Alieieti Hiim- Firma K. ROL - BANKETBAKKERIJ - Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Het maalgebod-ontwerp voor tarwe. Nieuw dreigend gevaar voor onzen tuinbouw Het beste adres voor: Een annecdote van Mr. P. J. Troelstra. De S.D.A.P. en een eventueele mobilisatie. Plaatselijk Nieuws. De Heilige Vlam. Dinsdag 18 November 1930. SCHAGE1 73ste Jaargang No. 8767 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- teritiën nog zooveel mogelijk in het eerst uitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. iAt. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (hewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Het Kon. Nederl. Landbouw Comité be tuigt zijn instemming met de indiening van het ontwerp. Het Ned. Landbouw-Comité heeft het volgen de adi zake het maal- en menggebod voor tarwe aan den minister van Binn. Zaken en Landbouw ge zonden: „Met groote instemming hebben wij kennis geno men v.d. indiening van het ontwerp-Tarwewet, waar voor wij Uwe Excellentie gaarne onzen dank bren gen. Al heeft u door het bloote feit van de indie ning van het wetsontwerp reeds getoond, dat u niet wilt ingaan op de adressen, welke van verschillende zijden tot u zijn gericht en waarin tegen het invoe ren van een maal- en menggebod is stelling genomen, toch meenen wij, goed te doen om betreffende één van deze adressen nog een en ander onder uwe aan dacht te brengen. „ïn de dagbladpers lazen wij het adres dat de Kon. Ned. Middenstandsbond op 5 November jl. aan Uwe Excellentie heeft gezonden en waarin deze bond verzoekt, „geen gevolg te geven aan het voor nemen, om een maal- en menggebod in te voeren." „De overwegingen, waarop dit verzoek steunt, zijn drieërlei, nl. dat lo. „vaststaat, dat een groote groep van den han- deldrijvenden en industrieelen middenstand door vorenbedoelde maatregelen ernstig zal worden ge schaad"; 2o. ,het brood minder van qualiteit, en 3o. hooger in prijs zal worden." „Ons Comité is van oordeel, dat dit gebod geens zins de belangen van den middenstand zal schaden. De akkerbouwbedrijven, welke door een maal- en menggebod eenigermate zullen worden gesteund, ge ven niet alleen aan duizenden landbouwers en hun gezinnen en tienduizenden landarbeiders en hun gezinnen in normale tijden een bestaan, doch vor men in de zeekleigebieden van Groningen, Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland de veelal eenige bron van alle welvaart. Niet alleen vinden tallooze ambachtslieden en handelaren er een be staan door, doch al deze personen geven ten behoeve van de voorziening in hun levensbehoeften nagenoeg den bestaansgrond aan den geheelen middenstand in genoemde gebigd en. Deze middenstanders betrek ken hun artikelen veelal uit de naastbijgelegen pro vinciesteden, waar ook door de landbouwers en de landarbeiders meermalen nog vrij veel inkoopen wor den gedaan. „Waar deze landbouwers thans geen inkomen heb ben. doch ernstige verliezen lijden en deze landar beiders daardoor worden bedreigd met een ernstige werkloosheid, gaan ook de middenstanders ten plat- telande een somberen tijd tegemoet, terwijl ook hun leveranciers in de provinciesteden de gevolgen van de sterk verminderde koopkracht der plattelandsbe volking spoedig zullen ondervinden. „Ons Comité meent met deze korte uiteenzetting voldoende zijn zienswijze in dezen te hebben toege licht. „Dat de qualiteit van het brood minder zoude worden, is nimmer bewezen. Nog dagelijks wordt «en platetlande bij een grooter verbruik van inland sche tarwe voor de broodbereiding, dan het maalge bod zal brengen, het tegendeel vastgesteld, terwijl overigens door het aanwenden van eerste qualiteit buitenlandsche tarwe aan eventueele bezwaren be treffende den bakaard der inlanclsche tarwe volko men kan worden tegemoet gekomen. „Dat het brood duurder in prijs zal worden, acht ons Comité niet waarschijnlijk. Een prijsverhooging van f 4 per 100 kg. voor de inlandsche tarwe geeft bij een maalgebod van 10 een prijsvermeerdering