RADIO
Een prijsvraag over beleefdheid.
Radioprogramma
Eerste hulp bij —storingen.
Vit de Filmwereld
Vrouwen die ik bewonder.
ER wordt zooveel over ontvangststoringen ge
schreven en zooveel van alle kanten hulp tegen
deze storingen beloofd, dat het bijna over
dreven lijkt nog eens op dit thema terug te
komen. Dikwijls kan men echter hetzelfde doel berei
ken zonder Ingewikkelde hulpmiddelen, speciaal wan
neer het gaat om storingen, die veroorzaakt worden
door huismotoren. Helaas lijkt het er veel op, of de
storingen inplaats van af te nemen, met den dag in
aantal toenemen, ondanks alle radio-voordrachten over
dit thema. Menige radioliefhebber heeft reeds, daar de
storingen hem te machtig werden, zijn toestel aan kant
gedaan. Dat is heel erg jammer, want in velerlei ge
vallen is de zaak in het geheel niet zoo hopeloos, als
het eerst wel lijkt. De bezitter van een storingen-
verwekkend toestel weet diwijls zelf niet, dat zijn toe
stel de ontvangst van zijn buurman ten zeerste stoort
en zelfs geheel onmogelijk maakt.
Wij weten, dat het gebied der ontvangststoringen
zeer groot is. Tegen een deel der storingen zijn wij op
het' oogenblik zelfs nog machteloos: tegen de storin
gen, welke te voorschijn geroepen worden door de elec-
trische ontladingen der atmosfeer. Ook tegenover de
storingen van de stadstram in menige stad is het op
het oogenblik nog onmogelijk voldoende maatregelen
te nemen. De kosten, die er zouden moeten worden
gemaakt om deze storingen afdoende op te heffen,
zijn vooral in de groote steden zoo enorm groot, dat
onze tegenwoordige economische toestand, welke nog
steeds niet geheel en al van de wereldoorlog en zijn
naweeën hersteld is, hun niet zou kunnen dragen, hoe
goed ook de wil van de toonaangevende personen mag
zijn.
Het is duidelijk, dat bij al deze storingen de be
strijding ervan niet moet uitgaan van den eigenaar
van het gestoorde toestel, doch wel van den storings
verwekker. Op het platteland en in de meeste steden
zullen de storingen niet zoo sterk zijn als in de indu-
trie-streken, waar de met electrischen stroom gedre
ven machine's. de oorzaak van alle kwaad vormen. Het
is dan ook in een gewone stad niet moeilijk door vra
gen bij buren en overburen, te weten te komen, wie in
het bezit is van een storingverwekkend apparaat. Bijna
alle toestellen, waarbij het vormen van electrische
vonken kan voorkomeh, zooals motoren, stofzuigers,
electrische schellen, verwarmde kussens met automa
tische reguleering en vooral de hoogfrequentie-appara-
ten vallen onder deze „vonkende toestellen". Luisteraars
met batterij-ontvangers meenen dikwijls, dat de sto
ringsbron zich in de onmiddellijke nabijheid moet be
vinden. Dit is in het geheel niet noodzakelijk, want de
electrsche leidingen, de gas- en waterleiding, welke zich
in de nabijheid van den storingsverwekker bevinden,
kunnen de storingen zeer goed verder leiden, zoodat via
aarde en antenne zelfs vla beide tezamen de
storingen worden voortgeplant tot bij den luisteraar.
Dus ook de verder-afgelegen buren kunnen Uw goede
ontvangst beïnvloeden of verhinderen.
Zijn wij zoover gevorderd, dat wij hebben vastgesteld,
wie de storingen verwekt, dan trachten wij eerst deze
zaak met den eigenaar in der minne te schikken, door
hem te verzoeken, het toestel tenminste in- de hoofd-
ontvangsturen buiten werking te stellen. Is dit door
omstandigheden niet mogelijk, dan trachte men de sto
ringen langs technischen weg te ondervangen Eerst
als de eigenaar van het storende toestel geen minne
lijke schikking schijnt te wenschen, kan men w zich.,
wenden tot een bureau voor storings-onderzoèk, een
ambtenaar van den Rijksradiodienst of tot de Poste
rijen al naar gelang van het land, de omstandig
heden en de. regeling van den Omroep aldaar.
