RADIO Een prijsvraag over beleefdheid. Radioprogramma Eerste hulp bij —storingen. Vit de Filmwereld Vrouwen die ik bewonder. ER wordt zooveel over ontvangststoringen ge schreven en zooveel van alle kanten hulp tegen deze storingen beloofd, dat het bijna over dreven lijkt nog eens op dit thema terug te komen. Dikwijls kan men echter hetzelfde doel berei ken zonder Ingewikkelde hulpmiddelen, speciaal wan neer het gaat om storingen, die veroorzaakt worden door huismotoren. Helaas lijkt het er veel op, of de storingen inplaats van af te nemen, met den dag in aantal toenemen, ondanks alle radio-voordrachten over dit thema. Menige radioliefhebber heeft reeds, daar de storingen hem te machtig werden, zijn toestel aan kant gedaan. Dat is heel erg jammer, want in velerlei ge vallen is de zaak in het geheel niet zoo hopeloos, als het eerst wel lijkt. De bezitter van een storingen- verwekkend toestel weet diwijls zelf niet, dat zijn toe stel de ontvangst van zijn buurman ten zeerste stoort en zelfs geheel onmogelijk maakt. Wij weten, dat het gebied der ontvangststoringen zeer groot is. Tegen een deel der storingen zijn wij op het' oogenblik zelfs nog machteloos: tegen de storin gen, welke te voorschijn geroepen worden door de elec- trische ontladingen der atmosfeer. Ook tegenover de storingen van de stadstram in menige stad is het op het oogenblik nog onmogelijk voldoende maatregelen te nemen. De kosten, die er zouden moeten worden gemaakt om deze storingen afdoende op te heffen, zijn vooral in de groote steden zoo enorm groot, dat onze tegenwoordige economische toestand, welke nog steeds niet geheel en al van de wereldoorlog en zijn naweeën hersteld is, hun niet zou kunnen dragen, hoe goed ook de wil van de toonaangevende personen mag zijn. Het is duidelijk, dat bij al deze storingen de be strijding ervan niet moet uitgaan van den eigenaar van het gestoorde toestel, doch wel van den storings verwekker. Op het platteland en in de meeste steden zullen de storingen niet zoo sterk zijn als in de indu- trie-streken, waar de met electrischen stroom gedre ven machine's. de oorzaak van alle kwaad vormen. Het is dan ook in een gewone stad niet moeilijk door vra gen bij buren en overburen, te weten te komen, wie in het bezit is van een storingverwekkend apparaat. Bijna alle toestellen, waarbij het vormen van electrische vonken kan voorkomeh, zooals motoren, stofzuigers, electrische schellen, verwarmde kussens met automa tische reguleering en vooral de hoogfrequentie-appara- ten vallen onder deze „vonkende toestellen". Luisteraars met batterij-ontvangers meenen dikwijls, dat de sto ringsbron zich in de onmiddellijke nabijheid moet be vinden. Dit is in het geheel niet noodzakelijk, want de electrsche leidingen, de gas- en waterleiding, welke zich in de nabijheid van den storingsverwekker bevinden, kunnen de storingen zeer goed verder leiden, zoodat via aarde en antenne zelfs vla beide tezamen de storingen worden voortgeplant tot bij den luisteraar. Dus ook de verder-afgelegen buren kunnen Uw goede ontvangst beïnvloeden of verhinderen. Zijn wij zoover gevorderd, dat wij hebben vastgesteld, wie de storingen verwekt, dan trachten wij eerst deze zaak met den eigenaar in der minne te schikken, door hem te verzoeken, het toestel tenminste in- de hoofd- ontvangsturen buiten werking te stellen. Is dit door omstandigheden niet mogelijk, dan trachte men de sto ringen langs technischen weg te ondervangen Eerst als de eigenaar van het storende toestel geen minne lijke schikking schijnt te wenschen, kan men w zich., wenden tot een bureau voor storings-onderzoèk, een ambtenaar