SchagerCourant
HET MEISJE
UIT DE STAD.
BANNE H00GV/0UD EN
AARTSWOUD.
Derde Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Donderdag 30 October 1930
73ste Jaargang. No. 8757
Zitting van Dinsdag 28 October.
MEERVOUDIGE STRAKAMER.
ELKANDER IN DE WIELEN GEREDEN.
In hooger beroep stond terecht de 31-jarige veehou
der en autobestuurder Petrus St. uit Berkhout, die door
den kantonrechter te Hoorn was veroordeeld op grond
van het feit, dat hij door zijne schuld op 28 Mei j.1. met
een door hem bestuurde vrachtauto op den dorpsweg te
Berkhout in aanrijding gekomen was met een autobus,
chauffeur de heer C. Hooijberg, die met het door hem
bestuurd motorrijtuig zcih begaf van Avenhorn naar
Hoorn. De appellant, die op roekelooze wijze de veiligheid
van het verkeer in gevaar had gebracht, staat volgens
den buschauffeur Hooijberg, die als eerste en voornaam
ste getuige werd gehoord, bekend als een woeste rijder.
De weg is ter plaatse zeer smal, 4.95 M. en de aanrijding
was het te verwachten resultaat van het te kort naar
rechts uitwijken van den verdachte.
De verdachte, persoonlijk present, ontkende met een
vaart van 50 a 60 kilometer te hebben gereden, doch
schatte dezelve meer bescheiden op 25 a 30 kilometer.
De autobus stond schuin over den weg, wat volgens
Hooijberg was te wijten aan den grooten snelheid, waar
mede de vrachtauto naderde en hem geen tijd overbleef,
de autobus geheel parallel met den wegberm te brengen.
De appelleerende veehouder moest echter toegeven dat
hij de cabine deelde met 2 zusters, die 't ritje uit econo
mische of amusementsoverwegingen meemaakten. Vol
gens opmeting van de politie lag de betonnen kop van
een wegpaal 11 meter verder dan de plaats der aanrij
ding, waardoor kon worden aangetoond, de buitenspo
rige snelheid, waarmede door verdachte werd gereden.
Opgemerkt dient, dat gelukkig geen persoonlijke onge
lukken plaats hadden.
De appellant werd door den kantonrechter veroordeeld
tot f 40 boete of 40 dagen. De civiele vordering, door den
heer Hooijberg tegen den veehouder ingesteld, kon niet
in behandeling worden genomen, omdat het bedrag f 80
te hoog was. Een dergelijke vordering mag voor het kan
tongerecht niet meer bedragen dan f 50, waarmede be
langhebbenden wel rekening gelieven te houden.
Als getuige a décharge werd onder meer ook gehoord
een Hoornsche ingezetene de heer Abram Blokker, die
achter in den wagen zat en dus een fijn gezicht had op
den afgelegden weg en wiens verklaring in 't algemeen
niet als gunstig voor den verdachte kon worden aange
merkt. De heer St. had beter gedaan vaart te minderen,
inplaats juist op het smalste gedeelte van den geheelen
Berkhouter dorpsweg te willen passeeren.
De bewuste twee zusters van den appellant, twee flin
ke Westfriesche deerntjes, de dames Marie en Agatha
Stam, die zich mede in de cabine met haar chauffeerende
broeder bevonden, verklaarden, gehoord op verzoek van
haar broeder, als getuigen a decharge dat haar broeder
zeer kalm reed en de autobus op 't laatste moment niet
voldoende naar rechts uithaalde, zoodat haar broeder
met de vrachtauto tegen een betonnen wegpaal aanreed
met het hiervoren gemelde gevolg.
De heer Pieter Groen, arbeider te Heiloo, achterpas
sagier op de vrachtauto en mede getuige a décharge ver
klaarde in denzelfden geest als de dames Stam. De heer
Piet St. reed geheel rechts, deelde de heer Groen mede,
en eerst op het laatste moment haalde Hooijberg naar
rechts uit. Het refrein is bekend en kan door ieder wor
den meegezongen.
