Alicmici Hitus- lJefiA>ajc(&ó oQmge (ReAcfaLLCfyeé Mmiutii- luMiii. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Het water wast! KINfi LIEFDE LAAT ZICH NIET D00DEN! Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. KEG's THEE PLAATJES-ALBUM "EEN VACANTIE-REIS LANGS DEN RIJN" C. KEG's GROOTHANDEL.. V. - ZAANDAM ïsioo Donderdag 27 November 1930. SCHAGER 73ste Jaargang No. 8773 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiên nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No, 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden nnar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. De oude vijand kruipt weer aan, Om Neerland te bespringen, En de bescherming van ons land Brutaal opzij te dringen. Hij beukt de kaden dag en nacht, De sluizen en de dijken, En stelt zijn overwinningseisch: Te breken en te wijken! De stormwind is zijn bondgenoot, Die met verwoede vlagen, Steeds tot een nieuwen aanval klaar, Munitie aan komt dragen, Die raast langs 't vlakke polderland, En de verdronken huizen, Om met een bulderend 'alarm Steeds verder voort te suizen. Nu waken in den donk'ren nacht De angstige gezinnen, Het vee loeit klaag'lijk in den stal, Het water stroomt naar binnen! En rondom woelt een grijze zee, Vol van verbeten dreigen, Omdat men zoo verlaten wacht, En hulp niet is te krijgen! Maar Nederland staat op de bres, Er is alarm geblazen, We zijn op tegenweer bedacht, Hoe ook de storm moog' razen! Want onze mannen staan op post, Die werken en die weten, Die spieden langs het watervlak, En nooit hun plicht vergeten! Het water wast, de nood vangt aan Voor heel veel „kleine luiden", Nu gaat er ook voor hun bestaan De bange alarmklok luiden! Nu worst'len ze om hun bezit, Dat ruw wordt afgenomen, Vernietigd in 't verdronken land, En nooit terug zal komen! Staat dan, o Neerland, op de bres, Verdedigt Uwe dijken, Het water wast, ge kent Uw plicht, Dan weet ge van geen wijken! Maar ook, vergeet de tobbers niet, De tranen, die er blonken, Omdat in dezen watervloed Hun welvaart is verdronken! November 1930. (Nadruk verboden.) KROES. PEPERMUNT Het beste dagelijksche middel ter opwekking en verfrisschmg. FEUILLETON Uit het Engelsch van L. G. MO BE RLY. HOOFDSTUK XIV. De tijdelijke secretaresse. „Dat spijt mij. Ik had er vast op gerekend, dat u mij hier, in een tehuis voor studeerende meisjes, van dienst zoudt kunnen zijn. Dat hadden ze ook In het hotel gezegd." Er klonk groote teleurstelling in Henry Drake's stem. „Zou niemand van Uw meisjes mij kunnen hel pen?" Juffrouw Maltland, de directrice van het tehuis, glimlachte. Het flinke, sympathieke gezicht van haar bezoeker stond haar aan en ze vond het jammer om hem te moeten teleurstellen. „Kjjkt U eens," antwoordde zij. „Wij geven alleen maar huisvesting aan studeerende jongedames, maar het is in 't algemeen niet onze taak om bemiddeling te verleenen bij het zoeken naar werk, daar zijn andere instellingen voor. Maar wacht u eens," viel ze zichzelf in de rede er schoot haar iets door het hoofd en ze zou het prettig vinden als ze den aardigen, ouden Australiër met zijn vriendelijk gezicht tóch nog zou kunnen helpen „Ik weet natuurlijk niet," ging zij voort, ..of zij het zou willen doen, maar wij hebben hier een meisje, dat een paar dagen geleden voor haar examen geslaagd is en misschien heeft die wel lust om een tijdelijke betrekking te aanvaarden." „Zoudt u het direct kunnen vragen? Zooals Ik zeg. het is misschien maar voor een paar weken. Binnen kort verwacht ik een nichtje bij mij, dat me zal kunnen helpen, maar ik heb zooveel correspondentie, dat ik die onmogelijk alleen af kan." „Ik zal eens zien of juffrouw Davidson thuis is. De directrice stond op om de kamer uit te gaan, Zitting van Dinsdag 25 November. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZIJN LAATSTE KANIS VERSPEELD. De zuiderzeewerker Kars de Vr., die op 22 Juli te Wervershoof zekeren D. Wijtsma een steek of snede met een knipmes in het hoofd had toegebracht, was te dier zake op 15 October door de meervoudige strafkamer ver oordeeld bij verstek tot gevangenisstraf, nadat de heer officier niet minder dan 1 jaar gev. had gevorderd, was tegen dit vonnis in verzet gekomen. Het bleek echter dat de opposant toen zijn zaak werd uitgeroepen, wederom niet aanwezig was, zoodat het verzet vervallen werd ver klaard en de opgeroepen getuigen konden afzwaaien. WIE NIET STERK IS MOET SLIM ZIJN. De heer Jac. Ed. Anth. R., 'n 35-jarig reiziger, gedeti neerd te Haarlem uit anderen hoofde, werd met zorg binnengeleid door twee rijkspolities om terecht te staan ter zake oplichting van den caféhouder H. A. v. d. Peet te Heiloo voor het niet al te kolosale bedrag van 6 gul den. Gemelde heer R. verscheen op 4 September in het café van dezen caféhouder en verhaalde aan hem en diens vrouw, dat de vrachtrijder J. W. Stremming, aan het echtpaar zeer goed bekend, pech had gehad met zijn vrachtauto en nu om 6 of 7 gulden verlegen was. Op de vraag van den heer v. d. Peet, waarom deze zelf niet kwam, antwoordde de heer ^R. vaardig, dat deze mo menteel geen tijd en het te druk had met overladen. Moeder de vrouw, als 'n voorzichtige Eva, had weinig lust dit geld aan den bezoeker af te geven, doch de ca féhouder toonde zich coulanter en zei: „Ben je bedon derd, je moet iemand helpen, en stelde het bedrag aan den heer R. ter hand, maar had later weinig reden zich met die menschlievendheid geluk te wenschen. In de eerste plaats omdat hij zooals nader bleek met een op lichter te doen had en zijn 6 pop kwijt was, in de tweede plaats met betrekking tot de gerechtvaardigde critielc, die zijn ega hem vermoedelijk later niet gespaard zal hebben. De heer R., deswege ondervraagd, gaf als motief voor zijn oneerlijke handeling op, dat niet Stremming, doch hij zelf in nood zat. De heer J. W. Stremming, transporteur te Haarlem, kende den verdachte omdat hij dien wel eens had ver huisd. Toevallig wist deze heer, dat Stremming ook den caféhouder v. d. Peet kende, uithoofde hij daar wel eens opstak. Van deze wetenschap had verdachte dus blijk baar een dankbaar en practisch gebruik gemaakt. De verdachte beweerde ook de bedoeling te hebben gehad het geld aan den heer Stremming ter hand te stellen, doch de president, mr. Ledeboer, beduidde hem, dat het toch op zijn weg had gelegen om het geleende geld, waarvoor Stremming hem geen opdracht had ge geven, aan den heer v. d. Peet terug te geven. Zij het dan om zijn figuur te redden, quasi uit naam van den heer Stremming. De verdachte, die door de rechtbank te Haarlem be reids voorwaardelijk was veroordeeld, had de bijzondere voorwaarden zeer ruimschoots overtreden en was dus deze straf op hem ten uitvoer gelegd. Ook toen was verdachte wegens oplichting veroordeeld Het beste St.