ACCOUNÏANTSfiUfiEAO W. en H. J. EKNIK Schager Courant Maria Theresia. TWEEDE KAMER. H. ERIKS, oud-Burgemeester van PETTEN. Vierde Blad. Binnenlandsch Nieuws. den pachter, wiens pacht niet wordt verlengd, een recht op schadeloosstelling te geven ingeval van onre delijke pachtopzcgging. Een tweede amendement strekt om eveneens dit recht op schadeloosstelling te verleenen bij weigering van den verpachter ~n bij gewijzigde omstandigheden toe te stemmen in een redelijke wijziging der pacht- voorwaarden. De heer Van Rappard (lib.) licht een sub-amende ment toe op het eerste amendement-Ebels, volgens hetwelk de rechter het bedrag der scnadeloosstelliing bij pachtopzegging niet zal bepalen op ten hoogste tweemaal den pachtprijs over het laagste jaar, doch op de helft van den pachtprijs over dat laatste jaar. De heer Fleskens (r.-k.) licht een amendement toe om den kantonrechter de bevoegdheid te geven een nieuwen pachtprijs vast te stellen voer den termijn waarmede de nieuwe overeenkomst wordt verlengd. De heer Rutgers van Rozenburg (c.-h.) licht een amendement toe om hooger b.. -ep open te stellen van de beslissing van den kantonrechter bii continuatie. De heer Amcnt (r.-k.) licht een amendement toe van de Commissie van Rapporteurs, strekkende om in dien als reden voor een afwijzing van het verzoek tot verlenging der overeenkomst enkel de omstandigheid zou geiden dat de pachtprüs te laag i den rechter, mits de pachter bereid is een pachtprijs te betalen die door hem <edelijk wordt geacht, bevoegd te verklaren de pachtovereenkomst te verlengen met vaststelling van den door den duur der verlenging te gelden pacht prijs. De heer Goseling (R.K.) licht een amendement toe volgens hetwelk de rechter in een vijftal in het amendement opgesomde gevallen het verzoek om continuatie niet mag inwilligen op grond dat het algemeen belang op ander terrein zich daartegen verzet. De in het amendement opgesomde gevallen betreffen onteigening te algemeenen nutte, in het belang der volkshuisvesting of bestemming in het belang van volkshuisvesting, handel of nijverheid, alsmede het in het regeeringsartikel reeds genoemde geval, dat de pachter zijn verplichtingen niet behoor lijk is nagekomen of blijkt van eenige andere om standigheid welke ten gevolge heeft, dat van den verpachter redelijkerwijze niet kan worden gevergd de pachtovereenkomst te doen voortduren. De beslissing over deze amendemten volgt later. Ds Radio-Interpellatie. In de avondvergadering wordt het debat over de Radio-interpellatie van den heer Albarda voortgezet dat de vorige week Dinsdag was geschorst. De heer Oud (v.d.) zegt, dat het er nu om gaat wat er in de toekomst moet gebeuren. Spr. gaat na, wat volgens het radio-reglement re pressieve en preventieve controle is. Het afbreken van een radio-rede op last van de controle-commissie is, volgens het reglement, geen repressieve doch een pre ventieve controle, terwijl volgens de lessen van dat reglement alleen van redevoeringen en dergelijke, dio tevoren zijn ingezonden, afbreking mag geschieden, zoodat feitelijk op het demonstratief congres de heer Albarda c.s. zijn rede had kunnen uitzenden, want deze was tevoren niet toegezonden. Op meer dan één punt behoeft dat reglement herziening, betoogt spr. Wij zullen het zwaarste punt moeten leggen bij de omroep-organisatios, nu wij hier eenmaal zooveel uiteenloopende omroep-organisaties in tegenstel ling met het buitenland hebben. De minister heeft met zijn radioccnsuur en zijn zendtijdverdeeling het paard van Troje binnengehaald. Spr.'s standpunt