Onze SIKI NICOLAASTAFEL
FIRMA RUS,
Het hooge water.
PROVINCIALE STATEN
VAN NOORDHOLLAND.
Luxe Doozen
Chocoladeletters
Bonbons enz.,
Overname Trambaan
S c h a g e n—W o g n u m.
Voorstellen
ran Gedeputeerde Staten.
Zonderlinge aanyal op damesmantels.
Noodtoestand aan het Kurische Haff.
uitgevoerd, en dient zelf een motie in, om in het te-
gcnwoordige bezoldingsstelsel een regeling in te voe
gen voor onderwijzer-kloosterlingen.
De heer Ter Laan (s.d.) vraagt een ruim beurzen
stelsel voor arbeiderskinderen, die gymnasium
of hoogere handelsscholen wenschen te bezoeken,
waarbij zij met een gemeente-auto moeten gehaald en
gebracht worden.
De heer Lingbeek (Herv. Ger.) verdedigt zijn motie
over de onderwijzers-kloosterlingen.
De heer Ketelaar (v.d.) bespreekt het salaris der
jonge onderwijzers en vergelijkt dat met dat van een
stratenmaker en een dienstmeisje, wier inkomen be
langrijk hooger zijn.
De heer Tilanus (r.k.) verklaart zich een voorstan
der van de pacificatie commissie-Bos en spr. geeft de
regeering in overweging om wat de motie Lingbeek
over de kloosterlingen vraagt, te overwegen. Spr.
stemt niet voor moties, en vreest daar steeds een po
litiek addertje onder.
De heer Zadelhoff (s.d.) houdt eveneens een warm
betoog voor betere salarieering der onderwijzers. Als
men op dezen weg doorgaat, zal met het peil der
onderwijzers ook dat van het onderwijs zelf dalen.
Verder is nog gedebatteerd over de spellings
kwestie.
De heer K. ter Laan (s.d.) besprak het werkplan
van den minister en vroeg kleine klassen, achtste
leerjaar, afschaffing landbouwverlof en nog meer
oude en nieuwe wenschen.
De heer De Boer en ook de heer Duymaer van
Twist (a.r.) vroegen een goede regeling van het on
derwijs voor schipperskinderen.
De heer v. Dijk (a.r.) sprak over het verschil in
.schrijfwijze van verschillende aardrijkskundige na
men, terwijl de heer Gerhard (s.d.) opkwam voor de
lichamelijke opvoeding en de moderne opvoedkun
dige inzichten.
De heer Ketelaar (v.d.) verweet den minister nog
dat hij te lang overweegt en spr. wees toen op de
regeling van het voorbereidend onderwijs.
De heer Prof. Visscher (a.r.) drong aan op ver
sobering van het onderwijs en meende dat aan de ver
snippering een eind moest worden gemaakt. Spr.
meende dat de minister moest nagaan of bij de stich
ting van nieuwe scholen wel kan worden gesproken
steeds van een verschil in levensbeginselen? Spr.
wilde paal en perk stellen aan de splijtzwam. De
herziening der onderwijswetten zouden een ingrijpen
de bezuiniging geven.
Daarna verdaging der vergadering.
In de voortgezette zitting van Woensdag voerde de
heer Spier (a.r.) nog het woord o.m. over de wegen-
voorziening en dringt aan om bij de nieuwe wegen
het slipgevaar tot een minimum te beperken. Het
snelverkeer mag geen moeilijkheden ondervinden.
Mevr. Van Zelm (comm.) valt in hoofdzaak de
heer Asscher aan en de S.D.A.P., met gevolg dat de
vergadering wat rumoerig wordt en de voorzitter tel
kens om stilte moet hameren.
De heer J. J. de Vries (r.k.) spreekt over werkeloos
heid en ontkent wat mevr. Van Zelm zeide, dat er
voor de werkeloozen niets wordt gedaan. Spr. dringt
er op aan om als de gemeentebesturen steun voor
de werkeloosheid vragen, deze onverkort te geven.
De heer Korff (v.b.) stelt aan Ged. Staten eenige
vragen en meent dat als de Prov. Bedrijven goed
gaan, niet mag worden vergeten dat het monopo
listische bedrijven zijn.