Na een langdurig verhoor der diverse getuigen tégen
en vóór den appellant werd aan den heer officier vrij
heid geschonken tot het nemen van- zyn requisitoir dat
na aanvoering van redenen strekte tot vernietiging van
het kantonreohterlijk vonnis en veroordeeling tot de
zelfde straf f 40 boete of 40 dagen, aangezien werd aan
genomen, dat de appellant te snel had gereden en beter
had gedaan, veiligheidshalve te stoppen in plaats van
door te raggen. De officier hield zich hierbij vast aan de
aangeplakte staart van de dagvaarding.
VOORTGEZETTE AANRIJDINGSZAAK.
Op 16 September stond in hooger beroep terecht de
heer Hubertus R., 'n 64-jafig loodgieter uit Noordwijk, die
te Anna Paulowna op 30 Mei de vischauto van J. de
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
A. kachel l.
23.
Juffrouw Spragge voldeed met omiskenbare geest
drift aan het verzoek. Ze nam het kleedingstuk, dat
een getrouwe copy was van een Parijsch model en
haalde nog een paar kussens van haar eigen kamer.
Overeind zittend in bed maakte Hazel met een klein
beetje hulp een heel behoorlijk toilet. Het was opmer
kelijk hoe juffrouw Spragge haar patiënt aanmoedig
de en met welk een vuur ze inging op Hazel's voor
atellen.
Handen en gezicht werden met eau-de-cologne ge-
^asschen. De beide dikke vlechten werden met een rose
«trik versierd. En juffrouw Spragge verklaarde ten
«otte hartelijk:
Wel lieve kind, wat zie je er aardig uit!
—Ik voel me nog als een wrak, zuchtte Hazel.
Juffrouw Spragge verheugde zich met groote ver-
®ugenis, dat de heer Stocker en niet George de oor-
k was geweest van deze „opknapperij". Toen Hazel
r was, riep ze Wilbur.
W'1 je hem alleen spreken, liefje?
Liefst wel!
..,^en °°genblik later kwam Wilbur binnen. De aan-
van Hazel. die er uitzag als een mooi kind, dat
P aan den dood is ontrukt, trof hem. Hazel was al
Una even geroerd door het zien van Wilbur. Nog nooit
a ze hem in ongekamden en ongeschoren toestand
anschouwd. Hij zag er op zijn onvoordeeligst uit en ze
schouwde dit terecht als een teeken van het sterke
uifV| k Voor haar koesterde- Toen zij haar hand
s k. viel hij op de knieën bij het bed neer, kuste
aar bandje en riep vurig:
Goddank, Goddank!
lev k d€6d de °°gen dlcht Voor het eerflt ,n haar
druf" WiIbur een snaar van haar gemoed zacht
doen trillen.
Beste Wilbur! zuchtte ze.
Ben je sterk genoeg om te praten?
Smit op den Molenvaartsweg met het door hem bestuur
de motorrijtuig aanreed, welke zaak werd geschorst en
aangehouden tot de zitting van heden. Mr. Folkers, ad
vocaat te Amsterdam, opponeerde in deze zaak voor den
appellant, die veroordeeld was door den kantonrechter
te Schagen, als raadsman en verdediger. Volgens een
thans nieuw gehoorde getuige, de heer C. Boontjes, slin
gerde de auto van verdachte, welke ongeregelde bewe
ging door den bestuurder werd toegeschreven aan de
rondheid en het afloopende van den rijweg ter plaatse.