van 40 cent voor 100 kg. gemengde tarwe, d. i. voor 100 kg. wittebrood eveneens 40 cent. Hierbij kan eventueel nog iets komen, indien een betere qualiteit buitenlandsche tarwe zou worden bijgekocht, hetgeen echter bij een zoo laag percentage inlandsche tarwe wel niet noodig zal zijn, termeer daar de prijs, welke voor deze inlandsche tarwe zal gelden, wel zal ver band houden met de qualiteit ervan. „Hoe de Bakkersbond er over dacht, vóórdat deze bond besloot, zijn standpunt gezamenlijk met meel- iroporteurs en meelfabrikanten te bepalen, moge blijken uit de mededeelinig daarvan in de Bakkers bondscourant van 27 Augustus, nl. dat er in vak kringen technisch geen overwegend bezwaar bestond, om in ons broodbloem een zeker percentage bloem van inlandsche tarwe te mengen en volledige mede werking aan derg. regeeringsmaatregelen te verlee nen. „Ons Comité acht op grond van het bovenstaande den invloed van een maalgebod op den broodprijs te IKring om een punt van ernstige discussie uit te ma llen/ doch meent niettemin er de aandacht op te moeten vestigen, dat niet meer wordt gevraagd dan een tarweprijs, die een schamel loon geeft aan den landbouwer en aan den landarbeider, terwijl de con sumenten de gelegenheid behouden te profiteeren van den wereldmarktprijs der buitenlandsche tarwe, die 80 a 90 der grondstof voor de broodbereiding zal Wijven vormen en waarvan de prijs ver beneden de Productiekosten ligt. „Bij een verdere daling van den wereldmarktprijs *an tarwe zal de broodprijs evenredig kunnen ver minderen. „Ons Comité acht het in deze omstandigheden een algemeen belang van de eerste orde, om door een maal- en menggebod, waarvan de uitvoerbaarheid én dë gunstige werking vaststaat, daadwerkelijken steun ie verleenen aan de zoozeer door de crisis getroffen akkerbouwbedrijven." Een tegen-stem. In het jongste geschrift der Ned. Verecniging voor den Vrijhandel^ wordt o.m. het volgende ge- te8d: „Of de toestand in de landbouwbedrijven zoo veel ernstiger is dan die van onze Indische cultures, onze scheepvaartmaatschappijen en die takken van industrie, die op dit oogenblik ernstig van de malaise te lijden hebben, dat bijzondere maatregelen tot steun van die bedrijven verantwoord zouden zijn, is een vraag, die een nader onderzoek vereischt. Uit dat on derzoek zou tevens moeten blijken, of de bedrijven, aan welke men steun zou verleenen, door een tijde lijke bescherming over hun moeilijkheden heen ge holpen zouden worden, om op den duur op eigen oeenen te kunnen staan. Deze methode van steun- verleening heeft bijvoorbeeld boven een maalgebod het groote voordeel, dat men geval voor geval kan nagaan, of er voor dien steun aanleiding bestaat." Met een maalgebod, zoo wordt verder gezegd zou den tal van andere bedrijven dan dat van de tarwe- verbouwers in het gedrang komen, een verschijnsel dat zich bij bijna elke bescherming langs indirecten weg verleend, voordoet. „Zou iemand", vervolgt het geschrift, „nu juist in dezen tijd een maatregel durven aanbevelen waar door verhooging van den broodprijs in de hand wordt gewerkt, of waardoor op zijn minst een zoo noodige verlaging ervan wordt tegengehouden? Van het in noodgevallen tijdelijk verleenen van subsidies, na een nauwkeurig onderzoek dat aannemelijk maakt, dat èn het algemeen belang èn de belangen van hét be drijf waarom het gaat, op den duur door dezen tij- delijken steun zullen worden gebaat, zijn wij, zelfs wanneer het voor één of enkele malen om betrekke lijk hooge bedragen zou gaan, in principe niet af- keerig." Belemmering van de export van onze pro ducten naar Duitschland. Een adres aan den minister. De Westlandsche vereeniging van groenten- en fruit- exporteura heeft een adres gericht aan den raad van ministers, waarin o.m. wordt gezegd, dat zij van ver schillende volkomen betrouwbare zijden de mededeeling heeft ontvangen, dat bij den Duitschen Rijksdag een ont werp van wet is ingediend, waarvan, zoo het ontwerp tot wet wordt