Onze SIKI NICOLAASTAFEL FIRMA RUS, Het hooge water. PROVINCIALE STATEN VAN NOORDHOLLAND. Luxe Doozen Chocoladeletters Bonbons enz., Overname Trambaan S c h a g e n—W o g n u m. Voorstellen ran Gedeputeerde Staten. Zonderlinge aanyal op damesmantels. Noodtoestand aan het Kurische Haff. uitgevoerd, en dient zelf een motie in, om in het te- gcnwoordige bezoldingsstelsel een regeling in te voe gen voor onderwijzer-kloosterlingen. De heer Ter Laan (s.d.) vraagt een ruim beurzen stelsel voor arbeiderskinderen, die gymnasium of hoogere handelsscholen wenschen te bezoeken, waarbij zij met een gemeente-auto moeten gehaald en gebracht worden. De heer Lingbeek (Herv. Ger.) verdedigt zijn motie over de onderwijzers-kloosterlingen. De heer Ketelaar (v.d.) bespreekt het salaris der jonge onderwijzers en vergelijkt dat met dat van een stratenmaker en een dienstmeisje, wier inkomen be langrijk hooger zijn. De heer Tilanus (r.k.) verklaart zich een voorstan der van de pacificatie commissie-Bos en spr. geeft de regeering in overweging om wat de motie Lingbeek over de kloosterlingen vraagt, te overwegen. Spr. stemt niet voor moties, en vreest daar steeds een po litiek addertje onder. De heer Zadelhoff (s.d.) houdt eveneens een warm betoog voor betere salarieering der onderwijzers. Als men op dezen weg doorgaat, zal met het peil der onderwijzers ook dat van het onderwijs zelf dalen. Verder is nog gedebatteerd over de spellings kwestie. De heer K. ter Laan (s.d.) besprak het werkplan van den minister en vroeg kleine klassen, achtste leerjaar, afschaffing landbouwverlof en nog meer oude en nieuwe wenschen. De heer De Boer en ook de heer Duymaer van Twist (a.r.) vroegen een goede regeling van het on derwijs voor schipperskinderen. De heer v. Dijk (a.r.) sprak over het verschil in .schrijfwijze van verschillende aardrijkskundige na men, terwijl de heer Gerhard (s.d.) opkwam voor de lichamelijke opvoeding en de moderne opvoedkun dige inzichten. De heer Ketelaar (v.d.) verweet den minister nog dat hij te lang overweegt en spr. wees toen op de regeling van het voorbereidend onderwijs. De heer Prof. Visscher (a.r.) drong aan op ver sobering van het onderwijs en meende dat aan de ver snippering een eind moest worden gemaakt. Spr. meende dat de minister moest nagaan of bij de stich ting van nieuwe scholen wel kan worden gesproken steeds van een verschil in levensbeginselen? Spr. wilde paal en perk stellen aan de splijtzwam. De herziening der onderwijswetten zouden een ingrijpen de bezuiniging geven. Daarna verdaging der vergadering. In de voortgezette zitting van Woensdag voerde de heer Spier (a.r.) nog het woord o.m. over de wegen- voorziening en dringt aan om bij de nieuwe wegen het slipgevaar tot een minimum te beperken. Het snelverkeer mag geen moeilijkheden ondervinden. Mevr. Van Zelm (comm.) valt in hoofdzaak de heer Asscher aan en de S.D.A.P., met gevolg dat de vergadering wat rumoerig wordt en de voorzitter tel kens om stilte moet hameren. De heer J. J. de Vries (r.k.) spreekt over werkeloos heid en ontkent wat mevr. Van Zelm zeide, dat er voor de werkeloozen niets wordt gedaan. Spr. dringt er op aan om als de gemeentebesturen steun voor de werkeloosheid vragen, deze onverkort te geven. De heer Korff (v.b.) stelt aan Ged. Staten eenige vragen en meent dat als de Prov. Bedrijven goed gaan, niet mag worden vergeten dat het monopo listische bedrijven zijn. De heer Wijnkoop (comm.) sluit zich in een opge