van den Rijksradiodienst of tot de Poste rijen al naar gelang van het land, de omstandig heden en de. regeling van den Omroep aldaar. Het middel om de storingen op te heffen is voor bijna alle gevallen hetzelfde, daar de meeste oorzaken in karakter verwant zijn. Het gaat bijna uitsluitend om het overspringen van vonken Is dit verholpen, dan is ook de storing opgeheven! Tusschen toestel en muur- contact schakelt men twee smoorspoelen in, achter twee groote blok-condensatoren van ongeveer 1 Micro- farad, die achter elkaar, dus in serie, geschakeld wor den. Het midden der beide condensatoren, de plaats dus, waar zij met elkaar verbonden worden, wordt aan de aardleiding gekoppeld. De smoorspoelen worden op een Pertinax-cylinder van ongeveer 50 m.M. doorsnede gewikkeld en krijgen ongeveer 300 windingen. Al# het ook maar eenigszins mogelijk is, kan men het beste het storende toestel aarden over een blokcondensator van 1 tot 2 Microfarad. Op de laatste radiotentoonstel- lihgen ziet men kastjes, waarin alle onderdeelen, welke noodzakelijk zijn voor het storingsvrij maken van der gelijke vonken-produceerende toestellen. Van verschil lende zijden wordt geklaagd, dat de blok-condensatoren de mogelijkheid tot het ontstaan van schade bevorderen. Zeker men kan over een grasveld loopen, vallen en een bloedneus opdoen, maar volgens ervaring staat het vast, dat schade bij het gebruik van zulk een op 1000 Volt beproefden condensator uitgesloten is. In ieder geval is het gevaar hiervoor niet grooter, dan bij ieder ander gebruik van electriciteit. Hebben wij nu zulk een anti-storingsmiddel aange bracht, dan zijn wij veilig voor iedere storing op dit gebied, tenzij het gaat om een hoogfrequent genees kundig toestel, zooals de bekende „hoogtezon". Hoewel de nieuwere hoogfrequente geneeskunde-apparaten te genwoordig alle geleverd worden met ingebouwde antl- storingstoestellen, is het met de verouderde genees- kunde-toestellen niet zoo gesteld. Deze toestellen ver genoegden zifch niet met het verwekken van storingen, doch de bestraalde persoon werkt daarbij als een soort „antenne" en straalt zelf op zijn beurt ook weer uit. Tegen deze soort storing bestaat eveneens een goed verweermiddel: men bekleedt de handgreep van het toestel met een soort metaal-omhulsel en aardt dit omhulsel over een blok-condensator van c.a. 5000 M. Kunnen wij ons dus met dergeijke middelen de sto ringen van het lijf houden, dan moeten wij het doen, want het is de goedkoopste weg. Of wij moeten in een fabrieksstreek wonen dan kunnen wij voorloopig weinig of niets beginnen. Helaas! (Nadruk verboden). luisteraars dus met 398.156 of ruim 14 gestegen. Als men het aantal inwoners als uitgangspunt aanneemt, (volgens de telling van eind 1929 64.104.000) komen op iedere 1000 inwoners 50.6 luisteraars. Actueel Radio-Nieuws. ROME. De zender voor de Vaticaansche staat. Het Vaticaansche station is klaar. Z. H. de Paus heeft in tegenwoordigheid van Marconi en van den nieuwen directeur-generaal Gianfranceschi het station bezichtigd en er zijn tevredenheid over te kennen ge geven. De zender zal in gebruik genomen worden, wanneer over een maand of drie de electrische centrale van het Vaticaan gereed is, terwijl ook de naar den zender leidende kabel verlegd moet worden. De golf lengten zijn vastgesteld op 20 en 50 Meter en zullen afwisselend gebruikt worden, al naar het uur van den dag. De Heilige Stoel verlangde in de eerste plaats een zender, die over de geheele aarde gehoord zou kunnen 1 worden en daarmede heeft de Marconi Wireless Com- pany rekening gehouden. De kortste golf van bijna 20 Meter zal overal te