Het middel om de storingen op te heffen is voor bijna
alle gevallen hetzelfde, daar de meeste oorzaken in
karakter verwant zijn. Het gaat bijna uitsluitend om
het overspringen van vonken Is dit verholpen, dan
is ook de storing opgeheven! Tusschen toestel en muur-
contact schakelt men twee smoorspoelen in, achter
twee groote blok-condensatoren van ongeveer 1 Micro-
farad, die achter elkaar, dus in serie, geschakeld wor
den. Het midden der beide condensatoren, de plaats
dus, waar zij met elkaar verbonden worden, wordt aan
de aardleiding gekoppeld. De smoorspoelen worden op
een Pertinax-cylinder van ongeveer 50 m.M. doorsnede
gewikkeld en krijgen ongeveer 300 windingen. Al# het
ook maar eenigszins mogelijk is, kan men het beste
het storende toestel aarden over een blokcondensator
van 1 tot 2 Microfarad. Op de laatste radiotentoonstel-
lihgen ziet men kastjes, waarin alle onderdeelen, welke
noodzakelijk zijn voor het storingsvrij maken van der
gelijke vonken-produceerende toestellen. Van verschil
lende zijden wordt geklaagd, dat de blok-condensatoren
de mogelijkheid tot het ontstaan van schade bevorderen.
Zeker men kan over een grasveld loopen, vallen en
een bloedneus opdoen, maar volgens ervaring staat het
vast, dat schade bij het gebruik van zulk een op 1000
Volt beproefden condensator uitgesloten is. In ieder
geval is het gevaar hiervoor niet grooter, dan bij ieder
ander gebruik van electriciteit.
Hebben wij nu zulk een anti-storingsmiddel aange
bracht, dan zijn wij veilig voor iedere storing op dit
gebied, tenzij het gaat om een hoogfrequent genees
kundig toestel, zooals de bekende „hoogtezon". Hoewel
de nieuwere hoogfrequente geneeskunde-apparaten te
genwoordig alle geleverd worden met ingebouwde antl-
storingstoestellen, is het met de verouderde genees-
kunde-toestellen niet zoo gesteld. Deze toestellen ver
genoegden zifch niet met het verwekken van storingen,
doch de bestraalde persoon werkt daarbij als een soort
„antenne" en straalt zelf op zijn beurt ook weer uit.
Tegen deze soort storing bestaat eveneens een goed
verweermiddel: men bekleedt de handgreep van het
toestel met een soort metaal-omhulsel en aardt dit
omhulsel over een blok-condensator van c.a. 5000 M.
Kunnen wij ons dus met dergeijke middelen de sto
ringen van het lijf houden, dan moeten wij het doen,
want het is de goedkoopste weg. Of wij moeten in een
fabrieksstreek wonen dan kunnen wij voorloopig
weinig of niets beginnen. Helaas!
(Nadruk verboden).
luisteraars dus met 398.156 of ruim 14 gestegen. Als
men het aantal inwoners als uitgangspunt aanneemt,
(volgens de telling van eind 1929 64.104.000) komen
op iedere 1000 inwoners 50.6 luisteraars.
Actueel Radio-Nieuws.
ROME.
De zender voor de Vaticaansche staat.
Het Vaticaansche station is klaar. Z. H. de Paus
heeft in tegenwoordigheid van Marconi en van den
nieuwen directeur-generaal Gianfranceschi het station
bezichtigd en er zijn tevredenheid over te kennen ge
geven. De zender zal in gebruik genomen worden,
wanneer over een maand of drie de electrische centrale
van het Vaticaan gereed is, terwijl ook de naar den
zender leidende kabel verlegd moet worden. De golf
lengten zijn vastgesteld op 20 en 50 Meter en zullen
afwisselend gebruikt worden, al naar het uur van den
dag.
De Heilige Stoel verlangde in de eerste plaats een
zender, die over de geheele aarde gehoord zou kunnen 1
worden en daarmede heeft de Marconi Wireless Com-
pany rekening gehouden. De kortste golf van bijna 20
Meter zal overal te hooren zijn, behalve in Italië, ter
wijl de ontvangst in Zuid-Frankrijk en Joegoslavië
zeer veel te wenschen zal overlaten. Golven van deze
lengte worden n.1. op een afstand van minder dan 600
K.M. practisch niet gehoord.
