Uw Zenuwen
AGENT.
BOERDERIJ en \EEHOVDERlJ
Hat kl'maat v?ji ons land in verband mat
akkerbouw en veeliouibri'
Voor Zeïfsdieerders
DE CENTRALE
kcmen tot rust, kal-
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth.'en Drogisten.
Juin opvattingen .hun inzichten de ware zijn.
Gevoelt gij wel, mijne lezers, dat er geen ontko
men is aan do noodzakelijkheid om zélf io den
ken-en te zoeken, als men niet zich wenscht te on
derwerpen aan het gezag .van anderen in zake
geloof en zedelijkheid? En ziet ge nu in dat wat de
zwakheid schijnt van hot protestantisme n.1. zijn
verbrokkeling juist het bewijs is van zijn levende,
scheppende kracht; dat dc eenheid van de room-
sclie kerk kracht schijnt, maar zwakheid is.
Dit neemt niet weg, dat ik zeer goed de zwakke
zijde van het protestantisme opmerk. En ik weet
heel goed dat er duizenden protestanten zijn, in
wie van eigen djep-doordachte overtuiging geen
sprake is. Velen zijn er nog niet aan toe om op
eigen boenen te staan. En er is bij ontelbaar vele
protestant-zich-noemenden een dikwijls bedroe
vend groote geestelijke armoede en onverschillig
heid.
En mij is liever en aangenamer de werkelijk
goed-roomsche, die trouw zijn plichten vervult
dan de oppervlakkige schijnprotestant, die alle
levensernst weglacht en wegspot.
Maar tóch: als ik het beginsel van het roomsch-
katholicisme stel naast het beginsel van het pro
testantisme, dan kies ik het laatste.
Ik ga verder: als ik die wee beginselen met el
kaar vergelijk, gezag en vrijheiddan ben ik er
innerlijk van overtuigd, dat het laatste, d.i. het be
ginsel der vrijheid ten slotte zal moeten triumfee-
ron. Deze overtuiging is in mij onbegroeid uit de
overdenking van wat dc menschheidsgeschiedenis
mij leert en wat ik mij heb verworven aan psycho
logische (zielkundige) kennis.
Want de menschheidsgeschiedenis heeft mij
doen zien, hoe er is een worsteling om te komen
tot steeds grooter vrijheid en de bestudeering van
liet wezen van den mensch heeft mij doordrongen
van de waarheid, dat in ieder althans ièfs aanwe
zig is van drang om zichzelf te worden, d.i. een
zelf bepalend individu mot eigen leven.
Al wat leeft, draagt in zich d bostemminb om
zich te ontwikkelen naar z.'Jn aard.
Maar is zich'ontwikkelen ie's anders dan zich
losmaken van allo belemmeringen om te komen tot
dc vrije ontplooiing van de geestelijke persoon-
u lijkheid en is deze ontwikkeling mogelijk als niet
vrij mag worden gedacht?
ASTOR.
DE
De handhaver der wet.
Derustige spil van het verkeer.
Om weer en wind mag hij
zich niet bekommeren, want
zijn verantwoordelijke post
eischt den geheelen man.
•Daarom zijn ook voor hem
^Aspirin-Tabletten onmisbaai
ygeworden.
Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijs 75 ets.
der. .Enfin, ze heeft het van geen vreemde, haar vader
zat ook vol van die malle fratsen. Ik houd niet van dat
soort menschen zooals die oom Harry van jou en je ge
liefde Eva."
Bij deze smalende woorden keek ze h%ar jongste doch
ter aan, want ze wist dat Olive veel van haar nicht hield
en haar bewonderde. Maar Olive, nooit bang voor de
scherpe tong van haar moeder, antwoordde met een
lachje:
„Oom. Harry was een schat, hij kon het toch niet hel
pen dat hij een groot deel van zijn vermogen verloren
heeft wat U hem na zijn dood nog schijnt kwalijk te ne
men. En hij had mooie, hoogstaande ideëen, en die heeft
Eva ook. Het verbaast me niets, dat ze niet met die
akeligen vent wil trouwen."
„Olive", klonk het bestraffend. „Ik sta niet toe dat je
op die manier over meneer Bannister praat. Hij is een
bijzonder charmant man en Eva mag zich gelukkig reke-
•nen dat hij met haar trouwen wil. Ik begrijp haar hou
ding niet, ik begrijp er niets van. De brief toont overigens
voldoende wat 'n harteloos schepsel zij is."