hooren zijn, behalve in Italië, ter wijl de ontvangst in Zuid-Frankrijk en Joegoslavië zeer veel te wenschen zal overlaten. Golven van deze lengte worden n.1. op een afstand van minder dan 600 K.M. practisch niet gehoord. In verband daarmede zijn onderhandelingen gaande met de Italiaansohe regeering, om de uitzendingen van het Vaticaan op de Italiaansche golflengte uit te zen den. De kabel tusschen het Vaticaansche station en de studio's is reeds aangelegd met het oog op een even tueel door Z.H. den Paus te houden openingsrede. LONDEN. Londens's nieuwe studio. Van Wijn kelder tot Studio. Nadat gebleken was, dat het bestaande gebouw van de B.B.C. geen ruimte had voor het nieuwe radio orkest van 114 man, zag de Engelsche Om roep maat schappij zichgedwongen daarvoor een ander onder komen te zoeken, totdat de in aanbouw zijndp zender klaar zou zijn. Na lang zoeken vond men onder de bekende Waterloo Bridge een oud pakhuis, waar vroe ger wijnvaten bewaard werden. Daar dit leeg stond besliste de B.B.C., aangetrokken door de verleidelijke acoustiek van deze ruimte ten gunste van dit pakhuis. Een legertje arbeiders werd aan het werk gezet, dat in enkele weken het donkere, vuile pakhuis, waarin ontelbare ratten huisden, in een zaal herschiep, die door indirect licht helder verlicht werd. De gele wan den vormen een aangename combinatie met de groe ne vloerbedekking, terwijl de zoldering behangen is met groene en goudkleurige doeken. De oppervlakte bedraagt ongeveer 140 vierkante Meter en de resultaten der uitzendingen worden met spanning tegemoet gezien. BERLIJN. Duitsche Omroepgetalien op 1 Ootober j.L Op 1 October j.1. bedroeg het aantal ingeschreven luisteraars in Duitschland 3.241.725. Op 1 Juli j.1. be droeg dit getal 3.224.944. Er valt dus een toename waar te nemen van 16.781 of ruim Tegenover den stand van 1 October 1929 (2.843.569) is het aantal Donderdag 23 October. Hilversum (208 M.) A.V.R.O. 8.00 Tijdsein; 8.019.45 Gramofoonplaten; 10.00 Tijdsein; 10.0110.15 Morgenwijding; 10.3012.00 Ochtend-Concert door het AVRO-Kwintet; 12.00 Tijdsein; 12.01—2.00 Con cert door het Orkest van het Theater Tuschinski te Amsterdam; 2.002.30 Halfuur voor de vrouw; 2.30 3.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 3.004.00 Naaicursus door Mevr. Ida de Leeuwvan Rees; 4.004.30 Gramofoonmuziek; 4.305.30 Zieken- uurtje door Mevr. Ant. van Dijk; 5.307.00 Concert door het Omroep-Orkest o.l.v. Nico Treep. Vioolvoor dracht door Herman Leijdensdorff7.007.30 Engel sche les voor gevorderden; 7.30—8.00 Radio-Volks-Uni- versiteit. Cursus: Film en Filmkunst; 8.00 Tijdsein; 8.018.15 Gramofoonmuziek; 8.15 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Uitzending van het Abonnements-Concert, te geven door het Concertge bouw-Orkest In de rustpoos: Sportpraatje door H. Hollander; 10.15 Persberichten Vaz Dias; 10.3011.00 Aansluiting van de Buiten-Sociteit te Zutphen. Uitzen ding van het laatste gedeelte van het Concert te ge ven door Edith Lorand en haar Orkest; 11.0012.00 Studio-uitzending van de zingende en musiceerende film: „Say it wirth Songs"; 12.00 Sluiting. Huizen (1875 M.) KR. O. 8.009.15 Gramofoonmuziek. N.C.R.V. 10.0010.30 Zang door het N.C.R.V.-Dameskoor; 10.30 11.00 Korte Ziekendienst KRO. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Tijdsein; 12.01 —12.15 Politieberichten: 12.151.45 Lunchmuziek door het K.R.O.