De heer De heer Gozer, passagier op Smits vischauto
verklaarde eveneens dat de auto van verdachte niet reed
volgens de wiskundige stelling, dat de rechte lijn de
kortste afstand is tusschcn 2 punten. Door deze onvaste
bewegingen kwam de auto van verdachte, van wien men
ten onrechte veronderstelde, dronken te zijn, in minder
aangename aanraking met het zoologische voertuig van
den heer Smit. De schade is trouwens reeds geheel ge
regeld. Volgens het proces verbaal had verdachte ook
een aanrijding gehad in Sassenheim, doch dit avontuur
bleek niet op dien zelfden dag te zijn voorgevallen. Deze
aanrijding had plaats gevonden op Maandag 21 April,
tweede Paaschdag, als gevolg van een gebrek aan het
stuur, Daar dit echter stond in het door appellant getee-
kende procesverbaal, zaagde de president nog eenigen
tijd op dit onderwerp door. Verdachte twijfelde blijkbaar
destijds zelf aan de soliditeit van zijn stuurinrichting en
zat maar voortdurend aan het wiel te draaien. Hij reed
ten slotte steeds slingerend, weg van de plek der aan
rijding, verklaarde de gedupeerde vischkoopman.
De heer officier toont zich verheugd over de eenslui-
tendheid der getuigenverklaringen, daar leder had op
gemerkt dat de wagen van verdachte duidelijk merkbaar
slingerde. De ongunstige conditie van den weg, mocht
dus gevoegelijk alleen aan de fantasie van den appellant
worden toegeschreven. Het openbaar ministerie kon zich
dus vereenigen met de zware boete van f 50 boete of
50 dagen en 3 maanden ontzegging van rijbevoegdheid,
opgelegd door den kantonrechter en requireerde alzoo
bevestiging van dit vonnis.
Mr. Folkers wilde graag den trein nog halen en dus
kort zijn. Na met enkele woorden het gebeurde te hebben
gereleveerd, liet pleiter uitkomen, dat verdachte onop-
zettlijk vertrouwd had op zijn stuurinrichting en verzocht
Z.E.Gestr. vrijspraak, subsidiair de bijkomende maatregel
van veiligheid, de ontzegging der rijbevoegdheid niet
toe te passen, omdat zulks zeer schadelijk zal zijn voor
het bedrijf van verdachte. Hierna re- en dupliek volgens
usance.
MISDRIJF DOOR SCHULD ALS GEVOLG VAN EEN
NIET ONBELANGRIJKE AUTOAANRIJDING MET
EEN PERSOONLIJK ONGELUK.
In den avond van 2 Juni omstreeks 9 uur stond bij den
ingang van het Victoriapark te Alkmaar, dat met paal
tjes voor alle rijverkeer is afgesloten, de 21-jarige werk
ster Mej. Klaasje Schutz, geenerlei onheil bewust, rustig
te babbelen met eenige familieleden, toen zij eensklaps
werd aangereden door een automobiel/bestuurd door den
35-jarigen heer Pieter de Vr., handelsreiziger te Alkmaar
en vertegenwoordiger der firma Polak, met gevolg dat
Mej. Schuts werd aangereden en behalve eenige ontvel
lingen, ook nog een lichte hersenschudding bekwam, zoo
dat het meisje eerst 's nachts ten twee uur in de ouder
lijke woning, alwaar zij was vervoerd, tot bewustzijn
kwam.
De heer de Vr. stond heden dan ook terecht terzake
het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld
Volgens de verklaring van den heer Groot, de bestuur
der van een motorrijwiel, had verdachte vooraf een aan
rijding gehad met den door getuige bestuurden motor,
waarmede deze de Heerenstraat kwam uitrijden.
Overeenkomstig de lezing van den verdachte had deze
heer de Groot te laat signaal gegeven, waardoor ver
dachte schrok en in zijn verbouwereerdheid inplaats
van op de voetrem op het gaspedaal trapte, waardoor hij
met een niet geweldige vaart eensklaps in de richting
van het Victoriapark vooruitschoot, met het door ons
hiervoren gereleveerde funeste gevolg. De heer De Vr.
schreef alsnu de indirecte oorzaak van het ongeval toe
aan den heer De Groot, deze had verdachte aangereden
Verdachte had voldoende signaal gegeven en dacht dat
de weg dus vrij was.
