r
ilumti Wisiws-
im
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Dienstmeisjes den schrik op het lijf
gejaagd.
Ons dagelijks brood.
LIEFDE LAAT ZICH
NIET D00DEN!
De doodende stroom,
Berooving op den openbaren weg.
De Wieringermeerpolder.
Dinsdag 11 November 1930.
73ste Jaargang No. 8763
•i
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
In een hotel te Roermond.
Donderdagavond omstreeks negen uur begaven de
dienstmeisjes van hotel Kissels te Roermond
ïich naar hare slaapkamer, In het halfdonker,, het
electrisch licht ging niet aan, bemerkten zij, dat een
man op den rand van een li uer bedden zat
Hevig geschrokken sneld u de meisjes naar hene
den, even later op uiterst kalme wijze door den
vreemden indringer gevolgd. Op het hulpgeschrei
was de vrouw des huizes met fienige logeergasten
en de huisknecht toegesneld.
Op de vraag, wat zijn aanwezigheid hier te betee-
kenen had, antwoordde de man, die oververmoeid
bleek, dat hij niet wist, waar hij was en dat hij zich
wel herinnerde omstreeks zes uur de poort van het
hotel te zijn binnengekomen.
De inmiddels gewaarschuwde politie stelde op de
kamer der meisjes een onderzoek in, waarbij bleek,
dat de man de electrische lamp had losgeschroefd en
zich op een der bedden te slapen had gelegd.
Bij nader verhoor vertelde hij,, 't was een Duil-
scher, dat hij, na eenige dagen in de buurt te hebben
omgezworven, door vermoeienis uitgeput het hotel
was binnen geloopen en zich daar een rustplaats
had gezocht. Hij was in 't bezit van een geldige pas;
ook werd een knalpistooltje op hem bevonden. Na
dat hem dien nacht ten politiebureel onderdak was
verstrekt, werd hij gisteren over de grens gebracht.
Adres van den Kon. Ned. Middenstands
bond. Tegen het maal- en menggebod.
De Kon. Ned. Middenstandsbond heeft aan den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw het
volgende adres gezonden:
„Het Algemeen Bestuur van den Koninklijken Ne-
derlandschen Middenstandsbond, laatstelijk goedge
keurd bij Kon. Besluit van 14 Augustus no. 33.
kennis genomen hebbend van de persberichten over
het voornemen der regeering tot invoering van een
jnaol- en menggebod van inlandsche tarwe, hetwelk
moet strekken tot steun aan den landbouw,
overwegende, dat het nog zeer de vraag is, of langs
dezen weg het gestelde doel wel zal worden bereikt,
doch dat wel vaststaat, dat een groote groep van den
handeldrijvenden en industrieelen middenstand door
vorenbedoelde maatregelen ernstig zal worden ge
schaad
overwegende verder, dat het gevolg van opgemelde
maatregelen noodwendig zal zijn, dat het brood min
der van kwaliteit en hooger in prijs zal worden, wat
toch zeer zeker niet in het algemeen belang is;
verzoeken Uwe Excellentie met den meesten aan
drang geen gevolg te geven aan haar voornemen om
een maal- en menggebod in te voeren, doch den land
bouw zoo mogelijk op andere wijze te steunen".
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
L. G. MO BE RLY.
„Hoe zouden ze Eva's naam gewaar zijn geworden?"
vroeg Mevrouw Davidson, blijkbaar zonder antwoord
te verwachten. Want ze ging onmiddellijk voort: „ik
kon beter met je meegaan naar Transfield, Thomas,
Je kunt nooit weten."
Ze liet in het midden wat je nooit kon weten en
baar man, die begrijpelijkerwijs deze weinig opwekken
de reis liever alleen had gemaakt in het Victoria Sta
tion zouden ontmoeten.
„Ik zal het zoo regelen, dat ze in Transfield begra
ven wordt," zei Mevrouw Davidson, toen haar man weg
was. En toen zich tot Olive wendend," het is alles na
tuurlijk heel treurig en naar maar je moest je toch wat
aeer beheerschen. Wat voor nut heeft het om zoo te
builen?"'
..Nut zal het wel niet hebben, dat is zoo!" Olive keek
baar moeder uitdagend aan met opgezet gezicht en
r°ode oogen. „aar ik hield zooveel van Eva en ze is
bier letteiijk uit huis gedreven, haar dood tegemoet.
