant leest men vroeg of laat, dat
Panama, Nicaragua en andere staatjes slechts marionet
ten zijn en dat de groote „vampyrs" in Washington aan
de touwtjes trekken. Men ziet ook heel goed. dat de
Amerlkaansche „adviseurs" overal lang» de Westkust
met de landmiddelen doen wat zij willen. Zij zien dit al
les en dan zijn zij rijp voor den politicus of generaal, die
hen oproept tot den strijd om de vrijheid.
De revolutie ln Argentinië maakt daarop geen uitzon
dering. De verjaagde president Irigoyen haatte zelf wel
de Amerikanen, maar tegen zijn wil is hij door de alge
meen e malaise de oorzaak geworden van de locale cri
sis In Argentinië, doordat Amerika op politieke redenen
plotseling zijn land geen crediet meer gaf.
Dezelfde algameene malaise is ook de onmiddellijke
oorzaak geworden van de revolutie In Brazilië, die thans
op haar ernstigst is. Alle Brazlliaansche revoluties zijn
in het Zuiden van het land begonnen. In de subtropische
streek is de bevolking veel energieker dan in de Noor
delijke staten en sedert de 16e eeuw zijn deze „Paulis-
tanos" een kruising van blanken en Indianen be
roemd om hun moed en ondernemingslust. Ook de
vreemde emigranten vestigden zich grootendeels in het
Zuiden. Daar wonen elf millioen menschen op één milli-
oen vierkante K.M.. een zeldzame dichtheid van bevol
king voor dit werelddeel. Driekwart van den uitvoer van
het gebeele land komt uit dit gedeelte; het is het voor
naamste koffiegebied der wereld. De concurrentie met
de hoofdstad Rlo de Janeiro staat bij alles op den voor
grond. De slechte koffie- en rubberprijzen en de daaruit
voortvloeiende werkeloosheid spelen in de kaart der
vechtlustige generaals. Zy zullen misschien Rio beheer-
schen, doch nimmer do Amerikanen uit de Vereenigde
Staten en evenmin de malaise, die de geheele wereld
bedreigt!
Hoe kannen wij verkoudheid vermijden?
door
Dr. L. BOONEN, Arts.
WIJ hebben voor dit jaar weer voorgoed van
den warmen tijd afscheid genomen; de
herfst is ingiet. Wij weten allen, dat
juist in dezen overgangstijd bijzondere
voorzichtigheid geboden is. cm geen kou te vatten.
Het 13 natuurlijk verkeerd, elke ziekte aan het weer
toe te schrijven: vele ernstige ziekten beginnen
eveneens met rillen, ent.
Toch heeft het weer grooten invloed op de gezond
heid; herfstmanoeuvre= bij slecht weer vertoonen
h.v. driemaal zooveel rit ken als gewoonlijk. Ieder
een, die aan slecht weer is blootgesteld, is hier ech
ter niet vatbaar voor. Dit kan men op verschil
lende wijzen verklaren. Ten eerste vatten wij eer
der kou, wanneer het lichaam in rust is, dan wan
neer wij in beweging zijn. Ten tweede is de een ge
voeliger voor kou dan de ander en men kan zijn
natuurlijken aanleg ook door harden verbeterd heb
ben. Ten derde kan net gevaar voor kouvatten ver
hoogd worden door bijzondere omstandigheden,
zooals het komen uit een warme kamer of ondoel
matige kleeding.
Als wij kou vatten, wordt door de afkoeling de
bloedsomloop in de wer gebracht, waardoor de
weefsels gevoeliger worden voor infectie. Sommige
deelen van het lichaam worden ook direct aangetast
door vochtige kou.
In den herfst hebben wij meer kans op kouvatten
dan in den winter, want 't verschil tuaschen dag- en
avondtemperatuur is dikwijls groot, waardoor
menschen, die 's middags uitgaan, 's avonds te dun
gekleed zijn. Het weer u» in den herfst ook voch
tiger dan in den winter
De voornaamste verschijnselen, die door kouvat
ten ontstaan, en algem-tn bekend zijn, zijn; niezen,
keelontsteking, bronchitis rheumatiek, maag- en
darmcatarrh. Wij zullen nu nagaan, hoe wij deze
soms gevaarlijke aandoeningen kunnen voorkomen,
want dat is nog altijd beter en goedkooper dan ge
nezen.
