LLiSmni Uilgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Nederlandsche boeren in Z u i d-F r a n k r ij k. HET MEISJE UIT DE 'STAD. BROSSE POSTER' Ingezonden Stukken. Dinsdag 4 November 1930. SCIACE Allllltl IfitllS- 73ste Jaargang No. 8759 COURANT. Mmttmit- Liitlmilil. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, wotüen Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN* TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno* inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend* DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Een kleine kennismaking met de bewerking van den Franschen bodem. Een bijzondere medewerker van het „Hsbl." heeft eens een kijkje genomen in de boerenbedrijven der in Frank rijk werkende Nederlanders, of de door Nederlanders bestuurde bedrijven. Bij onzen landbouwconsulent in Frankrijk, dr. A. Se- venster, verkreeg genoemde medewerker do benoodigde adressen van de in Frankrijk gevestigde Nederlandsche boeren, waar hij tevens te hooren kreeg, dat er in Frank rijk een goede honderdvijftig Nederlandsche boeren in het bedrijf gevestigd zijn, voornamelijk in de Noorde lijke Departementen. In het Zuiden, waar duizenden „métairies" braak lagen bij gebrek aan werkkrachten en waar deelbouw het systeem was de helft van de opbrengst voor den eigenaar, de andere helft voor den boer zat een Nederlandsche kolonie van een tiental families bij Agen. Het waren daar in het Zuiden hoofd zakelijk Brabantsche groote arbeidersgezinnen, die, in de hoop van vooruit te komen, daarheen getrokken wa ren. Geholpen waren zij door credieten van een Fransche maatschappij, maar best ging het er niet. Met moeite konden ze in de vreemde omgeving het hoofd boven water houden. De eigenaar meestal de kasteelheer hield te veel de hand op den zak en had voor verbete ring van het bedrijf niets over. Ook het klimaat werkte daar niet mee, 's zomers te weinig regen en te snelle rijping der vruchten. Beter ging het in de Noordelijke Departementen, maar waren daar vlak na den oorlog goede bedrijven te verkrijgen, nu waren die in handen van de Fransche boeren, en wat open kwam was meestal van mindere kwaliteit of slecht gelegen, zoodat de af voer der producten bezwaarlijk was. Bovendien waren de boerderijen in de beste streken groote bedrijven zoo van 100 tot 40 H.A., en daarvoor was een zeer groot bedrijfs kapitaal noodig. al was het enkel maar om den inspan van den vertrekkenden landbouwer over te nemen. Want in Frankrijk heerscht de zede. dat de nieuwe pachter, vee, landbouwwerktuigen, paarden, machines, meestal ook een gedeelte van het meubilair van dengeen, die „uitspant", overneemt. Boerenkoopdagen, zooals bijvoor beeld Zeeland die kent, bestaan daar niet. Met een ka pitaaltje van een tien- of vijftienduizend gulden op een bedrijf van honderd H.A. deed men niets. Voorzichtig moest men zijn met die „agenten", die ar- gelooze pachters minder goede boerderijen te duur aan prezen. En dan was het nog heel verstandig, eerst eens een paar jaar op een goede Fransche boerderij waar men bij het gebrek aan werkkrachten voor flinke, jonge kerels altijd wel een plaats als „stagiaire" had te werken en zoo op de hoogte zien te komen van Fran sche werkwijze, toestanden en gewoonten. Want men moest niet met het denkbeeld komen, dat men het vak beter verstond dan de goede Fransche landbouwers, die geslacht na geslacht daar den grond bewerkt hadden en wisten, wat zij er aan hadden en van verwachten konden. Met deze wetenschap gewapend toog ik, aldus de me