wonden betoog bij het gesprokene van mevr. Van Zelm aan, vertelt hoe het er in het nieuwe Rusland uitziet en wat er nog in onze maatfchappij moet ver anderen. De heer Van der Waerden (s.d.) bespreekt de elec- triciteitsvoorziening ten plattelaride. De heer Bomans, lid van Ged. Staten, dankt voor de gunstige beoordeelingen der begrooting en bespreekt de opmerkingen des heeren Polak betreffende de progressie der belastingen. Progressie is goed, maar er moet een grens zijn. De wenschelijkheid om een kanalenfonds te stich ten, bestaat er volgens Ged. Staten niet, dat kan niet op denzelfden grondslag geschieden. Deze uitgaven moesten uit buitengewoon betaald worden. Spr. zegt, dat dank de reserves, de toestand niet ongunstig is. Wij behoeven ons niet ongerust te ma ken, dank zij de voorzichtigheid van Ged. Staten. Alleen die uitgaven zullen worden gedaan die strikt noodzakelijk zijn en rekenen daarbij op het gezond verstand der Staten. De heer Buch. lid van Ged. Staten, bespreekt de provinciale bedrijven en de gevraagde tariefsverla ging. Een verlaging der tarieven is nog niet gewet tigd, hoewel de winsten over 1929 hooger zijn dan die van 1928. Er is nog achterstand in afschrijving, en daar moet eerst aan gedacht worden, vooral nu 6lechte tijden in zicht zijn. Volgens den heer Hooy zou tariefsverlaging spoedig mogelijk zijn, maar spr. betwijfelt dit; hij geeft echter de verzekering, dat daartoe zal worden overgegaan, zoo spoedig als mo gelijk is. Dat het P.E.N. een monopolie heeft, is niet juist; de concurrentie van den ruw-olie-motor is sterk en er moet soms lang over de prijzen van stroomlevering worden geconfereerd. Het gaat zelfs zoo ver, dat men de motoren cadeau geeft om de olie maar te kun nen verkoopen. Ged. Staten staan nog steeds op het standpunt, dat de provinciale bedrijven geen winst mogen maken. Spr. persoonlijk vindt dit juist het mooie element in die bedrijven; maar de reserves zijn nog niet op normale draagkracht. Ook wat het Waterleidingbedrijf betreft, komt spr. tot de conclusie, dat in vergelijking met andrre be drijven, het water niet duur is. Oppervlaktetarief lijdt soms tot onevenredige verhoudingen. Een van de voornaamste aangelegenheden voor het P.E.N. is de nieuwe centrale. Men heeft daarover enkele vragen gesteld. Er is ëen tegenvaller bij den bouw; maar de meeerkosten van f60.000 zijn geen te genvaller, want men bouwt op den groei. De memo rie van antwoord is opgesteld den 12en November en enkele dagen later heeft de directeur van het be drijf een nadere nota ingediend, waarin hij zegt, dat het bedrag der kosten wel binnen de raming zal blijven. Dit is de klare wijn, dien men heeft ge vraagd. Spr. deelt voorts mede, dat Hoogovens de eigen cen trale zal stopzetten, alle gassen zal leveren, en het P.E.N. zal aan Hoogovens leveren de electrische energie tegen den kostenden prijs. Op de vragen over de voldoende capaciteit van d<- drie prises d'eau van de provincie, antwoordt spr., dat deze voor afzienbaren tijd voldoende zijn. Dat niettemin een onderzoek wordt in uitzicht gesteld naar de bruikbaarheid van het water in het komende IJsselmeer, is omdat de wenschelijkheid kan bestaan na te gaan of de industrie kan worden gediend met gezuiverd water uit het meer. Wat de opmerkingen betreft die over het P.E.N. en de overeenkomsten met gemeenten enz. zijn ge maakt, zegt spr., dat het gewoonte is bij grootbedrij ven om tegen de vergadering van de Staten amok te