verheven, moet worden gevreesd, dat het den Nederlandschen uitvoer van tuinbouwproducten ernstig zal bedreigen. De bedoeling van dit ontwerp komt hierop neer, dat de Duitsche regeering voor verschil lende voortbrengselen, o.a. ook voor die van den tuin bouw, voorschriften, kan geven, houdende minimum- eischen, welke aan die voortbrengselen kunnen worden gesteld, alsmede bepalingen kan stellen nopens eenheids- verpakking en inhoudseenheid, waarmede waren in den groot- en kleinhandel worden omgezet. Uit het ontwerp blijkt niet, dat deze wet uitsluitend of speciaal betrek king zou hebben op voortbrengselen van Duitschen bo dem, zoodat de vrees gerechtvaardigd is, dat ook in Duitschland te importeeren tuinbouwproducten onder vigeur van deze wet zullen vallen. Adressante is er opmerkzaam op gemaakt, dat de be- HOOGZIJDE TEL. 70 SCHAGEN. BANKET SPECULAAS DIKKE BROKKEN SPECULAAS GEVULDE SPECULAAS en TAAI-TAAI II Pieter Jelles „verkocht niet over de toonbank". Aan de Leeuwarder Ct. wordt geschreven: Jaren geleden hadden we eens het voorrecht mr. P. J. Troelstra of beter gezegd Pieter Jelles als gast bij ons in huis te hebben. Hij verbleef een paar dagen in onze woonplaats, teneinde op een Kritejoun eenige gedichten uit Ris- pinge voor te dragen. Dat is toen een onvergeetlijke avond geworden. Maar ook dat bezoek bij ons aan huis is voor ons een aangename herinnering. We vonden het tijdens zijn verblijf eenigszins ver velend, dat, hoewel hij kwam als Friesch dichter, er menschen waren, die hem in politieke zaken trachtten te betrekken, waarvan hij, zooals we meen den te bemerken, niet gediend was. Hij vertelde ons echter hieraan wel gewoon te zijn en hij wist zich er dan wel uit te redden, wat ook uit de volgende anecdote kan blijken. Toen Troelstra eens een spoorwegcoupé binnen kwam, bemerkt hij al gauw, dat de medereizigers ontdekten, wien ze voor hadden. Gedurende de reis werd er een politieke „boom" opgezet en toen het gesprek erg ingewikkeld begon te worden, richtte het gezelschap zich tot mr. Troel stra. Misschien, zoo werd er gezegd, heeft u ons ge sprek eenigszins gevolgd en ewij hebben immers de eer mr. Troelstra in ons midden te zien. Zouden we uw meening eens mogen hooren omtrent ons on derwerp? ,,'t Spijt me wel heeren", zei Troelstra, „dat ik u dat genoegen niet kan verschaffen. Ik ben grossier in 't vak, ik verkoop niet over de toonbank." Een telegram van den oentralen raad van het Verbond van Nationalisten. Aan den minister van justitie is het volgende tele gram gezonden: De centrale raad van het Verbond van Nationalis ten, gevestigd te Amsterdam, met diepe verontwaar diging uit de rede van den heer Albarda, gehouden in de vergadering van de Tweede Kamer dor Sta- ten-Generaal, kennis genomen hebbende van het sa- boteeren door de S.D.A.P. van een eventueele mobi lisatie; van overweging zijnde, dat daardoor de vei ligheid van den Nederlandschen staat ernstig wordt in gevaar gebracht; overwegende dat in Het Volk en Voorwaarts deze plannen van hoogverraad wor den verheerlijkt; verzoeken Uwe Excellentie beleefd doch dringend, mede namens het goedwillende deel der Nederlnndsche bevolking, een justitieele vervol ging in te doen stellen tegen den heer Albarda en inbeslagneming te gelasten van de bladen Het Volk en Voorwaarts, die deze hoogverraadsartikelen pu bliceerden. trokken groepen ln Duitschland do instelling van deze wet voorstaan, omdat daardoor de mogelijkheid in het leven wordt geroepen, dat de invoer van vreemde, dus ook Nederlandsche tuinbouwvoortbrengselen zal wordeft belemmerd of geheel belet, zonder dat Duitschland te kort schiet in de naleving van gesloten handelsverdra gen. Adressante zegt voorts, dat de ernst der bedoelingen van den Duitschen tuinbouw niet mag worden onder schat, gezien de reeds geruimen tijd in het werk gestelde pogingen van Duitschland om vreemde producten van zijn markten te weren. Van de totstandkoming van deze wet moet ernstig worden gevreessd, dat