„Laura, dat zou ik nu niet zeggen!" Meneer Davidson
waagde het een voorzichtige tegenwerping te maken,
maar zijn vrouw keek hem met een ijzlgen blik aan, dat
ze daarmee haar volgzamen gemaal direct het zwijgen
oplegde.
„Dat zou ik wel zoo zeggen," verklaarde ze uit de
hoogte, „ik zal zoo vrij zijn om van mijn nicht te zeggen
wat ik wil. Tenslotte was Harry mijn broer en niet de
jouwe. Ik zeg dat Eva Nigel Bannister harteloos behan
deld heeft. Dat is toch duidelijk als je dezen brief leest".
Ze nam het epistel nog eens op en zwaaide het wéér
voor de gezichten van de anderen aan de ontblijttafel
heen en weer.
„Luister naar wat ze schrijft." Mevrouw Davidson
hoorde dolgraag haar eigen stem en was van oordeel dat
zij prachtig, om niet te zeggen indrukwekkend kon voor
lezen. Ze zette zich in postuur en begon:
„Lieve tante Laura",
„Ik ben bang, dat u zeer ontstemd zult zijn over de
zen brief en dat zou mij erg spijten. Maar toch moet ik
u schrijven. Ik wilde u graag terwille zijn en heb er
daarom in toegestemd met Nigel Bannister te trouwen.
Maar na rijp beraad ben ik tot de conclusie gekomen dat
het mij niet mogelijk is. Niet alleen dat ik niet van hem
houd, ik heb zelfs een afsohuw voor hem, hij stoot mij
af. Ik heb geen vertrouwen in hem en ik kan zijn vrouw
niet worden. Ik wil er ook geen t%vist met u over hebben,
en ben daarom besloten voor eenigen tyd weg te gaan.
III.
In de vorige kronieken hielden we een praatje over
de temperatuur, thans willen wij onze aandacht eens
besteden aan de rol dé- het water speelt in den
kringloop der natuur. V ater volgt wel de rijzing en
daling van de temperatuur der lucht, maar met min
der plotselinge overgangen. Dompelen wij op 'n koe
len zomerdag onze band in het water eener sloot,
of beter plaatsen wij er een thermometer in* dan zal
het ons warm voorkomen. Op een warmen dag is
net water daarentegen kouder dan de lucht. Over het
geheel genomen is de temperatuur van 't water meer
gelijkmatig gedurende het geheele jaar. Zoo was ge
durende een lange reeks van waarnemingen de ge
middelde temperatuur van de lucht 's morgens om
S uur te Vlissingen in Januari 2,71 en het zeewater
op don N. Hinder 7.86°; in Juli daarentegen die dei-
lucht 18.02° en die van het zeewater 10,21 Tusschen
de temperatuur der lucht was dus een verschil van
15,81° en tusschen die van 't water slechts 8.35°.
De oorzaak van dit verschijnsel moet gezocht worden
in de groote wurmtecapaciteit van t water, dat is iu
zijn vermogen om een grootere hcevelheid warmte op
ie nemen, zonder dat zulks aan 'n thermometer te
zien is.
Nemen wij tot voorbeeld 1 K.G. water, 1 K.G. droge
kleigrond en 1 K.G. dampkringslucht. Om het i 0 c.
in temperatuur te doen rijzen, zal er ongeveer vier
maal zooveel warmte noodig zijn als voor dezelfde
hoeveelheid grond of lucht. De zon zal dus ook on
der dezelfde omstandigheden viermaal langer moeten
schijnen of beter gezegd, viermaal meer warmte
moeten geven om 1 K.G. water evenveel in tempera
tuur te doen rijzen als een gelijke hoeveelheid grond
of lucht. Daalt het water daarentegen in tempera
tuur, dan staat het warmte af, dan gaat de daling
ook langzamer of met andere woorden: het water be
houdt, zijn temperatuur langer, omdat het meer warm
te kan afstaan.
Ken tweede omstandigheid, die bij de verwarming
van 't water op aarde in aanmerking dient genomen
ie worden, is de verdamping. Als het water in tem
peratuur stijgt, verdampt er ock meer water, en aan
gezien er voor die verdamping warmte verbruikt
wordt, welke vooreerst aan het water wordt ontno
men, heeft ook dit ten gevolge, dat het water niet
zoo spoedig in temperatuur stijgt als de lucht.