ten deze is dat er tegen censuur altijd ernstige bezwaren bestaan. De toestand is in Nederland volstrekt niet van dien aard, dat die pre ventieve censuur moet worden gehandhaafd. De situatie voor spreker's partij is thans, wanneer zij straks per radio politieke redevoeringen wil uit zenden, zij daartoe niet terecht zal kunnen bij een van de bestaande politieke omroep-organisaties, en uit den aard der zaak ook niet bij den neutralen omroep, zoodat zij zal worden gedwongen zelf een vrijzinnig-democratischen omroep te stichten. Daar toe leidt dus het systeem van den minister. Zoals de toestand nu is, zullen wij op den duur nog veel meer politieke omroepvereenigingen te wachten hebben, b.v. een voor den heer Kloris Vos, een voor ds. Kersten, een voor de communisten. Dit nu acht spr. zoo bedenkelijk, dat hij zijn stem gaarne zal geven aan de motie-Boon om de politiek, tenzij bij verkiezingen, geheel uit den aether te weren. De heer Kreijger (c. h.) is het met den mnister eens dat in het systeem van de wet preventieve censuur noodzakelijk is. Ook sprekers partij begeert de grootst mogelijke vrijheid, maar zij heeft geen aan leiding ontevreden te zijn over hetgeen tot nu toe is geschied in het stelsel der controle. Spr. zal zijn stem niet geven aan de motie-Albarda tot afschaf fing van de preventieve censuur. En wij wenschen gespaard te blijven van uitzendingen, als waarvan de heer Boon Donderdagavond gewaagde. Ook taal als die vnn Teun de Klepperman, wan neer hij zich laatdunkend uitlaat over ons vorsten huis, behoort niet tot andersdenkende gezinnen door te dringen. De heer Albarda en zijn politieke vrien den hebben het zelf in de hand gewerkt, dat de pre ventieve censuur moet worden gehandhaafd. Spr. zou alleen ten opzichte van het verleggen der rede voeringen en dergelijke wat meer soepelheid willen. De heer Vliegen (S.D.) heeft uit de debatten den Indruk gekregen dat het voornamelijk gaat tegen een bepaalden politieken omroep. Het verlangen van in zending eenige weken te voren .van redevoeringen naar de controle-commissie, is in de practijk onuit voerbaar. Spr. betoogt dat wering van politiek op de radio voor de arbeidersbeweging een ernstige be lemmering zou vormen. In België zal met ingang van 1 Januari geen preventieve censuur meer zijn voor politieke uitzendingen. Ook in Engeland worden herhaaldelijk uitzendingen van redevoeringen van sprekers partijgenooten toegelaten. De hatelijke censuur moet verdwijnen en is boven dien onuitvoerbaar. De heer Van Dijk (a. r.) zegt, dat er geen middel zooveel omvattend is als de radio-uitzending, die tot alle huizen en alle gezindten kan doordringen. liet verantwoordelijkheidsgevoel van de ouders wordt door het verlangen van preventieve censuur geens zins in handen van den Staat gelegd, zooals de heer Albarda meende, doch er wordt door de preventieve censuur alleen zoo veel mogelijk voorkomen, dat de radio dat verantwoordelijkheidsgevoel ondermijnt. Met de'motie-Albarda kan spr. zich niet vereeni gen. De motie Boon is, in haar grondslag, sympa thieker. Het gevaar evenwel van de motie Boon is, dat ook cultureele uitzendingen, die ten nauwste verband houden met wereldbeschouwingen, welke het politieke inzicht beinvloeden, worden uitgesloten. De motie zou mede behooren aan te geven, wat het ob ject van het regeeringsonderzoek moet zijn. De heer Wijnkoop (comm.) kent aan de interpel- latie-Albarda geenerlei practischc bctcekenis toe. Daarna renliccert do minister, die herhaalt dat het systeeem van de censuur, zooals ze wordt ingevoerd, past in de