Het voorkomen van kouvatten.
Zoolang er ziekten blijven bestaan, die door kou
vatten worden veroorzaakt, zal ook de harding in
haar verschillende vormtn een belangrijk punt van
bespreking uitmaken. Dit harden kan echter niet
voor iedereen op dezelfde wijze geschieden. Straffe
hardingskuren zijn af te raden, vooral bij kinderen.
Zwakke kinderen tracht men dikwijls door harding
sterker te maken, ma-ir gewoonlijk bereikt men er
alleen mee, dat ze ziekelijker worden. Aan den an
deren kant is verwennen altijd nadeelig, ook voor
zwakke kinderen. Veel beweging in de open lucht
is het voornaamste. In verscheidene gevallen heb
ben mijn patiënten hun gevoeligheid voor het weer
reeds verloren door eenmaal per dag den weg van
of naar hun werk te voet af te leggen. Bovendien
loopen zij dan niet het gevaar, in de overvolle trams
door anderen te worden aangestoken. Door het
voortdurend hoesten en niezen is de lucht daarin
dikwijls bepaald gevaarlijk te noemen.
Een ander hardingsmiddel zijn koude afwasschin-
gen, dlo men echter uitsluitend mag toepassen in
een verwarmde kamer en die gevolgd moeten wor
den door krachtig afdrogen, waardoor de huid warm
aan gaat voelen. Koud-j douches worden over het
algemeen minder goed verdragen en zwakke per
sonen doen beter, zich niet door water te harden,
in welken vorm ook, maar door lucht.
Het beste zijn zonnebaden of kunstmatige hoogte-
zonbestraling. Een goed hardingsmiddel is ook het
slapen in een onverwarmde kamer.
Naast het harden moeten wij de kans op kouvatten
vermijden. In de eerste plaats is tocht ongunstig,
vooral wanneer men ni*.k in beweging is. Natte klee
ren en vooral natte kousen moeten dadelijk ver
wisseld worden. De voeien dienen steeds warm ge
houden te worden; het hoofd komt er daarentegen
minder op aan.
Wanneer men ondanks alles toch kou gevat heeft,
is het het beste, dadelijk te gaan liggen en maatre
gelen te treffen, waardoor men gaat transpireeren.
Daardoor wordt langd.ing gesukkel meestal wel
voorkomen. Enrstige gevallen moeten natuurlijk
door een arts behandeld worden.
Onze voeding in den herfst.
Hierbij denken wij vooral aan de inaag-darmca-
tarrh, die door kouvatten ontstaat, gewoonlijk door
het drinken van te koui vocht. Het drinken van
koud water verlaagt de lichaamstemperatuur aan
merkelijk en vooral h«t weerstandsvermogen tegen
do in maag en darmon altijd aanwezige bacillen
wordt verminderd; zolN de anders onschadelijke
soorten kunnen dan ziekten veroorzaken. Een ander
gevaar is het overmatig gebruik van vruchten, hoe
gezond deze overigens cok mogen zijn. Op de schil
len bevinden zich vele 1-acterieën: meerendeels zijn
deze natuurlijk onachad» lijk, maar soms loopen er
ook gevaarlijke onderdoor. Het is daarom aan te
raden, de vruchten altijd te schillen en voor zwakke
personen bovendien te stoven.
Verder is het aan te raden, bij de eerste onaan
gename gewaarwording maag en darmen voor kou
vatten te beschermen duor een gordel te dragen. In
geen geval wachte .tien hiermee, tot men koorts
begint te krijgen, omdat dan de bacteriën reeds hun
schadelijken invloed hebben doen gelden.
Eenzijdige vleeschvoe Ung is ook zeer schadelijk.
Op zichzelf kan zij reeJs licht en rheumatiek ver
oorzaken, maar bij hoi begin van het koude jaarge
tijde zijn de ongunstige gevolgen veel eerder waar-
noembaar. Verder geiden voor de voeding in den
herfst natuurlijk alle Hygiënische voorzorgsmaat
regelen, die ook in andere jaargetijden noodig zijn
en waarop hier niet naoer behoeft te worden Inge
gaan.
(Nadruk verboden.)