Stellen we ons nu voor een land met een menigte
meren en plassen doorsneden of dat onmiddellijk aan
zee gelegen is, of een eiland, dat geheel door water
omringd is, in een streek en in een tijd, dat, wegens
den stand der zon, de' temperatuur moet toenemen
Wat zal dan plaats hebben? Het land zal eerder
warmer worden dan het water, de lucht boven het
land daardoor ook spoediger dan die hoven het wa
ter. De warmere lucht boven het land stijgt naar bo
ven en wordt vervangen door de van het water naar
het land stroomende koudere lucht. Het omgekeerde
heeft plaats, wanneer de stand van de zon aan den
hemel lager wordt en de temperatuur dus in het al
gemeen moet' afnemen. De warmere lucht, boven het
\Vater stijgt naar hoven, of vermengt zich met de
koudere lucht boven het land, die overigens naar het
water stroomt.
Luchtstroomingen, winden, door ongelijke verwar
ming van de verschillende deelen der aarde ont
staan, hebben wel in het algemeen ten gevolge, dat
dé verdeeling der warmte op aarde meer gelijk
wordt, maar inzonderheid heeft dit plaats, gelijk
licht is in te zien, wanneer de ongelijke verwarming
van twee rlaafsen in elkanders onmiddellijke nahij-
heid gesel- ^dt, gelijk in de aangehaalde voorbeelden
plaats heeft.
Een uitgestrekt vastland daarentegen, ver van de
zee verwijderd, wordt des zomers snel verwarmd en
koelt des winters spoedig af en daardoor heeft de
incht hier des zomers een veel hoogere temperatuur
dan 's winters. Men maakt daarom onderscheid tus
schen een zee- of kustklimaat en een vastelandskK-
maat. Engeland en in 't algemeen de westkust ,ran
Europa, en dus ook ons land bezitten het eerste.
Midden- en Zuid-Europa en Midden-Azië het laatst
genoemde klimaat. Minder strenge winters en kou
dere zomers zijn het kenmerkende van 't eerste, kou
dere winters en warmere zomers dat van liet laatste.
Vandaar dat het, in 't geheel door wateren omgo
ven, Groot-Brittannië en Ierland, waar het eigenaar
dige van een zeeklimaat nog sterker uitkomt dan
hier te lande, zelden vriest, maar des zomers ook
zelden warm genoeg is om druiven, tomaten enz. te
doen rijpen. Tengevolge van deze verschillen in tem
peraturen tusschen een zeeklimaat en een vastelands-
klimaat is het bijv. op IJsland en te Bergen in Noor
wegen 'swinters niet kouder dan in 't Zuiden van
Rilsland. 's Zomers is het op laatstgenoemde plaats
echter even warm als in het. Zuiden van Spanje of op
de Noordkust van Afrika, zoodat hier 's zomers de
zoetste druiven geteeld kunnen worden. Op IJsland
daarentegen wordt de tarwe, bij gem. 10° in Juli,
Ik zal U voorloopig mijn adres niet geven. Ik vind het
heel vervelend als U boos bent, maar tenslotte moet ik
mijn eigen leven leven en het huwelijk beteekent teveel,
om daarmee lichtvaardig te handelen.
Uw toegenegen nicht:
Eva Hartwood.
„Daar", zei Mevrouw Davidson, toen ze klaar was.
„Ik tart iedereen om te zeggen dat dat geen zelfzuch
tige, hartelooze brief is; ze denkt alleen maar aan wat
haar aanstaat, wat zij prettig vindt."
„Och, schei toch uit, Mama," riep Olive bruusk. „Eva
heeft immers groot gelijk dat ieder een eigen leven moet.
leven. En als je trouwt, is dat toch ook voor je leven!"
„Houd jij je mond er buiten!" verzocht Mevrouw Da
vidson snibbig. Haar jongste dochter was haar in veel
opzichten een doorn in het oog, vooral omdat ze in
haar gesprekken met Olive dikwijls het onderspit moest
delven. t
„Waarom mag ik niets zeggen?" vroeg Olive onver
stoorbaar. „Eva is even goed familie van mij als van u.