De heer Groet, brugwachter aan de Friesche brug had
gezien, dat verdachte in aanrijding kwam met een dooi
den heer Groot bereden motor, die daardoor kwam te
vallen.
De broeder van de aangereden jongedfeme, de heer
J. B. Schutz, slager te Alkmaar, was er ooggetuige van
dat zijn zuster door de wild voortstormende auto werd
aangereden. Zij is ongeveer 3 weken lijdende geweest.
Het meisje kwam eerst des nachts 2 uur bij kennis,
vomeerde en klaagde over hoofdpijn. Ziekenhuisver-
pleging bleek noodzakelijk. Als getuige a decharge werd
daarop nog gehoord de heer Arie Kameraad, inspec
teur eener levensverzekerings-maatschappij, die op tijd
en plaats voornoemd in zijn Citroën met 20 K.M. vaart
vóór de door verdachte bestuurde Ford had gereden.
Deze getuige had een zwaren slag gehoord en nabij
het Victoriapark iets op den grond zien liggen. Hij zette
toen zijn motor af en ging eens kijken. Voorts verklaar
de hij wel te hebben gehoord, dat verdachte bij de
Heerenstraat signaal gaf.
Door den heer Officier werd in zijn requisitoir ge
releveerd, dat het ging om de aanrijding met het
Ik denk het wel. Ik ben toch zoo blij, dat je da
delijk gekomen bent!
Je begreep toch, dat ik komen zou.
Ja, dat wist ik. O, Wilbur, ik ben door de duis
tere vallèi van den dood gegaan.
Ja, ja, en dat terwijl ik vast sliep!
Ik ben ongelooflijk idioot geweest, zuchtte Hazel.
Praat er niet meer over!
Dat weet ik wel, Wilbur! zei Hazel.
Ik ben niet zoo sterk als jij! Jij hebt me altijd
willen hebben, is het niet?
Altijd, altijd!
Hij bleef bij haar bed knielen en kustè haar hand
opnieuw.
Ze lichtte die zacht op en streelde zijn hoofd.
Ik ben net krankzinnig geweest, Wilbur. Het is
zoo moeilijk om alles uit te leggen. Kun je me mee
terug nemen naar Oakland?
Natuurlijk!
O, wat heb ik een hekel aan de vallei. Ik heb er
een afkeer van... en van mijn eigen dwaze zelf!
Hoe eer je me de gelegenheid geeft om de zorg
voor jou op me te nemen, hoe beter.
Haar hoofdje viel in de kussens terug. Haar lichaam
scheen er af te glijden.
Til me een beetje op. fluisterde ze.
Hij sloeg zijn arm om haar heen. Ze merkte, dat hij
maar ternauwernood de kracht had om haar behoor
lijk op te lichten en een oogenblik dacht ze aan een
paar andere armen.
Ik moet je toch vertellen, hoe dwaas ik geweest
ben en hoe schandelijk ik me door uiterlijkheden van
de wijs heb laten brengen.
Hazel, zei hij, haar direct begrijpend, ik heb
echt met George Spragge te doen. Hij heeft mijn volste
sympathie. Jij hebt je natuurlijk verbeeld, dat je ver
liefd op hem was.
Ze vertelde alles, tenminste bijna alles. Het was een
verhaal dat onderbroken werd door zachte zuchten,
besproeid met tranen en met welsprekende tusschen-
poozen van stilzwijgen.
Wilbur was betooverd door haar openhartigheid. Hij
begreep, dat dergelijke vergissingen, als ze vóór het
huwelijk plaats grepen, later niet meer zullen voor
komen. Hazel had zich dwaas aangesteld, maar ze had
haar dwaasheid zwaar geboet. Pathetisch eindigde zij:
Natuurlijk kun je het mij nooit vergeven.
De kus. waarmee de vergiffenis bezegeld werd, was
nog juist op den overloop te hooren.