-NICOLAAS- CADEAUTJE DOOR C. JOH. KIEVIET Daar hebben de kinderen het geheeie jaar pleizier van. Franco toezending binnen 1 dag na ontvangst van 75 cent of verkrijgbaar bij Uw Winkelier en kende dus blijkbaar Ijet klappen van de zweep. De heer officier achtte het ten laste gelegde, oplichting met gebruikmaking van bedriegelijke voorwendsels en listige kunstgrepen, wettig en overtuigend bewezen. Door eigen schuld was verdachte, daartoe ijverig aangespoord door het drankduiveltje, aan lager wal geraakt. Hij had het vroeger goed, zelfs meer dan goed. De psychiater Dr. Wiersma noemde hem als gevolg van drankmisbruik geestelijk en lichamelijk invalide en niet geheel toerekeningsvatbaar. Zonder noemenswaardig gunstig resultaat was h(j als drankzuchtige al eens ver pleegd in de bekende inrichting „Hoog Hullen" De oflcier requireerde in verband met deze gegevens 14 dagen gevangenisstraf en voorts ter beschikking stel ling der regeering. Uitspraak a.s. week. De verdachte wenschte voor de uitspraak niet terug te komen en werd, eerlijk gezegd, daartoe niet krachtig geanimeerd. ONREGELMATIGHEDEN OP HET KANTOOR VAN DEN ONTVANGER DER REGISTRATIE TE HOORN. De geschorste rijksklerk ter Registratie en Domei nen te Hoorn, de 26-jarige Anth. Jan B., belast met het houden van de kas, had zich in die kwaliteit schijn baar geen testimonium van betrouwbaarheid verschaft, wat mocht blijken uit het niet aanbevelenswaardige feit, dat hij heden als verdachte verscheen voor de meervoudige strafkamer, om zich te verantwoorlen we gens verschillende verduisteringen in 't geheel bedra gende f 530, welke geldsommen hij ziich kon toeëigenen door vervalsohing en onjuiste boeking In het kasboek. Zoo boekte hij onder meer verschillende bedragen, door notarissen gestort in zijn handen met lagere cij fers. ten einde zijn niet sluitende kas sluitend te maken. De verdachte beweerde, ook na een langdurig ver hoor, niet te kunnen verklaren, hoe het door hem ontdekte tekort in zijn kas, was ontstaan. De moge lijkheid bestond, dat men zijn kas, tijdens een korte afwezigheid b.v, een bezoek aan de W.C., had besto len. De notarissen Koerman, De Boer en Rees hadden op dien dag groote posten betaald. Zij stonden in reke ning-courant met het belastingkantoor. In deze zaak werden een zestal getuigen gehoord, terwijl mr. de Groot als verdediger van verdachte opponeerde. >De verdachte had het tekort, in zijn kas ontdekt, niet medegedeeld aan den inspecteur. De president meende, dat deze kennisgeving op zijn weg had gelegen en hij dit tekort niet door knoeien had moeten bemantelen. Verdachte ontkende daarop geknoeid te hebben. Hij kon de fout niet -vinden en is daarop begonnen de cijfers der ingekomen bedragen te veranderen. Hij zag er ontzettend tegen op, den inspecteur het geval mede te deelen, hoewel hij niet bang voor hem was. Van de zes getuigen, nadat eerst appèl was gehou den, werd eerst gehoord de heer Joole, inspecteur der Registratie te Hoorn, die verklaarde dat bij interne regeling verdachte was aangesteld als kashouder. Kas boek houden was niet officieel voorgeschreven, maar wordt op alle kantoren gebezigd. Getuige had de zaak moeten bespreken met zijn superieuren. Hij was niet verantwoordelijk voor de kas. Reden te meer, meende de president, voor verdachte, indien hij zich onschuldig achtte om zich met zijn su perieur te verstaan. Dat hij zulk echter naliet, pleitte in zijn andeel. De vervalschlng van 19 Mei moest voornamelijk in zijn nadeel gerekend worden. Verdachte heeft nimmer maar bij de deur bleef ze even staan en wendde zich aarzelend tot haar bezoeker: „Neemt U mij niet kwalijk, #maar „Ik begrijp al wat U zeggen wilt," viel hij haar glim lachend in de rede. „U wilt gaarne inlichtingen omtrent mij hebben, nietwaar?" Juffrouw Maitland kreeg een kleur. „Ja, ik hoop dat u het mij ten goede houdt, maar eer lijk gezegd wel. Ik ben niet verantwoord als ék een van onze