-Trio. NCRV. 2.002.35 Uitzending voor Scholen; 2.352.45 Gramo foonmuziek; 2.453.45 Cursus fraaie handwerken; 4.00 5.00 Ziekenuurtje; 5.006.30 Concert; 5.456.00 Spre ker: J. A. Hoekendijk. Onderwerp: „Wat in een halve eeuw bereikt werd voor de epileptici in ons Vader land; 6.306 45 Cursus knippen en stof versieren; 6.45 —7.00 Lezing over: „Verbeter uw radio-ontvangst"; 7.00 7.15 Gramofoonmuziek; 7.157.45 Cursus Maieisoh; 7.458.00 Politieberichten; 8.008.15 Gramofoonmuziek; 8.1510.15 Uitzending van de Evangelisatie-Samen komst uit de Zuiderkerk te Hilversum; 10.1510.25 Persberichten Vaz Dias; 10.2511.30 Gramofoonplaten. door ÈIAURICE CHEYAL1ER. In d« bioscopen van geheel Europa en Amerika hebben de vrouwen Maurice Che- valier bewonderd. Nu zijn de rollen omge keerd en vertelt hij van de vrouwen, die hij bewonderd heeft. OMDAT ik een Franschman ben, denken de meeste menschen, tiat ik een vromv uitslui tend beoordeel naar haar schoonheid. En toch is dat voor mij niet het voornaamste. Na tuurlijk ben ik gevoelig voor een mooi gezichtje of een gracieus figuurtje, wie is dat niet. Maar blijvende be wondering heb ik altijd gevoeld .voor vrouwen, die gewerkt en iets in het leven bereikt hebben. Een popperige schoonheid, die het van haar groote, kinderlijke oogen moet hebben, laat mij steenkoud. Ik voel mij alleen aangetrokken tot intelligente vrou wen en bij voorkeur tot haar, die iets van liet lcvtm en zijn verwikkelingen hebben ondervonden. Edn vrouw, die nooit verdriet en moeilijkheden heeft dooi'- gomaakt, vind ik niet interessant, al kan ik er wel een uurtje mee praten. Ik bewonder alleen vrouwen, die oen persoonlijkheid zijn. Daarmee bedoel ik niet, dat zij een bekenden naam moeten hebben, want ik ken vele vrouwen met een sterke persoonlijkheid, waarvan de wereld nooit heeft gehoord. Verwondert mijn standpunt u? Dacht u, dat ik de voorkeur gaf aan ccn baby of een pop? Neen, dan zal ik u eens een aantal namen noemen: Rosita For- bes, Fannie Hurst, Mary Pickford, Gebrielle Chanel, Elsie Janis, en Yvonne Printemps. Ik merk, dat ik één Engelsche, twee Parisiennes, twee Amerikaansche vrouwen en één Canadeesche heb opgenoemd. U ziet dus, dat ik tamelijk cosmopolitisch ben aangelegd. Ik bewonder de charmante Rosita Forbes, omdat zij dingen gedaan en gedurfd heeft, waar vele mannen voor zouden terugschrikken. Zij is mooi, maar ook verstandig en flink. Is er ccn bewonderenswaardiger combinatie denkbaar? Zij ziet er zoo teer uit, maar zij moet over een groote energie en moed beschikken. Als haar uiterlijk haar persoonlijkheid juist weergaf, had zij immers nooit die reizen kunnen doen. Toen ik het eerst van haar reizen hoorde, stelde ik mij haar voor, als een vrouw, die recht op haar doel af kon gaan, maar niets romantisch over zich had. Maar toen had ik nog nooit haar gevoelige, intelligente ge zicht gezien en evenmin haar romans gelezen, waarin zii haar romantische en idealistische persoonlijkheid openbaart. Ik bewonder Fannie Hurst, de beroemde Ame rikaansche schrijfster, misschien meer, dan iemand anders, die ik ken. Zij is naar mijn meening een van de zuiverst denkende vrouwen van dezen tijd. Zij geeft niets om conventie. Ik koesterde reeds lang be wondering voor haar werken, voordat ik haar in Hollywood leerde kennen. Ik kwam onder den in druk van haar heldere oogen, die me zoo recht aan zagen en van haar vluggen, onderzoekenden geest. Zij is nooit bang geweest voor ondervindingen en onder zoekt voortdurend; daarom is zij zoo interessant. En dat zij don moed heeft te trouwen en toch niet met haar man samen te wonen en alleen met hem af spreekt, wanneer zij samen zullen dineeren, of lun chen daaruit blijkt toch wel, dat zij een merk waardige vrouw is. Wat zal ik nog vertellen van Mary Pickford, een van de aantrekkelijkste vrouwen, die ik ooit tot mijn kennissen heb mogen rekenen? Laat ik