dewerker van het „Hsbl." Normandië in en kwam na FEUILLETON Uit het Engelsch van H. A. V ach el l 25. Maar Samantha bleef voorloopig in San Clemento en dagelijks begon George meer naar haar thuiskomst te verlangen. Zijn moeder kon er niet uit wijs worden, wat er eigenlijk in het diepst van zijn hart omging. De vraag of hij terislotte toch nog met Samantha zou trouwen, liet hem niet met ru3t Ze wist dat George verdriet had. lederen nacht hoorde ze hem in zijn kamer op en neer loopen, heel zacht om baar niet wakker te maken. En zijn doorwaakte uren lieten op haar gezicht hun sporen achter. Over Hazel durfde ze niet spreken. Op een goeden morgen zei hij plotseling: Vooruit moeder, u moet Samanthie gaan halen, u hebt haar noodig. Samantha kon in San Lorenzo wel eens gevonden hebben wat wij haar hier niet geven kunnen en zij is een gezonde, jonge vrouw. Wat gevonden? Een man! Vóór ze hier vandaan ging heb ik tegen haar gezegd wat ik er van dacht Ik zei: „Samanthie, George is niet de eenige man in de wereld." Hebt u dat gezegd? Ja zeker. Ik heb een massa vrouwen zien wegkwij nen en oud, leelijk en slecht gehumeurd worden, omdat ze dwaas genoeg waren te denken dat er voor haar haar ®en man bestond. Ik zou het wanhopig vinden al3 Sa- mantle op die manier dacht. U moest maar eens gaan kijken. Blijf maar een paar dagen weg. Ik zal wel helpen. Ga maar liever zelf! Neen! Een week later ging ze naar San Lorenzo. En Samantha kwam met haar terug. Het uiterlijk van het meisje bracht George geheel van de wijs. Ze was fijner geworden en droeg betere klee- ren. Ze had bijna iets stadsch over zich gekregen. Ze gleed zoo gemakkelijk, zoo vriendelijk-glimlachend in naar oude plaatsje terug, dat George gedwongen was, een paar dagen van verlustiging der oogen aan een schit terende natuur en stedeschoon in het dal van de Eurc, te Serquiguy. Dicht bij dit stadje, in de gemeente Ro- millyl la Pathenaye, lag een kasteel, begin negentiende eeuw aangekocht met de bijbehoorende landerijen door een Nederlandsche maatschappij, de „Holland-Frankrijk Landbouwmaatschappij'. Op het buiten dat was het meer, dan wat wij onder kasteel verstaan kon ik on derdak krijgen als betalend logé. Het ligt in een prach tige omgeving, aan den zoom van het Forêt de Beau- mont", dicht bij het schilderachtige stadje Rage le Beau- mont, nog niet misvormd door vreemdelingenverkeer.Het buiten zelf was gekocht met zijn geheelen meubilairen inhoud, tot familieportretten toe en dat alles was er groo- tendeels ingebleven. Bij dit buiten behoorde een groote boerderij van ongeveer tweehonderd H.A., bewoond als bedrijfsleider, „rechercheur", zegt men in Frankrijk, „kastelein in Zeeland, door een jongen Frieschen boer. Dat was het doel van den tocht. 's Avonds, onder een echt Nederlandsch kopje thee, verschaft door de vrouw des huizes, spraken wij daar over het bedrijf. Verbouwd werden er tarwe, klaver, bieten en vlas op ongeveer de helft van den grond, de andere helft was weiland. De grond de boerderij was gelegen op „het plateau" leende zich goed daar voor, was een goede, bruinroode klei, löss. De tarwe- teelt was loonend, door de hooge invoerrechten en den door de regeering vastgestelden broodprijs werd er nogal wat graan geteeld. Het vlas onderging ter plaatse geen bewerking. Het werd op den akker opgekocht en vervoerd, ook om gerepeld te worden, naar de echte vlasstreken, naar de Leye in België. Zelf behoefde men niet naar de markt te gaan, voor alles kwamen de kooplui op de „ferme". De veeteelt werd op de hofstede