De heer Wijnkoop (comm.) sluit zich in een opge
wonden betoog bij het gesprokene van mevr. Van
Zelm aan, vertelt hoe het er in het nieuwe Rusland
uitziet en wat er nog in onze maatfchappij moet ver
anderen.
De heer Van der Waerden (s.d.) bespreekt de elec-
triciteitsvoorziening ten plattelaride.
De heer Bomans, lid van Ged. Staten, dankt voor de
gunstige beoordeelingen der begrooting en bespreekt
de opmerkingen des heeren Polak betreffende de
progressie der belastingen. Progressie is goed, maar
er moet een grens zijn.
De wenschelijkheid om een kanalenfonds te stich
ten, bestaat er volgens Ged. Staten niet, dat kan niet
op denzelfden grondslag geschieden. Deze uitgaven
moesten uit buitengewoon betaald worden.
Spr. zegt, dat dank de reserves, de toestand niet
ongunstig is. Wij behoeven ons niet ongerust te ma
ken, dank zij de voorzichtigheid van Ged. Staten.
Alleen die uitgaven zullen worden gedaan die
strikt noodzakelijk zijn en rekenen daarbij op het
gezond verstand der Staten.
De heer Buch. lid van Ged. Staten, bespreekt de
provinciale bedrijven en de gevraagde tariefsverla
ging. Een verlaging der tarieven is nog niet gewet
tigd, hoewel de winsten over 1929 hooger zijn dan
die van 1928. Er is nog achterstand in afschrijving,
en daar moet eerst aan gedacht worden, vooral nu
6lechte tijden in zicht zijn. Volgens den heer Hooy
zou tariefsverlaging spoedig mogelijk zijn, maar spr.
betwijfelt dit; hij geeft echter de verzekering, dat
daartoe zal worden overgegaan, zoo spoedig als mo
gelijk is.
Dat het P.E.N. een monopolie heeft, is niet juist;
de concurrentie van den ruw-olie-motor is sterk en
er moet soms lang over de prijzen van stroomlevering
worden geconfereerd. Het gaat zelfs zoo ver, dat men
de motoren cadeau geeft om de olie maar te kun
nen verkoopen. Ged. Staten staan nog steeds op het
standpunt, dat de provinciale bedrijven geen winst
mogen maken. Spr. persoonlijk vindt dit juist het
mooie element in die bedrijven; maar de reserves
zijn nog niet op normale draagkracht.
Ook wat het Waterleidingbedrijf betreft, komt spr.
tot de conclusie, dat in vergelijking met andrre be
drijven, het water niet duur is. Oppervlaktetarief lijdt
soms tot onevenredige verhoudingen.
Een van de voornaamste aangelegenheden voor het
P.E.N. is de nieuwe centrale. Men heeft daarover
enkele vragen gesteld. Er is ëen tegenvaller bij den
bouw; maar de meeerkosten van f60.000 zijn geen te
genvaller, want men bouwt op den groei. De memo
rie van antwoord is opgesteld den 12en November
en enkele dagen later heeft de directeur van het be
drijf een nadere nota ingediend, waarin hij zegt, dat
het bedrag der kosten wel binnen de raming zal
blijven. Dit is de klare wijn, dien men heeft ge
vraagd.
Spr. deelt voorts mede, dat Hoogovens de eigen cen
trale zal stopzetten, alle gassen zal leveren, en het
P.E.N. zal aan Hoogovens leveren de electrische
energie tegen den kostenden prijs.
Op de vragen over de voldoende capaciteit van
d<- drie prises d'eau van de provincie, antwoordt spr.,
dat deze voor afzienbaren tijd voldoende zijn. Dat
niettemin een onderzoek wordt in uitzicht gesteld
naar de bruikbaarheid van het water in het komende
IJsselmeer, is omdat de wenschelijkheid kan bestaan
na te gaan of de industrie kan worden gediend met
gezuiverd water uit het meer.