meisjes een positie laat aanvaarden bij een vreemde," antwoordde zij verlegen. „Ik hoop dat u het niet als bewijs van wantrouwen in uw persoon zult op vatten." „Natuurlijk niet, u hebt volkomen gelijk, dat u uw meisjes niet toevertrouwt aan iemand, die geen refe renties kan geen. Maar u kunt naar mij informeeren bij den predikant van een van de mooiste dorpen van En geland: Dominee Hewetson in Peidethley". De referentie scheen haar volkomen te bevredigen, of schoon ze het adres toch heel zakelijk noteerde. Toen verliet zij de kamer om na enkele minuten in gezel schap van Olive Davidson terug te keeren. „Zooals ik al half en half gedacht had," begon juf frouw Maitland, „wil juffrouw Davidson heel graag de positie van tijdelijke secretaresse bij u aanvaarden, wan neer u haar daarvoor tenminste geschikt acht. want ze is eigenlijk voor socialen arbeid opgeleid, kinder- en armenzorg en dergelijk werk. Maar ze is ook op de hoogte met stenografie en machineschrijven." De Australiër keek het meisje een oogenblik onder zoekend aan, toen glimlachte hij. „Ik ben ervan overtuigd, dat zij geschikt is," verklaar de hij en daarop zich tot Olive wendend: „De vraag is nu maar of een dergelijk werk u aan staat?" „Het lijkt me heel prettig om een poosje administratief werk te hebben," antwoordde zij. „Ik ben enkele dagen geleden voor mijn examen geslaagd en ik denk dat Ik er in nrtjn definitieve werkkring een heeleboel aan zal heb ben, als ik wat kantoorroutine opdoe. De kwestie is al leen maar," voegde zij er bescheiden aan toe, „of me neer Drake wat heeft aan zoo'n halfbakken kracht als ik!" „U kunt overtuigd zijn, dat ik niet meer van u zal eischen dan u geven kunt," stelde Drake haar op zijn prettigen manier gerust. „U ziet er anders nog al intelli gent uit, dus het loopt heusch wel los, en als juffrouw Maitland het goed vindt, zal ik u nu even in het kort vertellen hoe de vork in de steel zit en waarom ik een secretaresse noodig heb." „Mijn kamer is tot uw beschikking," zei juffrouw Maitland, terwijl zij opstond. „Ik heb nog een heeleboel te doen, zoodat u hier ongestoord met juffrouw Davidson kunt praten." „Ik heb iemand noodig," begon meneer Drake, toen hij en Olive rustig in de kamer van de directrice zaten, „die mijn correspondentie kan behandelen, wanneer ik afwezig ben, wat nog al eens gebeurt, Het spreekt van zelf dat ik u van alles op de hoogte zal brengen. En als ik er wel ben, moet u de brieven typen, waarvan ik u de punten opgeef. Verder de correspondentie behoorlijk en ordelijk opbergen, want nu ik er zelf voor zorg ont breekt daar wel eens wat aan. Ik denk dat u daartoe wel in staat bent, niet waar?" Olive knikte. „Ik was al bang, dat u mij beschouwde ais een ervaren particuliere secretaresse," zei zij, „en dat ben ik absoluut niet!" „Ik heb geen ervaren secretaresse noodig, alleen maar een ontwikkelde jongedame, die mij wat werk uit de hand kan nemen. Ik ben een paar dagen in Cornwall geweest en u hebt er geen idee van wat een berg brie ven ik bij mijn thuiskomst vond;"ik heb hier een heele boel aangelegenheden in verband met mijn zaken in Australië af te wikkelen een bezoek aan Engeland is zoo'n zeldzaamheid, dat ik daar alles uit moet halen, wat daar uit te haien is. En over een paar dagen moet ik weer op reis om een nichtje van mij op te zoeken tenminste, ik hoop, dat ik haar vind." „Bent u daar niet zeker van?" „Neen. Daar kéh ik niet zeker van zijn, omdat ik haar absoluut niet ken. Het is heel goed mogelijk, dat er méér dan een meisje bestaat, dat Prudence Campbell heet." „Prudence