maken. In 1929 was het dr. Kuipers, die een scher pe critiek leverde; maar die na spr.'s weerlegging •niets meer heeft laten hooren. Nu is het de heer Lommen, wiens critiek spr. weerlegt De tarieven worden goedgekeurd door den minister, zoodat er al tijd een waarborg is. En dat weten zij, die niettemin beweren, dat het bedrijf van zijn positie gebruik maakt om de kleine bedrijven op te slokken en dan de tarieven op te drijven. De heer Michels, lid van Ged. Staten, merkt naar aanleiding van hetgeen over de malaria-bestrijding Bakkerij „DE ZEEUW". biedt U alle soorten van de bekende merken „Droste" en „Rademakers". Doet tijdig Uwe bestellingen. is gezegd op, dat dit is een zaak van het Rijk. Ove rigens vraagt spr., waaruit toch blijkt, dat de mala ria-commissie meer geld noodig heeft. Spr. is van meening, dat er voordeelcn verbon den zijn aan het zenden van kinderen naar gezinnen en nadeelen aan het zenden naar koloniehuizen. Hij kan zich dan ook met de op de gezinsverzorging ge oefende critiek niet verecnigen. Vervolgens bespreekt de heer Michels den school- artsendienst. Er zijn besprekingen gevoerd met ver tegenwoordigers van gemeentebesturen, waarbij de mogelijkheid is geopperd de provincie in districten te verdeelon en voor elk district twee schoolartsen aan te wijzen. Hierbij zijn bezwaren ingekomen van den bisschop van Haarlem, die een bepaald getal R.K. schoolartsen wenschte. Intusschen is men nog niet tot een resultaat gekomen; men kan de gemeenten ten slotte niet dwingen. Er is in de motie-Sajet, het vorige jaar door de Staten aangenomen, ook aangedrongen op het bevor deren van de instelling van gezondheidsdiensten. Spr. meent echter, dat dit onderwerp eerst moet blij ven rusten, zoolang de schoolartsendienst niet ge regeld is. Voorts betoogt spr., dat Ged. Staten aan art. 33 van de Armenwet niet de bevoegdheid kunnen ontleenen om gemeenten tot steunvcrleening, in dit geval voor uitzending naar sanatoria, te dwingen. Als van de 3200 sanatorium-plaatsen, die wij in het land hebben, Noordholland er 30 opeischt, be wijst dit dat deze provincie in elk geval niet ten ach ter is. De wijziging zou hierin moeten worden ge zocht, dat de provincie niet meer geld geeft, maar dat de kleine gemeenten meer in staat worden ge steld tot werk op dit gebied. De heer Kooiman, lid van Ged. Staten, zegt dat Ged Staten gaarne zullen overwegen om belangrijke voor dracht al in te dienen bij de begrooting. Dit is nu al, dank zij groote krachtsinspanning kunnen ge schieden. Er is critiek geoefend op het talmen bij de uitvoe ring van de strandhoofden bij Camperduin. Ged. Sta ten zijn het met de critiek eens en zij zullen nog trach ten een spoediger uitvoering te bevorderen. Spr. wii alleen nog meedeelen, dat het Hoogheemraadschap N.-Hollands Noorderkwartier hier niet schuldig is. Er is gevraagd om spoed bij de uitvoering van de wegenverbetering. Het zal zoo vlug gaan als mogelijk is, maar men moet ook hierbij oppassen de maximum snelheid niet te overschrijden. De heeren Luden en Reinalda hebben gevraagd die wegen het eerst aan te leggen, waar het drukste ver keer is. Ged. Staten zullen daarmee rekening hou den; maar men moet xvel in het oog hoyden, dat ver schillende wegen tegelijk worden aangevat en dat dan die het eerst gereed komen, waarbij de minste moei lijkheden, in verband met onteigening enz., worden ondervonden. De heer Verschure, lid van Ged. Staten, bespreekt de opmerkingen over de