Ik begrijp alleen niet waarom ze weggegaan is; ze had
toch ook wel kunnen blijven en zeggen dat ze het niet
deed? Maar" ging de jopge filosoof na een oogenblik
nadenken voort, „ze wist, wat er komen zou en daar zag
die schat natuurlijk vreeselijk tegenop, nog daargelaten
of ze haar verzet had kunnen volhouden."
Meneer Davindson's gezicht drukte instemming uit,
maar het was weer als een masker, toen zijn vrouw zijn
kant uitkeek,
„Dat Eva op die manier is weggegaan, is bespottelijk
en onnoodig," zette ze haar aanklacht voort. „En dan,
dat ze haar adres niet geven wil. Nu" ze haalde de
schouders op. „Eva heeft haar weg gekozen en er valt
verder niet over te zeggen. Maar als Ik bedenk, dat ze
vijf jaar lang onder ons dak heeft gewoond, vind ik
dat ze ons wel een beetje anders had kunnen behande
len."
En na deze ontboezeming begon Mevrouw Davidson
te ontbijten en hulde zich gedurende de rest van de maal
tijd in een ijzig zwijgen. Haar echtgenoot noch haar
dochters waagden het de beklemmende stilte te verbre
ken; meneer Davidson begroef zich in de courant en
scheen er geweldig in verdiept, terwijl hij haastig at,
waarna hij met vollen mond opstond en haastig naar de
deur liep.
Maar zijn vrouw was hem te vlug af.
„Thomas," zei ze, voor hij ontsnappen kon „jij hebt jo
meening over Eva niet gezegd. Wat was jij van plan
te doen?"
in het geheel niet en te Bergen wordt ze nauwelijks
rijp.
Op deze hoogere wintertomperatuur in Engeland
op IJsland, aan de Westkust van Noorwegen en min
of meer aan de geheele westkust van Europa oefe
nen echter ook de zeestroomingen een grooten in
vloed uit. Zeestroomingen ontstaan door de ongelij
ke verwarming van 't water en andere oorzaken. Het
warme water bij den Evenaar b.v. stroomt., ofschoon
met verschillende afwijkingen, over 't geheel noord
waarts. Takken van deze hoofdstrooming, in den At-
lantischen Oceaan, Golfstroom geheeten, dringen tot
IJsland en verder door, bespoelen Engeland en in het
algemeen de westelijke kusten van Europa en dragen
daardoor hij tot verhooging van de temperatuur dier
streken. Inzonderheid verhoogt hij in den winter de
temperatuur van IJsland, omdat hij in dit jaargetijde
iiet verst noordwaarts dringt. De koude waterstroom,
die van de Polen naar de Linie gaat (Poolstroom)
strijkt daarentegen langs de Oostkust van Noordelijk
Noord-Amerika en verlaagt de temperatuur dier
streken aanmerkelijk, zoodat gerst, tarwe en haver
enz. in Amerika op verrena zoo ver niet naar 't
Noorden verbouwd kunnen worden als in Europa het
geval is.
Ook de wind draagt er toe bij, dat de verdeeling
der warmte op aarde een andere is, dan zij volgens
den stand der zon zou moeten zijn. Vooral wordt ook
net groote verschil in de temperatuur op een en het
zelfde tijdstip van 't jaar daardoor veroorzaakt. Een
Oostenwind brengt ons 's zomers warmte, 's winters
koude aan.
Ook door een grootere of geringere hoeveelheid wa
terdamp in de lucht en het al of niet aanwezig zijn
van wolken, kan de temperatuur tijdelijk en plaatse
lijk aanmerkelijk gewijzigd worden. Terwijl de hoofd-
estnnddeelen der dampkringslucht, de stikstof en de
zuurstof, de warmtestralen grootendeels doorlaten,
is dit, met den waterdamp niet het geval. Te dezen
pzichte maakt het echter een groot verschil of hel
tevens lichtgevende stralen zijn, gelijk door de zon
'.ar de aarde uitgestraald worden, of donkere stra
len zooals de aarde uitstraalt.
De Laatste worden, veel meer door den waterdamp
der lucht geabsorbeerd. De tevens lichtgevende stra
len der zon werden dus doorgelaten, maar wanneet-
ze als donkere warmtestralen weder van de de aarde
uitgaan, laat de vochtige dampkring zo slechts ten
deele door. De dampkringslucht werkt dus al een
soort van val; zij geeft de warmtestralen wel toegang
tot de aarde, maar laat ze niet ongehinderd in de
oneindige ruimte uitstralen. Hoe meer waterdamp de
iucht nu bevat, des te meer warmtestralen neemt zij
op, des te warmer wordt zij. De waterdamp in de
lucht k-a.n dus tijdelijk en plaatselijk de temperatuur
van deze wijzigen.