de export van tuinbouwproducten uit Nederland naar Duitschland sterk zal worden ingekrompen, zoo niet geheel zal worden lam geslagen. Met aandrang verzoekt adressante den ministerraad, stappen te doen bij de Duitsche regeering en overigens al datgene te doen en bevelen, dat strekken kan om het gevaar, waarmede de uitvoer van Nederlandsche tuin bouwproducten naar Duitschland wordt bedreigd, af te wenden. v.v.v. De Schager tooneelvereeniging V.V.V. gaf Zendag avond ter gelegenheid van haar 12^-jarig bestaan een opvoering in het Noordhollandsch Koffiehuis van het detectivestuk van Jan Fabricius „De Butler". Twee bedrijven hebben wij Zondagavond van dit too- neelstuk gevolgd en met gennegen. Dit genoegen sproot niet zoozeer voort uit onze be wondering voor wat Jan Fabricius had gemaakt, als wel voor de wijze waarop dit zoo eigenaardige stuk ten tooneele werd gevoerd. Eigenaardig, vreemd zou den wij haast willen zeggen, verward en verwarrend. Een detective-stuk waarin 'n geheimzinnige dief flying Jack op weergaloos handige wijze kostbare sieraden steelt, om dan telkens als van den aardbol te ver dwijnen. Een stuk vol geheimdoenerlj en dat door de wijze waarop Jan Fabricius zijn gegeven heeft verwerkt, de bezoekers steeds in het onzekere laat wie de dief is: de butler, de journalist, wie? Totdat in het 3e bedrijf de ontknooping komt en de solied aandoende rustige echtgenoot en gevierde millionnair George Fairfax de „groote man" blijkt te zijn. Onder dit alles door is nog in vage kleuren geweven een „oude liefde" van mevr. Fairfax met een tooneelspe- Ier, die thans als de Butler in den huize Fairfax tot de eindelijke ontmaskering meehelpt, terwijl Robbie de journalist als de tweede detective zijn groot aan deel daarin bijdraagt. Zoo verteld is het nogal eenvoudig, maar de „soe- sah" die Jan Fabricius van dit alles maakt, brengt groote vertroebeling en maakt dat de draad en het verband menigmaal zoek is en de ijverig luisterende bezoeker als een echte detective met scherpen speur zin moet aanvullen en combineeren om het tot een voor hem aannemelijke oplossing te brengen. Nu zal men wellicht zeggen dat het juist noodig is voor een detective-stuk, om het interessant te ma ken, spanning te brengen, dat men niet direct voelt waar de oplossing van al het vreemde en wonderlijke is te vinden. Zeer zeker, maar toch mag niet worden vergeten dat de schrijver er voor heeft te zorgen dat zijn stof zoo verwerkt wordt, dat er houvast aan is, m.a.w. dat de spanning door de handeling ons als Een dosis Fostcr's Maaqpillen 's avonds bij het naar bed gaan genomen, verzekert een goede nachtrust en verschaft 's morgens volkomen normale stoelgang. f 0.65 per flacon. gesuggereerd wordt en wij met ambitie de afwikke ling van al het gebeuren volgen. En dat nu is juist zoek in dit stuk van Fabricius men heeft het al te „interessant" willen maken en juist daardoor het tegendeel bereikt. Trouwens, een goede detective-ro man of -tooneelstuk schrijven is een vak apart, daar moet je een zekere flair voor hebben, die Fnbricius hier toont te missen. De lezer zal nu zelf al wel hebben begrepen dat. de opvoering van „De Butler'' verre van gemakkelijk was en.dat alleen een prima vertolking er voor kan zorgen dat het nog zooveel mogelijk slaagt. Welnu, J over de opvoering zijn wij buitengewoon content, al les was in de puntjes in orde. Levendig, opgewekt, toch niet te druk, in goed verzorgde taal, keurig En- gelsch, met een smaakvolle annkleeding van het too- neel, snoezige toiletjes der dames, tip-top avond- kleeding der heeren, alles was beschaafd en verzorgd op een wijze die zeer prettig aandeed. En diezelfde verzorgdheid had ook haar stempel gedrukt op het spel zelf. Daar was schakeering en kleur, en of schoon er in de beide bedrijven die wij zagen veel werd gecauseerd cn verteld, werd dat gedaan op een zoo vlotte wijze dat het gebrek aan handeling in het stuk niet nl te sterk werd gevoeld. Werkelijk, nog maar bij weinig