Wat de opmerkingen betreft die over het P.E.N.
en de overeenkomsten met gemeenten enz. zijn ge
maakt, zegt spr., dat het gewoonte is bij grootbedrij
ven om tegen de vergadering van de Staten amok
te maken. In 1929 was het dr. Kuipers, die een scher
pe critiek leverde; maar die na spr.'s weerlegging
•niets meer heeft laten hooren. Nu is het de heer
Lommen, wiens critiek spr. weerlegt De tarieven
worden goedgekeurd door den minister, zoodat er al
tijd een waarborg is. En dat weten zij, die niettemin
beweren, dat het bedrijf van zijn positie gebruik
maakt om de kleine bedrijven op te slokken en dan
de tarieven op te drijven.
De heer Michels, lid van Ged. Staten, merkt naar
aanleiding van hetgeen over de malaria-bestrijding
Bakkerij „DE ZEEUW".
biedt U alle soorten
van de bekende merken
„Droste" en „Rademakers".
Doet tijdig Uwe bestellingen.
is gezegd op, dat dit is een zaak van het Rijk. Ove
rigens vraagt spr., waaruit toch blijkt, dat de mala
ria-commissie meer geld noodig heeft.
Spr. is van meening, dat er voordeelcn verbon
den zijn aan het zenden van kinderen naar gezinnen
en nadeelen aan het zenden naar koloniehuizen. Hij
kan zich dan ook met de op de gezinsverzorging ge
oefende critiek niet verecnigen.
Vervolgens bespreekt de heer Michels den school-
artsendienst. Er zijn besprekingen gevoerd met ver
tegenwoordigers van gemeentebesturen, waarbij de
mogelijkheid is geopperd de provincie in districten te
verdeelon en voor elk district twee schoolartsen aan
te wijzen. Hierbij zijn bezwaren ingekomen van den
bisschop van Haarlem, die een bepaald getal R.K.
schoolartsen wenschte. Intusschen is men nog niet
tot een resultaat gekomen; men kan de gemeenten
ten slotte niet dwingen.
Er is in de motie-Sajet, het vorige jaar door de
Staten aangenomen, ook aangedrongen op het bevor
deren van de instelling van gezondheidsdiensten.
Spr. meent echter, dat dit onderwerp eerst moet blij
ven rusten, zoolang de schoolartsendienst niet ge
regeld is.
Voorts betoogt spr., dat Ged. Staten aan art. 33 van
de Armenwet niet de bevoegdheid kunnen ontleenen
om gemeenten tot steunvcrleening, in dit geval voor
uitzending naar sanatoria, te dwingen.
Als van de 3200 sanatorium-plaatsen, die wij in
het land hebben, Noordholland er 30 opeischt, be
wijst dit dat deze provincie in elk geval niet ten ach
ter is. De wijziging zou hierin moeten worden ge
zocht, dat de provincie niet meer geld geeft, maar
dat de kleine gemeenten meer in staat worden ge
steld tot werk op dit gebied.
De heer Kooiman, lid van Ged. Staten, zegt dat Ged
Staten gaarne zullen overwegen om belangrijke voor
dracht al in te dienen bij de begrooting. Dit is nu
al, dank zij groote krachtsinspanning kunnen ge
schieden.
Er is critiek geoefend op het talmen bij de uitvoe
ring van de strandhoofden bij Camperduin. Ged. Sta
ten zijn het met de critiek eens en zij zullen nog trach
ten een spoediger uitvoering te bevorderen. Spr. wii
alleen nog meedeelen, dat het Hoogheemraadschap
N.-Hollands Noorderkwartier hier niet schuldig is.
Er is gevraagd om spoed bij de uitvoering van de
wegenverbetering. Het zal zoo vlug gaan als mogelijk
is, maar men moet ook hierbij oppassen de maximum
snelheid niet te overschrijden.
De heeren Luden en Reinalda hebben gevraagd die
wegen het eerst aan te leggen, waar het drukste ver
keer is. Ged. Staten zullen daarmee rekening hou
den; maar men moet xvel in het oog hoyden, dat ver
schillende wegen tegelijk worden aangevat en dat dan
die het eerst gereed komen, waarbij de minste moei
lijkheden, in verband met onteigening enz., worden
ondervonden.