wet. Wat de beroepsinstantie aangaat, die spr. zich voorstelt in het leven te roepen, deze zal een adviseerend, geen beslissend karakter dragen. De beslissing zal per saldo zijn te nemen door den ver antwoordelijken minister. Spr. handhaaft zijn standpunt t.o.v. de preventieve censuur en hij moet de motie Albarda dan ook afwij zen. En wat de motie Boon aangaat, spr. juicht volko- ADMINISTRATIËN BELASTINGZAKEN. Hoofdkantoor: HAARLEM, Wilhelmlnastraat. Tel. 11601. Na 6 nnr Tel. 1(121 Bijkantoor; 's GRAVENHAGE, Akelelstraat 56. Speciale afdeelingen voor BLOEMBOLLENCULTUUR, LAND- EN TUINBOUW en VEETEELT. INLICHTINGEN bij onzen CORRESPONDENT, den heer Zaterdag 1 November 1930. 73ste Jaargang. No. 8758 Pachtregeling. De interpellatie van den heer De Visser wordt met 2 stemmen voor, geweigerd. Daarna wordt verder gegaan met de Pachtwetten. Daar de regeering de onaannemelijkheid heeft laten hooren omtrent de amendementen-herziening van den pachtprijs op verzoek van den pachter, enz., is het ge volg dat het wordt verworpen met 59 tegen 25 stem men. Aan de orde is de voortzetting van het amendement- Van der Sluis, strekkende om pachter en verpachter samen de verzekeringspremie te laten betalen bij ver zekering van het risico voor buitengewone omstandig heden. De minister laat de beslissing aan de Kamer en wordt het amendement aangenomen. Art. 1630b, dat in strijd wordt geacht met de grondwet, werd verworpen met 3 stemmen voor. Op art. 1638a (einde der paohtsovereenkomst) licht de heer Fleskens een amendement toe om een opzeg gingstermijn van twee jaar in plaats van één jaar te eischen, indien de pachtovereenkomst is aangegaan voor vijf jaar of langer. Dit amendement wordt later gewijzigd in dezen zin, dat in plaats van twee jaar wordt gelezen achttien maanden. De minister blijft de voorkeur geven aan het regee- ringsvoorstcl, ofschoon het verschil niet groot is. Het amendement wordt daarna aangenomen. Op art. 1633b licht de heer Fleskens een amende ment toe, om, indien de overeenkomst voor onbepaal- den tijd is aangegaan, een opzeggingstermijn van achttien maanden te eischen. De minister neemt het amendement over. Op art. 1634 licht de heer Rutgers van Rozenburg (c.-h.) een amendement toe, om den kantonrechter niet in hoogste ressort, zonder dat hooger beroep mo gelijk is, te doen beslissen op een verzoek van de we duwe of erfgenamen van den overleden pachter om de pacht te mogen overnemen, of de pachtovereenkomst te doen eindigen. De heer Van Rappard (v.-b.) licht een amendement van dezelfde strekking toe. De Minister betoogt dat hooger beroep te veel tijd in beslag neemt Men moet zoo spoedig mogelijk we ten, waar men aan toe is. De kantonrechter zal in dergelijke zaken toch minstens even deskundig zijn als de gewone recht bank. Hij kan zich van alle kanten laten voorlichten. Spr. geeft den heer Rutgers van Rozenburg echter in overweging den beroepstermijn te verkorten van 2 maanden op 14 dagen. De heer Rutgers van Rozenburg wijzigt zijn amen dement in dien zin. De heer Merchant (v.-d.) is tegen het geven van hooger beroep en cassatie van zulke beschikkingen van den vrederechter. De verpachter, die een man in b oni s is, kan zich dat veroorloven, maar de tegenpartij wordt meegesleept. Daarom is spr. tegen het amendement. De Minister dankt den heer Marchant voor zijn steun. Het amendement wordt aangenomen met 45 tegen 37 stemmen. Bij artikel 1636 brengt de Minister van Justitie een wijziging aan ten einde mogelijk te maken dat de quaest.ie van het hooger beroep hierbij zelfstandig kan worden herzien. De heer Van der Sluis (s.