prov. ziekenhuizen gemaakt. Spr. herhaalt in hoofdzaak wat in de Memorie van Antwoord over de opheffing van het ziekenhuis te Medemhlik en den bouw van een ziekenhuis in het Gooi is gezegd. De voorzitter merkte op, dat de heer Bruch reeds op de vraag ten aanzien van de progressieve heffing, door den heer Polak gesteld, heeft geantwoord. Spr. wilde echter nog op grond van de wet aantoonen de onmogelijkheid van progressieve heffing op andere belastingen dan waarop zij reeds geschiedt. Op grond van het bepaalde in de gemeentewet en de Prov. Wet kwam spr. tot de conclusie dat het uitgesloten is nieuwe progressieve heffingen in te voeren. De begrooting werd hierna z.h.s. aangenomen. Vervolgens werden aangenomen de begrootingen van de bedrijven en de ziekenhuizen. Er zullen dus worden geheven 11 opc. op de ink. belasting en 11 opc. op de vermogensbelasting. De vergadering wordt verdagad tot 2 December a.s. Over den aankoop van de oude trambaan Schagen-— Wognum voor zoover deze niet in gebruik is van de tram SchagenEwijcksiuls schrijven Ged. Staten het volgende: Onder dagteekenlng van 1 Februari 1930 deelde de Di rectie van de Nederlandsche Spoorwegen aan Ged. Sta ten van Noordholland mede. dat ln verband met de sta king van de exploitatie van den tramweg SchagenWog num na wegruiming van den bovenbouw tot vervreem ding van de trambaan zelve met uitzondering van hot gedeelte, dat ten behoeve van den tramweg Schagen— Van Ewijcksluis in exploitatie moet blijven, kon worden overgegaan, en werd hun de vraag gesteld of de provin cie, met het oog op wegenaanleg, op overneming van de bedoelde trambaan prijs stelde. Ged. Staten hebben omtrent bedoelde vraag van de Spoorwegen het advies ingewonnen van den Hoofdinge nieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat, die na een ter plaatse Ingesteld onderzoek, mededeelde, dat het tusschen Wognum en Opmeer gelegen gedeelte van de trambaan ter lengte van ongeveer 7.6 K.M. met vrucht voor wegenaanleg zou kunnen worden gebruikt en wel voor den ontworpen provincialen weg Niedorper Ver laat—Wognum. De richting langs de trambaan, welke tusSchen twee dicht bevolkte streken loopt, n.1. de kommen van Wog num, Wadway en Spanbroek eenerzijds en die van Sij- bekarspel en Opmeer anderzijds zou uit een verkeersoog- punt alleszins aanbeveling verdienen. In verband met voormeld advies van den Hoofdinge nieur-Directeur, wiens opvatting ter zake door Ged. Sta ten werd gedeeld, hebben Ged. St voornoemden hoofd ambtenaar gemachtigd omtrent de overneming van het bedoelde gedeelte van de trambaan onderhandelingen met de Spoorwegen te voeren. Bij deze onderhandelingen bleek dat de Spoorwegen slechts dan tot verkoop van de trambaan wenschten over te gaan, indien de gemeenten en waterschappen, welker aandeelen in de West-Frie- sche Stoomtramweg Maatschappij ln 1908 in rentelooze voorschotten voor de lijn Schagen—Wognum zijn omge zet, bereid gevonden worden met gedeeltelijke terugbe taling van hunne voorschotten, welke krachtens de voor waarden van de ln voornoemd jaar gesloten overeen komst bij verkoop van den spoorweg in eens opvorder- baar worden, genoegen te nemen, en wel voor zoodanig gedeelte als met het voor de trambaan te ontvangen bedrag mogelijk zoude zijn. De Spoorwegen wenschen n.1. na al het verlies, dat zij op de lijn SchagenWognum geleden hebben, niet nog bovendien een bedrag tot aflossing van bedoelde rente looze voorschotten uit hun eigen middelen