alleen 'zeg gen, dat zij precies is, wat zij op haar films lijkt, en nog heel wat meer ook. Want zij is niet alleen mooi, teeder en vrouwelijk, maar zij heeft een zeldzaam in zicht in zaken. Niet alleen een uitmuntende actrice, maar tevens geïnteresseerd in verschillende groote zaken. Haar oordeel wordt door menig succesvol za kenman op hoogen prijs gesteld en in toepassing ge bracht. Hoewel zij aan den eenen kant droomerig en romantisch is, kan zij toch ook practisch en voorzich tig zijn. Zij is eigenlijk een combinatie van verschil lende vrouwen! En haar vriendelijkheid maakt soms verlegen. Terwijl zij veel strijd heeft ondervonden na haar vreugdelooze kinderjaren, heeft zij nu alles ge kregen wat zij maar wenschen kan. Gabrielle Chanel, de beroemde mode-ontwerpster, is in ieder opzicht een élégante. Zij is altijd in de puntjes gekleed volgens haar eigen bijzondere creaties, woont in een zorgvuldig ingericht huis, dat voorzien is van alle moderne luxe en comfort en ik weet, dat zij dat alles verkregen heeft door haar eigen bekwaamheid en helder verstand. Vele vrouwen uit alle landen koesteren den wensch door Chanel te worden gekleed. Chanel zelf is echter zeer eenvoudig in haar smaak. Haar groote firma in de rue Charbon vertoont de distinctie van .een honderd jaar geleden gevestigd huis. En eigenlijk is het dat ook, maar Chanel heeft het gemaakt tot wat het is door haar ideeën op het gebied van parfums, mooi glaswerk, imitatie-sieraden, die geheel pasten bij de practige japonnen, die zij zoo vaardig ontwerpt en zoo gemakkelijk weet te dra gen. Zij is op het oogenblik zeker een van de voor aanstaande persoonlijkheden in het Parijsche leven en ik voel dan ook een oprechte bewondering voor haar. Voor Elsie Janis neem ik mijn hoed af. Zij is een genie! Maar hoe aantrekkelijk was zij daarbij en welk een genoegen was het voor mij haar nog eens te ontmoeten in Hollywood, waar zij voor de regie van de door haar geschreven film van „Paramount on Parade" was. Toen wij jaren geleden samen optraden in een revue in het Palace Thcatre, hadden wij niet gedacht, dat wij nog eens samen zouden werken op 9000 K.M. afstand van huis. Het lot is een vreemd ding. Elsie kan schrijven, acteeren, zingen, dansen en dichten. Haar gedichten zijn werkelijk heel goed. Maar haar mimiek is boven allen lof verheven. U moet haar eens zien, als zij mij nadoet! Haar heele leven heeft zij gewerkt en wat bereikt. Zij zou het vrecselijk vinden om niets te doen en hoewel zij haar voortdurend bezig zijn al dikwijls heeft moeten bekoo- pen met een zenuwtoeval, vecht zij altijd nog dapper door. De fijne, elegante en bewonderenswaardige Yvonne Printemps met haar groote blauwe oogen, lang goud blond ha-ar, zacht en expressieven mond en fijne handen, he-b ik het eerst ontmoet als Parijsche dan seres. Ik vond haar toen niet veel bijzonders; een mooi meisje met een aardige stem. Maar als u haar gezien heeft in „Mariette" of „Mozart", zult u bemerkt hebben, dat zij een echte artiste is van haar gouden hoofdje af tot de punten van haar satijnen schoen tjes. Zij is in het leven geslaagd en daarom bewonder ik haar. (Van onzen Engelschen briefschrijver.) 