VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Geestes-Sport en Hersengymnastiek
m
m
m
9
m
'M
8
m
JL
9
- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
EVENTJES DENKEN.
VOOR ONZE DAMMERS
VOOR ONZE SCHAKERS
m
8
8
11
i
11
B
''.Jifi
H
i
131
a
11
8
B
11
8
8
s
H
8
Hl
i
H
8
8
8
HET AVONTUUR IN DEN
RESTAURATIEWAGEN.
Vraagstuk No. 625.
Vraagstuk No. 626.
Vraagstuk No. 627.
Vraagstuk No. 628.
mm
mm
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 25 October 1930. No. 8754.
t—
onder leiding van GEO VAN DAM.
„EEN LOGOGRIPHE".
Het geheel bestaat uit 8 woorden (totaal 38 letters)
en noemt een bekend feit uit de Vaderlandsche Geschie
denis. Uit deze 38 letters kunnen de volgende woorden
gevormd worden:
7, 31, 2, 35, 28 is een vogel.
36, 6, 11, 20, 38 is een getal.
13, 20, 37, 9 is een ontkenning, een weigering.
3, 22, 27, 37 is een denkbeeld.
33, 25, 19, 34, 10 is een bekend componist uit Noor-
Wegen.
17, 32, 24, 23, 26 is een voedingsmiddel.
16, 15, 18, 8, 4, .10 is een handel of bedrijf.
25, 29, 30 is een knaagdier.
21, 23, 24, 1 is een metaal.
14, 12, 5, 30, 34 is een wereldberoemd dichter.
„EEN SPREEKWOORD".
Welke bekende zegswijze kan men uit onderstaande
teekening lezen?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons vorig nummer.
No. 681. „DE PIENTERE SCHRIJNWERKER".
Het gat in den parketvloer werd door onzen piente-
fren meubelmaker met de daartoe ter beschikking
•taande plank gedicht, door deze in 2 stukken te ver-
deelen (zie fig. 1) en deze 2 stukken boven elkaar
aaneen te schuiven (fig. 2). Veld a komt dus ter hoog
te van a' en op de plaats van c'. Er zijn nog eenige
andere goede oplossingen mogelijk.
Figuur 2.
No. 622. „DE DRIE DRONKAARDS".
De tijd, waarin de drie beeren tesamen de aange
geven hoeveelheid bier zouden kunnen verwerken, Is
416/31 uur, want daar Wilhelm 40 L. in 20 uur kan
drinken, zou hij in 1 uur 2 L. drinken. Daar Friedrich
40 L. kan drinken in 14 uur, zou hij in één uur 2 6/7 L.
drinken. Daar Franz 40 L. kan drinken in 10 uur, zou hij
in 1 uur 4 L. drinken. Samen zouden ze dan in 1 uur
drinken: 2 plus 2 6/7 plus 4 is 8 6/7 L. en dus 40 L. in
40 8 6/7 uur of 416/31 uur.
van W. Brand.
Zwart: 10.
«3
11
0
p
a
MN
SÜ
H
11
m
SB
Hf
i
tóf
s
H
VJW/,
81
Wit: 10.
Diagramstand: Zw. 10 sch. op 1, 7, 9, 10, 12, 13.
27- Wit 10 sch. op 20, 24, 25, 28, 29, 31, 33, 37,
Wit speelt en wint!
15, 17,
39, 47.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 623,
van M. J. B e 1 i n f a n t e en S. E. v. d. Meer.
Wit speelt en wint door: 3329!(Zw. 11:48 gedw.,
want op 24:22 wint wit door 37:6) 37:28!! (24:22 gedw.,
want op 48:23 wint wit door 29:9 en 25:5) 4237!, 36:9,
25:5. Een paar zeer mooie dwangzetten!
van H. L. Schuld.
Zwart: 8.
mm
Wem
a b c d e f g h
Wit: 7.
Diagramstand: Zw. pions b7, h6, c5, g2. La6, Kd4,
Dh2, Lgl. Wit: Kd8, Pe7, pion e5, Ta4, Pc4, Ld2, Dbl.
Wit speelt en geeft mat in drie zetten.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 624,
De diagramstand was: Zw. Th8, Kd7, pions f7, a6, c4,
f4, Pa3, Lg6, Lh2, Pbl, Tgl; Wit Te«, Kb6, Ld6, Le4,
pion g4, Dh3 Te2. Wit geeft mat door Dh5 dreigt Lc6;
op Lh5 volgt Le7! Op Ke8 volgt Lf5 en op Le4 volgt
DH.
ZATERDAGAVONDSCHETS
Een vreemde geschiedenis, door
S I R 0 l F.
(Nadruk verboden alle rechten voorbehouden.)
