fieestes Sport en Hersen-GymnasM Het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. §p s§ l iP 8 n l IR VOOR ONZE DAMMERS VOOR ONZE SCHAKERS EVENTJES DENKEN. D e bijdrage voor het Kanaal S t o I p e n—S c h a g e n—K o I h o r n verhoogd. Rooker, i/w keel' m Vraagstuk No. 623. m m m m w m m m m m m m m m m m M m m m m W, m m m m m B w Vraagstuk No. 624. 8 fl SM 7 jj f® li WÊk 6 i 18 us 1 Ww\ WÉ. 5 |p| ImL™ m 4 SiPP H i i k 8 3 2 ÉÉt ■tl- kt m 1 wm fffp Wm. X Vraagstuk No. 621. Vraagstuk No. 622. Wegen verbetering in 1031 tot een bedrag van rond 1 103.000. De algemecne vergadering van dit Waterschap zal worden gehouden op Woensdag 29 October, 's morgens 11 uur, ln het Gemeenlandshuis te Alkmaar. De bijdrage voor het kanaalvak Stolpen— Kolhorn. In deze vergadering komt o.m. voor een voorstel tot het nader regelen der bijdrage in de kosten van de totstandkoming van het kanaal StolpeSchagen— Kolhorn. Werd op 4 Juli 1929 besloten om gedurende 40 ja ren een bijdrage te vcrleenen van f 600 per jaar voor het kanaalvak StolpenKolhorn en van f400 per jaar voor het kanaalvak EnkhuizenAndijk, van God. Sta ten kwam bericht dat voor eerstgenoemd kanaalvak nog een jaarlijksch bedrag van slechts f4400 ontbrak. Een bedrag van f 10.050 was reefis toegezegd. Van be slissende beteekenis werd geacht, dat althans met óón kanaal ton spoedigste een aanvang werd gemaakt en God. Staten informeerdon dan ook of het besluit van 4 Juli 1.1. niet aldus mocht worden opgevat, dat voor het kanaal Stolpen—SchagenKolhorn eene bijdrage van f900 kon worden verleend en dan het ten behoeve van andere kanalen te vcrleenen subsidie later op nieuw onder het oog te zien. Het is Dijkgraaf en Hoogheemraden gebleken, dat bij het (becijferen der bijdrage op f600 per jaar, ge durende 40 jaar, geen rekening is gehouden met den factor, dat het te verwachten voordeel, hetwelk het Hoogheemraadschap jaarlijks tengevolge van de tot standkoming van het kanaal StolpenSchagenKol- Ihorn zal genieten, ook n& het 40ste jaar zal blijven. Voorts is hen uit een nader rapport van den Inge nieur gebleken, dat bij de berekening van de bespa ring, die het Hoogheemraadschap door het kanaal zal genieten, alleen is gelet op de voordeelen, door het kanaal zelve gebracht. Het ligt evenwel in de bedoeling, dat langs het ka naal een weg zal worden gemaakt. Het gevolg daar van zal zijn, dat het verkeer over den weg op den Westfrieschcn dijk van Kolhorn naar Het Wad zal worden ontlast. Vooral zal dit zeer beduidend zijn, wanneer do Wieringermeer in exploitatie komt. Naar de meening van den Ingenieur zal do besparing op de onderhoudskosten van dezen weg daardoor meer dan f200.— per jaar bedragen. Dijkgraaf en Hoogheemraden;zijn dan ook bij nadere overwoging en berekening tot de slotsom gekomen, dat hun standpunt, hetwelk behelst, dat een subsidie van het Hoogheemraadschap, ten behoeve van het Westfriesche kanalenplan, gebaseerd moet zijn op het voordeel, hetwelk het Hoogheemraadschap van de ka nalisatie heeft volkomen gehandhaafd blijft, wan neer do toegezegde bijdrage voor het kanaal Stol penSchagen—Kolhorn wordt verhoogd tot f900 per jaar gedurende veertig jaar. D. en H. stellen dan ook voor, met intrekking van het besluit d.d. 4 Juli 1929, voor het kanaal vak Stol penSchagenKolhorn een jaarlijksche bijdrage