Ook de helderheid der lucht oefent invloed uit op
de temperatuur. Terwijl een bewolkte hemel de zonne
stralen belet om tot de aarde door te dringen, belet
hij ook het uitstralen der warmte van de aarde. Bij
een helderen hemel ontvangt de aarde onder overi
gens gelijke omstandigheden meer warmte, maar zij
straalt ook meer uit. Verder is békend dat bergen,
bergketens en bosschen invloed uitoefenen op de tem
peratuur van een land, doch hierop zullen wij maar
niet dieper ingaan.
Wat de temperatuur der lucht in Nederland nu be
treft, kan het volgende nog worden opgemerkt. We
gens de ligging van Nederland in de gematigde lucht
streek, zijn de vier jaargetijden hier duidelijk te on
derscheiden. De langste dag duurt er ruim lGVz uur.
de kortste 7Vz uur. Niet de breedte ten Noorden of
ten Zuiden van den Equator bepaalt echter alleen
het klimaat. De zon zendt jaarlijks naar deze streken
evenveel warmtestralen als naar een plaats van de
zelfde breedte in Duitschland of elders; maar nu eens
worden die stralen door een bewolkten hemel groo
tendeels onderschept, dan bij een helderen hemel
grootendeels doorgelaten; nu eens wordt met den
heerschenden wind een warme, dan een koude lucht
stroom aangevoerd. Geen aanzienlijke hoogten wijzi
gen hier de temperatuur van eenig belang. De mach
tigste factor daarvoor is dc zee. die ons land aart
twee zijden begrenst en bovendien aanzienlijke in
hammen in ons land maakt. Nederland bezit dus een
zeeklimaat met het eigenaardige daarvan, betrekke
lijk koude zomers en geenf daaraan beantwoordende
strenge winters. Daarbij komt de eigenaardige ge
steldheid van onzen bodem. De veen- en kleigronden,
ja ook de losse vlakke zandgronden houden een groo
tere massa water terug dan de steenachtige gron
den met hun kloven en hun hellende ligging, welke
men in het buitenland aantreft. Bovendien zijn vele
onzer gronden met talrijke kanalen en slooten door
sneden, vele zijn slechts weinig boven het omringende
water verheven en worden alleen door kunstmiddelen
er boven gehouden. Ook dit water is van invloed op
de temperatuur en maakt vooral den dampkring weer
vochtig, waarvan dan weder een aanhoudend neer-
Eerst een weinig Purol inwrijven
en daarna inzeepen; dan scheert
men zich schoon, zacht en pijnloos.
„Ik was niet van plan iets te doen," was het kalme
woord. „We kunnen niets doen, we weten niet eens waar
Eva is".
„Dus jij wil haar maar haar eigenzinnigen gang laten
gaan?"
„Wat kan ik doen, zoolang we niet weten waar ze is?"
„Dat hoef je me niet weer telkens te vertellen. Er is
toch nog politie!"
Mevrouw Davidson gaf aan haar man geen gelegenheid
om te antwoorden en vervolgde op tragischen, veronge
lijkten toon:
„Maar als jij wenscht dat mijn ongelukkig nichtje
onvindbaar blijft, dan heb ik niets meer te zeggen, ik
wasch mijn handen in onschuld, jij bent hier heer en
meester, ik kan niets meer doen."
„Er is ook niets meer te doen Laura. Eva is haar
eigen baas. Ze heeft geld genoeg om te leven en jij noch
ik zijn voogd over haar. Het was prettig voor ons en voor
haar dat wij haar een tehuis konden aanbieden, toen ze
het noodig had,, maar Eva heeft het volste recht te gaan
waarheen ze wil."
„Bravo Paps!", fluisterde Olive en het meisje ving een
verschrikten blik op van haar zuster Maud, die ge
hoord had wat ze tegen haar vader zei.
Mevrouw Davidson evenwel staarde haar echtvriend
alleen maar aan, niet in staat om de eerste oogenblik-
ken een woord uit te brengen. Eer. paar maal opende
ze den mond als ccn visch op het drege, maar er kwam
geen gelu'd ov.er haar lippen. Zoo'n ferme houding en
zooveel onafhankelijk oordeel was ze niet meer gewend
van haar man.