DE trompetter aan boord van den stoomer, die
in de nachtelijke uren de golven van de
Noordzee doorklieft, om de reizigers in keu
rige witgelakte hutten van den Hoek van Holland
near Harwich over te brengen, had reeds lang zijn
signaal van „opstaan" door de kille, grauwe morgen
lucht laten schetteren, toen Jerry Bertels zich nog
eens hartgrondig uitrekte. De overtocht was heel pret
tig geweest, een kalm zeetje, met af en toe wat dei
ning, net genoeg om zich bphaaglijk en tevreden te
voelen. De stéward had hem daarstraks met een be
scheiden tikje op zijn deur gewekt en hem vervolgens
thee gebracht. En nu begon hij zich langzaam te klee-
den. Er was immers tijd in overvloed. De trein die op
Parkeston Quav gereed stond, vertrok pas om bij zeve
nen en het was nu amper zes. Jerry was slaperig. Hij
was laat ingeslapen, was in den nacht een paar maal
wakker geworden door het alles doordringende, bas
sende getoeter van den misthoorn, en om dan om zes
uur op een herfstmorgen op te staan, is wel wat veel
gevergd. Hij was dan ook nog niet heelemaal goed
wakker, toen hij in den kraag van zijn dikke overjas
gedoken, met alleen een klein handkoffertje in de
hand, de loopplank afliep, om zich naar de visitatie-
loods te begeven. Het was er vrij druk, zooals altijd,
en toen hij iemand met een flink aantal koffers van de
lege toonbank zag weggaan, drong hij zich meteen
op de opengekomen plaats, en zette zijn valies voor
zich neer, tot de douanebeambte het gevisiteerd zou
hebben. Het volgende oogenblik drong er nog iemand
naast hem, een van de talrijke kruiers, met drie kof
fers, die nog juist naast zijn kleine handvajiesje een
plaatsje kon krijgen.
Het duurde vrij lang, voor een douanebeambte zich,
met een knikje naar het valies vóór hem; tot Jerry
wendde met de eentonige vraag, of hij iets te decla-
reeren had. Jerry knikte slaperig van nee. Of hij dat
handvaliesje dan maar eens open maken wilde. Een
beetje gemelijk voldeed Jerry aan het verzoek en de
beambte graaide met zoekende vingers tusschen
Jerry's toiletbenoodigdheden, betastte pakjes en voor
werpen, vroeg eenige uitleggingen en gaf dan eindelijk
een wit teeken met een stuk krijt op Jerry's valies.
Jerry lette al verder niet meer op, zag niet eens dat
de beambte in één moeite door zijn merkteeken op de
andere drie koffers naast het kleine valiesje zette, en
begaf zich huiverig naar den gereed staanden trein
naar Londen.
Hij begaf zich regelrecht naar den restauratiewagen,
die al vrij druk bezet was. Aan het einde van den
wagen was echter nog een klein tafeltje vrij. Jerry
bezette één van de twee plaatsen, zich onwillekeurig
afvragend, wie zijn overbuurman op den rit van meer
dan IV2 uur naar Londen zou worden. Ondertusschen
bestudeerde hij vast de menukaart: het eeuwig-oude
liedje van het Engelsche ontbijt, de onvermijdelijke
en toch heel smakelijke „porridge" (havermout),
visch, eieren met gebakken spek... Jerry schrikte op
eenseens wakker: een kruier stapelde in het net bo
ven zijn hoofd drie zware valiezen, en zei tegen hem:
„hier zijn uw koffers, meneer!"
Jerry was juist van plan heftig tegen den „stom
meling van een kruier" uit te varen, omdat hij zich
vergiste en hem een stapel koffers bracht, die heele
maal niet van hem waren en hem op den vroegen
morgen alle mogelijke verwarringen# en last bezorg-
dè, toen een zachte hand op zijn arm werd gelegd en
een paar donkerbruine vrouwenoogen hem smeekend
aanzagen. Een jonge, bijzonder knappe vr<?uw stond
voor hem. Ze was blijkbaar juist den wagen binnen
gekomen en vroeg hem met een betooverend glim
lachje, of hij zoo vriendelijk wilde zijn, haar valiesje
in het net boven haar plaats tegenover Jerry
neer te zetten. Jerry keek eens even om. De „stomme
ling van een kruier" was verdwenen, blijkbaar niet
eens op een fooi wachtend. Wat al een heel vreemd
verschijnsel is. Doch Jerry ontgaf het zich. Bovendien,
zijn tafelgenoote was zóó interessant en sprak het
Engelsch met zóó'n alleraardigst Fransch accent, dat
hij geen oog van haar zacht blozende wangen en het
glanzende kastanjebruine haar dat in een fraaie golf
onder het koket naar één kant neergestrokken vilt-
hoedje te zien kwam, af kon houden. Hij vergat alles
omtrent de vreemde koffers, raakte in een geanimeerd
gesprek met zijn allerliefste tegenvoetster gewikkeld,,
lachte met haar om een heer, die op het allerlaatste
oogenblik, toen de trein zich juist in beweging zette,
kwam aangestormd en die zich nog in den restaura
tiewagen wist te slingeren, wisselde met haar van ge
dachten over de prettige nachtelijke reis, over de spe
ciale voorkeur van Engelschen voor eieren-met-spek
en honderd andere dingen. En vóór hij het wist, don
derde de trein Liverpool-station binnen, terwijl Jer
ry's vrijgezellenhart bedenkelijk bonsde. Kruiers be
stormden den trein, om zich van koffers meester te
maken en die naar de vlak bij het perron wachtende
taxi's te brengen. Even flitste Jerry de herinnering
aan de drie vreemde fofferè door het hoofd, toen een
heer achter uit den restauratiewagen het was de
op het laatste oogenblik ingestapte reiziger op
hem toetrad zei: „Dat zijn mijn koffers, dank u wel,
dat u er zoo goed op gepast heeft."