van 1900 te verlcenen. De begrooting voor 1931. Het voornaamste agendapunt dezer vergadering is do behandeling van de begrooting voor 1931. De be grooting van het pl.m. 142.000 H.A. groote waterschap sluit, wat den gewonen dienst betreft, in ontvangst en uitgaaf met f 1.260.220 en wat den buitengewonen dienst aangaat, in ontvangst en uitgaaf met 154.500. Allo kleintjes helpen. Tot dekking van de geraamde uitgaven, waarbij de post. voor onvoorziene uitgaven is uitgetrokken op f51.920, een cijfer, dat ongeveer gelijk is aan dat van voorgaande jaren, is het noodig een bedrag van rond f955.000 aan omslag to ontvangen, tegen 1964.600 in 1930. Dank zij mede de geregelde stijging van de belastbare opbrengst, blijkt, het mogelijk de heffingspercentages wederom met 0.2 te verlagen. Voor dekking van de watersnoodkosten kan het per centage worden teruggebracht van 1.82 tot 1.75; voor dekking van de andere uitgaven kan dit van 4.58 tot 4.45 worden verminderd. Arohieven. Aan de ordening en inventariseering van het ar chief van het voormalig hoogheemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten, wordt de laatste hand gelegd. Wanneer de heer Dr. N. J. Pabon hier mede gereed zal zijn, zullen de archieven van alle zeven waterschappon, die tengevolge van de oprich ting van het Hoogheemraadschap werden opgeheven, deskundig zijn geordend en van een inventaris zijn voorzien. De Rijksarchivaris in Noordholland is zoo welwil lend geweest toezicht uit te oefenen. Wegens de belangrijkheid van het meerendeel dezer archieven, hebben D. en II. zich tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gewend, met het verzoek te willen bevorderen, dat de inventaris sen voor rijksrekening worden gedrukt. Mocht dit verzoek worden ingewilligd, dan is het voornemen een aantal pxemplaren hiervan voor rekening van het hoogheemraadschap aan te schaffen. Verhuring van grasgewas. In aansluiting met de mededeeling van den Voor zitter in de vergadering van 25 Juni 1930 omtrent dit onderwerp, vestigen D. en H. er de aandacht op, dat de opbrengst van het grasgewas van den Westfrie schcn dijk on den Langereisdijk, voor zoover deze vroeger eigendom waren van het voormalige ambacht van Westfriesland genaamd de Schager- en Niedor- perkoggon, dit jaar f 462,— minder is geweest dan het jaar tevoren, niettegenstaande de verhuring thans voor drie jaar geschiedde. Ook het grasgewas van andere dijksgedeelten, die dit jaar verhuurd werden, leverde een merkbaar lager bedrag op. Ofschoon de omstandigheden voor een verhuring dit jaar niet gunstig waren, vreezen D. en H. dat deze teruggang van de pachtprijzen van het grasgewas der dijken meer een algemeen en blijvend karakter zal hebben. De vrachtauto verdringt steeds meer de paarden- tractie, tengevolge waarvan het aantal gegadigden voor het grasgewus voortdurend minder wordt. Hoe wel de inkomsten uit dezen hoofde geen overwegen den invloed hebben op het budget van het Hoog heemraadschap, achten D. en H. dit symptoom toch belangrijk genoeg om daarop de aandacht van de vergadering te vestigen. De eigendomsverwerving der dijken. Zooals de Voorzitter reeds in de vergadering van 25 Juni 1930 mededeelde, hebben D. en H. aan Ge deputeerde Staten de vraag voorgelegd, of, in ver band met de drooglegging van de Wieringermeer en de aanstaande