De heer Verschure, lid van Ged. Staten, bespreekt
de opmerkingen over de prov. ziekenhuizen gemaakt.
Spr. herhaalt in hoofdzaak wat in de Memorie van
Antwoord over de opheffing van het ziekenhuis te
Medemhlik en den bouw van een ziekenhuis in het
Gooi is gezegd.
De voorzitter merkte op, dat de heer Bruch reeds
op de vraag ten aanzien van de progressieve heffing,
door den heer Polak gesteld, heeft geantwoord. Spr.
wilde echter nog op grond van de wet aantoonen de
onmogelijkheid van progressieve heffing op andere
belastingen dan waarop zij reeds geschiedt. Op grond
van het bepaalde in de gemeentewet en de Prov. Wet
kwam spr. tot de conclusie dat het uitgesloten is
nieuwe progressieve heffingen in te voeren.
De begrooting werd hierna z.h.s. aangenomen.
Vervolgens werden aangenomen de begrootingen
van de bedrijven en de ziekenhuizen.
Er zullen dus worden geheven 11 opc. op de ink.
belasting en 11 opc. op de vermogensbelasting.
De vergadering wordt verdagad tot 2 December a.s.
Over den aankoop van de oude trambaan Schagen-—
Wognum voor zoover deze niet in gebruik is van de
tram SchagenEwijcksiuls schrijven Ged. Staten het
volgende:
Onder dagteekenlng van 1 Februari 1930 deelde de Di
rectie van de Nederlandsche Spoorwegen aan Ged. Sta
ten van Noordholland mede. dat ln verband met de sta
king van de exploitatie van den tramweg SchagenWog
num na wegruiming van den bovenbouw tot vervreem
ding van de trambaan zelve met uitzondering van hot
gedeelte, dat ten behoeve van den tramweg Schagen—
Van Ewijcksluis in exploitatie moet blijven, kon worden
overgegaan, en werd hun de vraag gesteld of de provin
cie, met het oog op wegenaanleg, op overneming van de
bedoelde trambaan prijs stelde.
Ged. Staten hebben omtrent bedoelde vraag van de
Spoorwegen het advies ingewonnen van den Hoofdinge
nieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat, die na
een ter plaatse Ingesteld onderzoek, mededeelde, dat het
tusschen Wognum en Opmeer gelegen gedeelte van de
trambaan ter lengte van ongeveer 7.6 K.M. met vrucht
voor wegenaanleg zou kunnen worden gebruikt en wel
voor den ontworpen provincialen weg Niedorper Ver
laat—Wognum.
De richting langs de trambaan, welke tusSchen twee
dicht bevolkte streken loopt, n.1. de kommen van Wog
num, Wadway en Spanbroek eenerzijds en die van Sij-
bekarspel en Opmeer anderzijds zou uit een verkeersoog-
punt alleszins aanbeveling verdienen.
In verband met voormeld advies van den Hoofdinge
nieur-Directeur, wiens opvatting ter zake door Ged. Sta
ten werd gedeeld, hebben Ged. St voornoemden hoofd
ambtenaar gemachtigd omtrent de overneming van het
bedoelde gedeelte van de trambaan onderhandelingen
met de Spoorwegen te voeren. Bij deze onderhandelingen
bleek dat de Spoorwegen slechts dan tot verkoop van de
trambaan wenschten over te gaan, indien de gemeenten
en waterschappen, welker aandeelen in de West-Frie-
sche Stoomtramweg Maatschappij ln 1908 in rentelooze
voorschotten voor de lijn Schagen—Wognum zijn omge
zet, bereid gevonden worden met gedeeltelijke terugbe
taling van hunne voorschotten, welke krachtens de voor
waarden van de ln voornoemd jaar gesloten overeen
komst bij verkoop van den spoorweg in eens opvorder-
baar worden, genoegen te nemen, en wel voor zoodanig
gedeelte als met het voor de trambaan te ontvangen
bedrag mogelijk zoude zijn.