„Praat toch alsjeblieft geen onzin!" Mevrouw David-
stem klonk nog scherper dan anders, omdat haar
geweten niet al te zuiver was. „Niemand heeft Eva
gevraagd om heen te gaan, niemand had er zelfs idee
van dat ze weg wilde. Ze is uit eigen vrije beweging
vertrokken."
..En nu is ze dood," vulde Olive bedroefd aan, .lieve
mooie Eva. die altijd zoo snoezig tegen ons allemaal
o. ik kan het me gewoon niet Indenken," en
snikkend liep het meisje de kamer uit.
Mevrouw Davidson, geheel in het zwart gekleed, trof
haar man aan het Victoria station en omstreeks drie
uur stapten ze in Transfield uit, een vriendelijk, oud
stadje, omgeven door heide, bouwland en boschrijke
heuvels.
Een stationsbeambte vertelde hun dat het stoffelijk
overschot van de vier slachtoffers naar het stadhuis
was gebracht; drie ervan waren reeds door de familie
Twee werklieden in de electrische cen
trale te Leiden het slachtoffer.
Zaterdagmorgen is in de electrische centrale der
gemeente Leiden een zeer ernstig ongeluk gebeurd,
dat aan twee menschenlevens een einde heeft ge
maakt. De arbeider Wolf n.1. kwam in aanraking
met de hoogspanning. Zijn kameraad Jasperse schoot
hem te hulp en kreeg eveneens den stroom door het
lichaam. De geneeskundige dienst is 1^ uur bezig
geweest om de levensgeesten op te wekken doch zon
der resultaat. Beiden waren door den stroom gedood.
In verband met dit ongeluk is direct het bedrijf
stilgezet, zoodat om half twaalf alle stroomlevering,
ook aan de talrijke buitengementen, stilstond. Het
tramverkeer tusschen Leiden, Katwijk, Noordwijk
en Den Haag was hierdoor eveneens stilgelegd. Om
half een was de storing voor de tram, en een kwar
tier later ook voor de overige bedrijven opgeheven.
Een mededeeling van do directie.
De directie van de lichtfabrieken heeft Zaterdag
avond het vclgc-nd communiqué over de toedracht
van het ongeluk verstrekt:
Er moest een opneming worden gedaan in de scha
kelcel van een van de in bedrijf zijnde machines. Een
dergelijke werkzaamheid is met inachtneming van do
voorzorgsmaatregelen, die steeds in hoogspannings
ruimten noodig zijn, zonder gevaar te achten. Twee
personen zouden deze werkzaamheid verrichten, doch
zij begaven zich door een gelijktijdige vergissing niet
naar de schakelcel van de uit bedrijf zijnde machine,
maar naar de cel van een in bedrijf zijnde machine.
Daar is een van de personen, de hoogspanningsmon
teur J. de Wolf, de cel binnengetreden en door den
stroom getroffen. De niet getroffen persoon is direct
hulp gaan halen, terwijl de hoofdschakelaar van de
machine zich automatisch uitschakelde en het net
stroomloos werd. De schakelbordwachter D. Jasperse,
die toen hulp wilde verleenen, schijnt te hebben
verkeerd in de meening, dat door uitschakeling van
de machine het mogelijk zou zijn zonder gevaar de
cel te betreden. Hij werd echter eveneens door den
stroom getroffen. Nadat de getroffenen uit de cel
waren getild, heeft men onmiddellijk onder leiding
van den inmiddels ontboden geneeskundige kunst
matige ademhaling toegepast met toediening van
zuurstof, welke behandeling vele uren is voortgezet,
zoo lang tot volkomen zekerheid was verkregen, dat
verdere hulp niet meer kon baten.
op geregelde tijden, en
neem zoo noodig 's avonds
een Foster's Maagpil. De
ontlasting geschiedt dan
volkomen normaal en
zonder krampen.
0.65 per flacon.
herkend, alleen met juffrouw Hartwood was dat nog
niet het geval.
„We waren niet in staat om haar familie te waar
schuwen," vertelde de beambte," omdat wij haar adres
niet konden vinden. Haar naam zagen we op een visi
tekaartje dat ze in haar zak had en diezelfde naam
stond ook op den handkoffer, die naast haar lijk ge
vonden is, maar er was nergens een adres te ontdek
ken."
Toen ze na een korte wandeling het stadhuis hadden
bereikt, zei de beambte aarzelend:
„Ik moet U er op voorbereiden, dat juffrouw Hart
wood zoodanige verwondingen in het gezicht en aan
het hoofd heeft gekregen, dat herkenning in
den gewonen zin buiten kwestie is. U kunt haar klee-
ren en bagage zeker wel identificeeren?"