uitvoeringen van V.V.V. hebben wij zóó in alle opzichten de vertolking kunnen waardeeren als ditmaal en het is dan ook zonder eenige reserve dat we alle dames en heeren van V.V.V. ons compliment maken voor hun spel. En het spreekt vanzelf dat wij de regisseuse mevr. Wegen er Sleeswijk-van Balen Blanken, wier vak kundige leiding zich zoo sterk en op zoo gunstige wijze in deze opvoering uitsprak, gaarne daarbij in sluiten. Het is ons een echt genoegen geweest dezen avond bij te wonen en wij gelooven wel voor de toekomst nog menige prima-uitvoering te kunnen profe- teeren, immers het materiaal is er in alle opzichten voor voorhanden. VERKOCHT. Het huis met K II.A. wei- cn bouwland, van Mej. de Wed. G. Schrieken aan den Oudendijk alhier, is uit de hand verkocht aan den heer D. de Jong, Zeege buurt alhier. Zaterdagavond geeft het Nederlandsch Tooneel van Saalborn en Verbeek in het Theater Royal een opvoe ring van „De Heilige Vlam", van Somerset Maugham. De korte inhoud ervan is: Maurice Tabret, oorlogsvlieger, werd bij een val deerlijk verminkt en is gedoemd voor de rest van zijn leven in eèn rolstoel te worden rondgereden. Hij was toen 1 jaar getrouwd met de lieve, jonge Stella. Zij waren gelukkig. Het stuk begint 5 jaar later. Met bewonderenswaar dige energie weet Maurice z'n leed te verbergen. F.r is maar één, waar hij aan denkt: Stella. Haar geluk. Zij moet uitgaan. Zij heeft er recht op. Zijn broer C.ollin, die met verlof uit Indië over is, begeleidt Stella cn hoe natuurlijk! er ontstaat tusschen deze twee jonge, gezonde menschen, liefde. Stella weet het voor Maurice te verbergen. Haar deernis met hem is zóó groot, dat zij hem deze smart niet wil aandoen. Maar Maurice's en Collin s moeder heeft het gemerkt en méér: ook dat de verbintenis van Stella cn Collin niet zonder gevolgen is gebleven. Zij heeft indertijd Maurice beloofd dat zij hem een middel aan de hand zou doen den dood te zoeken als hij het leven niet meer dragen kon. En nu hij haar er om vraagt, doet zij het. Maar'zij had buiten Zuster Weyland gerekend, die Maurice meemaakte zooals hij was. Stella kende hem alleen in zijn vroolijke buien, Zuster Weyland maakt hem mee in zijn neerslachtigheid en zij heeft hem lief. Zij is hem lief gaan krijgen met de onverwoest bare drift van een vrouw, die slechts éénmaal in haar leven beminnen zal, die alles op één kaart zet Ook zuster Weyland heeft de verhouding met ge volgen van Stella en Collin gemerkt en zij denkt dat Stella Maurice die groote dosis van het slaapmiddel heeft toegediend. Dr. Harveste, een vriend des hui zes, wil met een gerust geweten de overlijdingsacte onderteekenen. Zuster, Weyland komt met haar goed- gefundeerde beschuldiging en de steen is aan het rollen. Stella wordt door haar beschuldigd van moord; zij was de laatste die bij hem was, zij had er haar rede nen voor dat Maurice er niet meer zou zijn. Tenslotte komt Maurice's moeder met haar bekentenis cn zuster Weyland trekt haar aanklacht in. ooo Het stuk wordt gedragen door het spel van Vera Bondam als zuster Weyland en van Minny ten Hove als Stella. Twee gróóte rollen die beide actrices nood zaakten alles te geven wat zij vermogen en hoe ver heugend is deze conclusie: het was niet gering en dikwijls aangrijpend. Minny ten Hove vooral, dén als zij zich in het nauw gedreven voelt cn geen uitweg meer weet; Vera Boudam, bezeten van haar wanhoop om Maurice's dood, fél in haar aanklacht, een vrouw meedoogenloos en wreed omdat haar plicht samen gaat met haar diepe liefde. I)e scène's tusschen Stella en Zuster Weyland waren krachtig, boeiend en ont roerend, zij behoorden tot het beste van den gan sehen avond. Tot dit laatste droeg ook bij de vertolking van Cees Laseur van de korte, maar moeilijke rol: Mau rice. Zijn rakelings langs het leed scherende vreugde, zijn diepe liefde voor Stella, zijn dikwijls geforceerd optimisme het was alles eenvoudig, natuurlijk cn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1