-d.) verheugt zich dat aan den pachter een recht van continuatie zal worden toe gekend, doch heeft tegen de wijze van regeling daar van twee ernstige bezwaren, o.m. wat betreft den duur van het verlengingsreeht. Vandaar dat spr. een amen dement heeft ingediend om de verlenging zonder eeni ge beperking mogelijk te maken. Een tweede amende ment strekt om den kantonrechter te verplichten bij continuatie den pacht1 rijs opnieuw vast te stellen. De heer Ebels (v.-d.) licht een amendement toe om 13 Mei 1717—29 November 1780.) BINNENKORT is het 150 jaar geleden, dat Ma ria Theresia stierf. Zij was de laatste loot uit den ouden stam der Habsburgers en was de oudste dochter van Karei VI en Elisabeth van Brunswijk. Bij haar geboorte behoefde het kei zerlijk echtpaar de hoop op een mannelijlcen troon opvolger nog niet op te geven; toch was deze hoop niet groot, want reeds voor haar geboorte werd de erfopvolging der dochters uit het huis Habsburg ge regeld en verzekerd door de Pragmatieke Sanctie, die later tot zooveel oorlogen aanleiding heeft gege ven. Van een eigenlijke voorbereiding voor het kei zerschap was geen sprake in de overigens zeer zorg vuldige opvoeding der Aartshertogin Maria There sia, die geheel naar het leerplan der beroemde Je zuïetenscholen was ingericht. „Mijn keizerlijke vader heeft het nooit noodig geoordeeld, mij den staat der buiten- of binnenlandsche zaken te doen onderwij zen", heeft zij later eens gezegd. De keizer had eerst op een zoon, daarna op een kleinzoon gewacht, doch hij beleefde slechts de ge- boort e van de drie oudste dochters van Maria There sia uit- haar huwelijk met Franz Stephan van Lotharingen. De dikwijls ten huwelijk gevraagde, mooie, blonde aartshertogin had een huwelijk uit lief de gesloten en daarmee den grondslag gelegd voor naar voorbeeldige, gezonde en natuurlijke gezinsle ven, waardoor het Weensche Hof een bijzondere Plaats innam tusschen de pronkerige stijve of zede- looze hoven, die Europa in den Barak- en Rococotijd kende. De 23-jarige vrouw, die steeds van de politiek ver was gehouden, is daarom des te bewonderens waardiger in haar houding bij den dood van haar vader in 1740, toen haar positie van alle kanten be dreigd werd. Een verarmd land, een ontevreden be volking, een ontredderd leger en ongeschikte raad gevers dat was haar erfenis. Verder waren er van het buitenland aanvallen te verwachten. Toch heeft zij daaruit de Oostenrijksch-Hongaar- sche Monargie weten op te bouwen. Niet het minst door haar persoonlijke charme heeft zij menig te genstander overwonnen. Zoo wist zij bij de onder handelingen met Neder-Oostenrijk de algemeene ver tegenwoordiger van die landen voor haar plannen te winnen en toen de op het voorplein wachtende menschen, uit wier naam hij gehandeld had, hem zijn zwakheid verweten, zei hij: „Ga zelf naar haar toe en zie of gij haar iets weigeren kunt." De wolken, die zich boven haar troon samenpakten, werden echter steeds donkerder. Beieren, Saksen, Pruisen en Frankrijk vielen de Oostenrijksche erf landen aan, Spanje bedreigde haar Italiaansche be zittingen, de Beiersche troonopvolger liet zich tot koning van Bohemen uitroepen en werd spoedig daar na tot keizer gekroond. Doch Maria Theresia wist van geen wijken of wankelen. Toen zij in Weenen niet langer zeker was, vertrok zij naar Presburg, waar zij kort tevoren tot koningin was gekroond. Daar verscheen zij in rouwkleeding voor den Rijks dag en sprak de beroemde woorden: „Door allen verlaten vluchten wij enkel en alleen tot de