„Janatuurlijk." antwoordde Mevrouw Davidson
zenuwachtig, terwijl haar man den beambte in sprake-
looze ontzetting aanstaarde.
Het vertrek, waarin de vier lichamen waren neerge
legd, werd gewoonlijk voor vergaderingen gebruikt: er
stonden twee lange tafels, een kast en een paar stoelen.
Meneer Davlndson rilde, toen hij de toegedekte gestalten
op de tafels zag en hij en zijn vrouw volgden hun gelei
der zwijgend door de kamer. Bij de verste tafel bleef de
beambte staan en sloeg e.erbiedig het laken terug. Het
hoofd van de doode bleef bedekt, maar de lichaamsvor
men waren ontegenzeggelijk die van een jong meisje.
Naast haar lag een stapeltje kleeren.
„Behoorden deze kleeren aan juffrouw Hartwood?"
wendde de beambte zich tot Mevrouw Davidson. Met
bevende vingers betastte de dame de kleedingstukken:
een donkerblauwen mantel met rok: een blouse van iets
lichtere kleur en wat ondergoed. Het scheen dat de
kleeren van de doode haar een hevigen weerzin inboe
zemden, ze werd steeds zenuwachtiger en het onder
zoek dat ze Instelde was dientengevolge tamelijk vluch
tig.
.Ja," zei ze eindelijk, met een doodsbleek gezicht, „Ik
zou zeggen dat dit de kleeren van mijn nicht zijn. Ik heb
haar niet zien weggaan, toen ze naar het station ging,
dus ik weet niet wat ze aanhad maar ze bezat een
donkerblauw mantelpak en een blauwzijden blouse. Maar
haar hoed had ze geen hoed?"
„Een hoed is niet gevonden, mevrouw, maar die kan
wel vernield zijn. De koffer lag op de bank naast haar."
Hy haalde een koffer te voorschijn waarop den naam
„Eva Hartwood" geschilderd was.
„Die ls van mijn nicht," verklaarde Mevrouw David
son onmiddellijk. „En is daarin ook geen adres gevon
den?"
„Neen, alleen een paar brieven zonder envelopppe,
maar geen enkel adres."
DRIE KINDEREN IN LEVENSGEVAAR.
Een met brandwonden naar het ziekenhuis.
Te Herten, gem. Mcrum (L.) is de woning van den
rijwielhandelaar Frencken afgebrand. Drie kinderen,
die op de bovenkamers sliepen konden slechts met
moeite worden gered; een hunner is met brandwon
den in het hospitaal te Roermond opgenomen. Slechts
eenige nieuwe rijwielen werden in veiligheid ge
bracht, de rest van den inboedel ging in vlammen op.
Verzekering dekt de schade.
INBRAKEN TE NIJMEGEN.
f250 uit een brandkast gestolen.
Zaterdagnacht zijn inbrekers door het forceeren van
een raam binnengedrongen in de verbandstoffenfa-
briek aan de Voorstadlaan te Nijmegen. Dc brand
kast. werd geforceerd en voor zoover momenteel he
kend, f250.gestolen. Ook in de binnenstad is een
poging tot inbraak gedaan en het slot van een win
kel geforceerd. Vermoedelijk zijn hier dc inbrekers ge
stoord.
DOOR EEN AUTO AANGEREDEN.
Slachtoffer levensgevaarlijk gewond.
Zaterdagavond omstreeks half zeven is op den weg
EdeLunteren door een auto aangereden de 40-ja-
rige H. S., die ernstig inwendig werd gewond en kneu
zingen aan het hoofd bekwam. De auto reed door. Het
is de politie gelukt den vermoedelijkcn dader aan te
houden, die met een auto in Ede werd aangetroffen.
De auto werd in beslag genomen. Het slachtoffer is
in levensgevaarlijken toestand naar het ziekenhuis te
Arnhem overgebracht.
„Er kan geen twijfel aan bestaan of dit is het stof
felijk overschot van mijn nichtje," besliste Mevrouw Da
vidson.
Het kon immers niet anders: ofschoon het gezicht on
herkenbaar was. wees alles erop, de gestalte, de koffer,
het kaartje in den mantelzak, de kleeren, dat het plot
seling verdwenen meisje hier een droevig en vroegtijdig
einde gevonden had.