In verband daarmede zijn onderhandelingen gaande
met de Italiaansohe regeering, om de uitzendingen van
het Vaticaan op de Italiaansche golflengte uit te zen
den. De kabel tusschen het Vaticaansche station en de
studio's is reeds aangelegd met het oog op een even
tueel door Z.H. den Paus te houden openingsrede.
LONDEN.
Londens's nieuwe studio. Van Wijn
kelder tot Studio.
Nadat gebleken was, dat het bestaande gebouw van
de B.B.C. geen ruimte had voor het nieuwe radio
orkest van 114 man, zag de Engelsche Om roep maat
schappij zichgedwongen daarvoor een ander onder
komen te zoeken, totdat de in aanbouw zijndp zender
klaar zou zijn. Na lang zoeken vond men onder de
bekende Waterloo Bridge een oud pakhuis, waar vroe
ger wijnvaten bewaard werden. Daar dit leeg stond
besliste de B.B.C., aangetrokken door de verleidelijke
acoustiek van deze ruimte ten gunste van dit pakhuis.
Een legertje arbeiders werd aan het werk gezet, dat
in enkele weken het donkere, vuile pakhuis, waarin
ontelbare ratten huisden, in een zaal herschiep, die
door indirect licht helder verlicht werd. De gele wan
den vormen een aangename combinatie met de groe
ne vloerbedekking, terwijl de zoldering behangen is
met groene en goudkleurige doeken. De oppervlakte
bedraagt ongeveer 140 vierkante Meter en de resultaten
der uitzendingen worden met spanning tegemoet gezien.
BERLIJN.
Duitsche Omroepgetalien op 1 Ootober j.L
Op 1 October j.1. bedroeg het aantal ingeschreven
luisteraars in Duitschland 3.241.725. Op 1 Juli j.1. be
droeg dit getal 3.224.944. Er valt dus een toename waar
te nemen van 16.781 of ruim Tegenover den
stand van 1 October 1929 (2.843.569) is het aantal
Donderdag 23 October.
Hilversum (208 M.)
A.V.R.O.
8.00 Tijdsein; 8.019.45 Gramofoonplaten; 10.00 Tijdsein;
10.0110.15 Morgenwijding; 10.3012.00 Ochtend-Concert
door het AVRO-Kwintet; 12.00 Tijdsein; 12.01—2.00 Con
cert door het Orkest van het Theater Tuschinski te
Amsterdam; 2.002.30 Halfuur voor de vrouw; 2.30
3.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender;
3.004.00 Naaicursus door Mevr. Ida de Leeuwvan
Rees; 4.004.30 Gramofoonmuziek; 4.305.30 Zieken-
uurtje door Mevr. Ant. van Dijk; 5.307.00 Concert
door het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep. Vioolvoor
dracht door Herman Leijdensdorff7.007.30 Engel
sche les voor gevorderden; 7.30—8.00 Radio-Volks-Uni-
versiteit. Cursus: Film en Filmkunst; 8.00 Tijdsein;
8.018.15 Gramofoonmuziek; 8.15 Aansluiting van het
Concertgebouw te Amsterdam. Uitzending van het
Abonnements-Concert, te geven door het Concertge
bouw-Orkest In de rustpoos: Sportpraatje door H.
Hollander; 10.15 Persberichten Vaz Dias; 10.3011.00
Aansluiting van de Buiten-Sociteit te Zutphen. Uitzen
ding van het laatste gedeelte van het Concert te ge
ven door Edith Lorand en haar Orkest; 11.0012.00
Studio-uitzending van de zingende en musiceerende
film: „Say it wirth Songs"; 12.00 Sluiting.
Huizen (1875 M.)
KR. O.
8.009.15 Gramofoonmuziek.
N.C.R.V.
10.0010.30 Zang door het N.C.R.V.-Dameskoor; 10.30
11.00 Korte Ziekendienst
KRO.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01
—12.15 Politieberichten: 12.151.45 Lunchmuziek door
het K.R.O.-Trio.
NCRV.