afsluiting van de Zuiderzee, hun Col lege alsnog een overneming van alle dijken in eigen dom door het Hoogheemraadschap voorstaat, dan wel met eigendomsverwerving van sommige dijken kan worden volstaan. Onder dagteekening van 16 Juli j.1. ontvingen D. en H. bericht, dat Godeputeerde Staten het, ondanks de droogmaking van de Wieringermeer en de afslui ting van de Zuiderzee, in het algemeen noodzakelijk blijven achten, dat het Hoogheemraadschap de bij hem in onderhoud en beheer zijnde dijken in eigendom ver krijgt. Zij maken te dien opzichte echter een uitzon dering voor: a. de gedeelten, waar eene zoodanige bebouwing op het dijkslichaam voorkomt, dat de overneming van den ondergrond met onevenredig hooge kosten zou gepaard moeten gaan en waarvan de eigendom niet berust bij het openbare lichaam, dat voor de oprichting van het Hoogheemraadschap met het be heer der waterkeering was belast; b. de niet aan zee gelegen dijken en dijksgedeel ten, waarop geen bij het Hoogheemraadschap in on derhoud zijnde kunstwegen gelegen zijn en in de toe komst waarschijnlijk ook niet zullen worden aange bracht; c. de zeewaterkeeringen, die gelegen zijn in be bouwde kommen van Zuiderzeegemeenten, voor zoo ver de beharding en het staal van een op de water keering gelegen weg in onderhoud en eigendom zijn bij een of meer dier gemeenten. Deze aangelegenheid is thans zoodanig voorbereid, dat binnen niet te langen tijd de onderhandelingen kunnen worden geopend. De Zniderzeedtjk. Wat de begrooting voor den technischen dienst betreft, wordt opgemerkt dat wat den Zuiderzeedijk aangaat, behoudens onvoorziene omstandigheden, overal met het dagelijksch onderhoud zal kunnen worden volstaan. Voor den Balgdijk, Amsteldijk, Oostdijk, Wierin- gerwaarddijk, den dijk van den Waard- en Groet polder en den Weslerdijlc van de Vier Noorderkoggen zijn slechts kleine bedragen voor gewoon onderhoud uitgetrokken. De Wieringermeer is thans drooggemalen, zoodat de genoemde dijken nog slechts de rol van slaper vervullen, tengevolge waarvan o.a. de kistdam op den Waard- en Groetpolder is verwijderd. Voor de overige Zuiderzeedijken en hun vooroevers kan evenals het vorige jaar niet gewoon onderhoud worden volstaan. Voor iiet dichten van scheuren is voor de in 1926 verhoogde dijken wederom een post geraamd, zij het dan ook dat deze som iets lager is dan voor 1930. De natte zomer van 1930 was oorzaak, dat dit jaar voor het dichten van scheuren niets behoefde te worden uitgegeven. Aan de Hondsbossche zeewering met de daarvoor gelegen hoofden, zal in 1931 de re constructie wederom met dezelfde kracht als dit jaar worden voortgezet. In ons voorwoord van de begrooting 1930 werd de waarschijnlijkheid uitgesproken, dat bij zware stor men er kans bestond op beschadiging van de nog niet vernieuwde hoofden. Dit is inderdaad het geval geweest bij de stormen van 12/13 December 1929, 2/3 Janauari en 13 Janauri 1930. De schade, ten be drage van ongeveer f9.000,—bleef in hoofdzaak be perkt tot die hoofden, die op het programma ston den om te worden vernieuwd. Aan de Zuiderzeedijken werd geen noemenswaar dige schade toegebracht. De verbreeding en verbetering van de wegen. Krachtige voortzetting. Ook in deze begrooting is weer gerekend op krach tige voortzetting van de verbreeding en verbetering van de