Meneer en Mevrouw Davidson gingen daarop naar het
kleine hotel om thee te drinken en de maatregelen te
bespreken die verder moesten worden getroffen. Ver
geefs pleitte de goede man om de begrafenis in Londen
te doen plaats hebben, maar zijl} echtgenoote was niet te
vermurwen.
„Dat is toch geld weggooien," hield ze hardnekkig
vol, „tenzij het van Eva's eigen geld betaald wordt. Hoe
zou dat arme lieve kind over haar geld beschikt heb
ben?"
Eva die zich nooit in de bijzondere sympathie van
haar tante had mogen verheugen en voor wiens begra
fenis vooral niet te veel geld mocht worden uitgegeven
was nu opeens „dat arme lieve kind" geworden en in
de dagen die volgden sprak Mevrouw Davidson op een
manier over haar nichtje die het meisje verbaasd zou
hebben doen staan als ze had kunnen hooren.
Er is een ding dat me verbaast," opperde Mevrouw
Davidson, toen ze met haar man en Olive op den avond
vóór de begrafenis, waar het jonge meisje met alle ge
weld bij tegenwoordig had willen zijn, in de eetzaal van
het kleine hotel in Transfield zat, „Nlgel Bannister's
naam stond bij de gewonden. Ik begrijp niet dat hij in
den zelfden trein kwam als Eva."
.Misschien was hij er op een of andere manier ach
ter gekomen dat ze met dien trein ging en wilde hij
haar besplonneeren," veronderstelde Olive, „net iets
voor dien akeligen vent."
„Olive!" riep Mevrouw Davidson boos, maar haar
dochter vervolgde met een minachtend lachje:
„Ja, moeder, dat is hij ik vertrouw dien man voor
geen penny; ik voel me b*j lntuitie dat hU onbetrouwbaar
ls. En Eva moet dat ook gevoeld hebben. Eva, die zelf
zoo oprecht en eerlyk was. Geen wonder dat ze een af
keer had van zoo'n slang."
„Olive!" protesteerde haar moeder weer, „houd je tong
toch in bedwang. Meneer B&nnister is een algemeen ge
acht en..."
„Moeder, Ik kan me niet voorstellen dat iemand wer
kelijk achting voor dien man kan hebben, daarvoor ziet
hij er veel te sluw en te cynisch uit." Olive keek uit het
raam over het kleine schilderachtige marktplein en
sprak op ernstigen toon. „Misschien doen de menschen
alsóf omdat hij rijk is en Invloed heeft maar echt
achting O neen. vast niet..."
,3ij zal hier wel in het ziekenhuis liggen", kwam
Tasch met f 500 aan een winkeljuffrouw
ontrukt.
Toen Zaterdagavond de winkeljuffrouw Gielcn van
het filiaal van de R. K. Coöperatie „Ons Dagelijksch
Brood" te Spekholzerheide gem. Kerkrede zich, na
om 8 uur den winkel te hebben gesloten, naar do lec-
trische tram wilde begeven, werd zij op de Akerstraat
vlak voor de kazerne van de marechaussee door een
man, die haar blijkbaar had afgewacht, aangevallen
en van een actetasch met inhoud van f 480 a f500 be
roofd. Het geld behoorde aan de Coöperatie, een
klein gedeelte was van de winkeljuffrouw zelf.
Het meisje gaf een luiden schreeuw en spoedig
was de marechaussee bij dc hand maar dc onverlaat
had zich roods uit de voeten gemaakt.
De winkeljuffrouw was zoo van strook, dat zo aan
vankelijk geen woord kon uitbrengen. Later deelde ze
mede, dat haar aanrander een lichte broek en een
slappen hoed droeg.
Onmiddellijk heeft de marechaussee, in samenwer
king met de gemeentelijke politie uitgebreide maat
regelen genomen om den dader op te sporen. Verschil
lende straten en buitenwegen werden afgezet en in de
electrische trams van de richting Heerlen en Kerk-
rade werden vele personen ondervraagd en verhoord.
Het is echter niet mogen gelukken den beroover to
pakken te krijgen.
Men meent dat hij in de richting Kaalheide langs
een veldweg is verdwenen. Dc man moet goed bekend
zijn geweest met de omstandigheid dat de winkeljuf
frouw eiken avond het geld mee naar haar woning
te Heerlen neemt om het den volgenden morgen weer
mee terug te brengen; op het eind der week heeft
dan de afrekening met haar superieuren plaats.