Eindelijk duwde ze haar stoel achteruit en zei scherp:
„Als dat jcuw meening is, zullen we er niet meer over
praten."
„Dat is ook inderdaad het beste," vond haar echt
genoot en hij verdween vlug door de deur, met het
prettige gevoel dat zich een van de zeldzame gelegen
heden had voorgedaan, waarbij hij het laatste woord
had."
„Ik hoop alleen maar," merkte zijn vrouw na zijn
vertrek op, „dat die arme Bannister vandaag niet komt,
ik zou niet weten wat ik tegen hem zeggen moest. Ik
vind dat Eva hem schandelijk behandeld heeft en als
ik hem bij gelegenheid spreek zal ik mijn meening niet
onder stoelen en banken steken.
Maar Bannister kwam dien dag niet, en evenmin
kwam er een tv.ccde brief van de opst-.ndige nicht
jonls m:.u .y heli en half verwachtte Maar toen
meneer Davidson den volgenden morgen aan de ont
Eén der sterkste
Nederlandsche Levensver
zekeringsinstellingen is „De
Centrale" Méér nog. Zij is
tevens een der steunpilaren
van de moderne arbeiders
beweging, waaraan zij elk
jaar groote bedragen
schenkt. Tot heden meer
dan 365.000.Daarom,
modern georganiseerde, is
het Uw levensverzekering.
RIJNSTRAAT - DEN HAAG
slaan van water, nu eens in den vorm van regen, dan
van nevel, dauw, enz., het gevolg is.
Op plaatsen, onmiddellijk aan zee gelegen, zooals
Den Helder en Vlissingen, is het des winters betrekke
lijk minder koud dan op plaatsen verder van de zee
verwijderd, zooa.ls Maastricht; des zomers daarente
gen minder warm. Met andere woorden: het verschil
tusschen de gemiddelde temperaturen in Juli en
Januari is te Maastricht grooter dan te Vlissingen en
Den Helder; want op eerstgenoemde plaats bedraagt
het 19,27°; op de laatstvermelde 17,13 en 16,24. Ook
voor andere plaatsen, verder van de zee gelegen geldt
hetzelfde. Zoo is het b.v. te Assen in de eerste dagen
van Januari gemiddeld kouder dan te Groningen, des
zomers daarentegen warmer, ofschoon beide plaatsen
slechts 5 uur gaans van elkander liggen.
In de wintermaanden en in Maart blijft op de
meeste plaatsen in ons land de temperatuur gemid
deld beneden 5°. En volgt men den dagelijkschen
gang van de thermometer, dan blijkt dat ook in No
vember gedurende slechts eenige uren vdn den dag
een temperatuur van 6 a 7 graden wordt bereikt. Daar
nu de meeste landbouwgewassen en onkruiden eerst
goed bij dezen warmtegraad beginnen te groeien, is
liet duidelijk, dat in genoemde maanden de planten
groei zeer onbeteekenencl moet zijn.
De invloed van de nabijheid der zee is ook merk
baar in de dagclijksche afwisseliing der temperatuur.
Gaat men den stand van den thermometer in den
loop van den dag na, dan ontdekt men dat hij in den.
namiddag ongeveer het geheele jaar tusschen 7 en 8
uur, en 's morgens in dc wintermaanden tusschen 9
en 10, in Maart, September, October en Nov. tusschen
8 en'9 en van April tot Augustus tusschen 7 en 8
uur den gemiddelden stand aanwijst. Neemt men
nu de gemiddelde verschillen van de hoogste dagelijk-
sche thermometerstanden met. 'de hoogste van dezelf
de plaats, dan blijkt dat die in het algemeen in den
zomer grooter zijn dan in den winter. Te Utrecht b.v.
is het verschil in de wintermaanden 3 a 4 'en in de
zomermaanden 8 a 9 graden. En vergelijkt men de
verschillen, vooral die van de zomermaanden op twee
nlaatsen, waarvan de eene aan zee, de andere meer
binnenslands gelegen is, dan loopen deze vrij wat
uiteen.
Zoo is het verschil in die maanden aan Den Helder
ruim 5,5° en te Maastricht ruim 10°; dus bijna dub
bel zoo groot.