trouw der I-Iongareu", waarop de magnaten eenstemmig riepen: „Wij sterven voor onze Koningin Maria The resia." Dat was de eerste straal van hoop en de kei zerin heeft dat uur nooit vergeten. Daarna volgden nog lange jaren van oorlog, van nuttelooze offers, doch de volkomen radeloosheid en hopeloosheid van dien eersten tijd kwam niet meer terug. In 1745 werd haar echtgenoot te Frankfurt gekroond en de vrede van Aken erkende haar rech ten. Het spreekt vanzelf, dat de moedige en flinke vrouw zich niet neerlegde bij het in dé vredesvoor waarden gestipuleerde verlies van Silezië en pas na het ongelukkige einde van den zevenjarigen oorlog erin berustte. Des te grooter zijn haar verdiensten op het gebied der binnenlandsche zaken, waarop zij zich werkelijk buitengewoon heeft onderscheiden. Zij hervormde het bestuur, de financiën en het leger, verbeterde den landbouw en de industrie en deed zeer veel voor verschillende inrichtingen van onderwijs: volksscho len zoowel als universiteiten. Verder verbeterde zij de rechtspraak. Door'haar buitengewone werkkracht en zeer zorgvuldige dagindeeling kon zij haar offi- cieele plichten nakomen en zich toch wijden aan haar groote gezin. In haar jeugd bezat zij een overbrui- zende levenslust en kon zij b.v. tot 's morgens vroeg aan een gemaskerd bal deelnemen en toch den vol genden dag, zonapr zich vermoeid te gevoelen, de loopende zaken afdoen. Toch heeft zij reeds op haar dertigste jaar van dansen, paardrijden en jagen af stand gedaan en sinds dien tijd werden haar weinige uren van ontspanning gevuld met concerten, opera's en niet het minst vroolijke kinderfeesten. Haar moederlijke gevoelens bleven niet uitsluitend tot haar eigen gezin beperkt, want ook haar ve-r houding tot haar volk had iets patriarchaals. Zij kon het goed begrijpen en doordat zij gaarne het Weensch dialect sprak, kwam zij het ook nader, ledereen kon bij haar op audiëntie komen en vele anecdotes en zelfs legenden gewagen in dankbare herinnering van de goede moeder op den troon. De zwaarste slag trof haar in 1765, toen haar echt genoot plotseling stierf aan een aanval van ischias. Hoewel hij niet in haar schaduw kon staan, wat begaafdheid betrof, telde haar liefde, die een zekeren moederlijk zorgenden trek vertoonde, dit niet; haar eerste gedachte was altijd voor haar echtgenoot geweest. Zij was vernietigd door het leed en is het noit geheel te boven gekomen. Nu werd haar oud ste zoon, Joseph II, mederegent in plaats van zijn vader. Ook dat bezorgde haar veel verdriet, want het groote verschil in leeftijd en opvattingen gaf her haaldelijk aanleiding tot botsingen. Joseph II was een bewonderaar van Frederik den Grooten en min of meer een vrijdenker; hij was eer zuchtig en alle ideeën toegedaan, die in dien tijd als vooruitstrevend werden beschouwd. Daarentegen was Maria Theresia door leed en moeilijkheden gerijpt en had zij een godsdienstigen aard; haar onwankelbare trouw aan haar geloof was een van de voornaamste oorzaken van haar kracht en zij wantrouwde de gevolgen van de filoso fie van haar zoon, hoewel vele beroemde tijdgenoo- ten er aan het hof mee coquetteerden, om later het logisch gevolg van hun ideeën, de revolutie, te ver- wenschen. Toch heeft Maria Theresia wel fouten begaan, doch zij deed dit te goeder trouw. Zoo zette zij haar stand punt in verband met haar strenge maatregelen te gen de Joden en later ook tegen de protestanten in Moravië uiteen in een brief aan haar zoon, die de verdraagzaamheid bepleitte: „Verdraagzaamheid, on verschilligheid, zijn juist de middelen