2.002.35 Uitzending voor Scholen; 2.352.45 Gramo
foonmuziek; 2.453.45 Cursus fraaie handwerken; 4.00
5.00 Ziekenuurtje; 5.006.30 Concert; 5.456.00 Spre
ker: J. A. Hoekendijk. Onderwerp: „Wat in een halve
eeuw bereikt werd voor de epileptici in ons Vader
land; 6.306 45 Cursus knippen en stof versieren; 6.45
—7.00 Lezing over: „Verbeter uw radio-ontvangst"; 7.00
7.15 Gramofoonmuziek; 7.157.45 Cursus Maieisoh;
7.458.00 Politieberichten; 8.008.15 Gramofoonmuziek;
8.1510.15 Uitzending van de Evangelisatie-Samen
komst uit de Zuiderkerk te Hilversum; 10.1510.25
Persberichten Vaz Dias; 10.2511.30 Gramofoonplaten.
door
ÈIAURICE CHEYAL1ER.
In d« bioscopen van geheel Europa en
Amerika hebben de vrouwen Maurice Che-
valier bewonderd. Nu zijn de rollen omge
keerd en vertelt hij van de vrouwen, die
hij bewonderd heeft.
OMDAT ik een Franschman ben, denken de
meeste menschen, tiat ik een vromv uitslui
tend beoordeel naar haar schoonheid. En
toch is dat voor mij niet het voornaamste. Na
tuurlijk ben ik gevoelig voor een mooi gezichtje of een
gracieus figuurtje, wie is dat niet. Maar blijvende be
wondering heb ik altijd gevoeld .voor vrouwen, die
gewerkt en iets in het leven bereikt hebben.
Een popperige schoonheid, die het van haar groote,
kinderlijke oogen moet hebben, laat mij steenkoud.
Ik voel mij alleen aangetrokken tot intelligente vrou
wen en bij voorkeur tot haar, die iets van liet lcvtm
en zijn verwikkelingen hebben ondervonden. Edn
vrouw, die nooit verdriet en moeilijkheden heeft dooi'-
gomaakt, vind ik niet interessant, al kan ik er wel
een uurtje mee praten. Ik bewonder alleen vrouwen,
die oen persoonlijkheid zijn. Daarmee bedoel ik niet,
dat zij een bekenden naam moeten hebben, want ik
ken vele vrouwen met een sterke persoonlijkheid,
waarvan de wereld nooit heeft gehoord.
Verwondert mijn standpunt u? Dacht u, dat ik de
voorkeur gaf aan ccn baby of een pop? Neen, dan
zal ik u eens een aantal namen noemen: Rosita For-
bes, Fannie Hurst, Mary Pickford, Gebrielle Chanel,
Elsie Janis, en Yvonne Printemps. Ik merk, dat ik
één Engelsche, twee Parisiennes, twee Amerikaansche
vrouwen en één Canadeesche heb opgenoemd. U ziet
dus, dat ik tamelijk cosmopolitisch ben aangelegd.
Ik bewonder de charmante Rosita Forbes, omdat zij
dingen gedaan en gedurfd heeft, waar vele mannen
voor zouden terugschrikken. Zij is mooi, maar ook
verstandig en flink. Is er ccn bewonderenswaardiger
combinatie denkbaar? Zij ziet er zoo teer uit, maar
zij moet over een groote energie en moed beschikken.
Als haar uiterlijk haar persoonlijkheid juist weergaf,
had zij immers nooit die reizen kunnen doen. Toen
ik het eerst van haar reizen hoorde, stelde ik mij
haar voor, als een vrouw, die recht op haar doel af
kon gaan, maar niets romantisch over zich had. Maar
toen had ik nog nooit haar gevoelige, intelligente ge
zicht gezien en evenmin haar romans gelezen, waarin
zii haar romantische en idealistische persoonlijkheid
openbaart.
Ik bewonder Fannie Hurst, de beroemde Ame
rikaansche schrijfster, misschien meer, dan iemand
anders, die ik ken. Zij is naar mijn meening een van
de zuiverst denkende vrouwen van dezen tijd. Zij
geeft niets om conventie. Ik koesterde reeds lang be
wondering voor haar werken, voordat ik haar in
Hollywood leerde kennen. Ik kwam onder den in
druk van haar heldere oogen, die me zoo recht aan
zagen en van haar vluggen, onderzoekenden geest. Zij
is nooit bang geweest voor ondervindingen en onder
zoekt voortdurend; daarom is zij zoo interessant. En
dat zij don moed heeft te trouwen en toch niet met
haar man samen te wonen en alleen met hem af
spreekt, wanneer zij samen zullen dineeren, of lun
chen daaruit blijkt toch wel, dat zij een merk
waardige vrouw is.