beschikbaar te stellen. Het gevolg van bovenbedoeld standpunt van de Ne derlandsche Spoorwegen is, dat de grootte van het percentage, hetwelk voornoemde gemeenten en water schappen op hun voorschot zullen krijgen terugbetaald, practisoh afhankelijk werd gesteld van het bedrag, het welk de provincie voor de trambaan zoude betalen. Deze omstandigheid mocht echter, naar de meening van Ged., geen rol spelen bij de bepaling van het be drag, hetwelk van provinciewege voor de trambaan zou kunnen worden betaald, en bij de vaststelling van dat bedrag mocht slechts rekening gehouden worden met het belang, hetwelk het verkrijgen van de bedoelde .3aan voor den wegenaanleg beteekenL Rekenend met dit belang, zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat van provinciewege voor de trambaan een bedrag zou kunnen worden betaald van f 54.500 voor welk bedrag de bedoelde baan dan over haar volle lengte zijnde pl.m. 20 K.M. zou moeten worden beschikbaar gesteld. De Nederlandsche Spoorwegen ge ven er n.1. de voorkeur aan om de trambaan in haar geheel over te dragen en ook verdient het aanbeve ling, dat het gedeelte van de trambaan, dat niet voor den aanleg van den genoemden provincialen weg zal dienen, mede ln de overdracht aan de provincie worde begrepen; de provincie kan dan ter zake van dat baanvak desgewenscht regelingen treffen met gemeen te- en waterschapsbesturen of particulieren, die daar over voor eenigerlei doel de beschikking wenschen te verkrijgen, terwijl mogelijk ook reeds dadelijk bij het transport een of meer gedeelten daarvan recht streeks door de Spoorwegen aan zoodanige lichamen of particulieren zou (den) kunnen worden overgedragen. Daar er groote waarschijnlijkheid bestaat, dat tus schen de Nederlandsche Spoorwegen en de bij den tramweg betrokken gemeenten en waterschappen, wel ker rentelooze voorschotten, ln totaal f 123.000 bedragen overeenstemming zal worden bereikt ln zake de ge deeltelijke terugbetaling van bedoelde voorschotten door beschikbaarstelling daarvoor van een bedrag van f 54.500 of mogelijk iets meer, meenen Ged. Staten, ten einde vertraging ln den wegenaanleg te voorkomen, reeds thans aan de Staten machtiging te moeten vragen tot aankoop van de trambaan over te mogen gaan. Ged. Staten van Noord-Holland stellen aan Prov. Staten o.m. voor om hen te machtigen f730 uit te betalen wegens bijdrage aan de Vereeniging Hen- driclc de Keyser te Amsterdam in de kosten van dc restauratie van het zoogenaamde „Oude Raadhuisje" te Schoorl. Verder Ged. Staten te machtigen ten laste van de provincie aan te gaan geldleeningen tot zoodanige nominale bedragen als noodig zullen blijken, om een een som te verkrijgen ter voldoening o.m. van: F 40 000 wegens bijdrage aan de gemeente Bergen ten behoeve van den aankoop van een gedeelte van het Bergerbosch. F 30.000 wegens deelneming in het aandeelenkapi taal der N.V. ter bestrijding van de werkloosheid in Noordholland. F 600.000 wegens kosten van uitvoering van het Westfriesche kanalenplan. en van de verbetering van den vaarweg over het Alkmaardermeer. En te bepalen, dat deze leeningen zullen worden aangegaan tegen een reëele rente van ten hoogste 5 pet. 