De Spoorwegen wenschen n.1. na al het verlies, dat zij
op de lijn SchagenWognum geleden hebben, niet nog
bovendien een bedrag tot aflossing van bedoelde rente
looze voorschotten uit hun eigen middelen beschikbaar
te stellen.
Het gevolg van bovenbedoeld standpunt van de Ne
derlandsche Spoorwegen is, dat de grootte van het
percentage, hetwelk voornoemde gemeenten en water
schappen op hun voorschot zullen krijgen terugbetaald,
practisoh afhankelijk werd gesteld van het bedrag, het
welk de provincie voor de trambaan zoude betalen.
Deze omstandigheid mocht echter, naar de meening
van Ged., geen rol spelen bij de bepaling van het be
drag, hetwelk van provinciewege voor de trambaan
zou kunnen worden betaald, en bij de vaststelling van
dat bedrag mocht slechts rekening gehouden worden
met het belang, hetwelk het verkrijgen van de bedoelde
.3aan voor den wegenaanleg beteekenL
Rekenend met dit belang, zijn wij tot de overtuiging
gekomen, dat van provinciewege voor de trambaan een
bedrag zou kunnen worden betaald van f 54.500 voor
welk bedrag de bedoelde baan dan over haar volle
lengte zijnde pl.m. 20 K.M. zou moeten worden
beschikbaar gesteld. De Nederlandsche Spoorwegen ge
ven er n.1. de voorkeur aan om de trambaan in haar
geheel over te dragen en ook verdient het aanbeve
ling, dat het gedeelte van de trambaan, dat niet voor
den aanleg van den genoemden provincialen weg zal
dienen, mede ln de overdracht aan de provincie worde
begrepen; de provincie kan dan ter zake van dat
baanvak desgewenscht regelingen treffen met gemeen
te- en waterschapsbesturen of particulieren, die daar
over voor eenigerlei doel de beschikking wenschen
te verkrijgen, terwijl mogelijk ook reeds dadelijk bij
het transport een of meer gedeelten daarvan recht
streeks door de Spoorwegen aan zoodanige lichamen of
particulieren zou (den) kunnen worden overgedragen.
Daar er groote waarschijnlijkheid bestaat, dat tus
schen de Nederlandsche Spoorwegen en de bij den
tramweg betrokken gemeenten en waterschappen, wel
ker rentelooze voorschotten, ln totaal f 123.000 bedragen
overeenstemming zal worden bereikt ln zake de ge
deeltelijke terugbetaling van bedoelde voorschotten door
beschikbaarstelling daarvoor van een bedrag van
f 54.500 of mogelijk iets meer, meenen Ged. Staten, ten
einde vertraging ln den wegenaanleg te voorkomen,
reeds thans aan de Staten machtiging te moeten vragen
tot aankoop van de trambaan over te mogen gaan.
Ged. Staten van Noord-Holland stellen aan Prov.
Staten o.m. voor om hen te machtigen f730 uit te
betalen wegens bijdrage aan de Vereeniging Hen-
driclc de Keyser te Amsterdam in de kosten van dc
restauratie van het zoogenaamde „Oude Raadhuisje"
te Schoorl.
Verder Ged. Staten te machtigen ten laste van de
provincie aan te gaan geldleeningen tot zoodanige
nominale bedragen als noodig zullen blijken, om een
een som te verkrijgen ter voldoening o.m. van:
F 40 000 wegens bijdrage aan de gemeente Bergen
ten behoeve van den aankoop van een gedeelte van
het Bergerbosch.
F 30.000 wegens deelneming in het aandeelenkapi
taal der N.V. ter bestrijding van de werkloosheid in
Noordholland.
F 600.000 wegens kosten van uitvoering van het
Westfriesche kanalenplan. en van de verbetering
van den vaarweg over het Alkmaardermeer.
En te bepalen, dat deze leeningen zullen worden
aangegaan tegen een reëele rente van ten hoogste 5
pet. 's jaars.
Dwlgende dijkdoorbraak bij Loblth. Met
man en macht gewerkt om te trachten een
ramp te voorkomen.