Wat zal ik nog vertellen van Mary Pickford, een
van de aantrekkelijkste vrouwen, die ik ooit tot mijn
kennissen heb mogen rekenen? Laat ik alleen 'zeg
gen, dat zij precies is, wat zij op haar films lijkt, en
nog heel wat meer ook. Want zij is niet alleen mooi,
teeder en vrouwelijk, maar zij heeft een zeldzaam in
zicht in zaken. Niet alleen een uitmuntende actrice,
maar tevens geïnteresseerd in verschillende groote
zaken. Haar oordeel wordt door menig succesvol za
kenman op hoogen prijs gesteld en in toepassing ge
bracht. Hoewel zij aan den eenen kant droomerig en
romantisch is, kan zij toch ook practisch en voorzich
tig zijn. Zij is eigenlijk een combinatie van verschil
lende vrouwen! En haar vriendelijkheid maakt soms
verlegen. Terwijl zij veel strijd heeft ondervonden na
haar vreugdelooze kinderjaren, heeft zij nu alles ge
kregen wat zij maar wenschen kan.
Gabrielle Chanel, de beroemde mode-ontwerpster, is
in ieder opzicht een élégante. Zij is altijd in de puntjes
gekleed volgens haar eigen bijzondere creaties, woont
in een zorgvuldig ingericht huis, dat voorzien is van
alle moderne luxe en comfort en ik weet, dat zij dat
alles verkregen heeft door haar eigen bekwaamheid
en helder verstand. Vele vrouwen uit alle landen
koesteren den wensch door Chanel te worden gekleed.
Chanel zelf is echter zeer eenvoudig in haar smaak.
Haar groote firma in de rue Charbon vertoont de
distinctie van .een honderd jaar geleden gevestigd
huis. En eigenlijk is het dat ook, maar Chanel heeft
het gemaakt tot wat het is door haar ideeën op het
gebied van parfums, mooi glaswerk, imitatie-sieraden,
die geheel pasten bij de practige japonnen, die zij
zoo vaardig ontwerpt en zoo gemakkelijk weet te dra
gen. Zij is op het oogenblik zeker een van de voor
aanstaande persoonlijkheden in het Parijsche leven en
ik voel dan ook een oprechte bewondering voor haar.
Voor Elsie Janis neem ik mijn hoed af. Zij is een
genie! Maar hoe aantrekkelijk was zij daarbij en welk
een genoegen was het voor mij haar nog eens te
ontmoeten in Hollywood, waar zij voor de regie van
de door haar geschreven film van „Paramount on
Parade" was. Toen wij jaren geleden samen optraden
in een revue in het Palace Thcatre, hadden wij niet
gedacht, dat wij nog eens samen zouden werken op
9000 K.M. afstand van huis. Het lot is een vreemd
ding. Elsie kan schrijven, acteeren, zingen, dansen
en dichten. Haar gedichten zijn werkelijk heel goed.
Maar haar mimiek is boven allen lof verheven. U
moet haar eens zien, als zij mij nadoet! Haar heele
leven heeft zij gewerkt en wat bereikt. Zij zou het
vrecselijk vinden om niets te doen en hoewel zij haar
voortdurend bezig zijn al dikwijls heeft moeten bekoo-
pen met een zenuwtoeval, vecht zij altijd nog dapper
door.
De fijne, elegante en bewonderenswaardige Yvonne
Printemps met haar groote blauwe oogen, lang goud
blond ha-ar, zacht en expressieven mond en fijne
handen, he-b ik het eerst ontmoet als Parijsche dan
seres. Ik vond haar toen niet veel bijzonders; een
mooi meisje met een aardige stem. Maar als u haar
gezien heeft in „Mariette" of „Mozart", zult u bemerkt
hebben, dat zij een echte artiste is van haar gouden
hoofdje af tot de punten van haar satijnen schoen
tjes. Zij is in het leven geslaagd en daarom bewonder
ik haar.
(Van onzen Engelschen briefschrijver.)
18 October 1930.
HET is, vrees ik, een bewijs van ouderdom,
wanneer we beginnen te zeggen: „In mijn
jeugd„toen ik Jong was
Ik begin er mezelf op te betrappen. Maar ik troost
me met de gedachte, dat het in mijn geval niet op
gaat. Als andere menschen zeggen: „In mijn
jeugdvergissen ze zich, en zijn ze onnoodig
zwartgallig. Zij herinneren zich de feiten verkeerd,
en daarin verschillen ze van mij.