om alles te ondergraven. Ik spreek nu niet als Christin, doch uitsluitend van politiek standpunt uit. Niets is zoo noodig als godsdienst en als je vrijheid van gods dienst wilt invoeren, moet je vooruit bedenken, dat je daarmee de rust en de tevredenheid zult versto ren. Er zullen ongelukkige tijden volgen. Mijn op lossing is: geen geest van vervolging, doch veel min der een geest van onverschilligheid en zwakheid." Karakteristiek voor haar inluitief vooruitzienden blik is haar tegenzin in de verdeeling van Polen. Zij schreef aan Vorst Kaunitz: „Toen al mijn landen aangevallen werden en ik in het geheel niet meer wist, hoe het gaan moest, heb ik mij gesterkt met mijn vertrouwen op Gods hulp en mijn goed recht. Maar in deze zaak is het ten hemel schreiende onrecht duidelijk tegen ons en ik moet bekennen, dat ik mij in mijn geheelc leven niet zoo beangst gevoeld heb, zoodat ik mij zelfs schaam, om mij in het publiek te vertoonen. Moge de Vorst bedenken, welk een voor- beued wij de gehcele wereld zouden geven, wanneer wij om een armzalig stuk van Polen of Moldau of men toe, dat men zijn levensbeschouwing met of zon der politieken grondslag door den aether kan verbrei den en hij zou het zelfs ongewenscht achten, indien dit werd verboden. De motie-Boon wil omtrent politieke uitzendingen een sterke beperking. De Kamer is natuurlijk volko men vrij om het daarheen te leiden en zelfs om de politiek in den aether te verbieden, doch clan zou men duidelijk moeten verklaren, wat men in dit opzicht al of niet wil toelaten. De motie Boon is dienaangaande zeer vaag. Dat de politiek alleen tijdens en voor de verkiezingen zal worden toegelaten, is uit de motie-» Boon niet op te maken. Ook indien politieke onderwerpen niet meer zouden worden toegelaten, dan toch zou spr. de preventieve censuur niet willen zien afgeschaft, want ook buiten d>e politiek worden dingen gezegd die anderen ernstig kunnen hinderen. Wat de vraag van den heer Krijger, gesteund door den heer Van Dijk, betreft om een onderzoek in te stel len naar de werking van de politiek in de radio in het buitenland, spr. heeft zich wel voorbereid op de censuur als in de interpellatie-Albarda bedoeld. Hij heeft wel een aantal gegevens over het buitenland te zijner beschikking, doch hij gelooft de Kamer geen dienst te bewijzen, wanneer hij die thans zou voorle zen. Gaarne wil hij t.z.t. volledig omtrent het buiten land inlichten. In zijn dupliek wijzigt de heer Boon zijn motie als volgt: „De Kamer, van oordeel dat de actieve politieke strijd in den aether nog steeds zeer onge- wenschte vormen heeft aangenomen, noodigt den minister uit om een voor Nederland passen de regeling te ontworpen, waarin met dit bc-i zwaar rekening wordt gehouden." Zoomin de heer Van Albarda als dc Minister, kun nen met deze nieuwe motie meegaan, met als gevolg dat deze wordt ingetrokken in het vertrouwen, dat de minister voor de behandeling der post begrooting mot een overzicht der radio-controle in liet buitenland zal komen. Spreker stelt zich voor bij de behandeling van die begrooting dc zaak opnieuw te besproken. Over de motie-Albarda wordt Vrijdag gestemd. ZIJN KINDEREN GEDOOD. Oud-militair tot een jaar veroordeeld. De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak van den gepensionneerden Oost-Indischen stafmuzikant P. S., thans gedetineerd, die op 11 Juli zijn belde kinderen, de 10-jarige Helena en den 9-jarigen Pie- ter S., toen hij na een wandeling in zijn kosthuis aan de Rubroekstraat kwam, heeft doodgeschoten uit overdre ven angst dat de kinderen