Gistermorgen werd uit Lobith ,(het punt waar de Rijn
ons land binnenstroomt,) gemeld:
De was van den Rijn houdt nog steeds aan. De groote
bandtjk tusschen Lobith en Spijk, aan de Neder*-1 ndsche
zijde, die over een lengte van 25 Meter is verz? staat
op het punt om door te breken. Men is in allerijl bezig
de ontstane gaten zooveel mogelijk te stoppen. De bewo
ners zijn voor het dreigende gevaar gewaarsohuwd.
Omtrent de dreigende dijkdoorbraak aan de Neder-
l&ndsch-Duitsche grens wordt nog het volgende uit Lo
bith d.d. gister geseind:
In den dijk dicht bij den neutralen weg langs de
Dultsch-Nederlandsche grens is ln den afgcloopen nacht
een ernstige verzakking geconstateerd. Op verschillende
plaatsen begon de dijk te scheuren en een doorbraak
dreigde.
Onmiddelijk nadat vannacht de burgemeester der ge
meente Herwen en Aardt, de heer B. Bruns. was ge
waarschuwd, heeft deze de noodige maatregelen genomen
om te trachten een ramp te voorkomen. Vanmorgen
vroeg heeft de burgemeester te Lobith eenige schepen
gerequireerd om werkvolk naar de bedreigde plaats ln
den dijk te zenden. Ook van Duitsche zijde werd werk
volk gezonden voor de verzakkingen op Duitsch gebied,
waar deze ook optraden aansluitende aan den dijk op
Nederlandsche grondgebied.
De heer Bruns heeft verder vanmorgen alle autoritei
ten in den omtrek, o.a. de gemeentebesturen van de
ln gevaar verkeerende plaatsen, gewaarsohuwd.
Intusschen wordt met man en macht aan den dijk ge
werkt om de dreigende doorbraak te voorkomen. Naar
de burgemeester zeide is het „een dubbeltje op z'n kant
of het zal lukken.
Het gevaar gekeerd?
Liet de toestand van den bandijk van den Rijn nabij
de Duitsche grens zich hedenmorgen vroeg zeer dreigend
aanzien, hedenmiddag tegen één uur had men een goede
hoop, het gevaar te kunnen keeren, aldus meldde V.D.
gister ln den namiddag.
De plaats van de dreigende doorbraak ls zeer moeilijk
te bereiken, daar ten gevolge van den hoogen waterstand
de geheele omgeving van Lobith onder water staat De
's-Gravenwaard is geheel volgeloopen en dlentengevolgo
ls de directe verbinding van Lobith naar Spijk verbro
ken. Met donderend geweld stroomt het water door den
Ouden-Rijn-mond en om op de plaats van het gevaar te
komen, moet men of over Emmerik reizen, of tegen den
sterken stroom op. per boot naar de Duitsche grens va
ren. De gevaarlijke plek is gelegen tusschen de Dultsch-
Nederlandsche grens en de Hollandsch-Duitsche steen
fabrieken, die op honderd meter afstand van de grens
zijn gevestigd.
Gebleken is, dat onder den dijk een geweldig kwelgat
was ontstaan, waardoor het water onder den dijk door
stroomde, het dijklichaam aantastte, waardoor tenslotte
een verzakking van ongeveer één meter over een breed
te van 25 meter ls ontstaan.
Eenige honderden arbeiders zijn inderdaad aan het
werk gesteld, gesteund door de brandweeren uit Elten
en Emmerik. Bij de boeren en de overige bevolking uit
de omgeving zijn dekkleeden en zeilen en vooral zakken
gehaald. De zeilen worden aan den onderkant verzwaard
met steenen, langs het dijklichaam aan de rivierzijde
naar beneden gebracht, waarna duizenden zakken zand
daarop worden gebracht Hetzelfde geschiedt aan den
binnenkant van den dijk en men hoopt hierdoor verdere
afbrokkeling van het dijklichaam te voorkomen.
Doordat do dijk ongeveer één meter gezakt ls, is het
kwelgat samen gedrukt, zoodat er tegen den middag
minder water onder den dijk doorstroomde dan heden
morgen vroeg. Naar het bureau van de Ingenieurs ver
namen, bestaat er goede hoop, dat men erin zal alagen
het ergste te voorkomen.