18 October 1930. HET is, vrees ik, een bewijs van ouderdom, wanneer we beginnen te zeggen: „In mijn jeugd„toen ik Jong was Ik begin er mezelf op te betrappen. Maar ik troost me met de gedachte, dat het in mijn geval niet op gaat. Als andere menschen zeggen: „In mijn jeugdvergissen ze zich, en zijn ze onnoodig zwartgallig. Zij herinneren zich de feiten verkeerd, en daarin verschillen ze van mij. In mijn jeugd waren de menschen beleefder dan tegenwoordig. Nu, daar moet toch ieder (van mijn leeftijd) het natuurlijk mee eens zijn. Ik zou het met honderden bewijzen kunnen staven. Ik herin ner me levendig, dat de beleefdheid ons, jongens, indertijd de oogen uitstraalde. Dat sommige oudere menschen het niet altijd opmerkten, lag aan die oudere menschen, en nipt aan ons. Omdat ik zoo heilig overtuigd ben van de waar heid van mijn bewering, deed het rne buitengewoon veel genoegen, toen ik eenigen tijd geleden op merkte, dat in een Engelsch blad, The Observer, een prijsvraag werd uitgeschreven, waarbij het doel was. het meest opvallende bewijs van beleefdheid te ge ven. Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg, en een goed lezer leest minstens drie kwart van de text tusschen de regels. Als extra goed lezer, las ik dus terstond tusschen de regels, dat de redac teur van de afdeeling Prijsvraag van oordeel was, dat de "beleefdheid bij het tegenwoordige geslacht hard aan het afnemen is, en ik prees den man voor zijn inzicht. Ondertusschen vroeg ik me af, hoe daarop in on zen modernen tijd te antwoorden zou zijn. Ik ver moedde een schrale oogst, of een oogst uit het verle den. Nu, heelemaal ongelijk had ik daarin niet. Ja, als ik me goed herinner, waren alle inzendingen anecdotes uit min of meer verwijderde geschiedenis. Maar voor ik daar van enkele voorbeelden ga ge ven, wil ik toch eerlijkheidshalve een voorbeeld van beleefdheid vertellen, dat uit de zomervacantie van dit jaar afkomstig is. Eerlijkheid was ook al iets, waarmee wij, als jongens, buitengewoon behept wa ren. En je leert zooiets later moeilijk af. Het feit, dat ik bedoel, gebeurde in Oostenrijk. Ge lukkig niet in Amerika, want dan zou het, mis schien, niet geloofd worden. Een Engelschman wilde zijn zitplaats in een volle tram in Weenen afstaan aan een ouden heer, die binnenkwam, en geen plaats meer kon vinden. Hij legde den ouden heer zijn goede bedoeling uit in het meest uitstekende Duitsch, dat hij te voorschijn kon brengen, en waar uit de vreemdeling met lepelsvol te proeven viel. Zijn vriendelijk aanbod werd beantwoord met: „Hoe zeer ik het waardeer mijnheer, kan ik het natuur lijk niet aannemen. Ik ben hier thuis, en U is onze gast." Om nu evenwel op de prijsvraag terug te komen. De meeste inzenders waren ernstig en deden hun best om de uitgeloofde drie guinjes te verdienen. Maar een was er, die de opgave van den joligen kant wenschte te bekijken. Hij schreef: „Koning David plaatste Uriah in de voorhoede van het leger, opdat hij alles góed zou kunnen zien." Bij de overige inzendingen heb ik opgemerkt, dat verscheidene voorbeelden van beleefdheid vorsten betroffen. Ik heb me met zekere bezorgdheid afge vraagd waarom. Is het, omdat voornamelijk bij vorsten beleefdheid wordt aangetroffen, of omdat het opvalt, wanneer een vorst ook eens beleefd is? Daar is bijvoorbeeld het bekende geval van Ko ning Edward VII. Bij een van 'skonings vele bezoe ken aan Frankrijk merkte hij op, dat het tapijt, het welk men van zijn rijtuig naar de stoep van de wo ning, die hij moest binnengaan, had uitgespreid, niet lang genoeg was, en dat men het ontbrekende stuk had aangevuld met de Fransche driekleur. Wat deed de koning? Hij liep eerst keurig het heele ta pijt af, stapte toen terzijde, lichtte de hoed van het hoofd, en ging zoo, beleefd groetend, langs de vlag naar binnen. Het volgende staaltje van beleefdheid handelt over koningin Alexandra, de vrouw van Edward VII. Zij was nog pas Prinses van Wales, toen, wat ik nu ga vertellen, voorviel, maar dat doet niets ter zake. Koningin Victoria leefde zo<> lang, dat Edward en Alexandra best als