's jaars. Dwlgende dijkdoorbraak bij Loblth. Met man en macht gewerkt om te trachten een ramp te voorkomen. Gistermorgen werd uit Lobith ,(het punt waar de Rijn ons land binnenstroomt,) gemeld: De was van den Rijn houdt nog steeds aan. De groote bandtjk tusschen Lobith en Spijk, aan de Neder*-1 ndsche zijde, die over een lengte van 25 Meter is verz? staat op het punt om door te breken. Men is in allerijl bezig de ontstane gaten zooveel mogelijk te stoppen. De bewo ners zijn voor het dreigende gevaar gewaarsohuwd. Omtrent de dreigende dijkdoorbraak aan de Neder- l&ndsch-Duitsche grens wordt nog het volgende uit Lo bith d.d. gister geseind: In den dijk dicht bij den neutralen weg langs de Dultsch-Nederlandsche grens is ln den afgcloopen nacht een ernstige verzakking geconstateerd. Op verschillende plaatsen begon de dijk te scheuren en een doorbraak dreigde. Onmiddelijk nadat vannacht de burgemeester der ge meente Herwen en Aardt, de heer B. Bruns. was ge waarschuwd, heeft deze de noodige maatregelen genomen om te trachten een ramp te voorkomen. Vanmorgen vroeg heeft de burgemeester te Lobith eenige schepen gerequireerd om werkvolk naar de bedreigde plaats ln den dijk te zenden. Ook van Duitsche zijde werd werk volk gezonden voor de verzakkingen op Duitsch gebied, waar deze ook optraden aansluitende aan den dijk op Nederlandsche grondgebied. De heer Bruns heeft verder vanmorgen alle autoritei ten in den omtrek, o.a. de gemeentebesturen van de ln gevaar verkeerende plaatsen, gewaarsohuwd. Intusschen wordt met man en macht aan den dijk ge werkt om de dreigende doorbraak te voorkomen. Naar de burgemeester zeide is het „een dubbeltje op z'n kant of het zal lukken. Het gevaar gekeerd? Liet de toestand van den bandijk van den Rijn nabij de Duitsche grens zich hedenmorgen vroeg zeer dreigend aanzien, hedenmiddag tegen één uur had men een goede hoop, het gevaar te kunnen keeren, aldus meldde V.D. gister ln den namiddag. De plaats van de dreigende doorbraak ls zeer moeilijk te bereiken, daar ten gevolge van den hoogen waterstand de geheele omgeving van Lobith onder water staat De 's-Gravenwaard is geheel volgeloopen en dlentengevolgo ls de directe verbinding van Lobith naar Spijk verbro ken. Met donderend geweld stroomt het water door den Ouden-Rijn-mond en om op de plaats van het gevaar te komen, moet men of over Emmerik reizen, of tegen den sterken stroom op. per boot naar de Duitsche grens va ren. De gevaarlijke plek is gelegen tusschen de Dultsch- Nederlandsche grens en de Hollandsch-Duitsche steen fabrieken, die op honderd meter afstand van de grens zijn gevestigd. Gebleken is, dat onder den dijk een geweldig kwelgat was ontstaan, waardoor het water onder den dijk door stroomde, het dijklichaam aantastte, waardoor tenslotte een verzakking van ongeveer één meter over een breed te van 25 meter ls ontstaan. Eenige honderden arbeiders zijn inderdaad aan het werk gesteld, gesteund door de brandweeren uit Elten en Emmerik. Bij de boeren en de overige bevolking uit de omgeving zijn dekkleeden en zeilen en vooral zakken gehaald. De zeilen worden aan den onderkant verzwaard met steenen, langs het dijklichaam aan de rivierzijde naar beneden gebracht, waarna duizenden zakken zand daarop worden gebracht Hetzelfde geschiedt aan den binnenkant van den dijk en men hoopt hierdoor verdere afbrokkeling van het dijklichaam te voorkomen. Doordat do dijk ongeveer één meter gezakt ls, is het kwelgat samen gedrukt, zoodat er tegen den middag minder water onder den dijk doorstroomde dan heden morgen vroeg. Naar het bureau van de Ingenieurs ver namen, bestaat er goede hoop, dat men erin zal alagen het ergste te voorkomen. De Rijn valt Uit Keulen meldt V. D.: Het water van den Rijn valt