vooral beoefend om de melk; de veestapel telde nu v:er-en-tachiig stuks, maar zou uitgebreid worden tot honderdvijftig. Daarvoor was al een nieuwe schuur geprojecteerd. Tot nu toe ging de melk naar de fabriek in het nabijgelegen Conches, maar er was al een con tract gemaakt met een nieuwe, groote maatschappij voor melklevering te Parijs, die een franc veertig centi mes per L. betaalde en die de vrachtauto's ter afha ling rechtstreeks naar de hofstede zou zenden. Daar voor werd ook Friesch vee ingevoerd, waarvan de melkopbrengst hooger was, dan van het inheemsche roodbruine Normandische ras, dat beter voor slachtvee geschikt was. In Frankrijk werden veel aardappelen ingevoerd, ook deze teelt stond dus op het programma voor de volgende jaren. Appelboomen voor den Nor- mandischen cider ciderboomen noemde onze land bouwer ze had men ook. Landbouwwerktuigen gebruikte men uit Frankrijk. Onze Nederlandsche waren grcotendeels ongeschikt. De Nederlandsche ploeg was niet bestand tegen de keien in den Franschen bodem. Kunstmest werd veel ge- Is al te vaak oorzaak- van slechte spijsvertering en verstopping. Neem meer beweging en ge- gebruik Foster's Maag- pillen, het afdoende laxeermiddel. 0.65 per Flacon. weinig vleiende vergelijkingen te maken tusschen haar gemoedstoestand en den zijnen. Juffrouw Spragge zei langs haar neus weg tegen haar zoon: Samanta's familie had er een hekel aan haar te laten gaan. Ik hoop dat het haar niet zal afvallen na dat vroolijk stadje. Kom, kom! zei George. Het oude leven begon opnieuw met langverbeide re gens. George ploegde en egde en verzorgde zijn land van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, Samanthie ging weer aan het werk voor haar koeien, varkens en kippen. De winter kwam, bijna niet als zoodanig te herkennen in dit land van eeuwigdurende lente, waar de winterelk en het chapperal steeds groen blijven. De nachten al leen, niet de dagen, werden kouder. In den open haard in de woonkamer lagen .de blokken hout te smeulen. Tot George er de dennenappels opstapelde, die het vuur de den opvlammen. Na het eten zaten zij gezellig bij den haard en spra ken over het werk van den dag en over hun plannen voor den volgenden. Zoo ging de winter voorbij! Het voorjaar deed zijn Intocht over de heuvels en dalen De gulden papavers vlamden in de door den wind schoongeveegde weiden. Onder wolkenlooze luchten tin telend van zonneschijn, spreidde zich Californiës tapijt, omzoomd door lupie en nemophila, teer doorweven met gilia's en viooltjes. George en Samantha gingen hun weg tusschen deze glorie. De lente had op haar wangen een zachtere en frisschere schoonheid gelegd. In zijn oogen gloeide de jeugd. Alleen gingen ze over de groote welde. Tot op dat moment had Samantha geen enkele aanwij zing gehad dat er in zijn gevoel voor haar nog Iets an ders school dan broederlijke genegenheid. Ze had na tuurlijk de verandering in zijn gezicht opgemerkt, hoe de lijnen, door slapeloosheid en verdriet gegrift, weer waren uitgewischt. Zij lach klonk weer spontaan op, maar zij voelde nog altijd Hazel als een bleeke schim tusschen hen beiden staan. Ze gingen zitten. Ze begon papavers te plukken. George staarde over den oceaan. Zijn eigen wereld lag aan zijn voeten. Hazel wou me hier uit de vallei weg hebben. Samanthie schrok op en hield den adem in: Ja dat weet ik! Ze zei dat het hier te klein voor mij was. Haar Idee was dat een man zooals ik, sterk en groot, zich een bree- deren weg moest banen. Wat vindt jij daarvan Saman tha? Mijn oordeel