Juffrouw Spragge hoorde hem dan ook en... met
groot genoegen. We moeten tot ons leedwezen consta-
teeren, dat ze ook het gesprek had afgeluisterd, dat
meisje en indien de verdachte zijn dagvaarding eens
aandachtig had gelezen, zou hem dit duidelijk zijn ge
worden. Verdachte erkende zelf een flater te hebben
begaan en juist die flater bracht hem voor den straf
rechter. Hij en niemand anders had het ongeval teweeg
gebracht door een fout, die meer ongeroutineerde rij
ders maken De verklaring van den afwezigen arts,
Dr. Maats, achtte de Officier niet noodzakelijk. Ten
slotte vordert de Officier f 60 boete of 60 dagen hech
tenis.
Verdachte scheen zich met dezen zeer billijken eisch
niet te kunnen vereenigen en gaf zulks herhaaldelijk
te kennen.
EEN VERSTOKTE KLEPTOMAAN.
In de middagzitting stond terecht de heer Christi-
aan K., 'n 25-jarig varensgezel, wonende te Rotterdam,
thans in voorarrest, welke heer zich had schuldig ge
maakt aan diefstal van een rijwiel te Den Helder, welk
rijwiel door den heer C. Huijstee. matroos-vliegtuig
maker aldaar, onbeheerd was achtergelaten voor het
eethuis van v. Baar in de Keizerstraat en door ver
dachte in Amsterdam voor f 10 was ten gelde gemaakt.
Deze verdachte heeft zich veelvuldige diefstallen, hij
zelf is den tel reeds lang kwijt geraakt, te verwijten
en mag zich dus verheugen in een tamelijk uitgebreid
strafblad. De voordeelen eener voorw. straf heeft hij
dan ook reeds hopeloos verspeeld.
Door den heer Officier, die ook geen kans zag dezen
verdachte weer op het pad van eerlijkheid en deugd
terug te brengen, vorderde 1 jaar definitieve gevange
nisstraf.
Verdachte stond blijkbaar paf van zulk een gewel-
aan deze demonstratie vooraf ging. Volkomen be
wust en met opzet had ze voor luistervink gespeeld.
Toen ging ze Samantha opzoeken.
Het is voor elkaar! zei ze kortof.
Samantha staarde haar aan, niet in staat, om de
raadselachtige uitdrukking op haar gezicht te ver
klaren.
Voor elkaar? herhaalde ze.
Ze zijn het met elkaar eens geworden. Ik ver
moedde al zoo iets. Daarom heb ik aan de deur ge
luisterd en door het sleutelgat gegluurd. Zij en ik zijn
nu quitte. Zij stak hcar neus in mijn George's zaken
en ik stak mijn neus in de hare. Ze zijn elkaar nu
aan het omhelzen op zoo'n halve manier, alsof ze zeg
gen wilden: ..Maak mijn haar niet in de war!" George
had er gisteravond heel wat meer gang in!
Tante, weet u, wat er gisteravond gebeurd is?
Ik heb ze samen onder den boom gezien!
Ik ook!
Jou arm schaap!
Wat zal George ervan zeggen?
Juffrouw Spragge fronste het voorhoofd.
Ik moet toegeven, dat dat me wel wat benauwd
maakt. Hij is gewoonweg bezeten van Hazel. Ik zal
George moeten kalmeeren. Die twee onnoozele schapen
daarboven hebben er nog over gedacht, dat hij wel
eens zwarigheid zou kunnen maken. Zij heeft George
niet willen ontvangen, toen ik het haar gevraagd heb.
Als George het heele stel doodschoot, zou ik zeggen:
Verdiend loon! En ik weet nog niet of hij dat niet
doen zal.
Hij heeft de slangen niet doodgemaakt, mompelde
Samantha, als hij echt razend was geweest, zou er
nu geen een meer leven.
Dat is wadr. Maar deze fat, die smalle, dunne, gele
opschepper, heeft hem de loef afgestoken. En dat heeft
nog nooit iemand gedaan. Samanthie, ik zou met 't
grootste plezier „Hallelujah" kunnen zingen. Ik weet
geen raad van plezier, maar ik ben bang ook. Ik ben
bang voor mijn eigen jongen
Samantha nam de oude vrouw bij den arm en
drukte die zacht.