In mijn jeugd waren de menschen beleefder dan
tegenwoordig. Nu, daar moet toch ieder (van mijn
leeftijd) het natuurlijk mee eens zijn. Ik zou het
met honderden bewijzen kunnen staven. Ik herin
ner me levendig, dat de beleefdheid ons, jongens,
indertijd de oogen uitstraalde. Dat sommige oudere
menschen het niet altijd opmerkten, lag aan die
oudere menschen, en nipt aan ons.
Omdat ik zoo heilig overtuigd ben van de waar
heid van mijn bewering, deed het rne buitengewoon
veel genoegen, toen ik eenigen tijd geleden op
merkte, dat in een Engelsch blad, The Observer, een
prijsvraag werd uitgeschreven, waarbij het doel was.
het meest opvallende bewijs van beleefdheid te ge
ven. Een goed verstaander heeft aan een half woord
genoeg, en een goed lezer leest minstens drie kwart
van de text tusschen de regels. Als extra goed lezer,
las ik dus terstond tusschen de regels, dat de redac
teur van de afdeeling Prijsvraag van oordeel was,
dat de "beleefdheid bij het tegenwoordige geslacht
hard aan het afnemen is, en ik prees den man voor
zijn inzicht.
Ondertusschen vroeg ik me af, hoe daarop in on
zen modernen tijd te antwoorden zou zijn. Ik ver
moedde een schrale oogst, of een oogst uit het verle
den. Nu, heelemaal ongelijk had ik daarin niet. Ja,
als ik me goed herinner, waren alle inzendingen
anecdotes uit min of meer verwijderde geschiedenis.
Maar voor ik daar van enkele voorbeelden ga ge
ven, wil ik toch eerlijkheidshalve een voorbeeld van
beleefdheid vertellen, dat uit de zomervacantie van
dit jaar afkomstig is. Eerlijkheid was ook al iets,
waarmee wij, als jongens, buitengewoon behept wa
ren. En je leert zooiets later moeilijk af.
Het feit, dat ik bedoel, gebeurde in Oostenrijk. Ge
lukkig niet in Amerika, want dan zou het, mis
schien, niet geloofd worden. Een Engelschman wilde
zijn zitplaats in een volle tram in Weenen afstaan
aan een ouden heer, die binnenkwam, en geen
plaats meer kon vinden. Hij legde den ouden heer
zijn goede bedoeling uit in het meest uitstekende
Duitsch, dat hij te voorschijn kon brengen, en waar
uit de vreemdeling met lepelsvol te proeven viel.
Zijn vriendelijk aanbod werd beantwoord met: „Hoe
zeer ik het waardeer mijnheer, kan ik het natuur
lijk niet aannemen. Ik ben hier thuis, en U is onze
gast."
Om nu evenwel op de prijsvraag terug te komen.
De meeste inzenders waren ernstig en deden hun
best om de uitgeloofde drie guinjes te verdienen.
Maar een was er, die de opgave van den joligen
kant wenschte te bekijken. Hij schreef:
„Koning David plaatste Uriah in de voorhoede van
het leger, opdat hij alles góed zou kunnen zien."
Bij de overige inzendingen heb ik opgemerkt, dat
verscheidene voorbeelden van beleefdheid vorsten
betroffen. Ik heb me met zekere bezorgdheid afge
vraagd waarom. Is het, omdat voornamelijk bij
vorsten beleefdheid wordt aangetroffen, of omdat
het opvalt, wanneer een vorst ook eens beleefd is?
Daar is bijvoorbeeld het bekende geval van Ko
ning Edward VII. Bij een van 'skonings vele bezoe
ken aan Frankrijk merkte hij op, dat het tapijt, het
welk men van zijn rijtuig naar de stoep van de wo
ning, die hij moest binnengaan, had uitgespreid,
niet lang genoeg was, en dat men het ontbrekende
stuk had aangevuld met de Fransche driekleur. Wat
deed de koning? Hij liep eerst keurig het heele ta
pijt af, stapte toen terzijde, lichtte de hoed van het
hoofd, en ging zoo, beleefd groetend, langs de vlag
naar binnen.
Het volgende staaltje van beleefdheid handelt over
koningin Alexandra, de vrouw van Edward VII. Zij
was nog pas Prinses van Wales, toen, wat ik nu ga
vertellen, voorviel, maar dat doet niets ter zake.