wegen. Zoo is o.a. gerekend op verbreeding en verbetering van: den weg SchoorldamOude Wal in aansluiting met den door de gemeente Warmenhuizen te verbe teren weg naar laatstgenoemde plaats; den weg op den Noorder Rekerdijk bezuiden de Koedijker vlotbrug en dien op den Zuider Rekerdijk; den weg op den Schinkeldijk, den Zijper zeedijk, den Amsteldijk, den Westfrieschen Omringdijk van Kolhorn tot Boerensluis; den weg op den Westerdijk van de Vier Noorder koggen van Lambertschaag naar Medemblilt; den weg op den Noorder- en Oosterdijk van Drech- terland, zoodat in 1931, op het gedeelte gelegen op den Kagerdijk na, de weg Medemblilt—Enkhuizen geheel zal zijn verbreed en geasfalteerd; gedeelten van den weg op den Zuider-, en Wester dijk van Drechterland; gedeelten van den weg op den Waterlandschen- en Assendelverzeedijk. De gezamenlijke kosten van deze wegverbetering zullen rond f 165.000,— bedragen. Voor de verbetering van deze wegen, waarvan vele bestemd zijn voor interlocaal verkeer, ontvangt hel Hoogheemraadschap geen enkele bijdrage uit het Wegenfonds. Het is D. en H. bekend, dat de Vereeniging van Noord-llollandsche Waterschappen zich opnieuw tot Gedeputeerde Staten heeft gewend en op het onbil lijke van den huidigen toestand heeft gewezen. Zijn D. en II. goed ingelicht, dan maakt het thans bij Ge deputeerde Staten een punt van ernstige overwo ging uit om vanwege de Provincie eenigen geldelij ke» steun te verleenen aan de onderhoudsplichtigen van interlocale wogen, die niet voorkomen op het rijks- of provinciaal wegenplan. Voor de vernieuwing van de Twiskerbrug wordt f6000 geraamd. De kosten van onderhoud en instandhouding van de zeeweringen worden in totaal geraamd op f 191.800, die van de wegen op f283.740. Van sluizen, bruggen, duikers e.d. worden de kosten van onder houd en instandhouding geraamd op f7740, het on derhoud, bediening en stroomverbruik van bema lingswerktuigen op f910, het onderhoud van berm- slooten, wielen en braken op f7700, het onderhoud en instandhouding van woningen en andere gebou wen op 4900. Pasop! Neem Wybert. Ter be scherming' der slijmvliezen en ter zuivering van den adem. Zoo rookt U veilig en aangenaam. De Huisvrouw als Architect. Meer berging in huis. Gezellige zitjes. Practische Ideeën. Het is een bekepd feit, dat men in de nieuwe hui zen steeds te klagen heeft over gebrek aan ruimte. Gewoonlijk is er dan wel wat te verbeteren door kas ten, zitjes, enz. in te bouwen. Zelfs waar het niet absoluut noodzakelijk ls, zooveel mogelijk ruimte te sparen, kan men door toepassing van dit inbouwen soms nog heel wat ruimte winnen, daardoor het ge mak der bewoners vergrooten en het uiterlijk van de kamer verbeteren. Dit hangt nl. voor een zeer groot deel af van de vrije vloerruimte. Bovendien zijn ingebouwde meubels bijna altijd goedkooper. Dit komt wel het duidelijkst uit bij hangkasten. Men kan b.v. de ruimte ter weerszijden van een schoorsteenmantel hiervoor benutten. Als men de kast laat doorloopen tot aan den zijwand, heeft men alleen een flinke deur noodig, het dak van de kast en één plank om boven in de kast te spijke ren voor hoeden, enz. Men kan zacht hout gebruiken en verft dit in de kleur van hete andere houtwerk van de kamer. Een paar haken en een koperen roe de voltooien uw hangkast. Zoo verkrijgt men een ruime