thans een halven centimeter per uur. De toestand te somber Ingezien. Kans op doorbraak op het oogenblik zeer gering. De laatste berichten over de dreigende doorbraak bij Lobith zijn wat geruststellender. De toestand ls, volgens Ir. Lely, de hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te Nijmegen, wat al te som ber ingezien, voor zoover het de gevolgen van een door braak betreft Inderdaad, zoo vertelde deze deskundige aan een medewerker van het „Hsbl." bestond ernstig gevaar voor doorbraak van den dijk en het beeld van het ver zakkende dijkvak, waar het water doorheen drong, terwijl ernstige scheuren zich vertoonden, is wel in staat groote ongerustheid te verwekken. De meening van den burgemeester van Herwen en Aardt, dat een doorbraak catastrophale gevolgen zou hebben, wordt evenwel door de feiten gelogenstraft. Het verzakkende dijkgc'eelte is gelegen tusschen de Duitsohe grens en de Hollandsche steenfabriek bij Spijk. Op een zwakke plek heeft het kwelwater aan den voet van den dijk een uitholling veroorzaakt en dit had tot gevolg dat de dijk over een lengte van on geveer 20 meter een negentigtal c.M. zakte. Inderdaad ls dit een ernstig verschijnsel en de kans op doorbraak was dan ook niet gering. Om goed te begrijpen wat zou gebeuren, indien de dijk doorbrak, is het noodig wat dieper op de situatie ter plaatse ln te gaan. De Lobithsche overlaat, die bij een bepaalden rivierstand gaat werken, ls gelegen vier K.M. beneden het bedreigde punt. De Loblthsche over laat werkt thans reeds eenige dagen over een hoogte van negentig cM. Het water komt hier ln den Ouden Rijn en wordt beneden Pannerden weer In den Rijn terug gevoerd. Bij buitengewoon hoogen rivierstand, zooals b.v. In 1920, 1924 en 192G het geval was, wordt bovendien het water door het riviertje de Wild naar Duitschland teruggevoerd. Het loopt dan langs 's Hee- renberg naar Emmerik, om deze laatste plaats heen, om ten slotte bij den stuw van de Kemenade boven Doetinchem in den Ouden LJsel te komen. In dit ge val wordt ook het land onmiddellijk benoorden Spijk onder water gezet Het dorp zelf Is aan deze zijde door een waterkeerlng beveiligd. De kwestie is dus deze, dat bij een doorbraak bij Spijk, daar als het ware een tweede overlaat gevormd wordt, dus vier KLM. boven de Lobltsche overlaat en het water zou op dezelfde wijze afgevloeid zijn als zoo juist omschreven werd, alleen met dit verschil, dat de bewoners ter plaatse en de steenfabriek getroffen zou den worden en plaatselijk groote schade zal worden aangericht. Het is dus volkomen verklaarbaar dat men met man en mecht het versterkingswerk ter hand nam. Dit ls met gunstig gevolg bekroond. Duizenden zakken zond zijn op het bedreigde punt aangebracht en de dijk ls hierdoor aanzienlijk versterkt Naar mijn meening, aldus besloot de heer Lely, is de kans op doorbraak bij den tegenwoordlgen water stand zeer gering. Mocht het echter daartoe komen, dan beteekent dit voor de bewoners ter plaatse een groote schade met veel ongerief, maar van overstroo- mlng van den Gelderschen Achterhoek zal in geen ge val sprake zijn. Catastrophale gevolgen zou die door braak dus niet hebben. De Beersche Overlaat weTkt nog op volle krocht Uit Grave wordt gemeld, dat de Beersche overlaat over de volle lengte nog met groote kracht werkt. De Elftweg stond Woensdagavond 85 c.M. onder water. De stand te Grave was gisteravond 11.08 plus N.A.P. De verbinding tusschen de door het water