Het meisje was later weer in staat naar haar ou
derlijke woning terug te keeren.
Geen arbeiders worden meer aangenomen.
De directeur van den rijksdienst der werkloozen-
verzekering en arbeidsbemiddeling vestigt er dc aan
dacht op, dat voor de werkzaamheden ten behoeve
van het in cultuur brengen van den Wieringermeer
polder voorloopig geen arbeiders meer worden aange
nomen.
INBRAAK IN EEN STATION.
De brandkast op een kruiwagen meegevoerd.
Zaterdagnacht werd in het station dor Nederland-
sche Spoorwegen te Bredevoort bij Aalten (G.) inge
broken.
De brandkast werd op een kruiwagen naar een op
een kwartier gelegen dennenbosch vervoerd, daar
opengebroken en dc aanwezige contanten, ongeveer
f 150.—, medegenomen.
ONDER EEN KIPKAR GERAAKT.
5-jarig knaapje aan bekomen verwondin
gen overleden.
Te Swalmen geraakte het 5-jarig zoontje van den
heer Brouwers spelende onder een neervallende leege
kipkar. Met een ernstige hoofdwonde in het zieken
huis te Roermond opgenomen, is het daar aan deze
verwondingen overleden.
meneer Davidson bedeesd tusschenbeide om een eind te
maken aan de onverkwikkelijke discussie. De gewonden
zijn allemaal daarheen gebracht."
„Arme stakkerd; ik ga hem opzoeken, dat zal hem
wel goed doen," verklaarde Mevrouw. „Wat zal hij
schrikken als hij hoort, dat die arme Eva gedood ls."
„Ben je niet bang dat hij het in deze omstandigheden
heelemaal niet prettig zal vinden om een van Eva's fa
milieleden op bezoek te krijgen?" waagde meneer David
son in het midden te brengen.
„Wat een onzin!" klonk het laatdunkend, „hij zal
veel re biy zijn om over dat arme lieve kind te kunnen
praten."
Al betwijfelde Heneer Davidson ook ernstig of Nigel
Bannister wel zoo verheugd zou zijn met het bezoek van
zijn vrouw, als deze meende, hij bezat tact genoeg om
die meening voor zich te houden en ook Olive bewaarde
een voorzichtig stilzwijgen tot haar moeder het eet-
zaaltje verlaten had. Toen keerde zij zich opgewonden
tot haar vader.
„Hoe kan moeder dat mispunt gaan opzoeken?" riep
ze onstuimig. „Moeder ls toch soms gewoon onmoge
lijk."
„O, kindje, stil toch, stil toch," Meneer Davidson deed
een poging om verontwaardigd te schijnen, maar dié
mislukte jammerlijk en het meisje sloeg haar armen om
zijn hals en zei sussend:
„Goed hoor, lieve schat, ik zal niets meer van moeder
zeggen als je het niet prettig vindt maar, enfin, wij
begrijpen elkaar, jij en ik, hè?"
Ze trok haar hoofd terug en keek met oogen vol lief
de in het gerimpelde gezicht van haar vader. „Jij en ik
hebben elkaar altijd begrepen, hè vadertje?"
„Natuurlijk meisje, natuurlijk begrijpen wij elkaar".
Meneer Davidson streelde liefkoozend den krullebol van
zijn dochter, „en ik zou niet weten wat ik zonder
jou moest beginnen."
Als antwoord gaf Olive haar vader een hartelijken kus
maar op hetzelfde oogenbllk hoorde ze haar moeders
voetstappen naderen. IJlings nam ze haar plaats bij het
raam weer in.
„Ik heb van de vrouw van den hotelhouder gehoord",
Begon Mevrouw Davidson opgewonden toen ze weer was
gaan zitten, „waar het ziekenhuis is. Ze weet zeker dat
Bannister er ls. Haar dochter is bevriend met een van
de verpleegsters en die heeft het over hem gehad, omdat
het zoo'n opmerkelijk geval was. Hij heeft bij het onge
luk een slaguderbreuk gekregen en zou vast en zeker
doodgebloed zijn als niet iemand te hulp was gekomen
die, tot de dokter kwam zijn arm opgehouden en het
bloed gestuit heeft. Het was een kunstschilder of zoo iets
hier uit de buurt. Voor we naar Londen gaan, zal ik
In elk geval dien armen Nigel gaan opzoeken."
Wordt vervolgd.