In den Wie ri n ermeer Zaterdag 22 November 1930. SCHAGER COURANT Vijfde blad. No. 8770. OVERZICHT VAN DE WERKZAAMHEDEN DER VOORLOOPIGE WIERINGERMEER-DIRECTIE. j BIJ DE ILLUSTRATIES. Links boven: „Draglines" graven de 1.40 At. diepe Kavelslooten. Rechts boven: Hef inwerken der op zandgrond ge zaaide rogge geschiedt met een driedeelige, 7 meter brecde, dubbele schijfegge. getrokken door 'n 60-paaYds „Caterpillar'. Op deze wijze worden door één machine per dag 20 H.A. bewerkt. In het midden: De handmotorwegwals, die voor het iuwals'en der schelpen op de aan te leggen rijwielpaden worden gebruikt. Onder: „De Kooltuinen"een stuif zandgebied bij de Haukêsworden stuif vrij gemaakt door bekleiing. De hiervoor benoodigde klei(fie ter plaatse op een diepte van 1.5 tot 3 M. voorkomtwordt door de woelmachine aan de oppervlakte gebracht. een woelmachine is aanbesteed aan de N.V. van Hat« tüm en Blankevoort te Haarlem. Op deze wijze kan tevens een inzicht worden ver kregen omtrent de goedkoopste wijze van werken en met de bevindingen in de toekomst rekening worden gehouden. Boerenzoons. Groot is reeds het aantal jonge boeren en boeren zoons. dat in den polder wenscht te worden tewerk gesteld om reeds van den aanvang af het cultuurrijp maken van den bodem mede te maken. Op enkele uitzonderingen na konden nog slechts personen uit de onmiddellijke omgeving van den Polder worden geplaatst, omdat het behoorlijk huisvesten van deze categorie op moeilijkheden stuitte. Hierin komt ver betering, zoodra er arbeiderswoningen in den Pol der zijn verrezen, waarin zij als kostgangers kunnen worden ondergebracht. De boerenzoons werken aanvankelijk onder dezelf de arbeidsvoorwaarden als de landarbeiders. Zij moe ten in het begin alle werkzaamheden mee verrich ten. Al naar behoefte komen de meest bekwamen in aanmerking voor onderbaas of meer speciale werk zaamheden, als zaaien, ploegen, eggen, tractor drij ven, onderhoudswerk, enz. Uiteraard is het eigenlijke landbouwwerk nog ui terst beperkt en degenen, wier verlangen meer In het bijzonder naar dat werk uitgaat, doen het beste hun aanvragen tot plaatsing voorloopig nog in te houden. Voor het aannemen van jonge boeren en boeren zoons wordt te zijner tijd de bemiddeling der land bouworganisaties ingeroepen. Landarbeiders. De landarbeiders worden uitsluitend door bemid deling van de arbeidsbeurzen geplaatst. Voor de huisvesting van een gedeelte der arbei ders zijn een vijftal barakken gebouwd, n.1. bij de Haukes, Nieuwesluis, Kolhorn, Aartswoud en Sluis I, de eerste vier aan den rand van den polder, de laatste op ongeveer 5 K.M. van de Haukus in den polder. Elke barak biedt plaats voor 95 man. benevens het gezin van den kok. Deze laatste zorgt met de noo- dige hulp voor het schoonhouden der barakken en de voedselvoorziening der bewoners. De exploitatie is zoodanig opgezet, dat zij zichzelf kan bedruipen. Voor voeding en huisvesting wordt 85 cent per man en per dag op het loon ingehouden, waartegenover ech ter een toeslag op het loon staat van 55 cent per dag. Voor dezen toeslag komen ook alleen in aanmerking de arbeiders, die in genoemde vijf barakken zijn ge huisvest. Voor plaatsing in de barakken komen alleen in aanmerking de gehuwde landarbeiders (kostwin ners), voortgekomen uit de plattelandswerkloosheids- centra. (Friesland, Groningen, Drente, deelen van Overijsel en Gelderland en West-Noordbrabant en Zeeland). De overige tewerkgestelden moeten óf zelf voor een kosthuis in de omgeving van d*n polder zorgen óf TOT 1 NOVEMBER 1930. A. De Landbouwkundige Afdeeling. De werkzaamheden dezer afdeeling kunnen in de volgende groepen worden verdeeld: I. Samenwerking met de Procfpolder- Commissie. Het lid onzer Directie, belast met de leiding der landbouwkundige afdeeling, is tevens gedelegeerd lid van de Proefpoldercommissie, waardoor automatisch een nauwe samenwerking tussohen Directie en Com missie wordt verkregen. Deze Commissie heeft zich ten doel gesteld dezen zomer zooveel mogelijk gegevens to verzamelen voor het maken van een bodem kundige kaart van den Wieringermeerpold c r. Hier voor wordt per 5 H.A. een boring tot 1.50 M. diepte verricht, het profiel beschreven en verschillende bij zonderheden genoteerd. Nadat een terreinstrook op deze wijze was afgeboord, had opnieuw een be monstering plaats om het bodemtype van dat gebied vast te leggen in een aantal monsters, dat op me chanische samenstelling en verschillende bestand- deelen werd onderzocht. Het onderzoek heeft plaats in het Bodemkundig, Instituut te Groningen, op over eenkomstige wijze als is geschied met de gronden van den proefpolder te Andijk (zie de eerste publica tie van de Proefpolder-Commissie). Op deze wijze is thans reeds meer dan de helft van de Wieringermeer bemonsterd en gedeeltelijk in kaart gebracht (n.1. van de polderafdeeling I, II en III West). De eerste polderafdeeling blijkt voor verreweg het grootste gedeelte aan de oppervlakte uit