ingesloten dorpen wordt met roeibootjes onderhouden, Uit Gen nep en omgeving vernemen wij, dat het water nog steeds wassende is. Het oude kerkje te Asselt staat ln het water. Men begint te vreezen dat het, indien het water niet spoe dig wegvalt, zal Instorten. In Gennep zelf werken de electrische pomzen dag en nacht om het stadje watervrij te houden, tot gister avond met gunstig gevolg. Te St. Agatha zijn eenige woningen ontruimd. Uit Noord-Brabant vernemen wij, dat ten gevolge van de werking van den Beerschen overlaat Oss door het water is omgeven. Op verschillende plaatsen ls het water laaggelegen woningen binnengedrongen. Vooral veel kelders zijn overstroomd. Een man die met 'n schaar stokken alt damesmantels knipt. Dinsdagmiddag tegen zes uur kwamen op het poli tiebureau in de Warmoesstraat te Amsterdam aan houdend dames om zich er over te beklagen, dat haar mantels vernield waren. Inderdaad bleek, dat uit dezo kleedingstukken met een scherp voorwerp groo te etukken waren weggesneden. Een rechercheur ging op aanwijzing der slachtoffers naar het Dam rak. De dames hadden n.m. de vermeiing van haar mantels geconstateerd, even nadat zij de Bijenkorf hadden verlaten Vrij spoedig viel den rechercheur ern man op, die angstvallig dicht in de buurt van stilstaande dames ging staan. De rechercheur hield hem in de gaten en op een moment, waarop hij den man een knippende beweging zag maken, arresteerde hij hem. Het was een goede vangst, want op het mo ment van de arrestatie was de man juist bezig met een vlijmscherp schaartje een stuk stof uit een da mesmantel te knippen. Er ontstond op het trottoir voor de Bijenkorf een geweldig tumult, waarbij voor al de dames niet bepaald een vriendelijk gezicht te gen den arrestant trokken. De rechercheur bracht hem naar het bureau Warmoesstraat, waar hij een volledige bekentenis aflegde. Het schijnt, dat de man niet geheel normaal.is. Hij blijft voorloopig in ar rest. In totaal zijn bij de politie 12 aangiften van ver nielde damesmantels gedaan. De kniprnaniak is een 38-jarige varensgezel, die zich meestal ophoudt te Am sterdam en Rotterdam. Twaalf dooden. Zieken zonder medi sche hu'.p. Een wanhopige toestand. Dorp van de buitenwereld afgesloten. Wolff meldt uit Tilsit: Het Kurische Haff (een soort zeearm in de Oostzee kust, ten Oosten van de stad Danzig) is de laatste dagen door een geweldigen storm, die bijna het ka rakter van een orkaan had. geteisterd. Elf visschers hebben daarbij het leven verloren. Een andere visscher, die zwaar gewond was, is thans overleden, omdat het onmogelijk was, een dokter te halen. Tengevolge van het hooge water wordt de toestand van de bevolking aan het Haff steeds wanhopiger. Vooral het plaatsje Inse (aan de kust) is er erg aan toe. Wegen, weiden en dijken vormen een eindelooze watervlakte, waardoor elk normaal verkeer met de buitenwereld is afgesloten. Dagen geleden reeds is het postverkeer van en naar Inse gestremd. Zwaarzieken moeten in dekens en pelzen gewikkeld per boot onder levensgevaar naar den dichtstbljwo- nenden dokter worden gebracht. De dooden kunnen niet begraven worden. Het water staat hoog in de voor een deel verlaten woningen. De voorraden groen ten zijn voor het grootste deel door het water of de plotseling ingetreden vorst vernield. De dijken, wel ke dit najaar opgehoogd zijn, zijn op verschillende plaatsen geheel verdwenen. Hulp is dringend noodig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7