Toen zei ze langzaam:
Waarom zou u het hem zeggen?
Iemand moet het toch doen?
Laat Hazel het dan zelf doen!
Hemel nog aan toe! riep juffrouw Spragge,
daar heb ik nooit aan gedacht.
Is het eigenlijk niet haar plicht!
Natuurlijk.
Ik zou niet graag in Hazel's schoenen staan, zei
Samantha zacht.
dige vordering, en liet, nadat zijn tekortkomingen hem
nog eens krachtig door den president onder het oog
waren gebracht, het woord over aan zijn vex-dedlger.
mr. Schcnkeveld (als remplaQant van mr. Smal), die
zich refereerde aan het oordeel der Rechtbank, aange
zien hem zoo goed als geen verontschuldigingen voor
zijn cliënt ten dienste stonden.
VERDUISTERING VAN TAARTJES.
Deze zaak, die reeds op 16 September de aandacht
der rechtbank vroeg en betrof verduistering van een
doos met taartjes, waarvan terecht of ten onrechte werd
verdacht mej. Klaasje L., huisvrouw van den heer Jan
Kn. te Den Helder en welke behandeling was verdaagd
tot 28 October, werd ditmaal opnieuw voor onbepaal-
den tijd uitgesteld. Mr. de Groot heeft inmiddels de
verdediging van de verdachte huismoeder op zich ge
nomen.
ARTIKEL 248BIS WETB. VAN STRAFRECHT.
Maximum 4 jaren gevangenisstraf.
De zich noemende koopman Franciscus Gerardus R.
te Alkmaar, 'n 37-jarige recidivist op 't gebied van
zedenmisdrijf, thans gedetineerd, stond voor de zoo-
veelste maal terecht ter zake handelingen met .jeugdige
personen yan het zelfde geslacht, strafbaar gesteld bij
art. 248bis van het Wetboek van Strafrecht. Deze on
smakelijke zaak werd met gesloten deuren behandeld.
Gevorderd werd 14 dagen gev. met aftrek voorarrest.
Voorts ter beschikking-stelling der regeering. Verdedi
ger, mr. de Groot, refereerde zich gaarne aan dit re
quisitoir en hoopte dat op die wijze nog iets goeds van
de armzalige zwakkeling terecht zou worden gebracht
HOOFDSTUK XVI.
Het spat uit elkaar.
George ging zijn kamer binnen. De ratelslangen wa
ren druk in de weer en klaar om zich te verdedigen.
George deed het raam open, dat op de waranda uitzag.
Hij had twee slangen gevangen en weer in het hok ge
stopt. toen hij Wilbur de trap hoorde afkomen. Even la
ter hoorde hij zijn moeder beleefd afscheid nemen van
Hazel's bezoeker. Ze vroeg hem vluchtig, nog eens weer
aan te komen. Wilbur beloofde het. Hij liep door de
voordeur op weg naar zijn rijtuigje en zag George bij het
raam staan.
Goeden morgen! zei George.
Goeden morgen, mijnheer Spragge! Wat is me dat
een geschiedenis geweest!
Ontzettend! zei George. Hebt u zin binnen te
komen en 'n praatje te maken?
Wilbur aarzelde.
Ik ben de slangen aan 't vangen, zei George met 'n
onverstoorbare kalmte. Misschien vindt u het wel inte
ressant om ernaar te kijken?
Ik zal u niet storen, zei Wilbur haastig. Morgen
ochtend kom ik wel weer eens hooren.
Mooi, zei George.
Hij ging voort met slangen vangen, tot hij ze allemaal
weer bij elkaar had. Tegen dien tijd was het eten klaar,
maar er was nog geen boodschap voor hem gekomen
van Hazel.