zandgrond te bestaan. De dikte dezer zandlaag is zeer verschil lend, er onder zit veelal klei. Een klein percentage van de bouwvoor dezer af deeling bestaat uit klei en zavel, terwijl op een paar strooken aan de oppervlakte veen is aangetroffen. De tweede polderafdeeling bestaat grootendeels uit kleigrond. Verder heeft een uitgebreid onderzoek plaats ge had naar de intensiteit, waarmee de Wieringermeer- gronden ontwaterd moeten worden. Dit onderzoek heeft bestaan in het slaan en controleeren van grond waterstandsbuizen, het verrichten van doorlaatbaar heids-, luchtcapaciteits- en volumegewichtsbepalin- gen in Wieringermeer -gronden en zooveel mogelijk daarmee te vergelijken oudere gronden, waar van het effect van een bepaalde ontwatering bekend was (Groninger kwelderpoldcrs. Waard- en Groet polder). Om het inzicht in deze vraagstukken te vergroo- ten, werd bij Nieuwesluis een proefveld aan geleerd om de uitwerking te controleeren van een begreppeling op verschillende afstanden. Ditzelfde heeft plaats op een proefveld van grootere afmetin gen ten N.O. van Kolhorn, waar eveneens het effect van buisdrainage zal worden nagegaan. Dit proefveld wordt tevens dienstbaar gemaakt voor een onderzoek naar de ontzilting bij diverse ontwateringssystemen. Om de mogelijkheid tot inzaaien te beoordeelen en gegevens voor latere inzaaiingen te verkrijgen, wer den op diverse plaatsen in de Wieringermeer monsters genomen en op zoutgehalte onderzocht. Een schema van de in 1931 in de Wieringermeer te verrichten onderzoekingen en aan te leggen proef velden, welke gedeeltelijk op een centraal punt. (proef- boerderij) bijeen zullen worden gebracht, is in studie, zoodat daaromtrent in dit stadium nog geen nadere mededeelingen kunnen worden verstrekt. Door kennisname van de resultaten der onderzoe kingen in den proefpolder nabij Andijk, wordt bereikt, dat het daar verzamelde belangrijke materiaal dienstbaar wordt gemaakt aan het geven van leiding bij het in cultuur brengen van de Wie- ringermcer-gronden. II. Het karteeringswerk heeft ten doel van alle kavels der drooggevallen gronden al die gege vens overzichtelijk bijeen te brengen, welke voor een beoordeeling van de landbouwkundige waarde er van gewcnscht worden geacht. Zoo dient van iedere kavel bekend te zijn, wan ten zooveel mogelijk bekendheid moet en zal worden gegeven aan de ervaringen in proefpolder en Wie- ringemieerpolder verkregen, om de landbouwers op te wekken zich op deze jonge gronden te vestigen, terwijl het voortgezet onderzoek op de proefboerderij en de demonstratiebedrijven in de Wieringermeer dienstbaar zal worden gemaakt om de cultuur hier, ook in de eerste moeilijke jaren, zoo rationeel mo gelijk te doen zijn. B. De Cultuurtechnische Afdeeling. Het lid onzer Directie, met deze Afdeeling heiast, wordt in zijn taak bijgestaan door een Inspecteur, speciaal voor den buitendienst aangewezen. Einde April 1930 namen de voorbereidende werk zaamheden een aanvang. De bemoeiingen, tot deze Afdeeling behoorrnde, kunnen in een viertal hoofdrubrieken worden samen gevat, t.w.: Ie. Arbeidskrachten en Arbeidsvoorwaarden; 2e. Beproeving en aanschaffing van machines, werk tuigen, gereedschappen en materialen; 3e. Voorziening van gras- en klaverzaden, kunst- mststoffen, enz.; 4e. Uitvoering der werkzaamheden. Ie. Arbeidskrachten en Arbeidsvoor- w aa^de n. Bij den opzet van deze afdeeling is het beginsel aangenomen het aantal Rijksambtenaren tot een mi nimum te beperken. Eensdeels was dit te bereiken door de leiding bij de uitvoering der werkzaamhe den, volgens aanwijzing en onder oppertoezicht der Directie, op te dragen aan goed bekend staande Ont ginningsmaatschappijen en of op dit gebied werken de Ingenieursbureaux, anderdeels dor- aanbesteding van daarvoor in aanmerking komende werken. Zoo werd bereids een overeenkomst met de Ned. Heidemaatschappij aangegaan, terwijl o.a. het be- kleien van de Kooltuinen (250 H.A.) door middel van neer de kavelslooten gegraven zijn, wanneer de be greppeling heeft plaats gehad, de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek van de ter plaatse ge nomen grondmonsters, waaruit kan worden nage gaan of en wanneer eventueel tot inzaaien kan wor den overgegaan, bijzonderheden omtrent ligging en de terreinsgesteldheid (structuur, doorlaatbaarheid etc.) in het algemeen dus al die gegevens, welke voor den grondgebruiker van belang geacht kunnen wor den. III. De classificatie der gronden be oogt aan de hand van de karteeringsgegevens een uitspraak te doen of een bepaalde kavel (of gedeelte ervan) tot de klasse A, B of C behoort. Voor elk dezer klassen dient een norm te worden vastgesteld, waarvoor de tot deze groepen behoorendc gronden voor een pachttermijn aan practische landbouwers ter beschikking kunnen worden gesteld. IV. Voorlichting der kolonisten. Het spreekt voor zich, dat door publicaties en voordrach-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 17