is niet veel waard, George, antwoord de ze langzaam. r— Jouw oordeel is me heel veel waard. Het is me altijd bruikt en had zoo ook meer dan vroeger haar Intrede gedaan bij de Fransche boeren. Eigenaardig was wel, dat in het bedrijf alleen heng sten gebruikt werden, juist andersom dan bij ons. Aan arbeidskrachten uit het land zelf was gebrek, de Ne derlandsche arbeider, mits hij goed melken kon, was zeker ervan een behoorlijk loon te verdienen. Maar dan moest hij ook niet opzien tegen slechte woningtoestan den, want de arbeiderswoningen waren er veel minder dan bij ons. Zelf had het jonge boerenechtpaar een geschikt huls, maar er was nog al wat aan opgeknapt. Op hun bedrijf was dan ook een aantal ongetrouwde Friesche jonge werkkrachten werkzaam, ingekwartierd bij den tuinman van het kasteel, ook al een Fries. Zij verdienden op de hofstede tien gulden per week boven alles. Met hun omgeving konden zij het goed vinden; de Normandiër was nog al gesloten, een Fries ook, heel innig was de verstandhouding dus niet, men zat kilo meters buiten het stadje Bcaumont en er waren bijna een twintigtal Friezen onder elkaar, zoodat men aan anderen weinig behoefte had. De jongeren alleen gin gen zoo nu en dan naar de cinema in Beaumont. Op een enkel woord na, was dan ook alles Nederlandsch, wat de klok sloeg. Wel was er behoefte, vooral de lange wintermaanden, aan Nederlandsche lectuur. Ook de levenswijze was nog geheel Nederlandsch, al leen „de soep" had zich al een plaats veroverd in het avondeten. Of zij het naar hun zin hadden, zoo ver van den vaderlandschen bodem? Dat hangt goeddeels van de vrouw af zoo werd mij gezegd kan deze aarden, dan gaat het gewoonlijk wel. Wordt deze echter stil en terneergeslagen, dan Is het beste maar, dat men zoo spoedig mogelijk terugkeert. Hier kon de vrouw wel aarden, als een kloeke ka meraad zat zij naast haar man, in haar Nederlandsch zindelijk huis, opgewekt sprak zij over alles mee en achter haar stond de wieg, waarin haar eerstgeborene lag, een Friesch kind van Franschen bodem. En toen ik weg ging, beloofde ik Nederlandsche lectuur voor den langen winter. Bloemendaal, 1 November 1930. ELECTRIFICATIE VAN WINKEL. Mijnheer de Redacteur, De door mij tijdens de op Woensdag 22 October gehouden bespreking betreffende de electrificatie dei- gemeente Winkel, waarvan in Uw blad van 25 Oc tober d.a.v. een verslag is opgenomen, gedane mede- deeling: „Gebruik van electrischen stroom voor al- „geheele verwarming, alsmede voor koken, moet „nog te duur worden beschouwd, om algemeen te „worden toegepast, voornamelijk daar, waar gele genheid is voor gasverbruik-', behoeft eenige nade re toelichting, aangezien deze mededeeling zonder meer tot misverstand aanleiding kan geven, hetgeen nóch in het belang der aangeslotenen, nóch in dat van het stroomleverend bedrijf zou zijn. Gaarne maak ik van de door U geboden plaats ruimte gebruik, om deze kwestie te verduidelijken. Ik zou voor goed begrip het eïectrisch verwarmen van woningen en het eïectrisch koken afzonderlijk willen behandelen. Algeheele electrische verwarming, waarmede bedoeld is het verwarmen van het geheele veel waard geweest, maar tegenwoordig meer dan ooit. En zeg nu maar ronduit wat je op je hart hebt. doe het maar op je gemak. We hebben geen haast. Mijn oordeel, George, is 't tegenovergestelde van dat van Hazel. Er Is een groote sterke man noodig om een klein karwei werkelijk goed te doen. Er zijn te veel onbenullige kereltjes die de groote dingen verknoeien. Volgens mijn idee baan je je