hangkast voor weinig geld, terwijl men be trekkelijk weinig ruimte verliest. Men kan er in plaats van een hangkast natuurlijk ook andere kas ten van maken met gewone planken, of men maakt de kast wat hooger en zet er onderin een of twee planken voor schoenen. Als men er een nauwkeu rige teekening op schaal van maakt, kan een gewone timmerman al die werkjes voor u opknappen. Bij gebrek aan inspringende gedeelten van de ka mer, kan men ook de ruimte achter een deur gebrui ken, aangezien men daar anders ook weinig profijt van trekt. Als men b.v. met zijn tweeën een kleine kamer moet deelen, is dikwijls de oplossing van het pro bleem het aanbrengen van twee ruime kasten ter weerszijden van den schoorsteenmantel. Zoo noodig kan men de kast laten reiken tot aan de zoldering en het bovendeel een eigen vloertje en een eigen deur geven. Daarin kan men dan de dingen wegbergen, die men niet dagelijks gebruikt, of die alleen voor een bepaald jaargetijde noodig zijn. Men behoeft de ingebouwde meubels niet te be perken tot kasten, hoewol daaraan wel het meeste behoefte is. Moderne architecten bouwen verschillen de andere meubels in, vooral kaptafels. Deze behoe ven alleen te bestaan uit één plank met een spiegel er boven, maar men kan het geheel zooveel uitbreiden als men wil, zonder daardoor meer plaats in beslag te nemen. Verder kan men boven een bed plankjes met boeken aanbrengen. Ook zou men een divan-bed iets karakteristieks kunnen geven door links en rechts ervan kasten en erboven één of twee boeken planken aan te brengen. Verder kan men ook in springende gedeelten benutten door er banken in aan te brengen, al of niet met bergruimte er onder. Men kan een éénpersoons-slaapkamer het beste inrichten door te denken aan een hut aan boord van een schip. Onder het bed heeft men laden of andere bergruimten voor dingen, die men niet geregeld ge bruikt; in pen geschikt hoekje wordt een kleine hangkast getimmerd en in een ander hoekje, waar goed licht valt, een vaste waschtafel met een spiegel en eenige plankjes voor de toiletbenbodigdheden. Als dit laatste niet uitvoerbaar is, moeten wij op de eene plaats een ingebouwd toilettafeltje hebben en op een andere, waar minder goed licht behoeft !e zijn een waschtafel. Als men er eenige zorg voor over heeft, zoo'n inrichting te ontwerpen, krijgt men met weinig kosten een aardig effect. Ook in andere kamers kan men met succes van ingebouwde meubels gebruik maken, b.v. in een klein portaaltje of gangetje kan men in een hoek een kwart-cirkelvormige of driehoekige plank aan brengen met onderaan eenige kleerhaken, waaraan men de mantels op kan hangen. Tegen het vocht kan men tegen de wanden en den bodem glazen of metalen platen aanbrengen, terwijl men de para- pluies een voor een langs den wand kan zetten in ringen, die geopend en gesloten kunnen worden. MARJOLIJN. (Nadruk verboden.) onder leiding van GEO VAN DAM. van M. J. B e 1 i n f a n t e en S. E. v. d. Meer Jr., Amsterdam. Zwart: 9 sch. en 1 dam. 1 IfP ut 6 11 16 21 26 31 36 41 46 ww Wit: 11 sch. Diagramstand: Zw. 1 dam op 11, 9 sch. op 8, 10, 13, 14, 19, 20, 24, 26, 32; wit 11 sch. op 25, 28, 30, 38—37, 42, 43, 47. Wit speelt en wint! OPLOSSING VRAAGSTUK No. 619, De diagramstand in cijfers was: Zw. 12 soh. op 1, 5, 8, 9, 13, 15, 17, 22, 27, 32, 35, 36. Wit 12 sch. op 16 24, 25, 29, 30, 34, 39, 41—43, 45, 49. Wit wint door 16— 11!, 4540, 49—44 29:38!! 