Geestes-Sport en lersen-Gpnastiel
ii
f!
1n
PUP
ÉtfefÜ
H
B
H
iify
m
11
H
m
11
jjjp
iH
,:31
s
jjj
s
m
B
ij
NAAR BUITEN MET DIE
ZOT VAN EEN JANSEN.
VOOR ONZE DAMMERS
VOOR ONZE SCHAKERS
EVENTJES DENKEN.
HUMOR.
Vraagstuk No. 631
1 P
Vraagstuk No. 632
Vraagstuk No. 629.
Vraagstuk No. 630.
De slanke lijn.
WETENSWAARDIGHEDEN.
WARE WOORDEN.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 1 November 1930. No. 8758.
ZATERDAGAVONDSCHETS
Door S I ROLF.
(Naar een Eu gelach gegeven).
(Nadruk voorbehouden).
De een of andere snuggere heeft onlangs verteld, dat
er in een druppel water net zulk een heelal met wereld-
deelen en sterren en zoo te zien is onder een microscoop,
als wij 's avonds bij een heldere sterrenhemel aanschou
wen. En ik geloof bepaald dat die liefhebberij voor al
dat peuterig-kleine ons naar den bol is geslagen, en dat
■we nu niet meer gelukkig zijn, als we niet alles even
klein hebben. De staande Friesche klok in de gang is
vervangen door het horloge in een damesring, orkesten
in 'n bioscoop, somtijds 100 'man tellend, zijn ingekrom
pen tot een radio-kastje, in plaats van sigaren rooken
we sigaretten, in plaats van vier diepe borden met snert
en kluif en worst met nog een half wittebroodje toe om
den mond af te vegen, eten we nu voor middagmaal een
sneetje brood met 1% vitamientje, erin, waarbij we moe
ten oppassen dat we niet luidruchtig ademen, omdat an
ders ons middagmaal het raam uitvliegt. In plaats van
zware apparaten in groote tasschen aan een leeren riem
om den hals gedragen, met nog een statief als een fiks
uit de kluiten gewassen hengel, fotografeeren we tegen
woordig met een vestzakfoto-apparaatje. Vroeger zond
een vrijer aan zijn meisje eiken dag 'n brief van twaalf
kantjes dichtbeschreven, en nu stuurt hij haar een tele
grammetje van 3 woorden. Vroeger hadden onze aangebe
den Dulcinea's vlechten zoo dik als een mans-arm en
zoo lang, dat ze er op konden zitten. Ofschoon ik nooit
goed heb kunnen begrijpen, wat het nut was, om er op
te gaan zitten. Maar enfin, ze hadden ze dan. En wat
de natuur bij sommigen tekort had gedaan, verschafte
de kapper wel. Van deze weelderige vlechten vlochten ze
overdadige kapsels en wij maakten er gedichten op. Te
genwoordig hebben ze gemillimeterde hoofden en ge
plakte scheidingen en in stede van naar rozenolie of la
vendel te geuren, ruiken hunne gepommadcerde jongens
koppen nu naar kosmetiek. De armdiklee „vlechten tot
op dé heupen" zijn ingekrompen tot ge-oliede stoppels van
3 centimeter lengte. Zoodat ik dan maar zeggen wil, dat
we tegenwoordig blijkbaar alles in het oneindig kleine
willen hebben.
Want daar heb je nu mijn vriend Jansen. Of „vriend"...
„vriend"... nu ja, ik bedoel die Jansen ,die bij me op
kantoor is. Op kantoor noemen ze hem altijd die zot van
een Jansen. Van den zomer zegt hij tegen mij: Ik kom
je morgen halen, dan zal ik je naar mijn villa buiten
rijden, om die eens te bezichtigen. Het is er echt leuk,
een werkelijk knus buitentje!
Ik moet eerlijk zeggen, dat Jansen wel in eens opmer
kelijk in mijn achting steeg. Want hij had blijkbaar een
auto en bovendien nog een buitenverblijf! En dat had
die stiekemerd altyd stil gehouden!!