Ofschoon men dus vaak hoort beweren, dat de tcm-
neratuur aan de kusten veel veranderlijker is dan
binnenslands, blijkt uit deze getallen dat het tegen
deel 't geval is. Behalve aan den invloed van het
water, moet zulks ook toegeschreven worden aan de
helderheid der lucht, die aan de kusten geringer is
en daardoor ook aan den oogenblikkelïjken invloed
■Ier zon en aan de uitstraling des nachts, waardoor
het minimum niet zoo laag daalt. De grootere afwis
seling in temperatuur vooral in de oostelijke plaatsen
van ons land, is voor den landbouw in 't algemeen
niet zonder invloed. Terwijl de ontwikkeling der plan
ten, wegens de hoogere temperatuur des daags goed
vooruit gaat, kan onder gunstige omstandigheden de
nachtelijke uitstraling zoo groot zijn, dat de tempera
tuur beneden het vriespunt daalt en de nachtvorsten
de meer teere planten of plantendeelen (boekweit,
aardappels, bloei van rogge en van vruchtboomen
geheel of ten deele doen sterven. Alhoewel ook vol
gens dc geaardheid van den grond veen -of zand
grond bijv. - de nachtelijke uitstraling plaatselijk
meer of minder groot kan zijn, hebben in 't algemeen
de meer van de zee verwijderde streken daarom het
meest van nachtvorsten te lijden, omdat juist daar
de grootste afwisseling in temperatuur heerscht.
Een volgende maal hopen we nog eens iets te kun
nen vertellen van de IJsheiligen, die aldaar in Mei rc-
geeren, n.1. Pancratius, Servatius en Bonifacius (12—
14 Mei).
S. - V.
bijttafel de krant open vouwde, liet hij een scherpen
uitroep hooren. Hij werd doodsbleek, en keek zijn vrouw
verschrikt aan.
„Laura," begon hij, „het blijkt dat bij het spoorweg
ongeluk van gisteren
„Wat is daarmee?" riep Mevrouw Davidson onge
duldig, toen hij opeens weer zweeg.
„Ik weet niet hoe ik het je vertellen moet," ging hij
moeilijk voort." Er staan nu uitvoerige bijzonderheden
in de krant over het spoorwegongeluk bij Transfield
enen
„Nu?" spoorde zijn vrouw hem weer aan.
„Ik geloof dat Eva in dien trein zat, „stiet meneer
Davidson uit, „er is een lijst van de gewonden en
enEva's naam
„Je wilt toch niet zeggen dat Eva gewond is?" viel
Mevrouw hem met schelle stem in de rede, „dat moet
een vergissing zijn! Dan zou ze toch wel getelegrafeerd
hebben
„Haar naam staat niet bij de gewonden,' de stem
van den vriendelijk man trilde, „er zijn enkele dooden
Eva
„Is Eva gedood? O, Paps!" Het was Olive, die nu
sprak; ze stond haastig op en keek over haar vaders
schouder in de krant. „Het kan niet waar zijn!"
„Het is helaas maar al te waar." meneer Davidson's
vinger wees naar een paar namen in een van de kolom
men. „Laten we hopen, dat het een vergissing is,
maarhier staat Eva's naam."
Ja, daar stond haar naam Eva Hartwood een
van de passagiers die levenloos uit de overblijfselen te
voorschijn was gehaald. Meneer Davidson's stem beefde
hoe langer hoe meer toen hij verder voorlas. Mevrouw
zat doodstil te luisteren met een bleek, vertrokken
gezlclt. Ze had op haar manier gehouden van het kind
van haar broer, dat vijf jaar lang hun huisgenoote was
geweest en het droevige einde van het jonge meisje,
stuitte zelfs haar spraakzaamheid.
Olive knielde naast haar vader neer en snikte met het
hoofd tegen zijn arm en de twee oudere meisjes veeg
den telkens hun oogen af.
Het ontbijt werd niet verder aangeroerd en ze bleven
zwijgend om de tafel zitten tot de heer des huizes zijn
stoel achteruit schoof.
„Ik moet vanmorgen op kantoor zijn," zei hij heesch,
„maar zoo gauw ik kan, ga ik naar Transfield. We
zouden wel bericht gekregen hebben als de autoritei
ten geweten hadden dat Eva hier het laatst gewoond
heeft." Wordt vervolgd.