25:21!! 38:9. Een fraai meerslag-vraagstukje. van Dr. K. B a y e r. Zwart: 11. rntm wwm mm "w/////mw 'Wa OPLOSSING VRAAGSTUK No. 620, De diagramstand was: Zw. Ke4, Ph6, pion b6. Wit Ke6, Dfl, Pb3, pionnen op b5 en d2. Wit speelt en wint door 1. Pal. Op zrw. Kd4 volgt nu Pc2met mat en op P 8 Df5. „DE PIENTERE SCHRIJNWERKER". Iemand bestelde een schrijnwerker tot het repareeretv van den parketvloer in zijn villa, waarin een recht hoekig gat gekomen was, groot 50 c.M. b'j 37% c.M. Nu had hij nog eveneens een rechthoekig stuk parket vloer liggen en wel van 75 c.M. bij 25 cM. Hij vroeg aan den schrijnwerker, of hij hiermede het gat geheel kon dichtmaken, waartoe hij dat stuk parketvloer ech ter slechts in twee stukken mocht verdeelen, omdat anders het patroon, de teekening van de vloer, niet passend zou zijn. De timmerman dadht even na en zei, dat hij de opdracht kon uitvoeren. Hoe denkt U, dat hij 'm dat lapte?" „DE DREE DRONKAARDS". Drie dronkaards bespraken in hoeveel tijd ze elk 40 L. bier zouden kunnen drinken, ('t Waren geboren en getogen Munchenerbietbuiken). Wilhelm nam aan, om dit kunststuk te volbrengen tusschen vier uur 's morgens en twaalf uur 's avonds; Friedrich tusschen tien uur 's morgens en twaalf uur 's avonds; Franz tusschen twee uur 's middags en twaalï uur 's avonds. Allen natuurlijk steeds in de genoemde tijden van een en denzelfden dag! Als dit zoo is, in hoeveel tijd zouden ze dan wel 40 L. samen kunnen opdrinken? OPLOSSINGEN DEH PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 617. „EEN KAART-VRAAGSTUK". We leggen de kaarten open voor ons op tafel en nemen eens Harten: B 2 en 5, C 6, 7, 8, 9, D. zal 3 en 4 hebben en daar A. een vijfkaart heeft in rood, moet deze die van harten aas hebben. Ruiten: A. heeft 2 en 3, B. aas, heer, vrouw, D. boer, 10, 9, 8 en 7 en daar B. acht rooden heeft, moet hij ook de 4, 5 en 6 bezitten! Schoppen: A. vrouw, boer en 10, B. 2 tot 5, C., die een vierkaart daarvan heeft, kan dus alleen 9, 8, 7 en 6 hebben en daar hij in totaal 9 zwarten heeft, zal hij dus ook het aas en den heer moeten hébben. Klaveren: C. 3, 4 en 5. D. 6, 7, 8, 9, 10 en boer, dus kan A. alleen een driekaart vanaf het aas hebben en blijft voor B. de 2 over. Wij komen dus tot de conclusie, dat: A. heeft: een vijfkaart vanaf hartenaas, R. 2, 3; een 3-kaart vanaf S. vrouw en een driekaart vanaf KI. aas. B. heeft H. 2, 5; een 3-kaart vanaf R. aas, dan 4, 5, 6; S. 2, 3, 4 en 5; KI. 2. C. heeft: H. 6, 7, 8 en 9; S. 9, 8, 7 en 6, alsook aas en heer; KI. 8, 4 en 5. D. heeft: H. 3, 4; R. 7, 8, 9, 10 en boer; KI. een 6- kaart vanaf den boer. a b c d e f g h Wit: 7. Wit speelt en geeft mat ln 3 zetten. Wit Hb6, Te8, Te2, LdG, Le4, Dh3, en een pion op g4. Zwart Kd7, Th8, Tgl, Pa3, Fbl, Lh2 Lg6 en vier pionnen op a 6, c 4, f 7 en f4. No. 618. „EEN O VERZET-PROBLEEM". Ie tocht: 1 blanke en 1 Indiaan, terug de blanke; 2e tocht: 2 Indianen, terug 1 Indiaan; 3e tocht: 2 blanken, terug 1 blanke en 1 IndJaan; 4e tocht: 2 blanken, terug 1 Indiaan; 5e tocht: 2 Indianen, terug 1 Indiaan; 6e tocht: 2 Indianen. Er zijn nog een paar variaties mo gelijk, die echter in principe op hetzelfde neerkomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 18