Enfin, den volgenden dag kwam hij me halen, met
een autotje, dat zoowat net zoo groot was als een baby
kinderwagen. Jansen zat aan het stuur, en om het stuur
en op het stuur, kortom, het leek net of het stuur als
een paddestoel uit zijn borst kwam groeien. Hij keek
opgewekt over den rand van het trottoir naar me en
riep: „Neenee, zeg, laat die zakdoek thuis, daar is geen
plaats voor in den wagen!" (Want ik had juist mijn ge
laat afgeveegd, omdat ik het warm had).
„Lieve deugd!" kon ik mij niet weerhouden uit te roe-
onder leiding van GEO VAN DAM.
van H. Hartenberg, Amsterdam.
Zwart: 10.
Wit: 10.
Diagramstand: Zw. 10 sch. op 2. 4, 710, 13, 17, 20,
28. Wit 10 sch. op 23, 26, 29. 31, 32, 39, 41, 46. 48, 49.
Wit speelt en wint!
en niet minder, zoodanig verdeeld worden, dat ieder
van die 8 personen een evengroot stuk krygt. Hoe dient
men daartoe de koek te snijden?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons vorig nummer.
No. 625. „EEN LOGOGBIPHE".
De oplossing luidt: „De inneming van den Briel door
de Watergeuzen". De samenstellende woorden zijn:
meeuw, zeven, neen, idee, lood, Grieg, brood, rat,
nering, Dante.
No. 626. „EEN SPREEKWOORD".
Het vierkantje beteekent: ,,'t Is net zoo lang, als 't
breed is."
van J. K. Heyden.
Zwart: 4.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 627,
van W. B r a n d.
Diagramstand: Zw. 10 sch. op 1, 7, 9, 10, 12. 13. 15,
1", 22, 27. Zw. 10 sch. op 20, 24. 25. 28, 29. 31. 33, 37,
39. 47. Wit speelt en wint door 29—23 47—41, 24—19!!,
19:8, 8—2!, 2:50.
„LETTERG REEP-PUZZLE".
Uit onderstaande 33 lettergrepen moeten 11 woorden
worden gevormd met de volgende beteekenissen: in
sect, lichtkrans, slotwoord, onnoozel, slaginstrument,
scheidsrechter, ondergeschikte, heideplantje, herziening,
korfbloemige plant, voormalig zilverstuk.
De 33 lettergrepen zijn: au, poot, an, vol, ter, blad,
k®. re, ri, lang, e, du, loog, ciel, ca, ar, vi, dien, e;
^ug, zend, pi, sie, bl, re, tri, be, dui, de, be, gel, im;
Ion.
„KOEK VERDEELEN".
Een zuiver ronde koek moet in een familie, die uit
8 personen bestaat, met drie rechte sneden, niet meer
WM,
<i
abcdefgh
Wit: 7.
Diagramstand: Zw. Pe6, Lh5. Kc3, Pbl. Wit: Lh6, Tb5,
Pf5, Pf3, Th3, Pb2, Kdl. Mat in twee zetten.
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 628,
De diagramstand was: Zw. pions b7, h6, c5, g2, La6.
Kd4, Dh2, Lgl. Wit: Kd8, Pe7, Pe5, Ta4, Pc4, Ld2,
Dbl. Wit speelt en geeft mat in drie zetten als volgt:
1. Dg6, 1. Lc4: 2. Dd6 (dreiging).
1. 1. De5: 2. Pa5.
1. 1. Le3: 2. Ta3!
pen, terwijl ik mijn zakdoek in het. portaal van mijn wo
ning achterliet, „heb je daar veel cigaretten-coupons voor
op moeten sparen, of spaart je vrouw de duifjesmerken
van de zeeppoeder op?"
Die zot van een Jansen deed net of hij niets hoorde en
zei: stap in!
Alsof dat iets was, wat een normaal mensch zonder
oefening kon doen. Enfin, nadat ik mijn adem had in
gehouden, en me dan al draaiende in een zitplaats had
geperst, vertrok de auto met een ruk, zoodat ik mezelf
een fiksche hoek tegen mijn kin met mijn knieën ver
kocht. Bovendien beet ik me venijnig op het puntje van
mijn tong. Ik hoefde gelukkig niet veel te zeggen, want
Jansen had aldoor het hoogste woord. „Het mooie van
deze wagens is," zei hij, „dat je kosten van rijden zoo
laag zijn, het kost je bijna niks!"