Prins en Prinses van Wales hadden kunnen sterven. Bij zekere gelegenheid kwamen twee dames, die gewend waren aan het hof te verschijnen, bij de Prinses de thee gebruiken. Alles ging goed en in de beste orde, tot het oogenblik waarop cake en ge bakjes werden gepresenteerd. Plotseling werden twee hagelwitte zakdoeken te voorschijn gehaald, die de bezoekende dames zorgvuldig over haar rok ken uitspreidden. Een glimlach was te ontdekken op de gezichten der meeste aanwezigen, maar niet- op dat van de Prinses. Met een effen gezicht nam zij haar zakdoek en spreidde die over haar knieën uit. De Observer vermeldt dit niet, maar wij herinne ren ons bijna dezelfde geschiedenis van onzo eigen Koningin, toen President Krüger de vingerkom, die naast zijn bord was geplaatst, voor een drinkbeker aanzag, en de geheele tafel het voorbeeld van Hare Majesteit volgde, toen zij terstond na haar gast de vingerkom aan haar mond zette. Van geheel andere aard is het volgende voorval. Koning Hendrik IV van Frankrijk had verbazend veel op met de zeer schoone Gabrielle d'Estrées en was verbazend jaloersch op den Hertog van Belle garde, die haar ook lang niet "ongenegen was. Dit alles, ook de jaloerschheid, was ieder aan het hof bekend, den hertog niet in de laatste plaats. Hij voelde zich dan ook lang niet op zijn gemak, toen hij op zekeren dag bij Gabrielle vertoefde, toen de, koning werd aangediend. Goede raad was duur. De hertog wist geen betere te bedenken, dan onder het bed van.de schoone Ga brielle te kruipen. Jammer genoeg was hij een oogenblik te laat met zijn manoeuvre, zoodat Zijne Majesteit nog juist gelegenheid had de verdwijnen de beenen van den hertog te bewonderen. Het geval vermaakte hem en hij bleef veel langer, dan hij oorspronkelijk van plan geweest was. Ja, hij vond het afscheid neilnen zoo moeilijk, dat hij verzocht het avondmaal op te dienen. De patrijzenboutjes roken heerlijk, en Gabrielle, die zich heel weinig op haar gemak voelde, vroeg zich af, of de koning iets gemerkt zou hebben. Zij zou niet lang in onzekerheid blijven. „Mijnheer de hertog zal wel niet alleen kramp, maar ook honger hebben", zei de koning, terwijl hij een smakelijk boutje onder het bed wierp. Maar we zullen nu maar eens van de vorsten af scheid nemen. Wat nu volgt gebeurde kort na den Boerenoorlog. Sir Redvers Buller (wij herinneren ons zijn naam in verband met het beleg van Ladysmith) bevond zich op een stoomschip, dat Boerenkrijgsgevangenen naar Ceylon vervoerde. Op zekeren dag speelde het muziekcorps aan boord het Engelsche volkslied °n tot groote verontwaardiging van een der passagiers weigerden de gevangenen bij het hooren van God Save the King het hoofd te ontblooten. Hij spoedde zich naar Sir Redvers, en stortte zijn hart uit. „Daar speelt de muziek het* volkslied", riep hij, „en die Boeren staan met hun hoed op het hoofd. Wat wilt U er aan doen?" „Er aan doen?" zei de generaal. „Wel, zeg de muziek dat ze ophoudt met het volks lied te spelen." We zullen eindigen met een bekende anecdote van Thackeray. De beroemde schrijver was candi- daat voor het kiesdistrict Oxford bij de Parlements verkiezing van 1807. Tijdens de verkiezing ontmoette hij zijn tegenstander, Mr. Cardwell, op straat en had een vriendschappelijk gesprek met hem. Bij het af scheid nemen zei Thackeray: „Welnu, ik hoop, dat de beste van ons tweeën het zal winnen." „Ik niet", zei Cardwell. De Observer heeft de prijs van drie guinjes ver deeld tusschen den inzender van dit laatste voorval en dengene, die het geval van Koning en de Fran sche vlag had meegedeeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 6