Juffrouw Spragge zei hem, dat ze nu wat rustte en
voegde er aan toe: Dat zal ze wel noodig hebben na
haar gesprek met meneer Stocker. Wat kan dlc man
praten! Wij zullen met z'n tweeën eten, George, want
ik heb eindelijk Samantha In bed gekregen.
Samanthie, merkte George op, is een meisje van
de bovenste plank.
Ik ben haar spoor gevolgd en... nu weet ik het.
Moeder en zoon aten zwijgend, ieder in zijn gedach
ten verdiept.
George wou je graag zien! zei juffrouw Spragge
tegen Hazel, toen ze weer in de ziekenkamer kwam.
Hij zal zoo boos zijn!
Omdat je in zijn kamer hebt gegluurd?
Ja.
Daar hoef je je niet druk over te maken.kind!
Ontvang hem maar een oogenblikje, dan ben je er door
heen. Dan kun je daarna misschien wat slapen!
Misschien was het wel goed als ik hem even sprak!
Wordt vervolgd.
Verslag vergadering van het College van Dage-
lijksQh Bestuur en van Hoofdingelanden van de Ban-
ne Hoogwoud en Aartswoud op Maandag den 27 Octo
ber 1930, voormiddags 10V* uur ten Raadhuize.
Aanwezig alle leden, behalve de Secretaris, die
door ziekte is verhinderd.
De Voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom en deelt mede, dat de secretaris door
ziekte is verhinderd deze vergadering bij te wonen
en hoopt dat de ziekte niet lang zal duren en de
secretaris weer gauw zijn werkzaamheden zal kun
nen hervatten. Ilij verzoekt den penningmeester den
heer L. Glas om zoolang als plaatsvervanger voor
den secretaris op te treden, waartoe deze bereid is.
De notulen der vorige vergadering worden gele
zen en onveranderd vastgesteld met dank aan den
steller er van.
Naar aanleiding der notulen deelt de Voorzitter
mede, dat is ingekomen een schrijven van de H.IJ.
S.M. dat de afscheiding van de landerijen met de
trambaan door hen zullen worden hersteld. Dat er
2(5 M3. steenen van de Vier Noordei- Koggen zijn aan
gekocht en vervoerd naar 't Groene Paadje.
Ingekomen een schrijven van de wed. A. Nipsha-
gen in de Weere alhier, dat zoo spoedig mogelijk zal
worden begonnen met het plaatsen der palen voor
de Radiodistributie en alzoo de palen geen hinder
meer zullen geven voor het verkeer.
Wordt door den Voorzitter meegedeeld, dat aan
de Gouwe bij de viersprong een gedeelte straat al
daar ook is verbreed volgens overeenkomst voor re
kening van Banne en gemeente Hoogwoud.
Verzoek van D. Rooker om bij zijn boerderij de
straat te verbreeden. Zal bij opnieuw verleggen van»
den weg door de Vier Noorder Koggen worden be
sproken.
Ingekomen een schrijven van W. Kooij aan de Lan-
gereis om een keerschut te mogen verplaatsen al
daar, hetwelk door belanghebbenden wordt goedge
keurd. Wordt toegestaan op voorwaarde dat het Be
stuur der Banne het schut zal laten verplaatsen op
kosten van genoemden W. Kooij.
Van W. Beets een schrijven om een duiker te leg
gen onder de Pade bij J. Rooker voor afvoer van wa
ter aldaar. Wordt besloten hierop niet iu te gaan.
daar door het leggen van pompen onder de dammen
aldaar daarin kan worden voorzien.
Ingekomen een schrijven van de Commissie in
zake de stoomtram Schagen-Wognum voor vergoe
ding verdere onkosten. Wordt toegestaan.
Volgt verslag kroosschouw en uitgekeurde slooten
gehouden op 24 October j.1., Daar verschillende sloo
ten niet of niet voldoende zijn gehakt of gekroosd
en er ook slooten niet aan de keur voldoen, zal aan
de belanghebbenden worden bericht dit alsnog in or
de te brengen met bepaling der boeten.