„Dat begrijp ik", merkte ik op, „het moet werkelijk
een sterke prikkel vc/br je zijn om thuis te blijven"
Maar Jansen voelde de steek niet en ging geestdriftig
voort. „Alle ruimte hebben ze nuttig gemaakt; weet je
wel. dat we nu feitelijk boven de achteras zitten?"
Nu weten deed ik het niet, maar Ik kon het best voe
len. Bij elke bobbel in den weg werd mijn ruggegraat
opgevouwen als een harmonica. „En weet je wat* ook
zoo makkelijk is? Ze zijn zoo handig deze kleine wa
gens, je kunt overal stoppen en ze neerzetten waar je
wil!"
Ternauwernood had Jansen dat gezegd, of het minia
tuurtje stopte plotseling, vlak voor een groote vracht
auto. „Sapperloot!" riep Jansen uit, „we hebben geen
benzine meer, heb je soms een sigarenaansteker bij je?"
Gelukkig had ik dat. Hij ledigde mijn sigarenaansteker
in den tank van den auto. De motor snoof eens een
paar keer achterdochtig, maar begon dan opeens weer
te draaien en voort ging het weer. aangemoedigd door de
woedende kreten van een tiental autobestuurders, die
door ons opgehouden waren. Nadat we een half uur
gereden hadden, hielden we stil voor een stuk grond,
waarvoor een houten poort was opgericht, waarop met
groene letters geschilderd stond: „Tuinderslust". We re
den door de poort en hielden stil voor een flink honden
hok, dat midden op een veldje van twee meter in het
vierkant stond.
„Hou je daar een hond in?" vroeg ik aan Jansen, en
ik wilde er juist aan toe voegen: „dan mag het ook wel
geen groot beest zijn", toen er uit het hondenhok een
vrouwenfiguur zich te voorschijn wrong, die ik later als
Jansen's vrouw herkende. Ze zette zich neer op een
miniatuurklapstoeltje en keek naar drie armetierige
bloempjes, die vóór het hondenhok tusschen wat armoe
dige grashalmpjes, uitstaken.
„Ziezoo", zei Jansen op het hondenhok wijzend, „dat
is nu ons buitenhuisje, dat ik zelf gebouwd heb op ons
eigen stukje grond van de amateurs-tuiniersvereeniging.
Vindt je het niet aardig? Hier gaan we Zaterdags en
Zondags heen, en zitten op onze buitenplaats, en tui
nieren en voelen ons net millionnairs! Zie je die bloe
men daar Jansen maakte een gebaar naar de drie
bloempjes, als waren het uitgestrekte landerijen die
heb ik zelf heelemaal gekweekt! Ik ben dol op tuinie
ren!"
Nu. ik zal niet veel meer vertellen. We dronken dien
middag thee uit een miniatuur-poppenserviesje, ik
stootte me drie builen op mijn hoofd, doordat ik met
alle geweld het inwendige van het honden hok dat
Jansen hardnekkig villa bleef noemen moest gaan
bezichtigen, en kortom, ik voelde me als Gulliver tus
schen de lilliputters. En dat was zóó erg, dat ik, toen ik
weer in de normale wereld terugkwam, en een klein kef
fend hondje tegenkwam, me een kriek schrok. Want het
allereerste oogenblik zag ik het schippertje voor een
brieschende leeuw aan! Zoodat ik dan maar zeggen wil:
al die kleinig- en narigheden zijn voorteekenen van de
wereldrevolutie.
Snijgraag kwam tot de ontdekking dat hij zes
heerencostumes van f 20 per stuk in zijn winkel had,
waar hij maar niet van af kon komen.
Ik weet wat, zei zijn vriend, aan wien hij zijn
nood klaagde. Pak ze alle zes bij elkaar, en doe er
oen factuur bij voor 5 costumes a f25.per stuk.
Dan stuur je ze naar van Goochem. Van Goochem
denkt dan natuurlijk, dat jij je met de factuur ver
gist hebt en koopt natuurlijk die 6 costumes en zegt
niets en betaalt er 5, zooals op de factuur staat. En
dan heb jij toch nog meer dan dat je 6 costumes
voor f20 per stuk verkocht, waar of niet?