Er flikkerde iets ondeugends in zijn oogen, toen hij
vervolgde: „En dank u ook zeer vriendelijk, dat u
zoo goed op mijn vrouw gepast heeft".
Jerry staarde van den vreemdeling naar zijn tafel
genoote, die bloosde en de oogen neersloeg. Een kruier
had ondertusschen de drie koffers weggehaald en in
een buiten wachtenden particulieren auto gezet. Zwij
gend ging Jerry achter het echtpaar aan naar buiten#
De vrouw en de man namen, in den auto plaats. Jerry:
stapte in een taxi. De motor van den particulieren
auto begon te razen en de auto stoof in pijlsnelle
vaart heen. Doch niet, dan nadat er een tot een prop
papier gedraaid stuk papier in Jerry's taxi naar bin
nen geworpen was. Die prop kwam uit den wegsnel-
lenden auto, die even later om den hoek van Liver-
poolstreet verdwenen was, opgeslokt in het razende
Londenschc verkeer. Werktuigelijk maakte Jerry den
prop open, streek het papier glad en las: „Dank voor
uw goede zorgen voor mijn koffers. Er zat een aardig
kapitaaltje aan gesmokkelde diamanten in verborgen.
Jack??? (de diamantenkoning)."
Toen ging Jerry een licht op.
167. Aboe ben Bullebak wordt hoe langer hoe nijdiger.
Hij begint aan de leidsels te rukken en zijn paard kan
er niet meer uit wijs worden en gaat op de achterpoo-
ten staan. „Bij de eksteroogen van mijn grootje", bul
dert Aboe, „kan niemand mij dan verlossen van het
wangedrocht, dat op mijn eerwaardig hoofd is neder
gedaald? Jullie zit toch niet te slapen?" De ruiters
probeeren Aboe van zijn vreemdsoortig hoofddeksel te
verlossen, maar hun paarden worden schichtig... Ze
beginnen te trappen en te slaan, zoodat het den ruiters
moeite kost om in het zadel te blijven. Intusschen heeft
Gerrit een zijwegje ontdekt, dat om een groep rotsen
loopt. „Stuur de kar daorhaln", fluistert hij, „dan waita
ze strakkies niet mair, waor we geblaive benne". Ja,
dat is een kostelijk plan. Terwijl de ruiters ln de weer
zijn om hun paarden tot bedaren te brengen en terwijl
Aboe ben Bullebak nog altijd worstelt met Dirrekie's
parasol, stuurt Dicky de auto keurig netjes het zij-
wegje in. Dat lijkt een heele uitkomst... Jammer dat
de kinderen niet weten, welk gevaarlijk gezelschap ach
ter dit rotsen verborgen is.
168. Hier is de rooverstroep van Hakkie Pakkie Pasja,
de schrik van de woestijn en aangrenzende terreinen.
Stuk voor stuk zijn de heeren zóó dapper, dat ze zich
zelf zouden plunderen als het noodig was. Maar zoo
lang het niet noodig is plunderen ze liever andere
menschen. De aanvoerder is al drie en twintig jaar
in het vak. Over twee jaar viert hij dus zijn gouden
bruiloft als woestijnroover. Dat zal een geweldig feest
worden! Hakkie Pakkie Pasja draagt zijn dolk altijd
tusschen zijn tanden. Daardoor ziet hij er zóó verschrik
kelijk uit dat de meeste kooplieden dadelijk flauw val
len, als ze hem maar zien. Maar zijn bendegenooten zijn
ook niet mis. De tweede, die zooveel lijkt op een be
roemden Nederlandschen staatsman (maar zijn naam
verklap ik niet) heeft een revolver, waarmee hij om
vier hoeken kan schieten, zonder dat hij wat raakt.
Het moet een afgedankte revolver van een Rotter-
damschen politieagent zijn. De tweede heeft zelfs een
echt geweer, dat hij uit zee heeft opgedoken. Het is
nog van een kaperschip uit de zestiende eeuw en een
handelaar in antiquiteiten gaf er zeker wel honderd
gulden voor. Als je vandaag begint, gaat het schot
nog vóór Kerstmis af, als je precies weet hoe je het
doen moet.