hier in de vallei een bree- der pad, dan je ergens ter wereld zoudt kunnen doen. En als je van hier weg zoudt gaan. dan zou je, dunkt me, toch het allerbeste van Jezelf hier achterlaten. Drommels, zoo heb ik er zelf ook altijd over gedacht Zeg. zou jij er het land aan hebben om de vallei te verla ten? Ze aarzelde en er kwam een blos op haar wangen. Ik... ik heb erg het heimwee gehad in San Cle mento! Hij pakte haar hand in een vasten greep. Ik zou Je altijd hier in de vallei willen houden, Sa mantha, hier bij mij. Ik zou je willen vragen of Je als mijn vrouw hier zoudt willen blijven. Zij wendde het gelaat af. Hij zag, dat ze ontroerd en ontsteld was. Hij liet haar los en ze stonden belden op. Ze keken elkaar recht In de oogen. Een verlammende schrik joeg door hem heen. Hield ze niet meer van hem? Hartstochtelijk riep hij uit: Ik kom toch niet te laat, of toch? Hazel is dood voor me, maar jij leeft, Samanthie, en ik wou, dat je je leven verder fllet mij wou deelen, en me hielp om wat van het mijne te maken, hier, waar we allebei thuis hooren! Ze fluisterde hijgend: Wacht even. Eens heb je me gezegd, dat ik de aller beste was. Maar wat drommel, dat ben Je toch ook! Dat ben ik niet! Ik ben o. zoo slecht Het scheelde niet veel, of ik had Hazel rustig dood laten gaan. Hij was verslagen, want hij herinnerde zich, wat Ha zel hem verteld had en wat toen zijn antwoord was ge weest. Ik geloof er niets van! En toch Is het zoo. Ik ben niet dadelijk naar haar toegegaan. Ik heb naar haar staan kijken, toen ze als een hoop vodden ln de gang lag. Ik vind het ellendig om het te moeten vertellen, maar het is zoo. In mijn hart heb ik op dat oogenbllk een moord begaan. Haar toon kon niet anders dan overtuiging geven. Ge orge stak zijn kin vooruit en keek haar scherp in de oogen. Toen zei hij kortaf: Ik was van plan dien Stockcr te vermoorden! O, George, ik was daar zoo bang voor! Was je? En je zou daarom minder van me gehou den hebben? Ik geloof niet, dat me dat wat had kunnen schelen •—Jij bent de beste! Naast jou voel ik me nietig en huis, waar zulks noodig is, door middel van elec trischen stroom, is bij het 5-cents tarief nog te duur,1 om algemeen te worden toegepast. Het kan en wordt, alleen toegepast door diegenen, die over eea zeer. ruime beurs beschikken. Anders is het bij het gebruik van electriciteit op| b.v. studeer- en logeerkamers en in de woonvertrek ken gedurende de koude en vochtige dagen in na- en voorjaar. De verwarming is dan slechts enkele uren noodig en de kosten zijn dan bij het 5 cents tarieü niet te hoog. Het algemeen toepassen van electriciteit voor koken, daar waar gas aanwezig is. heb ik alsnog te duur beschouwd. Ik zou voor het juist lezen van dien zin den nadruk willen leggen op het woord „algemeen" en op de woorden „daar waar gas aan wezig is". Om als men gas heeft, toch alles met behulp van electriciteit te koken, acht ik, economisch bezien, nog niet verantwoord. De aanschaffing van appara ten is nog duur. terwijl de stroomkosten over het algemeen niet lager uitkomen dan bij koken op gas. Toch zal iemand, die gas heeft, met veel succes het eïectrisch oventje kunnen gebruiken voor het braden van vlcesch en wild, het bakken van brood, cakes en koekjes en het klaar maken van schoteltjes. Het gebruik van den electrischen oven is dan niet duur der dan het klaar maken van die spijzen met be hulp van een gasoven. Verder is het koken van water in een electrischen ketel niet duurder dan het koken van water in een ketel op gas. Voor de huisvrouwen, welke