Snijgraag deed het. Een paar lagen later trof zijn
vriend hem wit van woede aan. Op zijn vraag wat
er gebeurd was, kreeg hij ten antwoord: „Ik heb je
raad opgevolgd en de zes costumep met een factuur
voor 5 costumes naar van Goochem gestuurd! En
die heeft me v ij f costumes teruggestuurd, met de
boodschap, dat hij ze niet besteld heeft!"
Mammie, ik wou dat U die kiespijn had, in
plaats van mij.
Wel, Jantje, dat is niet erg vriendelijk van je!
Maar, mammie, U kan Uw tanden uit Uw mond
nemen, maar ik niet!
Een klein jongetje kwam aan het loket van de
bioscoop om een kaartje te koopen, maar de juf
frouw van de cassa werd wantrouwig en vroeg:
„Moet jij niet naar school?"
„O, dat is in orde", zei het jongetje gewichtig, „ik
heb de mazelen!"
Om de mode bij te blijven
Plegen wij de slanke lijn,
Voor zoover we natuurkundig
Van de zwakke sekse zijn.
Elke aanwas wordt vernietten,
't Zij kunstmatig, 't zij "gewoon,
Wie de allei'slankste lijn voert,
Voert meteen den boventoon!
Ieder onsje vetvprlaging,
Wordt met veel gejuich begroet,
Telkens hooger vetgehalte
Ondermijnt de levensmoed!
Opgetogen lijn-verzorgers
Decreteeren het menu,
Met zeer maag're resultaten,
Dud vooral geen vette jus?
's Morgens eerst een zure appel,
Daar beet Adam ook doorheen,
's Middags liefst wat „kool"-hydraten,
Stamppot dus in 't algemeen,
's Avonds sterke kwast (geen suiker),
Goed gemengd, een tikje lauw,
Ondertusschen touwtje springen,
En dan wandelen mevrouw!
Dan is daar nog 't stille raadsel,
De natuur heeft zoo haar gril,
Van de aangedikte dame.
Die beslist niet krimpen wil,
Die wanhopig zich gaat wringen,
In 't geheim naar men beweert,
In het keurslijf der reductie,
Dat erg pijnlijk reduceert!
't Eenig voordeel van dit alles
Moet ons toch wel duid'lijk zijn,
Eind'lijk volgt een vrouwendcnkbeeld
Dan toch een bepaalde lijn,
Met het heerlijk batig saldo,
Zooiets is nog nooit beleefd,
Dat het meest moderne vrouwtje
't Nooit meer op haar heupen heeft!!
KROES.
(Nadruk verboden.)
Is het U bekend:
d a t 10 van de bevolking van Denemarken ra
dio-luistervinken zijn?
d a de bevolking van
1.340.000 bedraagt of 23.3
New York omstreeks
meer dan vóór 10 jaar?
dat de eerste machine voor permanente haar-
golf gepatenteerd werd door een vrouw in het jaar
1873?
d a t het conserveeren van levensmiddelen enz. in
blik stamt uit den tijd der Napoleontische oorlopen,
toen Nicolas Appert een prijs van 12.000 francs won,
die door de Fransche regeering was uitgeloofd
voor de beste methode om de soldaten van versche
levensmiddelen te voorzien?
dat de Mexicaansche cavalerie van 55.000 man
tot 47.000 teruggebracht wordt en de daardoor over
schietende paarden onder de boeren verdeeld wor
den?
dat de Amerikaansche textielfabrieken per jaar
250 millioen pond stijfsel gebruiken?
Werk terwijl ge leeft en leef terwijl ge werkt.
o
Hen reputatie is gemakkelijker te verkrijgen dan
te behouden.
o
Iedere weg naar soliden rijkdom leidt over zuinig
heid.
o
Het is veel: Gods wil te weten; meer is het: Gods
wil te doen. Maar het meest is Gods wil lief lo
ben.
Een verandering is medicijn maar tè veel me
dicijn is slecht.
Wie ontmoedigd kan worden, zal het zijn. Een goed
zakenman is nooit ontmoedigd.
o
Karakters zijn die voltooide, uit staal gegoten
menschen, die pal sfaan in den storm der wereldge
beurtenissen. tegen wie de maalstroom der dagelijk-
sche voorvallen machteloos wordt.
Er is slechts één geluk: de plicht;
Er is slechts één troost: de arbeid:
Er is slechts één genot: het schoone.