De Rijn valt
Uit Keulen meldt V. D.: Het water van den Rijn valt
thans een halven centimeter per uur.
De toestand te somber Ingezien. Kans op
doorbraak op het oogenblik zeer gering.
De laatste berichten over de dreigende doorbraak bij
Lobith zijn wat geruststellender.
De toestand ls, volgens Ir. Lely, de hoofdingenieur
van den Rijkswaterstaat te Nijmegen, wat al te som
ber ingezien, voor zoover het de gevolgen van een door
braak betreft
Inderdaad, zoo vertelde deze deskundige aan een
medewerker van het „Hsbl." bestond ernstig gevaar
voor doorbraak van den dijk en het beeld van het ver
zakkende dijkvak, waar het water doorheen drong,
terwijl ernstige scheuren zich vertoonden, is wel in
staat groote ongerustheid te verwekken. De meening
van den burgemeester van Herwen en Aardt, dat een
doorbraak catastrophale gevolgen zou hebben, wordt
evenwel door de feiten gelogenstraft.
Het verzakkende dijkgc'eelte is gelegen tusschen de
Duitsohe grens en de Hollandsche steenfabriek bij
Spijk. Op een zwakke plek heeft het kwelwater aan
den voet van den dijk een uitholling veroorzaakt en
dit had tot gevolg dat de dijk over een lengte van on
geveer 20 meter een negentigtal c.M. zakte. Inderdaad
ls dit een ernstig verschijnsel en de kans op doorbraak
was dan ook niet gering.
Om goed te begrijpen wat zou gebeuren, indien de
dijk doorbrak, is het noodig wat dieper op de situatie
ter plaatse ln te gaan. De Lobithsche overlaat, die bij
een bepaalden rivierstand gaat werken, ls gelegen vier
K.M. beneden het bedreigde punt. De Loblthsche over
laat werkt thans reeds eenige dagen over een hoogte
van negentig cM. Het water komt hier ln den Ouden
Rijn en wordt beneden Pannerden weer In den Rijn
terug gevoerd. Bij buitengewoon hoogen rivierstand,
zooals b.v. In 1920, 1924 en 192G het geval was, wordt
bovendien het water door het riviertje de Wild naar
Duitschland teruggevoerd. Het loopt dan langs 's Hee-
renberg naar Emmerik, om deze laatste plaats heen,
om ten slotte bij den stuw van de Kemenade boven
Doetinchem in den Ouden LJsel te komen. In dit ge
val wordt ook het land onmiddellijk benoorden Spijk
onder water gezet Het dorp zelf Is aan deze zijde door
een waterkeerlng beveiligd.
De kwestie is dus deze, dat bij een doorbraak bij
Spijk, daar als het ware een tweede overlaat gevormd
wordt, dus vier KLM. boven de Lobltsche overlaat en
het water zou op dezelfde wijze afgevloeid zijn als zoo
juist omschreven werd, alleen met dit verschil, dat de
bewoners ter plaatse en de steenfabriek getroffen zou
den worden en plaatselijk groote schade zal worden
aangericht. Het is dus volkomen verklaarbaar dat men
met man en mecht het versterkingswerk ter hand nam.
Dit ls met gunstig gevolg bekroond. Duizenden zakken
zond zijn op het bedreigde punt aangebracht en de
dijk ls hierdoor aanzienlijk versterkt
Naar mijn meening, aldus besloot de heer Lely, is
de kans op doorbraak bij den tegenwoordlgen water
stand zeer gering. Mocht het echter daartoe komen,
dan beteekent dit voor de bewoners ter plaatse een
groote schade met veel ongerief, maar van overstroo-
mlng van den Gelderschen Achterhoek zal in geen ge
val sprake zijn. Catastrophale gevolgen zou die door
braak dus niet hebben.
De Beersche Overlaat weTkt nog op volle
krocht
Uit Grave wordt gemeld, dat de Beersche overlaat
over de volle lengte nog met groote kracht werkt. De
Elftweg stond Woensdagavond 85 c.M. onder water.