Campbell wat een aardige naam!" „Ze is een dochter van mijn zuster, die in Engeland getrouwd is en die ik sinds jaren uit het oog verloren heb. Overal heb ik vergeefs naar haar gezocht en toe vallig hoorde ik eenige dagen geleden, bij de familie waar ik in Cornwall logeerde, over een meisje, dat Prudence Campbell heet. Nu wil Ik onderzoeken of deze juffrouw Campbell mijn nichtje is." „Het lijkt wel iets uit een roman," riep Olive geïnte resseerd. „Ik hoop voor u. dat 't werkelijk blijkt uw nichtje te zijn. Wat zal zij blij zijn. Ik zou het tenminste heerlijk vinden, als ik plotseling bezoek kreeg van een of anderen oom!" „Ik hoop, dat ze blij zal zijn. Ik zal tenminste mijn best doen om haar blij te maken! Maar komaan, ik heb het veel te druk om hier mijn tijd te verpraten. Ik zou het prettig vinden wanneer u vanmiddag al bij mij in mijn hotel zoudt willen komen om mij door mijn corres pondentie heen tc helpen. Olive voldeed gaarne aan den wensch van meneer Drake, wiens eenvoud en vriendelijkheid een prettigen indruk op haar gemaakt had en nog dienzelfden middag zat zij voor het schrijfbureau in zijn privé-zitkamer. Een stapel brieven lag voor haar en haar nieuwe chef nam ze een voor een op. schreef een paar woorden onder eiken brief en gaf er een mondelinge toelichting bij. Toen hij op deze wijze zijn post behandeld had. moest Olive de correspondentie zelfstandig beantwoorden. Zij werkte een uurtje aan de schrijfmachine door .zonder Henry Drake, die zelf aan de middentafel was gaan zitten en blijkbaar zijn financieele administratie bijhield, met vragen lastig te vallen. Eindelijk stond hij op, en keek eenige van de brieven in, die Olive geschreven had. Hij knikte goedkeurend en zei toen met een warme klank in zijn stem: „Keurig hoor! U begrijpt de dingen vlug en wat werkt u netjes. Als u nog een klein beetje meer op de hoogte bent, durf ik best een paar dagen mijn geheeie correspondente aan u over te laten. Ik wil zoo gauw mogelijk naar Marohmere en ik weet niet zeker of ik den zelfden dag nog kan komen dat hangt ervan af of ik mijn nichtje daar vindt of niet." „Marchmere?" herhaalde Olive. „Gaat u naar March- mere?" „Ja. Waarom vraagt u dat zoo extra-belangstellend? Bent u daar misschien bekend?" „Neen," Olive's stem trilde even, „ik ben er nooit ge weest, maar lk heb er veel van gehoord. Daar is toch oen paar maanden geleden dat vreeselijke spoorwegongeluk gebeurd! Of was u toen nog niet in Engeland?" „Ik heb er wel van gehoord het was luist een paar dagen voor mijn aankomst. Maar zijn er kennissen van u bij de ramp omgekomen, dat de naam Marchmere u zoo opwindt?" „Ja, een nichtje van mij is bij het ongeluk gedood." de tranen schoten Olive in de oogen „ze woonde bij ons in huis en we hielden zooveelvan elkaar." „Wat vreeselijk," antwoordde 'de goedhartige man vol medelijden," het spijt mij heel erg dat ik door den naam Marchmere te noemen, zulke droevige herinneringen bij u heb opgewekt Maar tusschen haakjes, viel hij zich zelf in de rede, „nu u het over dat spoorwegongeluk hebt, schiet het mij te binnen, dat mevrouw Hewetson, de dame, bij wie ik in Cornwall logeerde, Prudence Campbell kende, doordat haar broer meneer Dane een schilder die in Marchmere woont, het meisje, dat ook in den verongelukten trein zat, en gered werd, bij zich op genomen heeft Ik hoop nu maar, dat deze Prudence Campbell, Inderdaad zal blijken mijn nichtje te zijn het kan best wéér een verkeerd spoor zijn. Maar toch ik heb zoo'n voorgevoel van niet Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1