in hun verder leven even tueel teleurstellingen zouden moeten doormaken als hem hadden getroffen. Hij werd veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, door te brengen in de Bijzondere Strafgevangenis en daarna terbeschikkingstelling van de regeering. AUTO OVER DEN KOP GESLAGEN. Chauffeur bewusteloos naar het ziekenhuis vervoerd. Donderdagochtend omstreeks 8 uur is halverwege den nieuwen Rijksweg Delft-Hoornbrug een vrachtauto van de firma Snoeren uit Delft, tengevolge van de gladheid van den weg geslipt, tweemaal over den kop geslagen en in een kuil terecht gekomen. De chauffeur genaamd G. van der H.. werd door de politie in bewusteloozen toestand naar het gasthuis te Delft vervoerd. De auto werd zwaar beschadigd en is later met behulp van een kraan wagen door den heer J. de Graaf gelicht en weggesleept DE DOODELIJKE STROOM. Een 16-jarige knaap gedood. De 16-jarige kweekersknecht J. Kersholt, kwam Don derdagmorgen op de kweekerij te Sappemeer bij het in steken van een stopcontact in aanraking met den elec- trlschen stroom. De ongelukkige werd onmiddellijk ge dood. Walachije onze eer en reputatie in de waagschaal stellen. Ik merk wel, dat ik alleen sta en geen macht mec-r heb uit te oefenen; daarom laat ik de zaak over, doch met groote droefheid." En op het ontwerp van het verdeelingsplan schreef zij: „Accoord, omdat zooveel groote en geleerde man nen het zoo willen, doch wanneer ik reeds lang dood ben, zal men ondervinden, wat hieruit zal voort vloeien." In dit laatste deel van haar leven had zij een af schuw van den oorlog; zoo deed zij voor den Beier- schen successie-oorlog alles om hem te verhinderen en wendde zich zelfs achter den rug van haar zoon tot Frederik II, om de door hem verbroken verbin dingen weer aan te knoopen. De vrede van 1779 was niet in de laatste plaats haar werk. Nu, 150 jaar na haar dood, zal men in vele opzich ten de moeder gelijk moeten geven tegen haar zoon. Toch heeft de liefde tusschen beide altijd weer da kloof overbrugd, die door het verschil in wereldbe schouwing werd veroorzaakt. Ook de van haar ver wijderd levende kinderen omgaf Maria Theresia in haar talrijke brieven met zorgend meeleven. Vooral Marie Antoinette bleef haar zorgenkind en haar brieven aan de levenslustige, doch niet ervaren kroonprinses en koningin van Frankrijk zijn vol verstandigen raad, doch laten tevens een heimelijke angst voor een dreigende toekomst doorschemeren. Van haar 16 kinderen hebben er 10 haar overleefd. Op haar wensch waren slechts haar zoons tegen woordig, toen zij in den avond van 29 November 1780 haar einde voelde naderen. Zij was reeds lang ziek geweest en zag den dood zonder vrees tegemoet. Zelfs in het opvoeding3plan van haar kinderen was reeds een gewichtig punt: dat men op natuurlijke wijze over alles tot hen zou spreken, ook over den dood. Geen angst, van welken aard ook, mocht hen beheer- schen. Geen oogenblik "verloor zij de helderheid van haar verstand of de vroomheid van haar opvattingen en nog kort voor haar sterven sprak zij de schoone woorden: „Als ik onsterfelijk kon zijn. zou ik dat wenschen om de ongelukkigen te kunnen helpen. Bij haar dood liet zij Oostenrijk, dat zij in vervallen toestand had overgenomen, achter als een naar bin nen en buiten geconsolideerd en in aanzien staand rijk. Zij was even groot als hervormster van haar land en als echtgenoote en moeder en als zoodanig blijft zij ook voortleven in de geschiedenis, die dr* ernstige en rechtvaardige rechter der dooden is. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 13