De stand te Grave was gisteravond 11.08 plus N.A.P.
De verbinding tusschen de door het water ingesloten
dorpen wordt met roeibootjes onderhouden, Uit Gen
nep en omgeving vernemen wij, dat het water nog
steeds wassende is.
Het oude kerkje te Asselt staat ln het water. Men
begint te vreezen dat het, indien het water niet spoe
dig wegvalt, zal Instorten.
In Gennep zelf werken de electrische pomzen dag en
nacht om het stadje watervrij te houden, tot gister
avond met gunstig gevolg. Te St. Agatha zijn eenige
woningen ontruimd.
Uit Noord-Brabant vernemen wij, dat ten gevolge van
de werking van den Beerschen overlaat Oss door het
water is omgeven. Op verschillende plaatsen ls het
water laaggelegen woningen binnengedrongen. Vooral
veel kelders zijn overstroomd.
Een man die met 'n schaar stokken alt
damesmantels knipt.
Dinsdagmiddag tegen zes uur kwamen op het poli
tiebureau in de Warmoesstraat te Amsterdam aan
houdend dames om zich er over te beklagen, dat haar
mantels vernield waren. Inderdaad bleek, dat uit
dezo kleedingstukken met een scherp voorwerp groo
te etukken waren weggesneden. Een rechercheur
ging op aanwijzing der slachtoffers naar het Dam
rak. De dames hadden n.m. de vermeiing van haar
mantels geconstateerd, even nadat zij de Bijenkorf
hadden verlaten Vrij spoedig viel den rechercheur
ern man op, die angstvallig dicht in de buurt van
stilstaande dames ging staan. De rechercheur hield
hem in de gaten en op een moment, waarop hij den
man een knippende beweging zag maken, arresteerde
hij hem. Het was een goede vangst, want op het mo
ment van de arrestatie was de man juist bezig met
een vlijmscherp schaartje een stuk stof uit een da
mesmantel te knippen. Er ontstond op het trottoir
voor de Bijenkorf een geweldig tumult, waarbij voor
al de dames niet bepaald een vriendelijk gezicht te
gen den arrestant trokken. De rechercheur bracht
hem naar het bureau Warmoesstraat, waar hij een
volledige bekentenis aflegde. Het schijnt, dat de man
niet geheel normaal.is. Hij blijft voorloopig in ar
rest. In totaal zijn bij de politie 12 aangiften van ver
nielde damesmantels gedaan. De kniprnaniak is een
38-jarige varensgezel, die zich meestal ophoudt te Am
sterdam en Rotterdam.
Twaalf dooden. Zieken zonder medi
sche hu'.p. Een wanhopige toestand.
Dorp van de buitenwereld afgesloten.
Wolff meldt uit Tilsit:
Het Kurische Haff (een soort zeearm in de Oostzee
kust, ten Oosten van de stad Danzig) is de laatste
dagen door een geweldigen storm, die bijna het ka
rakter van een orkaan had. geteisterd.
Elf visschers hebben daarbij het leven verloren.
Een andere visscher, die zwaar gewond was, is thans
overleden, omdat het onmogelijk was, een dokter te
halen.
Tengevolge van het hooge water wordt de toestand
van de bevolking aan het Haff steeds wanhopiger.
Vooral het plaatsje Inse (aan de kust) is er erg aan
toe. Wegen, weiden en dijken vormen een eindelooze
watervlakte, waardoor elk normaal verkeer met de
buitenwereld is afgesloten.
Dagen geleden reeds is het postverkeer van en naar
Inse gestremd.
Zwaarzieken moeten in dekens en pelzen gewikkeld
per boot onder levensgevaar naar den dichtstbljwo-
nenden dokter worden gebracht. De dooden kunnen
niet begraven worden. Het water staat hoog in de
voor een deel verlaten woningen. De voorraden groen
ten zijn voor het grootste deel door het water of de
plotseling ingetreden vorst vernield. De dijken, wel
ke dit najaar opgehoogd zijn, zijn op verschillende
plaatsen geheel verdwenen.
Hulp is dringend noodig.