Koningin Victoria leefde zo<> lang, dat Edward en
Alexandra best als Prins en Prinses van Wales
hadden kunnen sterven.
Bij zekere gelegenheid kwamen twee dames, die
gewend waren aan het hof te verschijnen, bij de
Prinses de thee gebruiken. Alles ging goed en in
de beste orde, tot het oogenblik waarop cake en ge
bakjes werden gepresenteerd. Plotseling werden
twee hagelwitte zakdoeken te voorschijn gehaald,
die de bezoekende dames zorgvuldig over haar rok
ken uitspreidden. Een glimlach was te ontdekken
op de gezichten der meeste aanwezigen, maar niet-
op dat van de Prinses. Met een effen gezicht nam zij
haar zakdoek en spreidde die over haar knieën uit.
De Observer vermeldt dit niet, maar wij herinne
ren ons bijna dezelfde geschiedenis van onzo eigen
Koningin, toen President Krüger de vingerkom, die
naast zijn bord was geplaatst, voor een drinkbeker
aanzag, en de geheele tafel het voorbeeld van Hare
Majesteit volgde, toen zij terstond na haar gast de
vingerkom aan haar mond zette.
Van geheel andere aard is het volgende voorval.
Koning Hendrik IV van Frankrijk had verbazend
veel op met de zeer schoone Gabrielle d'Estrées en
was verbazend jaloersch op den Hertog van Belle
garde, die haar ook lang niet "ongenegen was. Dit
alles, ook de jaloerschheid, was ieder aan het hof
bekend, den hertog niet in de laatste plaats. Hij
voelde zich dan ook lang niet op zijn gemak, toen
hij op zekeren dag bij Gabrielle vertoefde, toen de,
koning werd aangediend.
Goede raad was duur. De hertog wist geen betere
te bedenken, dan onder het bed van.de schoone Ga
brielle te kruipen. Jammer genoeg was hij een
oogenblik te laat met zijn manoeuvre, zoodat Zijne
Majesteit nog juist gelegenheid had de verdwijnen
de beenen van den hertog te bewonderen. Het geval
vermaakte hem en hij bleef veel langer, dan hij
oorspronkelijk van plan geweest was. Ja, hij vond
het afscheid neilnen zoo moeilijk, dat hij verzocht
het avondmaal op te dienen.
De patrijzenboutjes roken heerlijk, en Gabrielle,
die zich heel weinig op haar gemak voelde, vroeg
zich af, of de koning iets gemerkt zou hebben. Zij
zou niet lang in onzekerheid blijven. „Mijnheer de
hertog zal wel niet alleen kramp, maar ook honger
hebben", zei de koning, terwijl hij een smakelijk
boutje onder het bed wierp.
Maar we zullen nu maar eens van de vorsten af
scheid nemen. Wat nu volgt gebeurde kort na den
Boerenoorlog.
Sir Redvers Buller (wij herinneren ons zijn naam
in verband met het beleg van Ladysmith) bevond
zich op een stoomschip, dat Boerenkrijgsgevangenen
naar Ceylon vervoerde. Op zekeren dag speelde het
muziekcorps aan boord het Engelsche volkslied °n
tot groote verontwaardiging van een der passagiers
weigerden de gevangenen bij het hooren van God
Save the King het hoofd te ontblooten. Hij spoedde
zich naar Sir Redvers, en stortte zijn hart uit. „Daar
speelt de muziek het* volkslied", riep hij, „en die
Boeren staan met hun hoed op het hoofd. Wat wilt
U er aan doen?" „Er aan doen?" zei de generaal.
„Wel, zeg de muziek dat ze ophoudt met het volks
lied te spelen."
We zullen eindigen met een bekende anecdote
van Thackeray. De beroemde schrijver was candi-
daat voor het kiesdistrict Oxford bij de Parlements
verkiezing van 1807. Tijdens de verkiezing ontmoette
hij zijn tegenstander, Mr. Cardwell, op straat en had
een vriendschappelijk gesprek met hem. Bij het af
scheid nemen zei Thackeray: „Welnu, ik hoop, dat
de beste van ons tweeën het zal winnen." „Ik niet",
zei Cardwell.
De Observer heeft de prijs van drie guinjes ver
deeld tusschen den inzender van dit laatste voorval
en dengene, die het geval van Koning en de Fran
sche vlag had meegedeeld.