Wordt vastgesteld het kohier van omslag van de
Banne voor het jaar 1930 tot een bedrag van f 41900.35
met bepaling dat de zitdagen zullen worden gehou
den op Vrijdag 28 November, Maandag 1 December.
Dinsdag 2 December en Woensdag 3 December a.s.
Een schrijven van Ged. Staten van Noordholland
omtrent bezwaren nieuwe salarisregeling leden Dag.
Bestuur. Hoofdingelanden en secretaris. Wordt be
sloten om de nieuwe regeling alsnog vast te stellen
als volgt: I.eden Dag. Bestuur op f40, de Hoofdinge
landen op f 4 per bijgewoonde vergadering en de
secretaris op f 170.
Ingekomen een schrijven van de Directie van de
Nederlandsche Spoorwegen over verkoop voormalige
trambaan Schagen-Wognum aan de provincie Noord
holland en uitkeering gedeelte rentelooze voorschot
ten dezer Banne. Wordt besloten in deze liet advies
af te wachten van de Commissie stoomtram Scha
gen-Wognum, die deze zaak in onderzoek heeft en
daarna een besluit te nemen.
Do dagen van stemming en herstemming wegens
periodieke aftreding van P. Donker Jz. als lid van
dagelijkse!) bestuur en van D. Koorn als hoofdinge
land worden bepaald op Maandag 8 en 15 Decem
ber a.s.
In liet stembureau zullen zitting hebben de heeren
K. Slag-ter, voorzitter, A. Rood en A. Zijp leden en
C. Ursem, plaatsvervanger.
De verhuring van het grasgewas langs de wegen
wordt bepaald op Maandag, 29 December a.s., des
voormiddags te 11 uur ten Raadhuize alhier.
Rondvraag.
De heer C. Ursem deelt mede, dat voor zijn huis
aan den overkant van den weg bij Van Diepen, de
kant van de sloot aan den weg uitzakt en alzoo de
berm van den weg verzakt.
Wordt den heer Ursem opgedragen aldaar een
schoeiing te laten maken voor rekening der Banne.
De heer D. Koorn heeft klachten over een kuil in
de straat bij het verbrande perceel van C. Raa. wat
is gekomen door het weghalen der buizen van de wa
terleiding door het Provinciaal Waterleidingbedrijf.
Zal aan Burgemeester en Wethouders van Hoog
woud worden medegedeeld en gevraagd op verbetering
hij dat bedrijf aan te dringen.
Ook. heeft de heer Koorn klaehten over het verstop
pen van een duiker bij zijn land in beheer bij de Vier
Noorder Koggen door inwerpen van allerlei dingen
en vuil in de sloot.
Zal aan den Hoofdopzichter der Vier Noordcr Kog
gen worden gevraagd dit te onderzoeken.
Door den heer Koorn wordt nog gevraagd wanneer
en door wie de halve steenen aan het Groene Paadje
zullen worden geklopt.
De Voorzitter deelt mede, dat deze bij gelegenheid
door de werkcloozen zullen worden geklopt.
Ook wordt door den heer Koorn medegedeeld, dat
een pomp onder de dam van A. Jonker te Aartwoud
wat te klein is. Nu Jonker daar een betonnen
schoeiing wil plaats, heeft de heer Koorn hem er op
gewezen, dat dan eerst de pomp zal moeten worden
vergroot.
Wordt goedgevonden den heer A. Jonker te schrij
ven, dat hij verplicht is volgens de Keur der Banne
een pomp of buizen daar te stellen van 25 bij 25 c.M.
De heer Jh. Helder vraagt waar of de takken naar
toe moeten die door het plaatsen der radiopal en en
draden van dc hoornen langs dcu weg worden gehakt
en aldaar neergelegd.
Zal aan R. en W. van Hoogwoud worden gevraagd
deze te laten opruimen.
De heer A. Rood deelt mede, dat door hem is ge-