niet de beschikking over gas hebben en die dus in hoofdzaak aangewezen zijn op petroleum, wordt de verhouding geheel an ders. Het koken op petroleum heeft vele bezwaren, welke niet naar voren behoeven te worden gebracht, terwijl de petroleum-rekening in den regel tegen valt. Deze huisvrouwen zou ik het toepassen van eïec trisch koken wel willen aanbevelen, althans het ne men van eon proef, waartoe het bedrijf haar gratis in staat stelt. Het eïectrisch koken mag dan mogelijk voor die huisvrouwen iets duurder uitvallen dan het ge bruik van petroleum, enz., bij ernstigen wil is echter veel te bereiken, dat wil zeggen kan veel stroom be spaard worden. De op de markt aanwezige toestellen scheppen de mogelijkheid van goed koken met behulp van. elec- crischen stroom voor niet te hoogen prijs. Ik zou tenslotte alle huisvrouwen te Winkel zon der onderscheid, willen opwekken de na de totstand koming der electrificatie door het Bedrijf te houden demonstraties te bezoeken, op welke demonstraties vele van de in den handel zijnde toestellen worden getoond en gedemonstreerd. D. J. MEMELINK, Ingenieur bij het P.E.N. klein. Je hebt Hazel gered, en waarachtig, mij heb je ook gered! Ik verlang nu harder naar jou, dan ik ooit naar haar verlangd heb. Is het geen medelijden? Ze keek in zijn verlangende oogen en glimlachte. Neen, zei hij zachtjes, het is geen medelijden! George, lachte. Nog één ding. Als ik er vannacht met een buks op uit ging en ik plunderde een postkoets uit, zou je me dan den bons geven? George, wat vertel je nu? vroeg ze stom-verbaasd. Ik meen het. Ik wou het alleen maar weten. Draal er niet om heen! Antwoord me! Als jij mij woudt hebben, dan wou ik jou ook! Heere! Je bent een wonder! Nou. sta stil! Je hebt me eens een meisje zien zoenen, dat niet waard was, in jouw schaduw te staan. Nou ga ik Jou twee maal zoo stevig en tienmaal zoo lang zoenen. Ben je bereid? Ja! Op die manier werd een wreede herinnering voorgoed uitgewischt Maar toen George Samantha voorstelde, naast hem te komen zitten, had Samantha bezwaren. Er is iets, dat we eerst moeten doen! Wat dan? Bedenk je eens! Ik zou dolgraag willen, dat je het zelf bedacht! Raadde hij het werkelijk? Of wees ze hem den weg? Haar vriendelijke oogen gleden naar het huis daar be neden. Ik ben er! Het aan moeder vertellen! riep George triomfantelijk. Hand in hand, als twee kinderen holden ze den heu vel af. Juffrouw Spragge was niet in huis. toen ze er aan kwamen, ook niet in de kippenschuur. George riep haar. Alleen de echo van zijn zware stem kwam terug. Ze moet op den heuvel zijn, zei Scmantha. Laten we daar kalmpjes naar toegaan. Ze vonden haar op het kleine kerkhof. Ze hoorde hen niet aankomen. Samantha raakte George's arm aan. Ze bleven Btaan. Juffrouw Spragge zat bij haar graven, maar ze keek er niet naar. Ze staarde over den Oceaan. Ze piekerde over George en Samantha. Haar gezond verstand kwam in opstand tegen het ge dwongen vrijgezellen leven, tusschen een man en vrouw die zoo geheel bij elkaar hoorden. Wat scheelde die kin deren toch. Dat had zich zichzelf al zoo vaak afgevraagd En was het haar lot te moeten sterven zonder dat klein kinderen op haar schoot speelden? Plotseling had ze het gevoel alsof ze moest opkijken. En ze kon haar oude oogen nauwelijks gelooven... was het werkelijk geen visioen? Bij het hek stonden George en Samantha, hij met zijn arm om de schouders van het meisje en beide met den glans van hun jong geluk in d- oogen, EINDE,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1